Startpagina > Wandelen > GR IJzer
> Aangezien ik zelf uit het Brabantse Groot-Grimbergen afkomstig ben was mijn interesse gewekt voor de verklaring van de plaatsnaam ‘Grimberg’. Het gebied waar we nu doorwandelen ligt op ongeveer 30 meter boven de zeespiegel, relatief hoog in vergelijking met de omgeving. Aan de randen van dit verhoogd en vruchtbaar landbouwplateau ontspringen de bronnen van de IJzer. Toch kan je hier moeilijk van 'een berg' spreken. De verklaring ligt wellicht elders.
> Op je linkerkant ben je net links de site gepasseerd van een oude feodale motte. Zo’n motte is in feite wat een eenvoudigere voorloper van de middeleeuwse burchten, een versterkte woonst op een lage heuvel die is omringd door een meestal kunstmatig aangelegde gracht. Zowel op de topografische kaart in de gids als op het terrein kan je die oude grachtomwalling en terreinophoging nog duidelijk merken.
> De kerk van Buysscheure is een typisch voorbeeld van een zogenaamde hallenkerk. Sta je voor de hoofdingang dan zie je 3 parallelle ‘hallen’ van gelijkwaardige hoogte en breedte. Onderweg langs GR IJzer zullen we gelijkaardige hallenkerken passeren te Rubrouck, Ekelsbeke, Wormhout, Herzeele en in West-Vlaanderen te Beveren-aan-de-IJzer.
> Beroemdste inwoner van Buysscheure was ongetwijfeld Tisje-Tasje. Hij werd hier geboren als Jan-Baptist van Grevelynghe in 1767. Zijn moeder overleefde zijn geboorte maar 2 dagen.
> Als je hier blind zou worden gedropt duurt het vast even vooraleer je door hebt dat je hier op Frans territorium wandelt. Alles straalt oervlaams karakter uit: De plaatsnamen op je topokaart, de huizen en kerken, het vlakke landschap, de straatnamen. GR IJzer loopt tijdens deze eerste etappe, waarbij je op zoek gaat naar de bron van de rivier, door het hart van de erg landelijke 'Westhouck'. 32 erg rustige kilometers geven je volop de kans om bakken oudvlaamse sfeer op te snuiven, waarin de IJzer, hier nog als een beek, de rode draad vormt.
> Het is niet de eerste keer dat ik hier bij de GR-wegwijzer tussen café Marcel en de hallenkerk van Buysscheure sta. GR 128 Vlaanderenroute die van Witzand (Wissant) naar Aachen loopt, passeert hier immers ook. Een verslag over deze route vind je elders op Trekkings.be. Ondertussen is er bij GR 128 een nieuw wandelbordje toegevoegd: GR IJzer. Voorlopige moeten we het enkel met dat GR-bordje doen, van de rivier waarnaar dit pad is genoemd is hier in de dorpskern van Buysscheure nog niks te zien, pas over een paar kilometer komen we in het brongebied.
> Voor wandelaars met tijd loont het zeker de moeite om GR 128 te volgen over enkele kilometers in zuidelijke richting. Het moerassengebied rond Booneghem en Clairmarais is immers zeker een exploratietochtje waard en is toch wel wat apart.
> Buysscheure is ook bekend voor zijn ‘bocagelandschap’, maar de bocages (hagen) zie je beter langs GR128.
> Door enkele trajectveranderingen wordt deze etappe 4 km langer.
> Voor Café Marcel heb ik deze keer geen tijd, op pad maar. Aan het gelijknamige café neemt GR IJzer de Boeren Weg. Bij het einde kom je op een prettig paadje waarlangs in april veel speenkruid bloeit en begin mei uitbundig gevlekte aronskelk openbloeit.
> GR IJzer staat hier zeer goed gemarkeerd met talloze bordjes op wandelpalen. Het pad kiest dan voor open veld en komt langs het domein en de motte van Grimberg (12de eeuw).
> Het is vooral Tisje-Tasje’s leven als straatventer dat hem een legendarische reputatie bezorgt. Reizend van markt tot markt slijt hij zijn koopwaar van pijpen en tassen op markten en andere volksbijeenkomsten in de Westhoek. Zijn humor, liedjes en grappen in het Vlemsch lokken veel klanten. In 1826 schrijft hij een ‘Tooneel-Stuk' in het Vlemsch over de troebelen rond de machtsstrijd tussen het Napoleontische regime en het oude koninklijke bestuur van Lodewijk XVIII, het wordt een daverend succes. Tisje-Tasje sterft in Noordpeene op 24 november 1842, op 77-jarige leeftijd. Zijn roepnaam komt van Baptist ‘Tist’ en het ‘Tasje’ heeft uiteraard te maken met zijn succesvolle verkoopsartikel tassen. De Eddy Wally van zijn tijd! Nog vele jaren later was Tisje-Tasje’s kleurrijke leven en levenswandel inspiratie voor volksauteurs. Naar hem werd ook de populaire voorloorlogse volkskalender ‘Tisje-Tasje Almanac’ genoemd, evenals de reus van Hazebrouck (1947) die nog jaarlijks door de straten van de Westhouck paradeert.
