Startpagina > Wandelen > Tour du Brabant Wallon
> Startpunt Tourinnes-la-Grosse heeft geen treinstation maar is per TEC-bus verbonden met ondermeer het treinstation van Leuven. Eindpunt Archennes heeft een eigen treinhalte, gelegen op de spoorlijn Leuven - Waver - Ottignies. Er liggen meer treinhaltes langs onze etappe, zodat je de dagafstand kunt inkorten te Florival (-5 km) of Pécrot (-8 km) of verlengen door verder te wandelen tot Grez-Doiceau (+ 5 km). Weinig of geen voorzieningen zoals cafés of winkels onderweg. Te Néthen is bij het voormalige tramstation op zaterdag een coöperatieve buurtwinkel geopend. Bij de treinhalte van Florival is café Au Val Fleuri gelegen. Op 1 km van het traject ligt boven Néthen en aan de rand van het Meerdaalwoud, Bivakzone Het Spoor.
> Aan de overzijde rechtdoor en voorbij een bocht verlaten we de hoofdweg: rechtdoor de Rue Georges Pensis in. Die leid ons naar de grote vijver van Pécrot, een populaire recreatieplaats voor vissers, vogelspotters én wandelaars. In wijzerzin wandelen we rond die vijver. Aanvankelijk heeft de vijver een recreatieve functie, voornamelijk als visvijver. Verderop is de vijver eerder als natuur- moerasgebied ontwikkeld, bewoond door een gevarieerde vogelpopulatie (120 vogelsoorten geïndexeerd). De vijver van Pécrot werd gecreëerd in 1954 door de afdamming van het brongebied van de Petite Marbaise.
> Plots laat de bewegwijzering ons een kwartdraai naar links maken. Zo wandelen we weer weg van de grote vijver en komen we na een rechts-links-uitwijking op een kaarsrecht en bijzonder mooi pad, het Sentier de la Dyle. We wandelen hier nu inderdaad in de vallei van de Dijle, en tevens ook vlak bij de taalgrens.
> Al snel weer links door gemengd bos. Na zowat 500 meter in het bos rechts om tussen meer bomen langzaam de daling in te zetten naar Pécrot. Op de Rue Constant Wauters rechts en verder dalend meedraaien tot bij de spoorovergang en de treinhalte van Pécrot.
> Naarmate we sterker de vallei van de Néthen uitstijgen wordt het pad er alleen maar mooier op. Het is gedeeltelijk gekasseid, wordt hol en stijgt gestadig naar het landbouwplateau. Bij de eerste gelegenheid nemen we scherp rechts een pad over korte afstand. Van hier hebben we nog even een mooi zicht over de kern van het dorpje Néthen, het landschap is wat 'Ardennen-achtig'.
> Uiteindelijk arriveren we ter hoogte van het waterzuiveringsstation van Forival met een uitwijking op de Rue de Florival / Florivalstraat bij de Dijle. Tot voor het nieuwe millennium was de plaats waar het zuiveringsstation werd gebouwd een stortplaats van de plaatselijke transformatorenfabriek Tudor. De zware metalen die hier over tientallen jaren werden gedumpt, vormden een gevaar voor de volksgezondheid. De verwijdering van de vervuilde grond en de bouw van een waterzuiveringsinstallatie voor de afvoerwaters van Grez-Doiceau vormde een positieve dubbelslag voor het milieu in deze omgeving, temeer daar er binnen 1 km watercaptatiestations zijn en vijvers, evenals beschermd natuurgebied in de Dijlevallei.
> De grens met Vlaanderen (Ottenburg) ligt maar een paar meters verwijderd. We blijven aan Waalse kant van de grens, tesamen nu met de witrode streepjes van GR 579. Naar links dus.

> De Rue de Florival symboliseert vergane glorie. Aan onze rechterzijde een groot industrieterrein, gedeeltelijk in Vlaanderen gelegen en voor een deel ook op voormalige abdijterreinen. Hier was bijna de gehele 20ste eeuw lang de Tudor-batterijenfabriek van Florival gevestigd. Ze had honderden werknemers in dienst, werd in 1995 overgenomen door Exide Europe en stopte uiteindelijk als fabriek de produktie van batterijen in 2016. Voor we op een T-kruising de treinhalte van Florival bereiken, zien we aan onze rechterzijde nog een ander reliek van vergane glorie: gebouwen die gedeeltelijk tot het voormalige cisterciënzerinnenabdij van Florival behoorden maar als dusdanig amper herkenbaar zijn.
> Kort voorbij de voormalige abdijsite van Florival bereiken we de treinhalte van Florival. Tot 2020 kon je hier nog de sporen oversteken via een overweg voor wandelaars. In het kader van de afschaffing van kleine overwegen werd inmiddels een voet- en fietsgangerstunnel onder de sporen aangelegd. We stijgen aan de andere kant van de spoorlijn te Florival weer de Dijlevallei uit. De bosdoortocht verloopt ook over een mooie holle weg, kleurrijk in de herfst omwille van de vele Amerikaanse eiken en tamme kastanjes langs het pad.
