Startpagina > Wandelen > Tour du Brabant Wallon
> Begin- en eindpunt van deze etappe zijn bereikbaar per trein. De treinhalte van Hennuyeres ligt langs het TBW-traject, langs de spoorlijn naar Tubize, Halle en Brussel. Het treinstation van Nijvel ligt op 1 km van GRP 127 en de collegiale van Nijvel. Neem aan de achterzijde van de Sint-Gertrudiskerk de winkelstraat en blijf deze volgen in dezelfde richting. Het treinstation van Nijvel ligt op de lijn naar Sint-Genesius-Rode - Waterloo - Brussel. Er rijden ook stadsbussen naar het station.
> In de stationsbuurt van Hennuyères zijn geen winkels maar in het centrum van Virginal kom je langs een slager en een goed voorziene dorpswinkel. Te Fauquez is nog een volkscafé en in Nijvel heb je in het centrum uiteraard alle horeca en winkels.
> De collegiale kerk van Nijvel is meestal open voor bezoek en dat is best de moeite. Een extra wandeling vanuit Fauquez naar het hellend vlak voor schepen van Ronquières is misschien geen optie (reken op 8 km H/T vanuit Fauquez + bezoek = zowat 4 uren extra). Een korte exploratie van Fauquez daarentegen vond ik echter wel zeer de moeite waard (2 km H/T of 1,5 uur). Zie over Fauquez verder in dit verslag.
> Rond halfnegen ben ik op pad. Het is een bijzonder mistige winterdag vandaag en dat zal zo de hele dag blijven. Weg verre uitzichten dus, voor dit wandelverslag vul ik dan ook foto's aan van mijn verkenningen over de oude TBW meer dan 10 jaren eerder en van de niet meer bestaande 'Chemin de Saint Feuillien'.

> Via een perron-underpass bereik ik de andere zijde van het oude treinstation van het Henegouwse Hennuyères. GRP 127 loopt daar door de Rue de la Gare naar de N280. Even langs deze drukke verkeersweg om meteen na de kruising met de beek 'Ruisseau de Farvage' links af te slaan over een pad dat aanvankelijk langs de beek loopt en een waterzuiveringsstation passeert. Al snel wandelen we nu tussen hoge muren. We belanden op de Rue du Warichaix en gaan er rechts. Ook verderop houden we rechts aan, stijgen over de Rue St-Antoine. Een eerste toegang tot het Grand Bois Commun laten we rechts liggen. We blijven op het rustige asfaltweggetje en komen langs enkele afgelegen huizen om een heel eind verder toch rechts het Grand Bois Commun te betreden.

> Tot 2021 liep het traject van GR 127 verder rond het Grand Bois, maar sindsdien kunnen we door het bos dankzij een wel erg bijzonder verloop van de situatie hier.
> Het aardige traject door het Grand Bois Commun eindigt op een pad dat langs een paardenweide loopt en eindigt op een verkeerskruispunt in het gehucht Rouge Bouton, waar we de gelijknamige straat volgen die langs een pizzeria loopt. We zijn uit Henegouwen en weer in Waals-Brabant. Voorbij een bushalte gaan we rechts de Vweye Chemin Vert nemen. Voor een privé-toegangshek links om rond een woning en een terrein met zonnepanelen te wandelen langs een voormalige trambedding. De markeringsstenen 'CV' verwijzen naar de afbakening van de 'Chemin Vicinal' of trambedding.
> Op de verkeersweg links, eerste rechts en zo belanden we in het centrum van Virginal-Samme. We gaan er ter hoogte van een autoparking rechts. GR 12 vervoegt tijdelijk ons traject op dit punt. In het compacte centrum van Virginal komen we langs, het gemeentehuis, een slager en de kerk. Rechts langs de dorpskruidenierswinkel en snel weer eerste links. Wat lager nogmaals links in de Rue du Paradis en even later scherp rechts in de gekasseide Rue du Petit-Paradis. In dit straatje nemen we links de onopvallende Ruelle Albert Minne.
