Startpagina > Wandelen > Streek-GR Hageland
Zichem

> De 'em' in de plaatsnaam Zichem verwijst naar het Frankische woord voor nederzetting, een 'hem' of 'heim', wat betekent dat de geschiedenis van Zichem minstens terug gaat tot de Frankische tijd. Rond 1300 werd Zichem zowaar een stadje, inclusief stadsomwalling en waterslot. Daarvan is ondermeer nog de Maagdentoren overgebleven, waarlangs ook het traject van Streek-GR Hageland loopt.
> Het strategische belang van Zichem had zeker ook te maken met de ligging aan de Demer, toen nog de belangrijkste verkeersader voor de streek. Ook floreerde er toen de lakennijverheid. Na de vijftiende eeuw verzonk Zichem door oorlogen, plunderingen en epidemieën weer tot 'een gewoon' dorp. De glorieperiode was voorbij. Eind 16de eeuw was de bevolking van Zichem zelfs gedecimeerd, er bleven amper een paar tientallen gezinnen over!
> In de 20ste eeuw kreeg Zichem uitstraling in heel Brabant en Vlaanderen tot zelfs in Nederland. Daarvoor was de populaire streekschrijver Ernest Claes verantwoordelijk. Enkele van zijn boeken werden verfilmd in het BRT-feuilleton 'Wij, heren van Zichem'. Ook zijn immens populaire schelmenfiguur 'De Witte' kwam in de reeks voor, tweemaal was De Witte zelfs de held in een eigen speelfilm. Er is een standbeeld voor Ernest Claes en zijn 'Witte' geplaatst achter de kerk van Zichem.
> De Sint-Eustachiuskerk is gebouwd in typische Demergotiek, vooral in donkere ijzerzandsteen dus. Merkwaardig in de kerk is een zeer oud brandglasraam (1387).
> Te Huize Ernest Claes (geboortehuis van de schrijver), een mooie langgevelhoeve in Kempense stijl met oud volks meubilair, is vandaag ook een bezoekerscentrum van Natuurpunt en Toerisme Scherpenheuvel-Zichem. Je komt er alles te weten over natuurgebied Demerbroeken. Huize Claes ligt langs de verkeersweg tussen Zichem en Averbode maar ligt niet onmiddellijk langs onze wandelroute.
> Zichem is vandaag vooral een rustig Demerdorpje met een gezellig centrum. Rond het ruime marktplein vind je nogal wat gezellige horecazaken die verwijzen naar De Witte, De Heren van Zichem of naar ander werk van Ernest Claes. De grootte van dat marktplein herinnert nog aan de glorierijke periode tijdens de middeleeuwen, toen hier een en al ambachtelijke bedrijvigheid was.
> Achter de hangar van de wijnboer moet je een hekje vinden dat toegang geeft tot een eikenbos. We lopen kriskras door dat bosje om uit te komen in de bocht van een veldweg. Linksvoor hier, langs meer fruitboomgaarden en maïsvelden. Op een V-splitsing bij een dikke populier nemen we de linkertak, die verderop langs een bosje loopt en daalt door een diep ingesneden holle weg.
> Einde van deze lange etappe. Bij de kerk van Zoutleeuw is een bushalte, waar je uit Zoutleeuw kan wegraken. Tijdens de volgende etappe zetten we de zwerftocht door het zuidelijke deel van Hageland voort.
> Het aangename pad langs de Demeroever bereikt de bedding van een oude spoorlijn bij een metalen spoorbrug, nu een fiets- en wandelpad, we gaan het naar rechts volgen over zowat 500 meter.
> We komen uiteindelijk terecht aan de rand van een woonwijk van Scherpenheuvel waar we ook weer op asfalt komen. Op een T-kruispunt bij een voetbalveld gaan we links, Spordel. De dreef laten we rechts liggen maar we nemen 100 meter verder wel de brede steenslagweg rechts, tesamen met het Sint-Jan-Berchmanspad, een bedevaartroute die over 12 km tussen Diest (geboortehuis Sint-Jan-Berchmans) en Scherpenheuvel loopt. Dit wandelpad bestond blijkbaar al in de jaren '40 van vorige eeuw. We kruisen ter hoogte van een winkel in feestartikelen de weg van Diest naar Scherpenheuvel en laten dus de beroemde basiliek rechts liggen.