> Eens op hoogte nemen we - nog steeds in bos - kwartdraai rechts en enkele honderden meters verder links. We betreden het agrarisch plateau en bij de rand van een klein bos verderop veranderen we radicaal van richting door scherp rechts te gaan. We wandelen dus niet rechtdoor naar een solitaire linde. Scherp rechts dus en op een volgende kruising van paden houden we links aan, nog steeds tesamen met de streepjes van GR 579. Weer uit het bos is het alsmaar rechtdoor met als richtpunt in de verte de kerk van Bossuit.

> Hier in open veld is de padmarkering niet zo eenvoudig door het gebrek aan steunpunten. We wandelen over de veldweg naar Bossuit slechts tot halverwege. Onderweg splitst het gemeenschappelijk traject met GR 579. De geelrode streepjes van GRP 127 leiden ons rechts over een grassige veldweg. Die daalt 'in golven' naar een beukenbos. We verliezen nog meer hoogte richting Archennes, dat we - eens uit bos - linksvoor zien liggen.
> Beneden in de vallei van de Dijle, vervolgt de Tour du Brabant Wallon naar links langs de hoofdstraat door Archennes. Dat doen we echter niet. Hier eindigt immers onze etappe. De tocht door Archennes is voor een andere keer, we gaan dus op hoofdstraat rechts over een paar honderden meters, om tot bij de treinhalte van Archennes te raken. Mooie wandeldag, mooie paden.
> In keramieksteen tegen de kapelwand wordt het verhaal verteld van de kleine Marie-Thérèse Gosin. Haar ouders, die op de vlakbij gelegen boerderij van Agbiermont woonden, beloofden een kapel op te richten als ze toch maar een gezond kind ter wereld konden brengen. De vrouw beviel van Marie-Thérèse in 1831 maar ze overleefde de bevalling slechts kort. Ook de vader zou niet veel later sterven.
> De piepjonge Marie-Thérèse zou als weeskind toch nog de belofte van haar moeder in vervulling brengen door hier een kapel te bouwen in 1837. Het verhaal wordt nog eens in de kapel verteld door Max van der Linden en dat uiteraard in keramiek.

> Op de buitenmuur van de kapel tref je eveneens keramiek aan, een ode aan de 1ste Wing Jagers van de luchtmachtbasis van Bevekom. Ze zijn mee betrokken in het onderhoud van de veldkapel.
Kapel Gosin
> De kapel van Gosin of Notre Dame de Bon Secours is een pareltje. Niet enkel is ze mooi gelegen tussen bosrand en open veld, binnenin is ze aangekleed met keramiekwerk van Max van der Linden. Als je maar één kapel wil bekijken van de misschien wel 200 die de Tour du Brabant Wallon passeert, laat het dan deze zijn.
> Het kleurrijke keramiekwerk is dus van Max van der Linden (1922 - 1999). Hij versierde tientallen kerken in België met zijn meestal religieuze bas-reliëfs in keramiek. Hier in Nodebais woonde van der Linden, zijn atelier bevond zich in een deel van de Ferme d'Agbiermont.
> Al meer dan 40 jaar vindt in Tourinnes-la-Grosse in november een druk bijgewoond kunstevenement met exposities van allerlei artiesten plaats. Het was van der Linden die dat jaarlijkse gebeuren opstartte. Op latere leeftijd kreeg hij de titel van baron als gevolg van zijn sterke vriendschapsband met Koning Boudewijn. Behalve in de kapel hier kan je van hem ondermeer ook nog werk zien in de kerk van Tourinnes-la-Grosse en in de Ferme d'Agbiermont waar zijn atelier en woonplaats was.
Treinramp Pécrot
> In 2001 was het kleine Pécrot dagenlang in het nationaal nieuws door een frontale botsing tussen twee treinen, waarbij 8 doden vielen. De treinbestuurder vanuit Waver had een rood sein genegeerd en kwam zo op het verkeerde spoor terecht. De ramp was ook het gevolg van slechte communicatie, enerzijds kon de treinbestuurder niet via GSM worden verwittigd (hij had er geen bij), anderzijds kon de Waalse seingever zijn collega aan Vlaamse zijde niet in het Nederlands inlichten over het urgente probleem van een snel naderende botsing. Bij de 8 doden ook beide treinbestuurders. Sinds deze ramp, veroorzaakt door menselijke fouten, kreeg elke treinbestuur een dienst-GSM mee.