> In 1984 werd deze geslaagde heropbouw voltooid. Tijdens de werken aan de kerk lieten archeologen de kans niet liggen om onderzoek te doen naar de oudste fundamenten van de collegiale. Zo werden sporen teruggevonden van meerdere vroegere kerkgebouwen, de oudste zijn Merovingisch, wellicht uit de 7de eeuw. Daarop werden verschillende malen andere (Karolingische) kerken gebouwd tot in de 11de eeuw het romaanse bouwwerk tot stand kwam waarvan het huidige gebouw een afspiegeling is. Het onderging over de eeuwen heen een aantal niet altijd even geslaagde aanpassingen tot het in 1940 grotendeels werd vernield.
> De oudste fundamenten bevestigen dat hier in het tijdperk van Pepijn de Korte al een eerste abdij moet zijn opgericht, onder de leiding van Sint-Gertrudis.
Le Grand Bois commun
> Tot 2020 was dit een privé-bos dat zich vrij spontaan heeft ontwikkeld nadat de industriële extractie van klei na bijna een eeuw exploitatie ophield tijdens de jaren 1970 door het faillissement van de Tuileries d'Hennuyères. Eerder toevallig ontdekte David Nerinckx uit Virginal dat de privé-eigenaar het bos te koop stelde in 2018. Tesamen met enkele vrienden besliste David om een breed draagvlak te creëren door via een coöperatieve organisatie een aankoopbod te doen. Honderden geïnteresseerden melden zich aan om als mede-eigenaar minstens 300 € in te brengen. De verkoop was best spannend, want er boden zich ook andere privé-kopers aan. Uiteindelijk kon de coöperatieve het Grand Bois verwerven voor zo'n 700.000 €, dankzij de aanmelding van meer dan 2000 coöperanten! Zeker een uniek gebeuren.

> De coöperatie wil dit stuk natuur niet alleen volledig publiek openstellen maar ook voor een groot deel van het zowat 80 hectaren grote bos zorgen voor een sterker beschermingsstatuut als natuurgebied. Daarnaast wil men voor een kleiner deel van het bos ook mogelijkheden voor zachte recreatie en alternatieve vormen van natuurontdekking ontwikkelen. Een prachtig initiatief.
Hellend vlak van Ronquières
> Het beroemde Hellend Vlak van Ronquières werd in de jaren '60 van vorige eeuw gebouwd om een pak sluizen op het kanaal Brussel-Charleroi te vervangen. Aldus kaderde dit prestigieuze project in de modernisering van het kanaal, waarbij schepen een stuk sneller zouden kunnen avanceren. Het eerste kanaal van Brussel naar Charleroi, dat werd gegraven tussen 1827 en 1832, liet slechts schepen toe met een tonnenmaat tot 70 ton. Maar liefst 54 sluizen zorgden voor een waar hindernissenparcours voor de schepen. Nog voor het begin van de 20ste eeuw werd begonnen met de verbreding van het kanaal voor schepen tot 300 ton. Het duurde tientallen jaren vooraleer dat klaar was en toen het zover was in 1917 bleek het kanaal Brussel - Charleroi alweer verouderd.
> Vooraan in de collegiale zie je de gereconstrueerde relikwiekast (1988) van Sinte-Gertrudis, de originele was immers grotendeels weg gesmolten bij de oorlogsbrand van 1940. Al eeuwenlang worden de beenderrelikwieën van Gertrudis rond gedragen tijdens een jaarlijkse processie van 14 km door Nijvel en omstreken. Je kan de 500 jaar oude processiekar trouwens zien in de kerk. Gertrudis was de dochter van Pepijn van Landen. Na zijn dood wou zijn vrouw Ida een klooster laten oprichten in Nijvel, waarvan Gertrudis dus de eerste abdis werd. Ze moet vrij populair zijn geweest in Nijvel. Gertrudis wordt nogal eens afgebeeld met ratten en muizen, wellicht symboliseert dit haar bescherming tegen pest, een ziekte die ondermeer werd verspreid door knaagdieren.
