Startpagina > Wandelen > Tour du Brabant Wallon
> De Korporaal Tresigniessstraat in Bierghes (of Bierk) bij Rebecq was een verrassing voor mij. Korporaal Tresignies is in Vlaanderen en Wallonië niet zo bekend maar in mijn geboortestreek rond Grimbergen is hij dat zeker wel.
> We passeerden hier op de oude Tour du Brabant Wallon langs zijn geboortehuis, gemarkeerd met een herinneringsplaat in de gevel. Het huis zelf is totaal oninteressant, het is het verhaal achter de man dat boeit. Zijn geboortehuis werd trouwens rond 2012 afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw. De foto hiernaast is er dus eentje voor de geschiedenis. Het herdenkingsbord in de gevel kreeg een plaats in een nieuw monument 100 meter verder.
> De tweetalige soldaat Léon Tresignies werd met de mobilisatie voor WO I onder de wapens geroepen. Zijn compagnie krijgt op 24 augustus 1914 de opdracht om vanuit Antwerpen op te rukken naar Brussel. Op 25 augustus, 's avonds laat, arriveren ze in de buurt van het kanaal Brussel - Schelde. Aan de overkant van het kanaal, in het gehucht Verbrande Brug, zitten de Duitsers. Ze hebben de brug over het kanaal opgehaald. De compagnie komt hier vast te zitten. De enige mogelijkheid is om een soldaat het kanaal te laten overzwemmen om daar aan de vijandige kant de brug open te draaien. Soldaat Léon Trésignies, afkomstig uit het Waals-Brabantse Bierghes, biedt zich aan. Zijn overste benoemd hem ter plekke tot korporaal en hij duikt het water in. Hij slaagt er in ongemerkt naar de overkant te zwemmen en sluipt naar het brugwiel. Dan loopt het verkeerd. Hij geraakt wel bij het brugwiel maar draait de brug verder omhoog dan omlaag. Inmiddels is de aandacht van de Duitsers gewekt. Kwam dat door het knarsen van de tandwielen, het bewegen van de brug of riepen zijn makkers dat hij in de andere richting moest draaien? Feit is dat Trésignies door de Duitsers wordt neergeschoten. De Belgen zullen er niet in slagen nog over het kanaal te geraken hier.
> Aanvankelijk kreeg Léon Trésignies een graf aan de oostzijde van het kanaal maar dat werd later verplaatst naar de westkant, de plaats waar hij stierf. Hij liet een weduwe en een kind achter. De heldendaad van Tresignies is in Verbrande Brug tot vandaag niet vergeten. Over Tresignies' heldendaad verschenen verschillende publicaties en een herdenkingspostzegel. Naar aanleiding van 100 jaar Grote Oorlog werd hij ook in the picture gezet op een tentoonstelling in de Molens van Arenberg te Rebecq en ook in Grimbergen wordt hij nog jaarlijks geëerd.
> In toeristische literatuur lees je nogal eens dat de waterval van Coeurcq met 7,8 meter de hoogste natuurlijke waterval van België is. Althans dat is wat de burgemeester van Tubize vertelt. Andere bronnen zetten ze op nr 2 qua niveauverschil. Dat is wat voor interpretatie vatbaar, het is tekst die almaar wordt gekopieerd zonder echte verificatie. In de Ardennen zijn wel een aantal hogere watervallen, bvb te Reinhardstein en op de Bayehon. Vergeet dus dat record voor Coeurcq. Laat ons stellen dat het de hoogste waterval is van Waals-Brabant. Een beetje onverwacht, die waterval hier. Ze ligt op een privé-terrein en is niet zomaar te bezoeken vanaf het laagste punt. Je kunt wel toegang vragen indien de bewoners van de plaatselijke woning aanwezig zijn.

> De vlakbij gelegen gemeentelijke visvijvers van Coeurq zijn erg populair bij karpervissers. De vijvers dienden oorspronkelijk om een nabijgelegen watermolen te voeden.
> De merkwaardige mergelgrotten van Folx-les-Caves zijn absoluut een bezoek waard...ze zijn sinds 2019 echter verkocht aan een anonieme privé-eigenaar en sindsdien niet meer te bezoeken. In afwachting dat ze misschien toch ooit heropenen hebben we uitgebreide info over de grotten van Folx-les-Caves op etappepagina 8 (Autre-Eglise - Heilissem).
> Iets bijzonder merkwaardig is dat Court-Saint-Etienne blijkbaar zeer gevoelig is voor aardbevingen. Van 2008 tot begin 2010 waren er zowat 200 aardschokken onder Court-Saint-Etienne. Verwonderlijk want gemiddeld doen er zich in heel België op een jaar maar 60 (amper of niet voelbare) schokken voor. Ook de meeste schokken in Court-Saint-Etienne waren niet voelbaar maar toch werden de bewoners in die periode regelmatig opgeschrikt door een geluid dat vergelijkbaar is met dat van een passerende straaljager of een soort knal. Schade is beperkt tot scheuren in huizen.