> Onder een zwaar bewolkte hemel start ik een etappe die mij na bijna 30 km stapkilometers in een ander Brabants stadje met een glorierijk verleden moet brengen, Zoutleeuw. Op richting zuiden. Dit keer zijn het aanvankelijk de witrode tekens van GR 5 die door Streek-GR Hageland worden gevolgd. In een ver verleden moet ik dus nog over deze paden gewandeld hebben. De tocht liep toen helemaal naar Nice, terminus van GR 5.
> We kruisen op 150 meter van het treinstation van Zichem de verkeersweg tussen Zichem en Averbode en wandelen verder over het jaagpad langs de Demer. Al snel doemt de Maagdentoren op, restant van de oude middeleeuwse versterking.
> Bij de verkeersweg tussen Zichem en Diest is de oude spoorbedding opgebroken (het spoortracé werd verkocht aan verkavelaars). We wijken dus 100 meter naar links uit over de verkeersweg om dan rechts de Bredeveldstraat te nemen. Ter hoogte van een voetbalveld gaan we schuinlinks weer de oude spoorbedding op. We nemen dan de derde weg links, een veldweg die we een hele tijd zullen volgen. Deze veldweg loopt vrij recht richting Scherpenheuvel.
> Voorbij de kruising met de weg naar Diest volgt Streek-GR Hageland een graspad dat is afgezoomd met jonge eiken. Kijk af en toe ook even achterom naar de basiliek, waarvan de sterrenkoepel net boven de beboste heuvel komt.
> Het mooi pad komt uit op de Groenstraat. Links en een eind voorbij een Mariakapel rechts, de Akkerstraat in. Die komt niet op een akker uit maar op de Frans Smeyersstraat waar het weer links gaat. 200 meter verder rechts een ander geasfalteerd wegje op en nog 200 meter verder rechtdoor op een veldweg.
> We lopen nu over een mooie, wat golvende holle weg en komen zo op het GR-kruispunt van Steensel, bij de rand van een bosje. De Vlaams-Brabantroute GR 512 takt hier af maar Streek-GR Hageland blijft ook hier nog het spoor van GR 5 volgen, dus naar links. Sinds 2010 loopt hier trouwens ook een Santiagopad dat eveneens helemaal naar Zoutleeuw loopt, Via Monastica.
> Het zanderig wegje stijgt licht, loopt langs een bosje waarin een tot woonhuis gerestaureerde hoeve ligt. Rechts in de verte zie je een enorm Mariabeeld. Tussenin ligt een mooie vallei, helaas nogal gevuld met saaie maïsvelden. Aan de horizon zien we ook een windmolenpark van Diest, Bekkevoort en Halen, waar we over enkele uren zullen passeren. Bij een grote hangar gaan we kort daarna op een asfaltwegje naar rechts. Verderop draaien we naar rechts en kort daarna nemen we links een ander verhard wegje, de langgerekte Galgenberg op.
> Een eind voorbij een rustbank gaan we plots snel dalen over een diep ingesneden, gekasseide holle weg. Zo bereiken we een buitenwijk van Kaggevinne, waar we nog even rechtdoor vervolgen om dan de eerste straat rechts te nemen.
> Plots zitten we volop in de commerciële drukte aan de baan Leuven – Diest. Rechtdoor langs Brico, Carrefour en Lunch Garden. Daar allemaal voorbij kruisen we een beek en gaan we dan rechts op een V-splitsing (Reustraat). Het wegje draait langzaam naar links, de flank van de Kloosterberg op, al snel komen we zo alweer bij een GR-wandelwijzer.
> Ditmaal verlaten we de witrode tekens van GR 5 die naar Diest lopen. Vanaf hier volgt GR Hageland weer een eigen traject, gemarkeerd met geelrode streepjes. Rechtdoor dus, over een holle weg dalen we naar de Neerveldstraat. Daar rechts, langs een wijngaard. Het betonweggetje komt een eind verder ter hoogte van de kapel voor OLV-Ter-Koorts (rustbank). We draaien er met de betonweg mee naar links.
> Op de Papenbroekstraat wijken we even rechts-links uit om daarna steeds rechtdoor te stijgen over kassei en hoogte te winnen via een holle weg. Hogerop komen we in open veld midden in het windmolenpark van Webbekom terecht dat we eerder op de dag al vanuit de verte zagen.
Basiliek Scherpenheuvel.