> De volksfiguur heeft nog geen standbeeld gekregen in Buysscheure, maar de Vlaamse Toeristenbond van Bachten-de-Kupe liet in de jaren ’60 wel een tweetalige gedenkplaat op de kerkgevel aanbrengen. In Noordpeene, waar hij het grootste deel van zijn leven sleet, liet diezelfde VTB een vernieuwd kruis op zijn graf aanbrengen met de tekst: “Hier onder verwacht de algemeene verryssenisse des vleesch Jan-Baptist van Grevelynghe met oorname Tisje-Tasje”.
Buysscheure, oude Vlaamse smidse
> Het is een mooie plek om wat uit te rusten en om even de tijd te nemen om het brongebied van korterbij te exploreren. Er is een vijvertje, gevoed door een kwel, maar dit is niet de enige bron. Loop je achter het vijvertje nog 100 meter verder over een paadje dan kom je bij een plaats in het veld waar het eerste IJzerwater de oppervlakte ziet. Op de achtergrond raast af en toe een TGV voorbij. Uit een drietal buizen komt hier water gesijpeld. 10 meter 'stroomafwaarts' is al een volgende bron waarvan het water uit een betonnen buis komt.
Reuze Tisje-Tasje (1947) van Hazebrouck (postkaart)
Over de Boeren Weg de eerste km van GR IJzer
> Het eerste IJzerwater is hier dus ingebuisd, teneinde de bovengelegen landbouwgrond maximaal te kunnen benutten. In een ver verleden creëerden dit soort bronnen door een ongecontroleerde huishouding ongetwijfeld moerassige gebieden. Ten zuiden van Buysscheure is nog zo'n moerasgebied overgebleven (langs GR 128). De namen van de omliggende dorpen verwijzen nog naar naar die moerasomgeving: In 'Broxeele' of 'Rubrouck' herken je het oudnederlandse woord 'broek', wat moerasgebied betekent. 'Buysscheure' (> buscure) heeft dan weer niks te maken met een 'gescheurde buis', voor de dorpsnaam zijn verscheidene etymologische verklaringen. 'Scheure' betekent wellicht schuur, maar 'buys' of 'bu' kan afkomstig zijn van 'bos', of 'hout', terwijl 'bu' ook 'donker' zou kunnen betekenen.
> Het is niet onmogelijk dat hier reeds veel eerder een versterkte vesting was, gezien de vrij dominerende ligging, op 1 km noordelijk passeert immers de kaarsrechte Romeinse weg Boulogne – Kassel.
> Bij nazicht van het oude cartularium van de abdij van Grimbergen in Vlaams-Brabant is niet dadelijk een link te vinden met de ‘Grimberg’ uit de Westhouck. Nu blijkt echter wel dat in de 13de eeuw de hofdame van Buysscheure, Adelis, een tweede huwelijk is aangegaan met één van de - toen machtige - heren van Grimbergen. Dus wel degelijk een link met het Vlaams-Brabantse Grimbergen die zowat 750 jaren terug gaat in de tijd en waaraan 'Grimberg' dus nog aan herinnert.
> Als tiener werkt hij in Noordpeene bij de zogenaamde ‘Broeders van de Pene’ in de abdij van de Wilhelmieten. Hij geniet er ook van een goede opleiding. Enkele jaren oefent hij ook de job uit van metsershulpje in Noordpeene. Op 19 jarige leeftijd huwt hij. 2 weken na de geboorte van zijn 8ste kind sterft zijn vrouw. In die jaren baatte Tisje-Tasje ook een goed draaiende winkel uit. 2 jaren na de dood van zijn vrouw hertrouwd hij met een buurvrouw. Uit die relatie komen nog 2 kinderen voort.
> Langs grote velden kom je zo op de toegangsweg naar Buysscheure ter hoogte van een boerderij. Links hier om 300 meter verder bij de bronnen van IJzer te komen. De bronsite is herkenbaar door de opvallende constructie van een eerste infohut rechts van de weg.
> OK, de IJzer is gelokaliseerd, tijd om er wat meer vaart achter te zetten. GR IJzer neemt de Popelierstraete noordelijk, loopt via de oude Romeinse weg (nu asfalt) Bonen (Boulogne) – Kassel onder de TGV-lijn London-Parijs en neemt dan de 2de veldweg links.