Nijvel, de oudste stad van Waals-Brabant
> 'Djan Djan': de onvermoeibare Jan van Nijvel is de vergulde klokkenluider die je aan de top van het meest zuidelijke torentje van de Collegiale ziet. Al 5 eeuwen lang slaat hij om het half uur met zijn hamer op een klok.
> De collegiale kerk van Nijvel wordt beschouwd als één van de mooiste en zuiverste romaanse constructies van België. Toch is wat je ziet vandaag niet het originele bouwwerk. Bij de aanvang van WO II vielen over Nijvel op 14 mei 1940 brandbommen die de kerk zwaar beschadigden. Het dak en de toren werden daarbij verwoest en zelfs het waardevolle reliekschrijn smolt onder de hitte. Na de oorlog werd het dak hersteld maar over de heropbouw van de toren ontspon zich een oneindig durende discussie. Moest men de 18de eeuwse toren weer herstellen of zich baseren op de oorspronkelijke middeleeuwse (romaanse) toren? Uiteindelijk besliste de burgemeester in 1974 om er een volksraadpleging over te houden. 60 % koos voor de oude romaanse westbouw uit de 11de eeuw.
RAVeL 141
> We volgen hier het oude spoortraject 141 Manage - Nijvel - Court-St-Etienne, omgevormd sinds de jaren '00 tot RAVeL (wandel- en fietsroute). Deze spoorlijn bestond al sinds 1854. Precies 100 jaar later werden de eerste stukken spoor verlaten. Lange tijd was lijn 141 nog gedeeltelijk in gebruik tussen Genappe en Court-Saint-Etienne voor de afvoer van suikerbieten. In 2004 sloot de suikerfabriek, de NMBS sloot de lijn in 2005 en in 2006 werd ze ontmanteld. Dit deel bij Nijvel was al enkele decennia langer buiten gebruik.
> Nijvel is sinds de vroege middeleeuwen een belangrijk passagepunt voor pelgrims. Ook vanuit Duitsland en Nederland kwamen pelgrims, sommigen onderweg naar het verre Santiago de Compostela. Eerder kwamen ze wellicht al langs de basiliek van Halle en langs Brussel. Die route is vandaag weer hersteld als de pelgrimsroute Via Brabantica naar Compostela.
> In de buurt van de collegiale van Nijvel zal je dus padmarkering vinden van zowel Via Brabantica, de (inmiddels opgeheven) Chemin de Saint-Feuillien en Via Gallia Belgica. In Nijvel zelf is ook nog het Sint-Jacobskwartier (Quartier Saint-Jacques) dat aan de pelgrimage herinnert.
> De naam van de wijk houdt verband met een middeleeuws opvanghuis en een Jacobskapel voor pelgrims onderweg naar Santiago de Compostela. Een café hier heette hier trouwens nog tot 2022 'Le Saint-Jacques'. Verder waren in dit stadsdeel ook een aantal brouwerijen gevestigd. Het is de meest schilderachtige wijk van Nijvel, met enkele smalle kronkelende straatjes. Deze kleine wijk met zijn kasseistraten ontsnapte aan de bombardementen van 1940 en hierdoor bleef het oude karakter nog wat bewaard. Ze ligt onmiddellijk ten zuidwesten van de collegiale, GRP 127 loopt er door bij aankomst én vertrek uit Nijvel.
> Pas in 1957 werd - onder druk van de staal- en steenkoolboeren uit Charleroi - besloten tot een radicale modernisering. Bedoeling was het kanaal aan te passen voor schepen van de gangbare Europese maat van 1350 ton. Door de bouw van zo'n dubbele 'waterbak op rails' kon in één keer 68 meter hoogteverschil worden overbrugd. Het railtraject op het kanaal is 1400 lang en heeft dus een stijgingsgraad van bijna 5 %. De reis naar boven of beneden van een schip duurt zo'n 22 minuten.
> In 1968 was het project klaar. Prijskaartje: Meer dan 3 miljard frank. Echt gerendeerd op volle capaciteit heeft het nooit, wellicht gedeeltelijk te verklaren door de uitdovende mijnindustrie in het Henegouwse steenkoolbekken. In de jaren '70 waren de scheepslift en de 125 meter hoge uitzichttoren wel een populaire toeristische attraktie.