De abdij van Florival
> Vanop de straat gezien is het niet meteen een architecturaal pareltje. De talloze verbouwingen sinds de zusters er zo'n 230 jaren geleden werden uitgezet, waren niet meteen een aanwinst. De Franse Revolutie betekende het einde voor dit klooster dat hier in de 'Val Fleuri', Florival ('bloemenvallei') zeker al sinds de 13de eeuw was gevestigd, misschien zelfs vroeger. De eerste kloosterlingen waren vermoedelijk benedictinessen, nadien kwamen de cisterciënzerinnen. Nadat de zusters eind 18de eeuw werden verjaagd, werd het abdijdomein aangeslagen en als nationaal bezit verkocht. Het domein functioneerde de volgende twee eeuwen ondermeer als fabrieksterrein en kasteeldomein. Van de oorspronkelijke 18de eeuwse gebouwen is vrijwel niks overgebleven. Begin 21ste eeuw herbergde Florival ook een opleidingscentrum van de Civiele Bescherming. De staat stelde het domein in 2016 voor 3,6 miljoen € te koop. Een veel te hoge prijs zo bleek. Enkele goedkopere deals sprongen uiteindelijk ook af maar het ziet er naar uit dat de 21ste eeuwse herbestemming van Florival uiteindelijk zal evolueren naar een soort van co-housing project.
Oorlogsdrama
> Niks doet vermoeden dat hier in 1944 op deze stille plek een vreselijk drama plaats vond. Een bescheiden monument vestigt je aandacht hierop. Op 20 juli 1944 vlogen geallieerde vliegtuigen massaal richting Duitsland om er te bombarderen. Verzet in de vorm van Duits afweergeschut kwam er vanaf de door Duitsers bezette vliegvelden van Beauvechain en Melsbroek. Alarmsirenes joegen ook de werknemers in de Tudor-fabriek van Florival op de vlucht naar een tijdelijk veiliger onderkomen. Een groepje van 10 arbeidsters, voornamelijk afkomstig uit Néthen, dacht hier in deze beboste oude holle weg, even een goede schuilplek te hebben... tot toevallig een verdwaalde obus net op die plek insloeg. Zeven van hen overleefden het niet.
> Op het einde van deze vrij rechte veldweg gaan we op de T-kruising links om even later de verkeersweg Chaussée de Namur (N91) over te steken. Wat verder komt scherp rechts een van lager oplopende veldweg uit Hamme-Mille de Tour du Brabant Wallon vervoegen. Dat hol pad nemen we niet, we slaan wel rechts af op de daaropvolgende kruising, een grassig en licht hol pad. Het loopt naar een samensprong van veldwegen waar we naar rechts blijven meedraaien langs de rand van een bosje.
> Deze vrij rechte veldweg loopt langs de rand van het kasteeldomein La Fresnaye. Daarvan krijgen we echter niet veel te zien. Voorzichtig de snelle verkeersweg Chaussée de Wavre (N25) kruisen. Aan de overzijde vervolgen we over de bochtende Rue du Grand Royal, die langs een gelijknamige hoeve loopt. Tegenwoordig wordt de Ferme du Grand Royal uitgebaat door de vzw Ferme & Compagnie, die er oa educatieve boerderijbezoeken en feesten organiseert. Oorspronkelijk was de boerderij een cijns van de abdij van Valduc.
> De omgeving is me inmiddels vertrouwd na 4 of 5 keren hier te passeren tijdens plaatselijke wandelingen en ook het traject van de oude Tour du Brabant Wallon liep langs hier. Bij de kapel draaien we naar rechts de gekasseide Chemin de la Petite Chapelle op, langs de rand van het beboste kasteeldomein van Agbiermont. Dat werd ooit nog bewoond door kunstenaar Max van der Linden, althans de kasteelhoeve, want het kasteel zelf overleefde de laatste oorlog niet. In dit domein staan ook een aantal prachtige oude bomen. 'Agbiermont' zou een verbastering zijn van 'Dagobert Mont' wat duidt op een erg oude oorsprong, Merovingisch?

> Eens weer in een zone van bewoning krijgen we asfaltbedekking onder de voeten en nemen we de eerste straat links (Rue Hannieres Decock). Als half verharde veldweg stijgt de straat in een brede bocht rustig naar het landbouwplateau. We vervoegen een straat van Nodebais en nemen meteen de eerste rechts (Rue Draye). Deze straat volgen we tot bij de indrukwekkende witgekalkte schuur van de vierkantshoeve 'Ferme des Vignes' of 'Ferme du Liégeois'.