> Court-Saint-Etienne ligt dus op een breuklijn en het feit dat er hier slechts een dunne laag aarde over de rotsige ondergrond ligt, maakt dat schokken weinig worden gedempt en zo beter voelbaar zijn. De hardste beving vond plaats op 13 juli 2008, met een kracht van 3,2 op de Richterschaal. In de loop van 2010 doofde de schokkengolf geleidelijk uit. Bijna elk jaar zijn er echter wel waarneembare schokken, meestal licht van aard.
> De oude Tour du Brabant Wallon passeerde via de diagonale verbindingsroute door Court-Saint-Etienne, al moest je voor het praalgraf Goblet - d'Alviella wel een ommetje maken.
> De variante verbindingsroute van de oude Tour du Brabant Wallon passeerde tussen Gérompont en Jodoigne het stokoude dorpje Glimes met al even oude gebouwen. Vlak naast de streng gerestaureerde kerk ligt de hoeve 'Ferme de la Tour'. De gebouwen van de mooie vierkantshoeve, waaronder een statige toegangspoort met duiventoren, zijn grotendeels 18de eeuws. Het oudste deel is een 12de eeuwse donjon, geïntegreerd in de andere gebouwen. Tot 2017 werd er jaarlijks ongeveer 6 ton eendenlever geproduceerd. Vandaag is de Ferme de la Tour een rozenkwekerij met publieke verkoop.

> Tegenover de kerk staat nog een oude gietijzeren dorpspomp, in een typische stijl voor de regio. Er is echter nog iets anders in Glimes dat zeker de moeite loont. Op 400 meter van het centrum kun je een goed bewaarde Romeinse tumulus bewonderen. Wandel voor je de kerk bereikt links (Rue de la Tombe Romaine), voorbij het voetbalplein en enkele oude dorpsgebouwen. Al snel bereik je zo de tumulus van Glimes.

