> Deze wandelroutes danken hun oorspronkelijke bestaan in de jaren '30 van vorige eeuw aan Maurice Cosyn. Als verantwoordelijke voor de cel 'wandelroutes' van de toenmalige Touring Club de Belgique (TCB) is hij werkelijk gepassioneerd door de creatie van wandelmogelijkheden, met name in de Ardennen. De Belgische toeristische overheid stapt mee in Cosyn's plan voor een kwalitatief sterk net aan langeafstandspaden met subsidies. In samenwerking met Touring Club wordt het ambitieuze plan tussen 1936 en 1940 onder Cosyn's coördinatie ook voor zowat 75 % gerealiseerd. Idem in Luxemburg, waar hij al in 1935 is aangesteld door de overheid om het Groot-Hertogdom te dooraderen met langeafstandspaden.
> Helemaal nieuw is het creëren van lange-afstand-wandelpaden in die tijd al niet. Rond 1911 ontwikkelden leden van de Luikse heimatvereniging Vieux-Liège (onder de dynamische leiding van Charles Comhaire) immers de eerste bewegwijzerde langeafstandspaden (zogenaamde "Chemins de Touristes") door de Ourthe-regio maar die routes waren weinig bekend en werden weinig gebruikt. Na WO I verdwenen de 'toeristenwegen' van Vieux-Liège weer langzaam en geruisloos.
> Terug nu naar Maurice Cosyn. Medewerkers van Touring Club de Belgique ontsloten in de jaren '20 van de twintigste eeuw voordien ontoegankelijk trajecten, zoals in 1921 een pad in de vallei van de Lesse en de jaren daarna ook in moeilijk toegankelijke valleidelen van de Semois, Amblève Ourthe en Hermeton. Als schrijver en uitgever van de populaire toeristische Cosyngidsen begon Maurice Cosyn tijdens het interbellum in de loop van de jaren '20 ook lokale wandeltrajecten te ontwerpen en beschrijven, meestal in samenwerking met de toen nog jonge plaatelijke VVV-kantoren in de Ardennen.
Startpagina > Wandelen > GR57 Ourthe + Sentier du Nord
Ontwikkeling van GR57 en Sentier du Nord
Padgeschiedenis
GR Ourthe
Wandelaars onderweg over het Luxemburgse Noordpad jaren '50. (Foto Schmit)
Bewegwijzering van het Luxemburgse Noordpad jaren '50. (Foto Schmit)
Onderweg over het Ourthepad TCB nr 6 rond 1947 (Foto Widi)
Inhuldiging van GR O (GR 57) of het Ourthepad op 8 mei 1966 te Logne. Aan het woord is Marcel Vierstraete van de Verenigde VVV's van de Ourthevallei. Links zien we Francis Vanmechelen, de veel te jong gestorven medewerker van het comité van de GR-paden, een van de gedreven bezielers van deze GR 57.
Onderweg tussen La Roche en Houffalize
Kaart uit 1938 : Een deel van het Luxemburgse Sentier du Nord. Jean Loiseau vond hier inspiratie voor de eerste GR-paden in Frankrijk. Dit traject is vandaag nog grotendeels identiek. De tentsymbolen op de kaart verwijzen niet echt naar campings maar eerder naar 'kampeermogelijkheid'. De wandelaar kon in die tijd al een overnachting vinden in een jeugdherberg maar de campings waren in het beste geval grasvelden, die voor toerisme ter beschikking werden gesteld, meestal zonder extra voorzieningen. De meeste kampeerplaatsen op deze kaart verwijzen echter enkel naar plekken die kunnen dienen om een tent te plaatsen, die tegenwoordig 'wildkampeerplaatsen' zouden kunnen worden genoemd. Loiseau vermeldde over al deze plekken ook over welke 'faciliteiten' de vrijkampeerder kon beschikken: Baadmogelijkheid, uit of in de wind, hoeveel tentjes er kunnen worden opgesteld en of het gras eerst moest worden gemaaid.... Water uit een beek beschouwde hij algemeen als drinkbaar water. (Kaart Loiseau)
Het oorspronkelijke wandelpad van de Ourthe eind jaren '30
Symbolische opening van de eerste 6,5 km Pad van de Ourthe op 31 augustus 1936 te Angleur. Gouverneur Pirard (links) vraagt een dame (afkomstig uit Tilff) uit het publiek om het lintje door te knippen.De rijzige man rechts op de foto is Maurice Cosyn. Het evenement bij het kasteeldomein van Angleur trekt een massa volk en wordt naast lokale politici en TCB-medewerkers bijgewoond door internationale genodigden uit Nederland en Luxemburg.