> De meest populaire katholieke bedevaartsplaats van Vlaanderen. Scherpenheuvel was van oudsher al een regionaal bedevaartsoord. Er werd sinds de 14de eeuw een miraculeus Mariabeeldje aan een eik vereerd. De bekendste legende verbonden aan de opgang van Scherpenheuvel als bedevaartsoord, verhaalt van een schaapsherder die op een dag aan de voet van de eik het beeld op de grond aantrof. Hij besloot het Mariabeeld mee naar huis te nemen maar toen hij het vast nam, bleef hij plots aan de grond genageld. Geen stap kon hij meer verzetten. Zijn meester ging op zoek naar hem en pas toen hij het beeld weer aan de eik hing kon de herder weer bewegen.
> Het is echter onder het regentschap van Albrecht en zijn nicht en echtgenote Isabella (die over de Spaanse Nederlanden heersten) dat Scherpenheuvel echt werd opgewaardeerd tot belangrijk bedevaartsoord. Mogelijk als dank voor de overwinning op het leger van Oranje bij de Slag van Oostende lieten ze vanaf het jaar 1609 te Scherpenheuvel de huidige basiliek bouwen.
De marginale driehoek

> Zowat de hele dagetappe wandelen we door een deel van het Hageland dat ook bekend is als 'de marginale driehoek'. Een weinig flatterende naam die verwijst naar de achterlijke woon- en gedragswereld van de mensen hier. De denkbeeldige driehoekslijnen lopen tussen Aarschot, Diest en Tienen. Binnen die driehoek vallen ook de gemeenten Scherpenheuvel-Zichem, Bekkevoort, Tielt-Winge, Glabbeek en Kortenaken. Ook Geetbets en Zoutleeuw worden er bij gerekend. De bevolking is er slecht opgeleid, armtierig, heeft geen culturele bagage, onsmaakvolle stijl, is dom, heeft een hoog Johny & Marina-gehalte, houdt van gepimpte auto's en hiphop- en jumping-dancings.
> Klopt dat ook? De krant De Morgen ging het na via statistieken en concludeerde dat de marginale driehoek qua onderwijs en opleiding, werkloosheid, wooncomfort en cultuur niet wezenlijk verschilt met andere delen van Vlaams-Brabant. Vaak in tegendeel zelfs als je het op Belgisch niveau bekijkt.
> Vanwaar komt dat brandmerk van 'marginale driehoek' dan? De legende wil dat Napoleon al zijn ongeschikte, te domme of door de oorlog gek geworden soldaten naar 'de driehoek' stuurde. Mentaal was er misschien iets mis, maar fysiek niet en dus kwamen er ook nakomelingen. Meer voor de hand liggend is dat die reputatie het gevolg is van een neerkijkende houding van de Leuvense stadsbevolking op personen afkomstig uit deze meer landelijke regio.
> Architect Wenceslas Cobergher ontwierp het grondplan en de opbouw rond het thema van het Bijbelse getal zeven. Dus zeven hoekpunten, zeven sterren in het tegelpatroon, zeven kerkwegels naar het gebouw, zeven medaillons op de glasramen, zeven profeten afgebeeld en maar liefst 298 zevenpuntige sterren op de koepel. Op het barokke altaar prijkt het Mariabeeld, flink ingeduffeld in een van de feestelijke outfits die Maria kreeg aangemeten.
> Vooral omwille van veiligheidsredenen is het branden van kaarsen nog slecht mogelijk in een gescheiden gelegen kaarsenkapel. Rond de basiliek ontdek je ondermeer nog een kruisweg, de 62 meter diepe waterput uit 1632, de Mariahal voor grotere ontmoetingen, een ontvangstruimte en een plaats waar je je voertuig kan laten wijden.
> Naar schatting 1 miljoen pelgrims en toeristen vinden jaarlijks de bedevaartsweg naar Scherpenheuvel. De meeste pelgrims en bezoekers komen met de auto maar op voetbedevaart gaan naar Scherpenheuvel is een traditie die ook nu nog jaarlijks plaats vindt vanuit vele dorpen en steden in Brabant, Limburg en de Kempen. Niet zelden bedraagt de wandelafstand enkele richting meer dan 50 kilometer.
> Rond de basiliek is tijdens het bedevaartseizoen (hoogtepunt in mei) ook een ganse kermis uitgebouwd van restaurants, cafés, souvenirwinkels en snoep- en speelgoedstalletjes. Er heerst tijdens de Mariamaand dan te Scherpenheuvel een erg volkse sfeer van gezelligheid en drukte, badend in een geur van brandend kaarsvet en frituurvet.