> De scheepslift van Ronquières wordt wel eens als een van de grote nutteloze werken van België gecatalogeerd, gebouwd ter wille van de Belgische wafelijzerpolitiek waarbij Wallonië en Vlaanderen evenredig moesten worden bediend met projecten. GRP 127 zal er niet in de buurt komen, daarvoor had je eerder de kanaaloever moeten volgen of GR12 vanuit Virginal-Samme. Ronquières ligt trouwens in de provincie Henegouwen en niet in Waals-Brabant.
> Het schip van de kerk is ongeveer 100 meter lang. Ook de kloostergang is de moeite waard om te bezoeken, het is zowat het enige overgebleven deel van de oude abdij. De wijze waarop de 19de eeuwse restauratie van 3 zijden van de kloostergang werd uitgevoerd wordt door kenners als een misbaksel beschouwd. Op het plein voor de collegiale zie je ook een oude perronfontein uit 1523.
Bien travailler, bien s'amuser
> In de jaren '20 van vorige eeuw kende het glasbedrijf 'Verreries de Fauquez' een gigantisch succes. Zaakvoerder Arthur Brancart (1870 - 1934) vond begin 20ste eeuw een procedé uit voor decoratief ondoorzichtig glas, meestal vlak gekleurd maar soms ook als marmerimitatie. Vandaar ook de naam Marbriet. Zijn idee kwam op een ideaal moment: marbriet paste perfect in de art deco-stijl die in de jaren 1920 bijzonder populair werd.

> 'Les Verreries de Fauquez' groeide als kool tijdens het interbellum. Met een stijging in tewerkstelling van 800 naar enkele duizenden werknemers, tekende het bedrijf een explosieve groei op.
> Toen al werden Marokkaanse en Zuid-Europese gastarbeiders aangetrokken om aan de grote vraag naar marbriet en ander speciaal decoratief glas te voldoen. Er verrees hier inderhaast een leefgemeenschap op zich met een arbeiderscité en diverse voorzieningen.

> Als je bij de brug van Fauquez GRP 127 even verlaat en links Fauquez inwandelt, kom je meteen het voormalige rijk van Arthur Brancart binnen. Sporen zijn nog onmiskenbaar aanwezig. Je wordt er verwelkomd door Arthur Brancart zelf in de vorm van zijn standbeeld. Zoals dat ook gebeurde in de mijnbouwcités zag Arthur Brancart het ook als zijn taak om ook qua opvoeding, culturele ontwikkeling en ontspanning de arbeiders onder zijn hoede te nemen.
> Onder zijn standbeeld staat dan ook dat Brancart niet alleen oprichter was van Les verreries de Fauquez maar ook stichter en beschermer van de Sociale Werken te Fauquez. Zo liet Brancart ook een feestzaal / cinemazaal bouwen, evenals scholen, winkels, een treinstation, enz. De fabriek had ook een mutualiteit. Paternalistisch en verlichtend tegelijkertijd, het was echter niet zo ongewoon toen dat bedrijven werknemers sterk aan zich bonden en zich daarom ook moeiden met het sociale leven en vrijetijdsbesteding van hun werknemers.

> Links in de Rue Arthur Brancart het opvallend devies van de Verreries de Fauquez. Op de gevel staat 'Bien travailler, bien s'amuser'. Het was de toegang tot een cinemazaal voor de werknemers maar vandaag bevindt zich achter de vervallen gevel niks meer. Een wonder dat dit nog recht staat. Nog in deze omgeving: een oorlogsmonument voor de gesneuvelde werknemers van de glasfabriek.
> We wandelen verder de stijgende hoofdstraat die uiteraard de naam draagt van Arthur Brancart. Let op de frontons boven de raamlijsten van de citéhuizen: elk huis heeft andere frontons.

> Na 200 meter kom je bij de zogenaamde 'glaskapel', eigenlijk de fabriekskapel, gewijd aan Sint-Lutgardis van Tongeren. Er is marbriet in verwerkt uit de fabriek van Brancart. Gebouwd in 1929 en dus revolutionair voor die tijd, al zullen sommigen het misschien kitsch noemen. De kapel diende zowel als gebedshuis als expositieruimte voor wat met marbriet allemaal mogelijk was.