> Gelijktijdig ontwikkelt Cosyn voor het Groot-Hertogdom Luxemburg en ook in de Franse Ardennen nog eens een apart wandelnet aan lange paden. Als dank voor zijn visionair pionierswerk zou de Luxemburgse overheid veel later (eind jaren '50) postuum nog een wandelpad naar hem noemen, het 'Sentier Maurice Cosyn', dat nu nog bestaat!
> Cosyn's wandelenthousiasme was eind jaren '30 amper te temperen. Eén van de 14 lange afstandspaden in Luxemburg was het 'Sentier du Nord' (Pad van het Noorden), waarbij in 1936 Burg Reuland en Diekirch met elkaar werden gelinkt over een afstand van ongeveer 75 km. Meteen ook het langste Luxemburgse pad van Cosyn. De Luxemburgse overheid maakte de paden toegankelijk en zorgde voor de markering. Ook vandaag is het beheer van de lange paden in handen van de nationale overheid.
> Het moet gezegd dat in de periode van de TCB-paden het Sentier du Nord geen deel uitmaakte van het Ourthepad, het zou pas meer dan een halve eeuw later (jaren '90) aan het Ourthepad worden 'geplakt'!
> Het TCB-pad van Cosyn (jaren 1938 tot 1958) verliet de Ourthevallei al zuidelijk van Houffalize om via het iconische kanaal van Bernistap Luxemburg in te lopen en in lijn naar Clervaux te lopen. Een Luxemburgs traject dat deel uitmaakte van een Belgisch pad. Cosyn dacht immers sterk grensoverschrijdend, voor hem hadden de Ardennen misschien wel politieke grenzen maar geen recreatieve.
> De oorlog '40-'45 bevroor echter elke verdere ontwikkeling rond wandelpaden. Er kwam noodgedwongen een flinke dip in het wandeltoerisme en bovendien maakte Cosyn door stubbelingen bij TCB na 1940 ook geen deel meer uit van de 'werkgroep langeafstandspaden' van de TCB.
> Ook na de oorlog moesten de Ardennen nog jarenlang hun wonden likken van het vreselijke Ardennenoffensief waarbij hele dorpen werden verwoest. Steden als Houffalize waren grotendeels van de kaart geveegd, bewegwijzering was weggenomen of vernield, paden waren soms verwoest. Het onderhoud, de uitbouw en promotie van de wandelpaden staat even on hold, maar eind jaren '40 pikt de cel wandelpaden van Touring Club de draad weer op, nu onder leiding van Raph Alofs. Ondermeer TCB nr 6, het Ourthepad, krijgt weer onderhoud en nieuwe bewegwijzering. Cosyn zelf was net voor de oorlog dus van het voorplan verdwenen. Hij overleed in 1951 op slechts 56-jarige leeftijd.
> Het Pad van de Ourthe al enkele jaren na de oorlog weer vlot toegankelijk maar in de loop van de jaren '50 is er een slinkende interesse voor langeafstandswandelen. De opkomst van de auto zit daar ongetwijfeld voor iets tussen. Niet dat er niet meer wordt gewandeld maar de tijdsgeest verandert. De autobezitter rijdt ergens naar toe en maakt bij voorkeur een luswandeling, die hem op het eind van de dag weer bij zijn auto brengt. Dat terwijl de TCB-paden doorlopende trajecten vormden. Touring Club de Belgique is eind jaren '50 bovendien niet meer geïnteresseerd in het onderhoud van langeafstandspaden, ze richten zich door hun lucratieve pechverhelpingsdienst steeds sterker op de autotoerist.