> Een verrassing van formaat die grafheuvel. Het is een van de grootste van België (11 meter hoog, 50 meter doorsnede. Uiteraard heeft men onderzoek gedaan naar wat er in de grafkelder te vinden was, in 1926. De eerste vaststelling was dat de tumulus natuurlijk al veel vroeger fortuinzoekers had aangetrokken. Er waren immer sporen van een oudere put, men trof dan ook niks bijzonders meer aan.
> Vroeger had men op de top rustbanken geplaatst en traditioneel opende men op de top met de eerste dans bij het dorpsbal. Sinds 1971 is hij geklasseerd. Door nader onderzoek in 2002 kan men de bouw van de tumulus nu situeren tussen 130 en 150 n/C.
> Het Kongolo - Memoriaal werd in 1964 gebouwd naar aanleiding van de afslachting van 20 katholieke paters van de Broeders spiritisten in Kongo. Negen onder hen hadden in Gentinnes hun opleiding gekregen. Eigenlijk herdenkt dit memoriaal de honderden paters (katholiek of protestants) die tijdens hun werk in Kongo vermoord werden, met name in de nasleep van de woelige periode rond de Congolese onafhankelijkheid.
> Het kapelgebouw werd opgetrokken in een voor die tijd erg moderne stijl naar een ontwerp van architect Charles Jeandrain uit Gembloers. Het werd ingewijd in 1966. Op de muur zijn 217 namen aangebracht. Het zeer mooie beeld voor de kerk, dat treffend de nederige wilsbeschikking van een door geweld omgekomen pater tot uiting brengt, is van de hand van de Genkse Raf Mailleux (1916 - 1996). Mailleux was ook de man die het muntstukje van 25 centiemen ontwierp, dat in 1964 in omloop werd gebracht.
> Gelegen langs de variante verbindingsroute van de oude Tour du Brabant Wallon is de meest indrukwekkende tiendenschuur van de provincie. De abdijhoeve La Ramée overtreft alle gangbare afmetingen qua grootte. Het binnenplein alleen is maar liefst 1 hectare groot. Een groep cisterciënzerzusters vestigde zich in Jauchelette rond 1215, nadat een stuk grond werd geschonken door de plaatselijke landheer. Het was gebruikelijk dat daarbij ook een aantal te ontginnen landbouwgronden werd geschonken, zodat de slotzusters een vorm van inkomen hadden met de tienden die de boeren aan hen moesten afstaan. Het klooster zelf telde enkele tientallen zusters die zich bezighielden met kleine zorgtaken, in latere eeuwen ook met onderwijs.
> De eerste bloeiperiode lag in de 13de eeuw, toen de zusters onder andere een vermaard scriptorium hadden. De huidige hoevegebouwen die je ziet dateren voornamelijk uit de 18de eeuw, behalve aan de noordoostelijke kant (20ste eeuw). Er werd tientallen jaren aan gebouwd en de rijkdom van de vruchtbare Haspengouwse landbouwgrond straalt er van af.
> Met het einde van de Oostenrijkse periode en de Franse Revolutie kwam aan die rijkdom echter een einde. De zusters moesten op de vlucht en de gebouwen werden door het nieuwe Franse regime aangeslagen en verkocht. In de daaropvolgende jaren werden de eigenlijke kloostergebouwen bijna volledig afgebroken.
> Wat we dus hier zien is enkel het hoevegedeelte van het abdijcomplex en dat bleef ook na het verdrijven van de zusters dienst doen als landbouwbedrijf. In het mooie architecturale geheel is vooral veel baksteen verwerkt en leisteen voor de daken. Afwerking en omlijstingen gebeurde met Gobertangse steen, de zusters bezaten immers een eigen steengroeve in Mélin.
> De enorme tiendenschuur werd opgetrokken in 1722 maar eigenlijk is het niet meer de oorspronkelijke, ze werd nl heropgebouwd in 1932, na een brand. Ze is 49 meter lang en bijna 21 meter hoog. Daarmee is het bijna de grootste van België. De tiendenschuur van Ter Doest bij Lissewege zou net iets groter zijn.
> La Ramée is ook niet langer een landbouwbedrijf. Het behoort nu tot het kransje van uitzonderlijk Waals patrimonium en werd in 1990 opgekocht door Jacques Mortelmans. Die restaureerde alles met zijn 'NV Immobilière La Ramée' en de gebouwen dienen nu voor exclusieve seminaries, bedrijfsfeesten en huwelijksfeesten met een capaciteit voor 600 à 1200 gasten. Mortelmans investeerde inmiddels zowat 2,5 miljoen €. Sinds La Ramée in 2002 werd opgenomen in de lijst van uitzonderlijk Waals patrimonium kan 95 % van de restauratiekost worden gerecupereerd van de Waalse overheid.
> Sinds 1903 waren ook de zusters terug, ditmaal de zusters van het Heilig Hart die zich vestigden op de gronden naast de abdijhoeve. In 2007 verkochten ze hun gebouwen aan Jacques Mortelmans die ze liet inrichten als kamers en seminarieruimtes voor een kapitaalkrachtig publiek.
> Aan de grafkelder van de adellijke familie Goblet d'Alviella weet je niet wat je ziet. Egyptische sfinxen bewaken er een protserig mausoleum dat misschien nog het meest lijkt op een hindoetempel. Op de zuilen en muren staan allerlei gouden symbolen die de belangrijkste wereldgodsdiensten en -filosofieën voorstellen. Graaf Eugène Goblet d'Alviella was dan ook een man die veel had gereisd en zijn eigen levensfilosofie had ontwikkeld rond religie beleven. Hij schreef daar een boek over en was tevens aktief lid van de vrijmetselaars. Thema van zijn praalgraf is dan ook 'het opperwezen heeft vele namen' zoals je in het (Franstalige) opschrift kan lezen.