Windturbinepark E314
> De tien windturbines werden gebouwd in 2011 en hebben een capaciteit om stroom te leveren aan 14.000 gezinnen. De molens zijn ongeveer 108 meter hoog, de rotordiameter is 82 meter. Ze werden zowel ten zuiden als ten noorden van de E314 gebouwd. Ze staan rond de snelweg op het grondgebied van drie gemeenten: het Vlaams-Brabantse Bekkevoort en Diest en het Limburgse Halen. Het groene stroomproject is een samenwerking tussen de energiebedrijven Aspiravi en Limburg Wind.
> Bij een veeboerderij komen we op een brede betonweg. Links en 250 meter verder rechts. Verderop volgt een zigzagtraject door een fruitboerderij. Via een brede grassige veldweg, die licht stijgt, gaan we over een heuvel om dan weer zacht te dalen langs een gemengd bosje van eik, tamme kastanje en sparren naar het gehucht Liefkensrode. We bereiken een straat bij een mooie oude solitaire haagbeuk (rustbank). Links en onmiddellijk rechts een dalend pad door bos op. De padondergrond kan hier wat modderig zijn maar verder is het aangenaam wandelen onder de overhangende zoom van het bos. Eens over de Moerbeek stijgen we zacht tot bij een weg. Die steken we over om via hekjes tussen paardenweiden te lopen.
Wijndomein Kluisberg
> De familie Vanlaer maakt sinds 1984 Hagelandse fruitwijn. De wijngaarden liggen niet rond de wijnmakerij maar op ongeveer één kilometer, aan de warme zuidzijde van de Kluisberg bij Loksbergen. Ook hier zorgt de ijzerzandstenen ondergrond voor een exotisch tintje, waar de thermometer net een paar graden hoger gaat dan elders bij zonnig weer. De wijnbouwersfamilie beheert er 4 hectaren wijngaarden en breidt nog uit.
> Mooie wandelomgeving daar overigens, je treft er ook een van de diepste holle wegen in Vlaanderen aan. Minder fraai is de slechte reputatie die Loksbergen kreeg als uitvalsbasis van meervoudige moordenaar Ronald Janssen. Terug naar de wijnmakerij.
> Uit een groot aantal verschillende rassen van wijndruiven wordt te Rijnrode zowel witte als rode wijn aangemaakt. De wijnen worden verkocht in centra voor streekprodukten, in supermarkten vnl in de regio en ter plaatse bij de wijnboer.
De Maagdentoren

> De Zichemse Maagdentoren werd gebouwd rond 1387, als deel van een versterking rond de stad Zichem, toen uitgebouwd als een heus bolwerk. Mogelijk had de Maagdentoren ook een functie als woontoren, zeker was het onderdeel van een verdedigingsgordel. De toren kwam er op de plek waar de Oude Demer en de nieuw gegraven Demer samenvloeien.
> Tijdens de oorlogen van de 16de en 17de eeuw werd de toren sterk beschadigd. In 1859 kocht de Belgische staat de Maagdentoren op om er enkele jaren later restauratiewerken aan uit te voeren. Eind 20ste eeuw werd duidelijk dat de Maagdentoren opnieuw dringend aan restauratie toe was na enkele kleinere instortingen.
> Met de eigendomsoverdracht naar het Vlaamse Gewest in 1999, was er hernieuwde hoop op serieuze herstellingswerken. Die kwamen er maar niet, de reden lag ondermeer bij het ontbreken van een lucratieve herbestemming voor de Zichemse Maagdentoren. Binnenin biedt de Maagdentoren immers veel minder plaats dan je zou vermoeden. Dat komt door de dikte van de muren, tot 4 meter bedraagt die dikte aan de basis!
> Het getalm leidde er toe dat er onder de ministeriële verantwoordelijkheid van VLD-er Dirk Van Mechelen niks gebeurde aan de Maagdentoren, tot het noodlot toesloeg. Op 1 juni 2006 stortte bijna een vierde van de meer dan 600 jaar oude toren in elkaar! TV-journaals brachten dit nieuws op het scherm in heel Vlaanderen. Minister van Mechelen begon eindelijk de zaak serieus ter harte te nemen, mede onder druk van Aktiecomité 'Red de Maagdentoren'. Nog in 2006 startten er stabilisatiewerken. Er werden nu aktief ideeën gezocht voor herbestemming en restauratieplannen werden opgemaakt. De toren zou vooral worden ingericht als toeristische uitzichttoren over de Demerbroeken.