> Toch is langeafstandswandelen eind jaren '50 niet helemaal dood. Vanaf 1946 was men in Frankrijk op aandringen van wandelexpert Jean Loiseau en onder impuls van de Franse Touring Club, begonnen met de uitbouw van een basispadennet. Loiseau noemde die toekomstige paden 'grande randonnées' (of kortweg G.R.'s) en ontwierp daarvoor een witrode bewijzering. De grote inspirator voor Loiseau en zijn GR's was zowaar de Belg Maurice Cosyn! Loiseau was immers al voor WO II met enkele wandelmakkers de paden van Cosyn en TCB (waaronder het Pad van de Ourthe en het Sentier du Nord!) wekenlang gaan verkennen, zowel in de Ardennen als in het Groot Hertogdom. Hij had grote bewondering voor wat Cosyn had gerealiseerd. WO II bevroor echter (tijdelijk) alle plannen om ook zoiets in Frankrijk te realiseren. Het bestaan van Franse GR-paden vanaf 1947 danken de Fransen dus ook voor een stevig deel aan Maurice Cosyn!
> Terwijl in Frankrijk het net aan Grande Randonnées zich langzaam ontwikkelde vanaf 1947, verviel in België het padennet van TCB eind jaren '50. Ze werden opgeheven in 1958. In 1959 werd een Belgische tak van de Franse GR's opgericht, het 'Comité Ardennais des Sentiers de Grande Randonnée', bestaande uit een enthousiast vriendengroepje uit de Luikse regio: Lucien Cailloux, Alain Dawance en Henri Léonard. Ze brachten het Franse GR-concept mee naar huis na wandelvakanties in de Vaucluse, waar ze contacten legden met de legendarische jeugdherbergvader François Morenas en een andere GR-pionier, Alain Chevalier. Twee jaren later, in 1961, werd de naam van de vereniging gewijzigd in 'Comité National Belge des Sentiers de Grande Randonnée' of kortweg C.N.B.S.G.R. En zo werden de Belgische GR-paden geboren!
Oude markering van het Sentier du Nord in de buurt van Schüttburg. Aanvankelijk werden blauwe strepen gebruikt, die werden al snel vervangen door een gele ruit + gele streep op blauwe achtergrond. Later viel ook het streepje weg en gebruikt het Luxemburgs Ministerie van Toerisme nog enkel gele ruiten.
Roland Huysmans (1930 - 2006) en zoon Pascal bezig met de eerste markeringen voor GR57 in de jaren '60. Twee verfpotten: een voor de witte streepjes en een voor de rode. (Foto Edmond Robyns)
> De succesvolle realisatie van een eerste project, de GR 5 noordelijk doortrekken in de Ardennen van de Nederlandse grens naar Luxemburg, was de Groupement de l’Ourthe des Syndicats d’Initiative G.O.S.I. (de verenigde VVV’s van de Ourthedorpen) niet ontgaan. Het oude Ourthepad van Cosyn, TCB 6, had voor de Ourthegemeenten immers aanzienlijk bijgedragen tot de toeristische ontwikkeling van de regio. Bewijs daarvan is een brief uit 1939, gericht aan Cosyn vanwege de burgemeester van Comblain-au-Pont :
De creatie van het ‘Sentier de l’Ourthe’ had voor Comblain-au-Pont zeer gunstige en bemoedigende resultaten. De omgeving hier werd relatief weinig bezocht en dank zij het pad komen hier nu veel toeristen die hier onze streek beter leren kennen. Onze gemeente dankt zijn ontwikkeling dus voor een stuk aan het Sentier de l’Ourthe. Het zou wenselijk zijn als systematisch propaganda zou worden gevoerd ten voordele van deze wandelingen, teneinde nog meer bezoekers te krijgen.
> Niet zo verwonderlijk dus dat er bij de heropleving van het toerisme in de jaren '50 veel interesse is van de VVV’s om Cosyn’s TCB-pad te ‘restaureren’. Op vraag van de Verenigde VVV’s van de Ourthevallei bekijkt en aanvaardt het piepjonge GR-comité in de winter van 1964 - '65 het idee om het voormalige pad nr 6 van TCB opnieuw te bewegwijzeren maar dit keer met witrode streepjes. Na GR 5, GR 56 en GR AE wordt dit het vierde project van de GR-vereniging. In eerste instantie krijgt dit pad nog geen nummer, en draagt het enkel de naam G.R.O. (Ourthe). Het G.O.S.I. springt bij om het project logistiek en financieel te ondersteunen, evenals de toeristische dienst van de provincie Luik.
