Startpagina > Wandelen > GRP 124 La Grande Traversée de la Forêt du Pays de Chimay
> De Bivakzone Boussu-en-Fagne ligt dus niet langs het hoofdtraject van GRP 124. Het is de volgende morgen echter niet nodig om 1 km terug te wandelen om weer aansluiting te krijgen. Neem op het padenkruispunt bij de bivakzone gewoon het dalende, verharde weggetje richting Boussu-en-Fagne. Hou na 75 meter op de vorksplitsing rechts aan. Daal 350 meter verder tot op de verkeersweg door Boussu-en-Fagne en naar rechts op deze weg ben je weer op het hoofdtraject van GRP 124.
> Het traject van GRP 124 tussen Boussu-en-Fagne tot voorbij Nismes is sinds 2020 vrij sterk gewijzigd. Met een oude topogids ben je hier niet veel. Het is sindsdien ook verscheidene kilometers langer geworden maar wel leuker. Redenen voor die sterke wijzigingen zijn de aanleg van de autosnelweg E420, inclusief op-en afritten en industriële verkaveling. Anderzijds bieden verlaten steengroeven dan weer nieuwe kansen voor natuurontdekking.
> 100 meter voorbij de kerk van Boussu-en-Fagne ga je schuinrechts een stijgend wegje op. Zigzag langs de begraafplaats en langs de rand van bebossing in oostelijke richting verder over 200 meter. Dan rechts een pad dat bos inloopt en dat we blijven volgen, ook bij de kruising van een straat. We blijven goed doorstijgen en lopen hogerop langs de lange rand van een voormalige kalksteengroeve, deels beschermd nu als natuurgebied.
> Op het einde van die groeverand maken GRP 124 en GRP 125 een paar kronkels om daarna te dalen naar en door Frasnes-les-Couvin en verder naar de grote verkeerswegenknoop bij de E420 of N5 (Brussel - Couvin). Hier werd tussen 2015 en 2020 het landschap grondig omgekeerd voor de ingrijpende aanleg van extra wegen. Die moeten een vlotte verkeersdoorstroom garanderen rondom het stadje Couvin, al kun je je afvragen of er hier niet wat overdreven werd. Voordien moest doorgaand verkeer wel door de smalle straten van Couvin. Een spoorbrug, rotonde, zebrapad, underpass en nog een rotonde leiden ons vandaag naar de andere zijde. Op die laatste rotonde volg je de wegwijzer naar Petigny en daarna neem je het tweede weggetje rechts.
> Zo, weer wat meer rust langs GRP 124. We verlaten al na 100 meter dat ingesneden weggetje van verbrokkeld asfalt voor een pad dat ons linksvoor over de top van de Tienne du Lion voert. De vrij vlakke top ligt op een 240 meter hoogte.

> Ook op deze kalkhoudende heuvel tref je in de late lente misschien wel orchideeën aan zoals mannetjesorchis of bergnachtorchis of andere kalkflora zoals kogelbloem of smal vlas, met name langs de warme zuidzijde van het natuurgebied. Verder geniet je er van een weids uitzicht richting Frasnes.

> Weer aan de overzijde van de heuvel komen we opnieuw bij dat wegje van verbrokkeld asfalt op een plek met de naam 'Inzevaux'. Tot 2018 liep La Grande Traversée de la Forêt du Pays de Chimay vanaf hier rechtstreeks de vallei van Eau Noire in. Nu maakt GRP 124 een stevig ommetje via de grotten van Pétigny. Rechts - links dus, een pad op langs wat bosschage. Weer in bos gaan we rechts en op een asfaltweg gaan we weer rechts, langs een grote woning die er wat uitziet als een bunker. In de volgende bocht van deze asfaltweg gaan we naast een meerstammmige eik links een onopvallend pad op dat een grilllig traject volgt. De bewegwijzering leidt je nu al snel tot bij de Grotten van Neptunus en een hangend pad langs de Eau Noire.
> Er volgen voorbij de grottensite nog enkele padwisselingen in de vallei van de Eau Noire, na een kwartier komen we bij een asfaltweg. Even links en wat verder rechts (Rue Notre-Dame de Foix). Voorbij die kapel voor ND de Foy gaan we op de verkeersweg rechtuit verder dalen maar verderop steken we de mooie brug en de Eau Noire niet over. We passeren dus niet door het centrum van Petigny. Bij die brug links over een wegje dat al snel een bijzonder aangenaam pad wordt met de Eau Noire nog een hele tijd aan onze rechterzijde. Dat pad loopt helemaal naar het centrum van Nismes maar ter hoogte van een voetbalkantine laat La Grande Traversée ons eerst nog een ommetje maken. We gaan daar dus scherp links over een stijgend pad door een bosgebied waarin ook een reservaat en het arboretum Mousty liggen.