> Na 1977 waren er in de Sint-Lutgardiskapel geen erediensten meer en raakt de kapel snel in verval. Rond 1990 treft Michaël Bonnet de kapel aan in een verregaande staat van verval. Hij restaureerde geduldig het gebouw en heropende de kapel voor bezoekers en als pannenkoekenhuis of voor intieme muziekconcerten. Vandaag wordt de kapel vooral verhuurd voor feesten en voor mini-concerten. Chapelle de Verre.
> Na de dood van Brancart in 1934 begon het langzaam bergaf te gaan met de Verreries de Fauquez. Verouderde produktiemethoden, nieuwe modesmaken en concurrentie van andere materialen leiden in 1964 naar de stopzetting van de marbrietproduktie waarmee het bedrijf groot was geworden. Enige tijd werden nog diverse glassoorten gemaakt, vooral in onderaanneming. In 1974 werd de laatste oven stil gelegd. Daarna produceerde het bedrijf Verlipack hier op de terreinen nog plastic flessen tot ook dat in 1981 stopte. In 1985 werd de glasfabriek afgebroken. Tegenwoordig zijn op een deel van de oude fabrieksterreinen enkele kleinere bedrijven aktief die echter niks meer hebben te maken met glasproductie. Arthur Brancart kreeg een monumentaal graf op de begraafplaats van Virginal.
La Table des sorcières / Bois des Rocs

> Je waant je hier in het Bois des Rocs of Bois de Fauquez van het ene op het andere moment ergens in een wild Ardennenvalleitje, inclusief kabbelend beekje en rotspartijen. Deze rotsen zijn overigens bijzonder merkwaardig: ze zijn van vulkanische oorsprong, zo'n 450 miljoen jaren oud. Zoals we al noteerden langs GRP 127 te Quenast met zijn porfiergroeve, was vulkanische aktiviteit in een lang verleden niet onbekend in Waals-Brabant. Het loont dan ook de moeite om nog iets verder in de vallei te wandelen om enkele grillige vulkaanrotsformaties te bewonderen.
> De Table des Sorcières (of Heksentafel) is een opvallende bijna perfect ronde steen met een diameter van 180 cm en een dikte van 40 cm. En zoals de naam het zegt vormt de steen dan ook een mooie ronde tafel voor een picknick...of voor een of ander duister ritueel...
> Fauquez is niet ontstaan met de komst van de glasfabriek van Arthur Brancart. Er was al vele eeuwen vroeger een grote, versterkte burcht en dus ook een leefgemeenschap. Dorpsvrouwen kwamen hier om kledij te wassen. Soms hadden ze het echter zo druk met ander werk dat hun de kracht ontbrak om ook nog eens de was erbij te nemen. Ze lieten dan hun kledij achter op deze stenen tafel. In het Bois des Rocs huisden echter ook heksen, die zich overdag schuil hielden in de gaten en spleten van de rotspartijen. 's Nachts kwamen ze te voorschijn en transformeerden ze in vriendelijke feeën om in het geniep de was te doen voor de dorpelingen. De volgende morgen vonden de dorpsvrouwen hun kledij witter dan wit en Dash en glad gestreken terug op de heksentafel.
> Als je dat niet gelooft is er nog een ander verhaaltje. Uit onderzoek blijkt dat het gesteente waaruit de Heksentafel is gevormd helemaal niet typisch is voor de streek. Je moet er al een paar honderden kilometers Duitsland voor intrekken om gelijkaardig gesteente te vinden. Mogelijk is deze ronde steen dan ook over lange afstand verplaatst in het kader van een megalithische opstelling op basis van de stand van hemellichamen. Willy en Marcel Brou schrijven in hun boek " Nos pierres et leur légendes" dat de Heksentafel mogelijk bovenop een van de uitstekende rotsen uit de onmiddellijke omgeving was geplaatst en zo een soort van 'draaiende steen' vormde. Op een dag is hij dan van zijn steunpunt gevallen en in de vallei gerold.