> Het oude tracé van Cosyn en Touring Club vormt de basis voor de GR O. Uiteraard moet het hier en daar wel ingrijpend worden gewijzigd omwille van nieuwe verkavelingen en verdwenen weggetjes. Het gaat snel. Minder dan een jaar na het aanvaarden van de opdracht, hebben de GR-vrijwilligers de toelating voor markering binnen en zijn er tussen Luik en Houffalize al 110 km paden bewegwijzerd van het Ourthepad.
> Een pluim voor de markeringsploeg olv Francis van Mechelen (hij overleed op slechts 45 jarige leeftijd in 1976 / een herdenkingssteen staat langs GR 15 ) en Lucien Cailloux ( voorzitter-stichter van C.N.B.S.G.R.). Nog in 1965 publiceert de vereniging al een wandelkaart van het deel tussen Luik en Hamoir en een voorlopige routebeschrijving van het hele traject, te koop voor 20 franken.
> Op 8 mei 1966 werd de 150 km lange route officieel voorgesteld te Logne onder de padnaam 'G.R.O. '. Begin juni 1966 wordt met het deel Hotton - La Roche-en-Ardenne (27 km), de bewegwijzering helemaal afgewerkt. Kleine anecdote die de padmarkeerders optekenden tijdens het plaatsen van de laatste tekens:
" 's Ochtends ontmoetten we in Marcourt een wandelaar uit Rotterdam die al de tekens volgde die we pas gisteren en vanmorgen hadden aangebracht. We hebben die gast aangeraden om naar Ronzon terug te keren over de verkeersweg, het was echt te warm om te proberen met onze verfpotten voor die man uit te lopen..."
>Het volledige traject liep net zoals in 1937 weer tussen Angleur en Houffalize (150 km). In 1967 krijgt de G.R.O. ook een nummer, G.R. 57, dat jaar verschijnt ook de eerste volledige wandelgids over de route. Het zou de succesvolste route worden die de Waalse wandelorganisatie (her-)ontwikkelde. Er zijn ondertussen al 9 opeenvolgende edities van de topografische gids over G.R.O. (57) verschenen.
> De belangrijkste wijzigingen in de loop der jaren:
Zuidelijk in 1982 doortrekking van Houffalize tot Gouvy (nabij de oostelijke bronnen van de Ourthe)
Noordelijk werd in 1990 een verbinding gemaakt dwars door Luik in het kader van de integratie van steden als cultureel wandelpatrimonium.
Noordelijk werd GR57 nog iets verder doorgetrokken, van Jupille tot in de buurt van het dorpje Barchon (aansluiting op de internationale GR5 / E2). In feite werd hierdoor een stukje geïntegreerd dat in de jaren '80 als GR 5 op de kaart stond.
Zuidelijk werd in de jaren ’90 het traject nog verder doorgetrokken over de Luxemburgse grens. Hierbij werd voor het eerst het inmiddels meer dan een halve eeuw oude Luxemburgse pad Sentier du Nord aan het Ourthepad gekoppeld! Idee daarachter was dat via het Sentier du Nord te Diekirch weer aansluiting kon worden gemaakt op de beroemde GR 5, zodat GR 57 zowel bij het beginpunt (Barchon) als op het eindpunt (Diekirch) aansluiting had op GR 5.
Zuidwestelijk kreeg het Ourthepad in 2017 een belangrijke aftakking van 70 km langs de Westelijke Ourthe tot Libramont.
Onderzoek en samenstelling ontwikkelingsgeschiedenis GR 57 mmv Jean-Pierre Englebert.
> Op het eerste zicht is de zuidelijke doortrekking in Luxemburg een beetje vreemd omdat we hier helemaal uit het bassin van de Ourthe zijn en omdat het pad geen eigen GR-markering meer heeft vanaf Troisvierges. Daar volgt het pad dus de gele ruit van het Sentier du Nord tot Diekirch waar de route in de buurt van Diekirch (Gilsdorf) opnieuw aansluit op GR5/E2/Ardennen-Eifelpad. Daardoor is het Sentier de l’Ourthe (oostelijke deel) met zijn 279 kilometer ook uitgegroeid tot een alternatieve wandelweg voor GR5. Je zou het ook kunnen bekijken (al was dat niet het opzet) als een eerbetoon aan Maurice Cosyn, de man waarmee het allemaal begon bijna 90 jaren geleden, want zowel het Ourthepad als het Pad van het Noorden werden oorspronkelijk door hem ontworpen.