> Restauratiewerken vatten eindelijk aan in 2010 maar liepen inmiddels jaren vertraging op. In september 2015 werd de toren terug opengesteld voor het publiek. Bij die gelegenheid heeft het Vlaamse Gewest het beheer van de sterk beschadigde Maagdentoren ook overgedragen aan de stad Scherpenheuvel-Zichem. Het vernieuwde uitzicht is nogal verrassend.
> Wellicht ben je ook geïnteresseerd vanwaar de naam Maagdentoren vandaan komt? De dochter van de heer van Zichem was verliefd geworden op een soldaat van eenvoudige komaf. Dat was zeer tegen de zin van vaderlief. Hij liet daarom zijn dochter opsluiten in de toren, tesamen met twee kloosterzusters, in de hoop dat die zijn dochter op andere gedachten konden brengen. Toen dat niet lukte liet hij de drie maagden aan elkaar gebonden in de Demer gooien. De heer van Zichem kreeg al snel berouw, in zijn waanzin hoorde hij voor de rest van zijn leven 's nachts in de nevels van de Demer bij de toren het onophoudelijk gehuil van zijn dochter. Tot zover de legende. De waarheid ligt iets anders: wellicht is de benaming Maagdentoren een verbastering van 'Markentoren'. Dat verwijst dan weer naar de grensligging van de toren.
Spoorlijn 30
> Spoorlijn 30 tussen Zichem en Scherpenheuvel was slechts een goeie 5 km lang. Deze spoorlijn werd als enkelspoor aangelegd in de jaren '90 van de 19de eeuw door de spoormaatschappij Grand Central Belge. Eigenlijk was het de bedoeling om spoorlijn 30 helemaal tot Tienen door te trekken maar dat gebeurde nooit. Ze takte af van de spoorlijn Hasselt – Leuven nabij Zichem. Tot 1957 reden er regelmatig passagierstreinen, nadien enkel nog occasionele bedevaartstreinen (tot 1972). De sporen werden opgebroken in 1974 en in de jaren '00 werd het oude spoortracé bijna volledig omgevormd tot befietsbaar pad.
> Opgelet om de electriciteitsdraad langs het smalle pad niet te raken. We trekken het Molenbos binnen, het bestaat vooral uit eiken. Aan de andere bosrand vervolgen we over een graspad tussen een boomgaard en een akker naar een huis bij een betonweg. Daar gaat het rechts verder tot bij de grote baan naar Kortenaken. Even links – rechts de Groenstraat in.
> Deze straat volgen we over meer dan 1 kilometer. Eerst is hij geasfalteerd, dan gebetonneerd langs meer fruitboomplantages en fruitbedrijven. Er volgen twee V-splitsingen. Bij de eerste nemen we de rechtertak, bij de tweede de linkertak, nog steeds Groenstraat. De betonweg wordt op den duur gekasseid en loopt nog steeds tussen de appelbomen.
> Op het punt waar we weer asfalt onder de schoenen krijgen, verlaten we de Groenstraat om links te gaan over een graspad. Verderop rechtdoor op de naar rechts draaiende betonweg Commendries, door het gehucht Vroente. Op een T-kruising naar links en de Commendries gaat tijdelijk over op een buurtpaadje. Als betonweg komt de straat uiteindelijk bij de verkeersweg Waanrode – Ransberg. Even rechts – links bij de kapel en electriciteitscabine (rustbank) om in de Hanenstraat langs enkele oude hoeven te lopen. Net voor de hoeve met jaartal 1816 in de gevel gaan we links langs een hoogstamboomgaard. Heel in de verte zien we al de kerk van Ransberg liggen, ons volgende doel.
> De rest van de tocht naar Zoutleeuw zullen we een sterk zuidoostelijk georiënteerde richting aanhouden, op enkele uitwijkingen na. De steenslagweg waarover we wandelen kruist de Velp. Dit is een zijrivier van de Demer, ze ontspringt bij Bierbeek (Opvelp) en mondt uit in de Demer ten zuidoosten van Diest. We kruisen verderop tussen de fruitboomplantages een weg en het graspad wordt weer steenslagweg. Op een T-kruising naar rechts en bij een volgende betonweg links (Welvaartstraat). Die straat maakt al snel weer een bocht naar rechts, vanaf nu gaat het haast in een rechte lijn naar Ransberg.