> Een andere vaststelling is dat de verdwenen megaliet La Pierre qui Tourne van Braine l'Alleud (gelegen bij het punt waar we op etappe 2 van de TBW het Bois de Foriest inwandelden) precies in lijn in noordoostelijke richting staat. Gezien boven de vallei van de Heksentafel zou je dus met de zonnewende van 21 juni de zon zien opgaan ter hoogte van de Pierre qui Tourne! Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat hier wel eens 'moderne druïden' passeren om spirituele ceremonies op te voeren. Deze theorie werd in de 20ste eeuw ook ondersteund door de Parijse professor Marcel Homet. Het feit dat de tafelsteen zich op een soort stenen sokkel bevindt, de opvallende vorm, de nabijheid van het water en de vorming van wellicht man-made grotuitkappingen in de vlakbij gelegen rotsen, duiden volgens Homet op vroegere aktiviteit van druïde-achtige geplogenheden.
> Of is er toch een andere, meer nuchtere uitleg? Was de Heksentafel een hier uit de rotsen gehouwen molensteen, die om een of andere reden toch niet geschikt bevonden?
> Wat verder komen we net voorbij de Ruisseau de la Brique ter hoogte van een tunnel, een vooroorlogs restant van de nooit voltooide tramlijn tussen Nijvel en Zinnik. De bedding werd wel gemaakt maar de sporen die gelegd werden in 1913 werden alweer afgebroken tijdens WO I door de Duitsers. Na de oorlog werd aan de lijn niet meer verder gewerkt. Een van de fameuze grote nutteloze werken in België. Het meest zichtbare gigantische maar nooit gebruikte bouwwerk voor deze spookspoorlijn kun je vandaag nog zien te Ecausinnes-Lalaing in de vorm van een 12 bogen tellend groots viaduct.
> Het is de bedoeling dat GRP 127 hier door deze kleine tunnel gaat en een traject volgt dat de rivier Thines kruist. Alleen wordt er al jaren gewacht op een nieuwe Pont de Lapin over de Thines nadat de vorige werd afgebroken. Daarom volgt de huidige Tour du Brabant Wallon een ander traject langs Monstreux.
> We vervolgen dus gewoon rechtdoor en krijgen een zicht over een bucolisch landschap met daarin de kerk van Monstreux. Minder zintuiglijk genot komt via onze oren binnen: het autogeraas van de snelweg E19 wordt – afhankelijk van de wind – té duidelijk hoorbaar. We draaien Monstreux binnen en gaan er bij de eerste gelegenheid een straat rechts nemen. Over de Thines en bij de Sint-Michielskerk links (Rue des Ruisseau des Corbeaux). Eerste rechts en na 50 meter, ter hoogte van twee opritten, nemen we een paadje langs de Ruisseau des Corbeaux.

> We volgen het smalle pad langs de beek een tijd en na de passage over een bruggetje stijgen we weer uit de beekvallei. Boven gaan we links en hier komen de witrode streepjes van GR 121 er bij. Beide routes lopen naar de E19 toe, die we via een underpass onderdoor gaan. Ook de RAVeL 141 maakt gebruik van deze underpass. We zullen de recreatieve bedding van deze voormalige spoorlijn volgen tot bij het centrum van Nijvel.
> 't Is nog even te vroeg om al terug te keren naar de kanaalbrug van Fauquez en GRP 127. Fuaquez heeft nog een verrassing in petto 'et on va s'amuser encore un peu'. Vanaf de Sint-Lutgardiskapel wandel je nog 100 meter verder over de Rue Arthur Brancart. Ga voorbij het speelpleintje dadelijk rechtsaf en volg hier een weggetje achter koterij van een huizenrij.
> Op het punt waar dit wegje weer naar de verkeersweg gaat draaien, trek je rechts het Bois des Rocs in voor een scherpe daling die je in de wilde omgeving van het beekje Ruisseau du Bois de Fauquez brengt. Ga er links tot bij 'de Heksentafel'.