> We passeren langs een 19de eeuwse groeve voor ijzerontginning, ontwikkeld in een meer dan 100 meter lange 'fondry', een verzakking of instorting van het landschap als gevolg van differentiële erosie veroorzaakt voornamelijk door de oplossende inwerking van water op kalksteen. Vandaag is deze site, die bekend staat als Le Matricolo (naar de naam van mijnontginner Mathieu Colot), een rustig en bebost natuurgebied. De ondergrondse tak van de Eau Noire zou vlak onder de Matricolo doorlopen.
> Na wat padsplitsingen en wat rustbanken, passeren we langs de reeds in de 16de eeuw door de Fransen verwoeste burcht van Nismes. Na 1600 kwam op de versterkte plek de Sint-Lambertuskerk met kerkhof maar ook deze verkeert al lang in staat van ruïne. Begin 19de eeuw was ze immers te klein geworden en werd onder het Hollands regime in het centrum van Nismes de vandaag dienst doende Sint-Lambertuskerk opgetrokken. De oude kerk werd rond 1890 afgebroken.
> We dalen ter hoogte van de kerkruïne over trappen af naar het centrum van Nismes. Vlakbij ligt de Pont d'Avignon, waar in de buurt het deel van het riviertje Eau Noire dat bij de Neptunusgrotten van Pétigny in de ondergrond verdween, weer het daglicht ziet. We komen langs de toeristische dienst, waar ook de overheid van het Parc Naturel Viroin-Hermeton haar zetel heeft. Naar rechts om even later te arriveren in het hart van het levendige stadje Nismes, bij de brug over de Eau Noire.
Fondry des Chiens
> Toch nog een 6 km te gaan vooraleer ik mijn slaapplek bereik, de Bivakzone Fondry des Chiens, gelegen in de bossen rond Nismes. Vanuit het centrum van Nismes, steekt de GRP 124 - GTFPC ter hoogte van de kerk de Eau Noire over, nog even rechtdoor (links gemeentepark Les Jardins d'O met kasteel Licot (gemeentehuis) om dan in een bocht van de weg rechtdoor te vervolgen over een trappenpaadje. Voorbij enkele huizen gaat het trappenpad over in een verder stijgend bospaadje.
> We kronkelen wat door bos en langs bosrand en gaan dan rechts over een asfaltwegje weer wat dalen. Een onopvallend paadje links tussen afspanningen van huizen voert ons weer bos in om wat later langs het merkwaardige geologische verschijnsel van Fondry des Chiens te komen (rust- en picknickbanken).
Koninginnepage
Fondry des Chiens & Tienne Sainte Anne
> De grillige rotsformatie die bekend staat als 'Fondry des Chiens' is uniek in België. Een van de merkwaardigste geologische verschijnselen in de Calestienne, de smalle kalkband die dwars door de Ardennen loopt, van Remouchamps tot Chimay.
> Miljoenen jaren uitschuring en afzetting van gesteente door zee en wind heeft hier een opvallend effect. Zachtere kalklagen zijn door erosie en oplossing in koolzuurhoudend water weggeschuurd. Enkele hardere steensamenstellingen hielden stand, waaronder ijzerhoudend gesteente.
> Het uitzicht van Fondry des Chiens heeft de mens ook wat mee bepaald, in het verleden werd er immers ook ijzer uit gewonnen op ambachtelijke wijze, wat de naam Fondry (van fonderie of ijzergieterij) verklaart. De toevoeging des chiens dan weer zou verband houden met het feit dat inwoners van Nismes er wel een dode huisdieren zoals honden, paarden of dierlijk afval dumpten.
> Er zijn nog enkele tientallen kleinere plekken in de omgeving die op gelijkaardige wijze zijn ontstaan. Ze worden abannets genoemd. Daarin herken je het woord abandonner of 'bannen'. Dat slaat op het feit dat die plekken tot 'no go-zones' werden verklaard voor veehouderij, de dieren zouden in zo'n afgrond kunnen storten. In de grillige rotsvormen kan je hier en daar nog fossielen ontdekken, zoals hierboven verklaard zijn deze abannets immers primair ontstaan door sedimentair gesteente uit zee, met dus ook koraal en schelpdieren.