> Dit monument zit ook vol allerlei andere symboliek, bvb wat de afmetingen betreft, het is 12 meter hoog, gebouwd op een vierkant grondplan (zijde 5 meter) en toegankelijk via 7 treden. Het praalgraf werd door Goblet d'Alviella zelf ontworpen in 1896 voor zijn overleden moeder en het werd gebouwd door architect Samyn. Het beeldhouwwerk is van Georges Houtstont. In 1925 wordt graaf Goblet d'Alviella er ook zelf begraven. De huidige burgemeeser van Court-Saint-Etienne is een adellijke telg van de familie Goblet d'Alviella.
> Tussen Eigenbrakel en Woutersbrakel passeerde het traject van de oude Tour du Brabant Wallon onder een zuidelijk viaduct van de Ring rond Brussel, onderdeel van de autosnelweg E19 (Antwerpen - Brussel - Bergen). Het viaduct is 20 meter hoog, 50 meter breed en maar liefst 600 meter lang. Het overspant de vallei van het bescheiden riviertje de Hain. Hier boven passeren gemiddeld 80.000 voertuigen per dag. De bouw werd afgerond in 1969 maar in de jaren '00 van de 21ste eeuw was de betonconstructie toe aan grondige vernieuwings- en verstevigingswerken. Aan die werken, die plaatsvonden van 2013 tot 2017, hing een kostenplaatje van maar liefst 16 miljoen € aan vast... Als wandelaar tussen tientallen betonnen pijlers was het alsof je door een fabriekshal met open muren trekt!
Woutersbrakel: Underpass R0 / E 19
Saintes: De bron van Sint-Renilde
Bierghes: de heldendaad van Korporaal Trésignies
De waterval van Coeurcq
Gentinnes: Kongolo-memoriaal
Folx-les-Caves: Mergelgrotten
Court-Saint-Etienne: Praalgraf & aardbevingen
De tumulus van Glimes
Jauchelette: abdijhoeve La Ramée
> Het vlakbij gelegen klooster van de broeders spiritisten is mij niet onbekend, ooit heb ik hier nog overnacht toen ik onderweg was naar Santiago de Compostela. Het is eigenlijk gebouwd of herbouwd op een veel oudere kasteelsite. Wellicht gaat de geschiedenis ervan terug tot minstens de middeleeuwen maar de huidige gebouwen zijn veel jonger. De laatste privé-eigenaar schonk in 1900 het kasteel aan de paters die er sinds 1904 hun intrek namen. Ze richtten er ondermeer een jongenscollege en -internaat op (sluit in 1969). Daarna worden de ruimtes nog gebruikt voor school- en jeugdretraites.
> Het traject van de oude Tour du Brabant Wallon zocht ook het meest westelijk deel van de provincie Waals-Brabant op. In een uithoek ligt daar Saintes. Dit dorpje is de voorbije eeuwen wat een speelbal geweest op de grens van verschillende graafschappen, provincies, arrondissementen en kantons. De laatste verschuiving vond plaats in 1963, bij het vastleggen van de taalgrens. Saintes (Sint-Renilde of Reinildis in het Nederlands) verhuisde toen van het tweetalige arrondissement Brussel naar het eentalige arrondissement Nijvel en dus naar Wallonië.

> De beste dag om in Saintes te passeren is de dag waarop de jaarlijkse paardenprocessie voor de Heilige Renelde uit gaat. In de kerk met stoere laatgotische toren worden de relikwieën van Renelde bewaard. Haar reliekschrijn wordt op zondag na Pinksteren meegedragen in een paardenprocessie van maar liefst 28 kilometers doorheen de velden.
> Er nemen aan de Sint-Reneldeprocessie zowat 150 ruiters deel. Gezien de afstand vertrekken ze al om 7u30 's morgens, na een misviering om 5 uur in de kerk. 's Avonds, rond 17u30 worden ze in Saintes weer opgewacht en vergezeld een voetprocessie hen door de straten van Saintes.

> Reinildis is best wel populair in en rond Saintes. Nogal wat kapelletjes zijn aan haar opgedragen maar het meest bijzondere is de Fontaine de Sainte-Renelde. Die bron ligt in een veld langs het oude traject van de TBW en is herkenbaar aan de sierlijke constructie waarboven een beeld van Sinte-Renelde prijkt. Een merkwaardige plek.
> Volgens de legende is deze bron met een stokslag door Reinildis uit de grond gekomen om dorstige bedevaarders te laven. Reinildis zou in de nabijgelegen hoeve hebben gewoond. Ze maakt deel uit van een hele familie die allemaal heiligen zijn geworden. Haar moeder is Sint-Amelberga en haar zuster is Sint-Goedele. Na een pelgrimage naar het Heilige Land vestigt ze zich hier in de nabijgelegen hoeve Laubecq (nu een feestzaal). Daar wordt ze rond het jaar 680 met twee volgelingen vermoord door de Hunnen.

> De huidige muur en de ijzeren versiering met beeld van Sint-Renelde (gegoten in Tubize) werden geplaatst in 1851, maar de bron bestaat al vele eeuwen langer. Het water zou goed zijn tegen oogziekten en wonden die etteren. Of het helpt... geen idee maar het smaakt wel sprankelend fris!
> De huidige Tour du Brabant Wallon volgt voor 2/3de een gewijzigd traject door de provincie Waals-Brabant. Onderweg ook heel wat leuke passages en plekken die niet voorkwamen op het oude traject van de TBW, dat rond 2014 werd opgeheven. Anderzijds waren langs dat oude traject ook wat interessante plaatsen gelegen die vandaag niet meer worden gepasseerd. Op deze pagina geven we er daarvan een aantal weer. Het traject van de oude TBW liep er langs of kwam er op korte afstand voorbij. Eventueel te bezoeken ter aanvulling van je tocht door Waals-Brabant maar ze liggen dus niet langs het huidige traject van de GRP 127 - Tour du Brabant Wallon.
Pad langs de oude Tour du Brabant Wallon
tussen Dion-le-Val en Waver