> Terug nu naar de brug over het kanaal Brussel-Charleroi. We steken het kanaal over. Aan de overzijde zijn enkele rustbanken. Na mijn 'excursie' in Fauquez is het tijd om wat voortgang te maken over GRP 127. Nog even over de verkeersweg in de richting van Ronquières om in de bocht links af te slaan. Toen ik hier tijdens mijn eerste Tour du Brabant Wallon passeerde, was het eerste huis aan de linkerzijde nog een winkeltje, mét een controlepost voor wie een TBW-stempel wou. Dat is inmiddels al lang verleden tijd, het huis staat er wat vervallen en levenloos bij, helemaal in lijn met de sfeer van vervlogen tijden die in Fauquez hangt.
> We blijven nu langere tijd op deze verharde Rue de Bornival en er volgt een langgerekte stijging naar het gehucht Le Croiseau. Eigenlijk is Le Croiseau niet veel meer dan een hooggelegen verkeerskuispunt, gemarkeerd met een antenne. Dat is ons richtpunt voor de komende veertig minuten. Van zowat 60 meter hoogte stijgen we naar 136 meter, gespreid over zo'n 2,5 km. Ongetwijfeld mooie uitzichten onderweg op deze hoogten maar de mist hult alles in kille grijsheid. Daarom een foto genomen tijdens mijn tocht over de oude Tour du Brabant Wallon, die ook dit traject volgde.

> Helemaal boven op het wegenkruispunt is een bushalte. We gaan er iets naar rechts, steken voorzichtig de verkeersweg over en vervolgen links-rechts (Rue de Feluy). Vanaf nu vertoeven we op het grondgebied van de stad Nijvel. Dit keer dalen we zacht, helaas is ook deze weg verhard.
> Na 1,3 km bereiken we een open wegenkruispunt. Hier kiezen we voor de ruwe kassei links, de Chemin de Ronquières. Voorbij een bocht komen we op een T-kruising, waar we rechts over een verzorgde kasseiweg de beek Ruisseau Mathieu Simon gaan volgen door golvend landschap. We bereiken na bijna 1 km op een laag punt een padenkruispunt. Op 50 meter rechts loopt GR 121 langs het de oude arm van het kanaal Brussel – Charleroi. We gaan echter links en vervolgen na 80 meter rechtdoor over een stijgend pad met ruwe steenverharding. Hogerop versmalt het en loopt het door open veld naar een bosrand toe.
> We wandelen dan een tijdje langs het Bois d'En Bas. Het pad gaat over in een brede licht verharde weg en wordt tenslotte de Rue Bois d'En Bas. Op de linkerkant duikt links het kasteel 'Le Castia' op. De geschiedenis ervan gaat terug tot de 13de eeuw, de gebouwen ondergingen in de loop der eeuwen sterke veranderingen. In de 18de eeuw raakte het domein echter in verval. Nu is er een boerderij gevestigd. Steeds rechtdoor, we passeren langs een grote kapel voor OLV van Luxemburg of OLV van Walcourt. Gedenkstenen vertellen ons dat de oorspronkelijke kapel werd gebouwd in 1767.
> Helaas is de RAVeL inmiddels al vele jaren geasfalteerd, tijdens mijn eerste tocht over de TBW ging het hier nog om lichte verharding van fijne kiezel. Onderweg naar Nijvel kruist RAVeL 141 nog een ringweg en enkele andere straten. Ter hoogte van de N28 (Rue des Combattants) verlaten we de RAVeL.
> We gaan links-links langs een hoge muur en verderop draaien we nogmaals links verrassend opnieuw de wildernis in. We duiken via een tunnel onder de RAVeL waar we een kwartiertje eerder over wandelden en komen even later in de Faubourg de Soignies. Op de verkeersweg daar rechts-links. In een bocht van de Rue des Guillemins een parallel paadje nemen dat ons dropt aan de ingang van het Centre Hospitalier. We gaan er links en zien nu de majestueuze collegiale van Nijvel in de verte voor ons liggen.