> Achter de Fondry des Chiens ligt een kalkheuvel met een eigen naam, de Tienne Sainte-Anne. Zo'n tienne is een ronde of ovaalvormige heuvel met sterk kalkhoudende grond. Vooral de zongerichte zuidzijde is interessant. De snel opwarmende kalkgrond zorgt er voor een warm microklimaat, waarop tussen schraal kalkgrasland nogal wat orchideeënsoorten en andere merkwaardige planten goed gedijen. Nergens anders in België tref je dan ook zo'n verscheidenheid aan orchideeën dan op de tiennes van Nismes. Idem voor vlinders. Vlinders vertoeven immers graag in een warme omgeving en vinden er bovendien volop nectar of geschikte waardplanten. Net zoals sommige orchideeënsoorten komen een aantal vlinders in België zelfs enkel rond de Viroivallei voor, waaronder de koningspage.
Neptunusgrotten van Pétigny
> Tot de jaren '70 stonden de kalksteengrotten van Pétigny bekend als 'Les Grottes de l'Adugeoir'. Zeg nu zelf: ' Neptunusgrotten' klinkt toeristisch een stuk aantrekkelijker. Je kunt deze grotten bezoeken, tenzij het water van de Eau Noire uitzonderlijke hoog staat. De rivier heeft deze grotten over duizenden jaren heen uitgesleten in de zachte kalksteen van de Calestienne. Een bezoek verloopt gedeeltelijk via een bootje op het water.
Boussu-en-Fagne

> Boussu-en-Fagne is alweer zo'n stokoud dorp in de regio 'Entre-Sambre-et-Meuse. Spoor leiden naar zowel neolithische, romeinse, merovingische als middeleeuwse bezetting. Boussu heeft ook een zondermeer imponerend kasteel, omringd door een park van 12 hectaren. Er zijn wel middeleeuwse fundamenten maar het huidige gebouwencomplex is grotendeels 19de en 20ste eeuws, opgetrokken voornamelijk in neogothische stijl. Het park is gratis toegankelijk. Een deel van het kasteel herbergt een historisch museum.
> De grotten werden eind 19de eeuw ontdekt en sinds de jaren '30 van vorige eeuw toeristisch toegankelijk gemaakt. Een deel van het water van de Eau Noire legt een lange weg ondergrondse weg af. Pas zo'n kleine 3 km verder, bij de Rue d'Avignon in het centrum van Nismes, ziet dat water weer daglicht na zowat 24 à 48 uren om weer de hoofdbedding van de Eau Noire te vervoegen. Vermoed wordt dat er zich dan ook een ondergronds meer bevindt dat het water een tijd ophoudt. Slechts een deel van de ondergrondse gangen en zalen is al geëxploiteerd ondanks de vele speleologische expedities die ook nu nog bijna jaarlijks plaats vinden. Smalle spleten en passages maken exploratie dan ook niet evident, zelfs met duikers. Voor een bezoek reserveer je best een dag op voorhand, voorzie minstens een uur bezoektijd en pas eventueel je kledij aan (12° ondergronds).
Nismes
> Nismes is een prima uitvalsbasis voor een bezoek aan zowel de historische, geologische als natuurlijke merkwaardigheden rond de valleien van Eau Noire, Eau Blanche en de Viroin. Even ten noorden van Nismes, aan de voet van de Roche à l'Homme vloeien de Eau Noire en de Eau Blanche trouwens te samen om er als de Viroin langs mooie dorpen als Dourbes, Olloy, Vierves, Treignes en Mazée in de Maas uit te monden ter hoogte van het Franse Vireux-Molhain. Het stadje is vrij vlot ontsloten met bussen van de TEC, er rijdt van hieruit zelfs meerdere keren per dag een expresbus helemaal naar provinciehoofdstad Namen. Behalve wandelen is de meest aangename manier om de vallei te ontdekken misschien een rit met de stoomtrein die sporadisch op de sporen wordt gezet door de vrijwilligers van de Chemin de Fer des 3 Vallées. Heb je wat tijd over in Nismes, ga dan eens flaneren door Les jardins d'O, het kasteelpark. Wie interesse heeft voor de wel erg bijzondere flora en de grote variëteit aan vlinders die hier rondvliegen moet zeker eens op een zonnige lentedag vanaf eind april gaan speuren op de Tienne de Breumont of rond de Fondry des Chiens. Er is te Nismes ook een beperkt aanbod van horeca en animatie.
Bergnachtorchis
> Even op verkenning over de paden die door het natuurgebied Tienne Sainte-Anne lopen vooraleer de tocht verder te zetten. De mannetjesorchissen staan al in bloei en even later ontdek ik ook een groepje bergnachtorchissen. Wat ik graag eens wou zien is de bokkenorchis maar die vind ik hier niet (ik zou hem later ontdekken in een ander natuurgebied rond Nismes, zie ook de extra natuurpagina). Hier en daar duiken ook al grote muggenorchissen op maar de meeste staan nog niet in bloei. Verder is er ook nog andere kalkflora te ontdekken.