> De hele tijd vertoeven we tussen de appelbomen. Het is hier dus op zijn aangenaamst wandelen tijdens de bloesemperiode of in september als de bomen zwaar beladen zijn van het vele fruit. Even klimmen tot op de top van de Ransberg, die is gemarkeerd met een watertoren.
> Eens op de hoofdweg door Ransberg ben ik naar links uitgeweken voor het enige café op deze 30 km lange tocht en wat voor een! In Café De Vriendenkring kosten de pinten 1 €. De herbergierster staat er al meer dan 60 jaar achter de toog! In de topogids staat verkeerdelijk dat het café zich rechts bevindt als je op de steenweg komt, dat moet links zijn.
Ransberg
> Ransberg is een straatdorp, gebouwd op een langgerekte kam die een waterscheidingslijn vormt tussen de valleien van Velp en Gete. We zijn hier op een hoogte rond 81 meter, terwijl de valleien rond 30 à 40 meter hoogte liggen. Pas in 1911 werd Ransberg een zelfstandige gemeente, na tientallen jaren lobbyen. Voordien behoorde Ransberg tot Neerlinter. In 1977, bij de gemeentefusies, werd Ransberg bij Kortenaken gevoegd.
> Tot halfweg de 19de eeuw was de onmiddellijke omgeving rond Ransberg zeer bosrijk, daarna werd alles grotendeels ontgonnen ten voordele van landbouw en later ook fruitbomen. Ransberg heeft ook een weerstation, een van de meetpunten in Vlaams-Brabant.
> Het is nu nog minder dan 10 km tot Zoutleeuw. We wandelen langs de watertoren en de ingangspoort van kasteel A Speculo, waarbij we even het gelijknamige wandelpad volgen dat eerst door een kastanjedreef loopt en dan over een graspad langs de rand van het kasteeldomein. Het kasteelpark telt ondermeer enkele mooie oude beuken en tamme kastanjes. Van het neogotische kasteel zelf krijg je niet veel te zien. Daarna loopt Streek-GR Hageland rechtdoor tussen boomgaarden.
> Even opletten als het hoofdpad naar links draait. Padmarkering is hier niet evident en we volgen die bocht niet mee. Rechtdoor hier, op een grote silo met fruitkisten af. Bij die hangar rechts tot bij een kleinere hangar om daar weer links te gaan om de zuidoostelijke koers opnieuw op te nemen, ditmaal tussen perelaars. Dit graspad brengt ons verder door een akkergebied met maïsvelden en we gaan wat dalen.
> Op een T-kruising met een betonweg, de Panisbornestraat, gaan we links langs een kapel en bij de eerste veldweg alweer rechts, tesamen met het Santiagopad Via Monastica. Deze steenslagweg volgen we tot het huis van gareel- en tuigmaker Marc Vandenborne. Marc is een van de drie gareelmakers die Vlaanderen vandaag nog rijk is. Aan zijn woning gaan we links over een graspad langs een boomgaard. Wat verder draait dat pad naar rechts om langs nog meer fruitbomen te lopen.
> Zo bereiken we de geasfalteerde heerbaan. Links – rechts langs, jawel, nog meer fruitbomen. De weg heeft nu een steenslagbedekking. Op een verkeersweg draaien we weer in zuidoostelijke richting en bij een Mariakapel komen we op 'de ijzeren weg', de voormalige spoorlijn 22. Die liep van Diest naar Tienen en is vandaag omgevormd tot een populair fietspad (picknickbank, rustbank). Hier splitst een variant van het Santiagopad Via Monastica af op de lange weg naar Spanje.
> Over een wijkstraat, die verderop overgaan in een slechts licht verhard wandel- en fietspad, vervolgen we onze route naar Zoutleeuw. Het pad slingert door laaggelegen natte beemden in de vallei van de Grote Gete die hier nog eens extra wordt doorsneden met een aantal beken. De beemden zijn beplant met produktiepopulieren. Via een houten brugje gaan we de Grote Gete over (rustbanken). We zullen de rivier tijdens de volgende etappes opnieuw ontmoeten. Wat verder kruisen we ook nog de 's Hertogengracht, een gracht mogelijk al aangelegd in de 13de eeuw om de natte vallei te draineren. We bereiken dan de Bosstraat en gaan er links, langs het kleine kerkje (of de grote kapel) van gehucht Bos.