> Steeds rechtdoor en zo'n 200 meter voor de collegiale rechts door de Rue Marlet. Er volgen nog een paar straatwissels, via de Rue du Bayard en de Rue du Coq droppen de geelrode en witrode tekens ons even later aan de voet van de collegiale van Nijvel, einde van deze etappe. Let tijdens deze laatste kilometer steeds goed op de bewegwijzering. Het traject om de stad tijdens de volgende etappe weer uit te raken loopt hier immers ook vlakbij. Kwestie van niet in de war te raken. Indien je naar het treinstation wil, neem dan achter de collegiale kerk de winkelstraat en wandel verder in dezelfde richting ongeveer (800 meter van het centrum). Nijvel verlaten zonder een bezoek aan de collegiale kerk zou echter zonde zijn.
>Ons pad versmalt en loopt tussen boerderijgebouwen om op een verkeersweg te arriveren. We gaan er een 70 meter naar links om meteen weer de eerste veldweg links in te slaan. We gaan dit pad 1500 meters volgen. Na de passage tussen boerderijgebouwen kruisen we even later de Sennette om dan dadelijk op de oever van het kanaal Brussel – Charleroi te komen.
> Rechts over het jaagpad of de parallelle weg en verderop gaan we bij Fauquez de kanaalbrug oversteken. Het loont echter de moeite om eerst Fauquez te bezoeken!
Kasseipad onderweg naar Bornival
> Er volgen verderop nog een aantal buurtpaden, waarbij we een paar ingesneden, kleine valleien passeren, afgewisseld met korte passages over een paar straten van Virginal-Samme. Volg goed de markeringen van GRP 127. Bij de passage van het Bois des Nonnes passeren we het gelijknamige beekje en wat hogerop splitst GR 12 weer af van GRP 127 om verder richting Parijs te lopen. Wij gaan links langs de bosrand en nemen verderop rechts het pad Vweye de Ronquières door open landschap.
> Van hier tot Nijvel lopen we grotendeels in het spoor van de oude Tour du Brabant Wallon. Hier en daar herken je ook nog de rood-lichtblauwe tekens. Vermoedelijk zie je van hieruit ook de constructies van het Hellend Vlak van Ronquières maar alles zat onder de mist toen ik hier passeerde.
> Een etappe door stevig golvend landschap, helaas soms voor langere tijd ook over verharde maar rustige weggetjes. We beginnen bij Hennuyères met een exploratie van een uniek stukje gemeenschapsbos, Le Grand Bois is immers eigendom van een coöperatieve van honderden burgers. Na een passage over de buurtpaden rond Virginal-Samme dalen we naar de vallei van de Sennette en het kanaal Brussel - Charleroi. Het merkwaardige industriële gehucht Fauquez is absoluut een verrassend ommetje waard. Een lange stijging en daling brengt ons in het groene golvende bucolische landschap rond Bornival en Monstreux. Over een RAVeL-traject komt uiteindelijk de prachtige romaanse Sint-Gertrudiscollegiale van de stad Nijvel in zicht.
Kloostergang
Nieuw beeld van Sint-Gertrude (2005)
Onderweg naar Le Croiseau
Sint-Gertrudiskapel Fauquez
Nieuwe relikwiekast Sinte-Gertrude
Virginal-Samme, Vweye Robert
Langs het kanaal Brussel - Charleroi
Le Grand bois commun, een uniek bosproject
Chemin de Warichaix
Kerk Virginal
De Tour du Brabant Wallon, bekeken vanachter een stevig koppel paardenbillen.
Tijdens mijn tocht over de oude TBW kreeg ik zowaar een lift op een paardenkar
Virginal-Samme
Ronquières, scheepslift
Tour du Brabant Wallon in de buurt van Bornival
Voormalige feestzaal / cinema van Fauquez
Onderweg naar Monstreux
Een meer dan 100 jaar oud spoorbruggetje dat nooit dienst deed
Arthur Brancart
Geneeskundige Stichting Koningin Elisabeth Brussel. Voorbeeld van toepassing met marbriet in de jaren 1920 (foto VisitBrussels)
Onder RAVeL 141
Djan Djan
De Heksentafel
Rue Arthur Brancart
Over een gedesaffecteerde spoorlijn naar Nijvel