Kogelbloem
> De attraktie zijn echter de vlinders. Voor het eerst kan ik een groentje fotograferen en tot mijn grote verrassing komt er een een koningspage voorbij vliegen! Waaw, echt zeldzaam. Helaas kon ik hem niet fotograferen, wel de koninginnenpage die kort daarna in zijn spoor passeerde, maar die is dan weer niet zo zeldzaam. Uitnodigend genoeg om nog wat te blijven rondhangen om meer bijzondere fladderaars te ontdekken: hooibeestje, oranjetipje, bont zandoogje, bruin dikkopje, paarse parelmoervlinder, boswitje en een icarusblauwtje of bleek blauwtje passeren de revue.
> Rond de 'abannets' zetten we koers naar het natuurgebied La Roche Trouée. Het traject van de GTFPC werd hier gewijzigd in 2018. 'La Roche Trouée' dankt zijn naam aan het rotsmassief met middenin 'een gat'. Over een natuurpad door het struweel bereiken we de hoofdverkeersweg door de Viroinvallei, de N99. Rechts over 300 meter, dan eerste links een verhard weggetje op.
Bivakzone Les Trois Fontaines
Onderweg door het Forêt de Nismes
> We volgen de stijgende asfaltweg om na 400 meter links een onverhard pad in te slaan. Aan de rechterzijde was tot 2020 Bivakzone 'La Roche Trouée' gelegen. Deze sloot, een nieuwe opende onder een andere naam bijna 1,5 kilometer verderop in het Bois de Nismes. GRP 124 blijft dit boswegje volgen. Hogerop links afslaan. Nog even scherp dalen en stijgen door een jonge beekvallei en bij een padenkruispunt hebben we Bivakzone 'Trois Fontaines' bereikt, temidden van loofwoud.
Nismes, Bergnachtorchis
Nismes
Bivakzone Boussu-en-Fagne
Chateau Boussu-en-Fagne
Wilde akelei
Rotonde bij Frasnes-les-Couvin met een stoomtrein van de vzw Chemins de Fer à Vapeur des 3 Vallées (Mariembourg)
Pétigny langs de Eau Noire
Nismes, door het Bois de Mousti
Nismes, Chateau Bivort, voormalige woning van meestersmeden. Symbool van industriële welvaart in de streek dankzij ambachtelijke ijzersmederijen van de 16de tot 18de eeuw.
> Van wit naar zwart: vandaag wisselen we het riviertje Eau Blanche in voor de Eau Noire. Een eind voorbij de bivakzone van Boussu-en-Fagne moeten we in de buurt van Couvin een paar verkeersaders kruisen. Dan trekken we de Calestienne-band binnen voor de rest van de dag met enkele van de meest bijzondere stukken topnatuur van België. Via de kalkstenen heuvel Tienne de Lion en de Neptunusgrotten zoeken we de vallei van de Eau Noire op bij Pétigny. Een aangenaam valleipad voert ons naar Nismes, zowat het toeristisch centrum tussen de valleien van Eau Blanche, Noire en Viroin. Rondom Nismes zijn meer geologische merkwaardigheden te ontdekken, waaronder de unieke Fondry des Chiens. 't Is vandaag trouwens ook de dag van 'de Tiennes': ovaalvormige kalkheuvels waarop vaak bijzondere plantengroei en insektenleven is te vinden. Hoog boven Nismes ligt onze overnachtingsplek, Bivakzone Les 3 Fontaines.
> Horeca en bevoorradingsmogelijkheden en winkels vind je in Nismes. Deze etappe laat ook voldoende tijd voor een eventueel bezoek aan de Neptunusgrotten van Pétigny (reservatie) die onmiddellijk langs de GTFPC zijn gelegen.
> Bivakkeren kun je te Boussu-en-Fagne (km 0, op 800 meter van GRP 124) of te Nismes (km 19) Les Trois Fontaines. De bivakzone van Nismes ligt 7 km van het centrum van Nismes maar langs het pad. GRP 124 'La Grande Traversée' doet immers eerst nog een ommetje langs het boeiende karstverschijnsel 'Fondry des Chiens'. Detailinfo bivak, zie bivakzone.be .
> Over de bijzondere natuur rond Nismes en de Calestienne hebben we trouwens een extra pagina. Gezien de eerder beperkte afstand van deze dagetappe, heb je nog voldoende tijd voor natuurexploratie onderweg op 'de tiennes', de Fondry des Chiens of voor een bezoek aan de grotten van Pétigny.
> In het centrum van Nismes vind je ook een toeristische dienst. Vlakbij zijn ook de kantoren van het Parc Naturel Viroin-Hermeton gevestigd, initiatior van de wandelproject 'La Grande Traversée de la Forêt du Pays de Chimay'.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 




GRP 124 La Grande Traversée (241km)