> We starten deze best aangename etappe bij de Sint-Martinuskerk van Tourinnes-la-Grosse. Rechts van de kerk afdalen over een reeks trappen tot op de Rue de Beauvechain. Deze verkeersweg (voorzichtig) schuin oversteken om de Rue Deprez in te slaan. We kruisen de Nethen, een zijriviertje van de Dijle dat ontspringt bij het centrum van Bevekom en na 15 km de Dijle vervoegt ter hoogte van Sint-Joris-Weert. We negeren onderweg verschillende straataftakkingen, ook als de straatnaam inmiddels is gewijzigd in Rue Valise. Rechtuit verder over een nu stijgende holle weg. Kruising met een andere holle weg en even later zijn we op het agrarisch plateau op een hoogte van bijna 100 meter.
> Langs een plantage van fruitbomen, we vervoegen een eind verder naar rechts een bredere veldweg. Langs meer fruitbomen komen we bij wat misschien wel het mooiste veldkapelletje van Waals-Brabant is: de Chapelle Gosin, officieel bekend als La chapelle Notre-Dame du Bon-Secours de Nodebais. Bijzonder is dat ze uitbundig opgesmukt is met bas-reliëfs van Max van der Linden.
> Volg het hoofdpad, het gaat even later weer sterk dalen om opnieuw de vallei van de Néthen en de hoofdstraat door het dorp op te zoeken. We volgen ze dit keer naar rechts over enkele honderden meters. Voorbij een bocht van 90° komen we bij de kerk van Néthen om dan tegenover de Sint-Jan-de-Doperkerk een macadamweg te nemen. Voor even, want we nemen linksvoor al snel een grassig pad.
> Zo dalen we opnieuw naar het riviertje Néthen, dat we al passeerden in Tourinnes-la-Grosse. Met een korte uitwijking kruisen we de hoofdstraat door het dorp. Er volgt een verrassende stijging, gedeeltelijk door bos. Hogerop wandelen we rechtdoor in een wijkstraat tot op de Rue de la Trace. Op een kleine kilometer naar rechts ligt Bivakzone Het Spoor bij de rand van het Meerdaalwoud en krak op de grens tussen Wallonië en Vlaanderen. We gaan echter even naar links om nog voor de weg sterk gaat dalen, rechts een bospad te nemen. De padmarkering was hier niet zo goed.
> We houden bij de boerderij een noordwestelijke koers aan over een veldweg met dikke keien. Op het einde botsen we op een T-kruising waar we links gaan. Even opletten verderop. We kruisen een holle veldweg en vervolgen schuin rechtdoor over enkele tientallen meters om dan rechts af te slaan op een veldweg door open akkerland, die aanvankelijk parallel loopt met de lager gelegen veldweg aan onze rechterzijde. Een heel eind verder eindigt deze veldweg bij een eerste straat van Néthen (Rue de la Cortaie). Links hier en eerste straat rechts. Er volgen nu enkele snelle wegwissels over dorpsstraten en doorsteekpaden van het dorpje Néthen.
> De 18de eeuwse hoeve Ferme des Vignes, tot de Franse Revolutie nog een cijns van de Naamse abdij van Waulsort, is al decennia lang niet meer in gebruik als boerderij. Nog zo'n monumentale hoeve, jammer dat je ze niet kunt bekijken vanop het binnenplein, dat is privé. Het totale domein beslaat meer dan 2 hectaren. Merk ook de ronde openingen in de langgevelschuur: dat zijn zogenaamde uilengaten, bedoeld voor verluchting van de hooizolders maar ook om uilen toegang te geven om er muizen te vangen!
> We kruisen de verkeersweg Nodebais - N91 en langs de muuromwalling vervolgen we over de Chemin de la Justice, die ter hoogte van een rustbank al snel een wandelpad wordt. Onderweg zien we rechts de kerk en het centrum van Nodebais, voor ons komt soms even de kerktoren van Hamme-Mille piepen boven de horizon.
Deze etappe begint met een trappenpad
> We krijgen ook op deze etappe van de Tour du Brabant Wallon een behoorlijke staalkaart voorgeschoteld van typisch Waals-Brabants landschap: golvende akkers van vruchtbare zandleemgrond, beboste hellingen, indrukwekkende vierkantshoeven en ander historisch patrimonium. Het Gosin-kapelletje van Nodebais is misschien wel het mooiste van de talloze gebedshuisjes langs GRP 127 en ook in en boven de valleien van Néthen en Dijle is het bijzonder aangenaam wandelen. Een overgangsetappe tussen Haspengouw en de zogenaamde 'Brabantse Ardennen'.
Langs het domein van Agbiermont
Ferme des Vignes
Ferme du Petit Royal
Sint-Jan-de-Doperkerk van Néthen
Néthen
Voormalige site van de Florival-abdij
Kentekens 1ste Wing Beauvechain
Tudor batterijenfabriek te Florival (1908 - 1995)
Nodebais, Gosin-kapel
Door de Dijlevallei bij Pécrot / Ottenburg
Ingesneden bospad bij Florival
Onderweg naar Archennes
Hol pad bij Florival
Droevige oorlogsherinnering aan zeven Tudor-arbeidsters