Bos
> Het kerkje van Bos is gewijd aan OLV van Zeven Smarten en is het enige overgebleven gebouw van een in de 16de eeuw verwoest klooster. Zoals je zelf kan zien is aan het kerkgebouw de daaropvolgende eeuwen nog sterk verbouwd. Tesamen met gehucht Helen vormde Bos tot 1970 de gemeente Helen-Bos. Sindsdien behoort Helen-Bos tot de stad Zoutleeuw. Tijdens de volgende etappe komen we door het andere gehucht, Helen.
> Voorbij de kerk nemen we links de Leeuwerstraat, een asfaltwegje dat we rechtdoor volgen tot een laatste huis. Daar rechts over een steenslagweg, bij een waterpompstation rechts een graspad op waarvan het eerste stukje onder water kan staan in natte periodes. Dit graspad loopt langs meer natte zones, ze zijn met populier beplant. Uiteindelijk komen we bij de Vloedgracht uit op de splitsing van Streek-GR Hageland met de GR 128.
> Vanaf nu zullen we door Zoutleeuw weer witrode tekens volgen, van GR 128 (Vlaanderenroute). Bij de wandelwijzer dus het betonwegje op naar rechts. Aan onze linkerkant hebben we een mooi landelijk uitzicht over de basiliek van Zoutleeuw.
Zoutleeuw
> Zoutleeuw is apart en uniek omdat het van een stad evolueerde naar een dorp wat sfeer en grootte betreft. Gewoonlijk is die evolutie omgekeerd. Zoutleeuw kreeg wel de titel van 'stad' terug in 1985 als eerbewijs aan zijn roemrijk verleden, een titel die het was kwijt gespeeld bij de Belgische onafhankelijkheid.
> Zoutleeuw beleefde zijn grote bloeitijd en grootste uitstraling van de 14de tot begin 16de eeuw omwille van zijn lakenhandel. Dankzij de ligging aan de hoofdweg tussen Brugge en Keulen ontstond een florissante handel. Bovendien was Zoutleeuw verbonden met andere steden en havens via de beperkt bevaarbare Kleine Gete, die naar de Demer vloeit.
> De titel van vrije handelsstad kreeg Zoutleeuw al rond 1300, tesamen met de grotere steden Brussel, Antwerpen, Leuven, Tienen, 's Hertogenbosch en Nijvel. Het was toen dus één van de belangrijkste handelsnederzettingen van het Hertogdom Brabant. Zoutleeuw behoorde De vroegere grandeur van Zoutleeuw is vandaag nog merkbaar in het centrum als je de paar overgebleven middeleeuwse gebouwen ziet: ondermer een lakenhalle, het stadhuis en vooral de wel erg dominante Sint-Leonarduskerk.
> Van oudsher sprak men van 'Leeuw'. Waar de toevoeging 'Zout' vandaan komt is helemaal niet zeker, meest voor de hand liggend verwijst het naar de handel in zout, een produkt waar Leeuw als vrijhandelsstad taks mocht op heffen.
> Er zijn sporen en theorieën die stellen dat in de omgeving van Zoutleeuw al tijdens de 7de eeuw een kerk was. Het waren de paters van Vlierbeekse abdij (waar we later nog langs lopen) die in het huidige Leeuwse centrum na 1125 een eerste Leonarduskapel oprichtten. Die werd een eeuw later al opgewaardeerd naar parochiekerk en vanaf het jaar 1231 werd daarom aangevangen met de bouw van de immense stadskerk in de stijl van die tijd, gotiek. De grootte van de bouw stond zeker ook in verband met de snelle aangroei van de bevolking in het versterkte Zoutleeuw. Het duurde eigenlijk zowat drie eeuwen vooraleer het kerkgebouw helemaal was afgewerkt.
> Interessant aan het interieur van de Leeuwse kerk is dat over de eeuwen heen alles zeer goed bewaard bleef. Zoutleeuw kon ontsnappen aan de wilde vernielingen van de Beeldenstorm (1566) en aan andere grotere plunderingen waaraan veel andere steden en dorpen ten prooi vielen.