> In 2017 komen er nog eens een 70-tal kilometers aan Ourthepaden bij. Voor het eerst wordt dan ook de Westelijke Ourthe tot Libramont helemaal ontsloten met een eigen traject. Vreemd dat men pas een halve eeuw later op het idee kwam om ook de Westelijke Ourthe te ontsluiten met een GR-pad!
> Het 'Sentier du Nord' heeft in de loop van zovele jaren ook wat veranderingen ondergaan. GR 57 volgt het Sentier du Nord niet helemaal, een stuk van 9 km tussen Weiswampach en Troisvierges hoort er niet bij. Sinds 2022 wordt voor het Luxemburgse deel gekozen om zo maximaal mogelijk in het spoor te lopen van de Leading Quality Trails Eislek Trail en Lee Trail, tot in de buurt van Diekirch. Je volgt dus ook andere markeringstekens (zie wandelinfo). Aangezien die trajecten sterk kronkelen betekent dat een extra (sportieve) wandelafstand (+ 20 km). Het Ourthepad was nog nooit zo lang.
> De padmarkering die Cosyn liet aanbrengen, is dan welgeheel verdwenen, er zijn toch nog dingen herkenbaar. Vele van de uitzichtpunten werden toegankelijk gemaakt dankzij initiatieven van Touring Club. In die tijd vormden deze 'belvédères' onderweg zowel letterlijk als figuurlijk dé hoogtepunten van de wandelpaden. Sommige van de banken of kiosken op die plaatsen dateren nog uit de jaren ’30, toen de paden werden ontworpen. Als je dus op zo’n uitzichtpunt even uitblaast van de wandelinspanningen, zit je misschien wel op een bank waar lang geleden ook de pionierende Ardennenwandelaars hebben gerust!

Enkele voorlopers van de huidige
topografische gids (1972 - 2022) van G.R.O.
> Vanaf de jaren 1920 van de vorige eeuw democratiseerde immers het toerisme in de Ardennen. Sterke impulsen gaven de invoering van betaald verlof, de grote populariteit van scoutisme en een sterke ontsluiting met openbaar vervoer (een dicht net van trams en spoorlijnen). Toeristen kunnen in de jaren '30 vlot tot diep in de Ardennen geraken.
> Cosyn’s ambitieus plan rond 1935 om voor de hele Ardennen een globaal netwerk aan toeristische wanderoutes te ontwikkelen, vindt dan ook weerklank bij hoteliers en toeristische diensten van de Ardennen. Ook uit Brussel komt er vanuit de nationale overheid een positieve reactie.
> Maurice Cosyn ontwerpt in 1935 een nationaal netwerk aan langeafstandspaden. De overheid stapt met subsidies mee in het verhaal en Touring Club de Belgique (TCB) richt een speciale cel op om Cosyn's plan op het terrein te realiseren, geleid door Cosyn zelf. Een van die paden is het 'Sentier de l’Ourthe' dat nummer T.C.B. 6 zal krijgen.
> Het gaat razendsnel. Tussen 1934 en 1939 wordt zowat 2/3de van het hele project gerealiseerd en loopt er een heel netwerk aan lange paden door de Ardennen, in totaal zowat 1000 km lang, beschreven, toegankelijk gemaakt en bewegwijzerd. Het eerste deel van het 'Sentier de l’Ourthe', tussen Angleur en Tilff, wordt op 31 augustus 1936 officieel opengesteld in aanwezigheid van heel wat prominenten. Eigenlijk een symbolische opening, want op dat moment is enkel het deeltje tussen Angleur en Tilff klaar (6,5 km), terwijl het pad naar Clervaux 171 lang moet worden.
> Zomer 1937: TCB is met het Ourthepad al gevorderd tot aan de Luxemburgse grens (158 km) en in de lente van 1938 is het Sentier de l'Ourthe, T.C.B. 6 helemaal klaar tot het eindpunt. Het traject loopt dan van Angleur (Luikse agglomeratie) via Houffalize tot Clervaux (Luxemburg). Afstand: 171 km. Het Ourthepad moet het toeristisch uithangbord van de regio worden. Langs de route wordt zowel door TCB als door toeristische organisaties geïnvesteerd in rustbanken en inrichting van panoramapunten met ondermeer rusthutten (belvédères).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Barchon - Diekirch / Libramont (360 km)
GR 57 Ourthe / Sentier du Nord