> Pronkstuk van de kunstcollectie is zondermeer het zeer fijne beeldhouwwerk van de sacramentstoren (1550 - Cornelis Floris de Vriendt), de mooiste in zijn soort op wereldvlak. Dit kunstwerk is maar liefst 18 meter hoog en bevat ongeveer 200 beeldjes. Andere opvallende kunstwerken zijn de 15de eeuwse paaskandelaar (een van de grootste in Europa) en de vele houten heiligenbeelden uit de 14de tot 17de eeuw. De Sint-Leonarduskerk is tijdens het toeristisch seizoen meestal 's namiddags open voor bezoek.
> Eveneens bezienswaardig in het centrum zijn het 16de eeuwse stadhuis in laatgotiek (door architect Keldermans die ondermeer ook de Antwerpse kathedraal ontwierp) en de lakenhal (14de eeuw), naast nog enkele andere panden.
> Hoe het kwam dat Zoutleeuw na de 16de eeuw niet verder uitgroeide tot een stad als Tienen of Leuven had zeker ook te maken met de ontoereikende bevaarbaarheid van de Gete voor groter vervoer en de aanleg van een rechtstreekse weg tussen Sint-Truiden en Tienen, waarbij Zoutleeuw geïsoleerd werd.
> De Verbrande Brug over de Vloedgracht over en zo bereiken we de bebouwde kom van het historische stadje Zoutleeuw. Op de verkeersweg links, langs de monumentale 18de ingangspoort van de Scholierenhoeve. We draaien mee met de gekanaliseerde Gete tot aan het beeld van OLV van de Leeuwse schippers, op de Prins Leopoldplaats. Rechts voor het kanaal en langs de gevel van het voormalige gasthuis van de Grauwzusters, die zusters hadden zich hier al sinds 1660 gesetteld, vernemen we via een muurbord. Aan het einde van de lange gevel naar links tot bij de indrukwekkende basiliek van Zoutleeuw.
> Deze stevige etappe (wat afstand betreft) brengt ons van het noordelijke naar het zuidelijke deel van het Vlaams-Brabantse Hageland. De ijzerzandstenen heuvels maken stilaan plaats voor een golvend landschap met veel fruitboomgaarden maïs- en graanvelden. We kruisen de valleien van Demer, Velpe en Gete. De gehuchten waar we langs lopen zijn meestal klein. Ook het bekendste bedevaartsoord van Vlaanderen, Scherpenheuvel, ligt langs Streek-GR Hageland. Eindigen doen we in het ingeslapen stadje Zoutleeuw, waar de rijke middeleeuwse geschiedenis nog van de gevels afstraalt.
> Start- en eindplaats zijn niet rechtstreeks verbonden per openbaar vervoer, je moet via Diest of Sint-Truiden reizen, reken op minstens één uur, mogelijk flink wat meer tijd. Zichem heeft een treinstation, Zoutleeuw heeft busverbindingen naar ondermeer Tienen en Sint-Truiden.
> Horeca onderweg heb je te Zichem, Scherpenheuvel en Zoutleeuw. Verder is er enkel één café onderweg, te Ransberg, waar een hoogbejaarde waardin je dorst kan helpen lessen.
Zichem, standbeeld Ernest Claes
+ De Witte, opgericht ter gelegenheid van 100 jaar Ernest Claes
Ex-spoorlijn 30 naar Scherpenheuvel
Omgeving Steensel
Hagelandse druiven
Dalen vanop de Galgenberg
Stijgend naar de brug over de E314
Omgeving Kortenaken - Liefkensrode
Langs Hagelandse fruitboomplantages
Bos
Marianum uit de 16de eeuw
Zoutleeuw by night
Zoutleeuw
Sacramentstoren Zoutleeuw
De Kleine Gete te Zoutleeuw
Sint-Leonarduskerk
Ransberg
Liefkensrodeveld
Voorbij Scherpenheuvel
Scherpenheuvel langs GR 5 / Streek-GR Hageland
GR-splitsing te Steensel
Ex-spoorlijn 30 naar Scherpenheuvel
Zandblauwtje
Basiliek Scherpenheuvel
Sint-Jan-Berchmanspad
De Maagdentoren in restauratie
> Autolawaai kondigt de brug over de E314 aan. Aan de zuidzijde van de brug lopen we langs nog enkele windturbines. In het gehucht Rijnrode is het even opletten, Streek-GR Hageland loopt er onverwacht een oprit op naast een woning, de wijnhoeve Kluisberg te Rijnrode 5. Je kan er een flesje Hagelandse wijn meepakken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

GR Hageland(153 km)