> Hier in de buurt ontspringt ook een ander beekje. Je zou deze beek ook als een bron van de IJzer kunnen beschouwen maar de loop is een stuk korter dan die van de bronnen die we eerder passeerden.
> Aan de volgende vorksplitsing links verder, langs een afgelegen huis, over een veldweg die wat slingert door open veld. Veel hoogspanningskabels en –masten aan de horizon, voornamelijk afkomstig van de kerncentrale van Gravelines, bij de kust. Het pad bereikt even weer de IJzer, waarvan het beekwater erg zuiver lijkt. Ietsje verder kruis je de Poelbecque. Als je deze beek naar links volgt over het veld kom je na 100 meter bij de samenvloeiing van Poelbecque en IJzer, de IJzer ontvangt hier zowaar haar eerste zijbeek.
> Maar GR IJzer loopt dus rechtdoor en komt langs een erg mooie veedrinkpoel, waar gedraaide wilgenstammen robuust in het water staan. Zo lijkt het toch, maar ze staan misschien iets te nat. Wat verder langs een hoeve met bakoven en ‘huisje’ om dan links de geasfalteerde Schaepestraete op te draaien.
> Rechts ligt het dorpje Rubrouck, dat zeker een bezoek waard is als je hier op een zaterdag- of zondagnamiddag passeert. Het museum is dan open.
> Ga ook even kijken naar de mottes van Rubrouck. Na het uiteenvallen van het Karolingische rijk in de 9de eeuw begon een periode van grote onzekerheid en onrust. De Noormannen waren berucht voor hun wreedaardige plundertochten waarbij de bevolking werd geterroriseerd. In die tijd ontstonden de eerste steden, vaak uit noodzaak omdat ze door hun versterkt karakter een meer veilig onderkomen garandeerden.
> Rubrouck is het geboortedorp van de beroemde Vlaamse ontdekkingsreiziger Willem van Rubroeck. Over de herkomst van Willem is nogal onduidelijkheid. Het dorp Ruisbroek in Vlaams-Brabant wordt wel eens met hem in verband gebracht, maar meer aannemelijk is dat hij wel degelijk uit het Westhoekse Rubrouck afkomstig is.
> De huidige kerk van Rubrouck is grotendeels van de 16de eeuw, maar er zijn sporen gevonden onder het gebouw die wijzen op een 11de eeuws bouwwerk.
> Elders in het dorp kan je ook nog een paar mooie gevels bekijken met getrapeerde speklaagpatronen die gebaseerd zijn op de runensymboliek. Deze stijlelementen gaan wellicht terug op een eeuwenoud gebruik om woningen te decoreren met runentekens van het vroeggermaanse schrift die de woning en zijn bewoners moesten zegenen met voorspoed en geluk.
> Tijd om het korte bezoek aan Rubrouck even door te spoelen met een pint in Café de la Mairie, de plek om ook even Vlemsch uit te proberen!
Omgeving Grimberg.
> Hij werd hier rond 1215 geboren, trad toe tot de franciscaanse orde en studeerde in Parijs. In het zog van de kruistochten trok hij naar het Midden-Oosten om van daaruit verder te reizen tot Mongolië. In de toenmalige Mongoolse hoofdstad Karakorum ontmoette hij in 1253 zelfs de de Grote Khan. Over zijn persoonlijk leven is behalve zijn overtuigd christen-zijn weinig bekend, maar zijn reisverslag (Itinerarium) over de tocht naar Mongolië werd een meesterwerk. Geschreven met zin voor detail beschrijft hij de gebruiken en gewoonten van de volkeren waar hij onderweg te gast is.
> Ondanks het feit dat Willem zijn avontuurlijke reis plaats vond voor die van de wereldberoemde Italiaan Marco Polo, is van Rubroeck's reis veel minder bekend. Wellicht heeft dat te maken met het feit dat van Rubroeck's reisverslag in het latijn was geschreven, met oog voor detail en observatie maar niet voor spectakel, wat het allemaal weinig 'toegankelijk' maakte voor een groter publiek. Marco Polo's reisverslag daarentegen was geschreven in Italiaans en Frans en fantasierijke bewoordingen smukten het verslag stevig op. Het verslag van van Rubroeck is nu nog van onschatbare waarde en object voor studie door historici.
> In het kleine dorp Rubrouck is een museum dat Willem herdenkt en nog werd ingehuldigd in 1996 door de president van Mongolië. Ieder jaar wordt in de tuin van café La Mairie een yurt opgetrokken en vinden er feestelijkheden plaats om de Vlaamse ontdekkingsreiziger te herdenken.
Samenvloeiing van IJzer en Poelbeek
Door Zeven Weg Veld
Rubrouck, museum Willem van Rubrouck
en 16de eeuwse hallenkerk
(Afbeelding uit Catalaanse kalender)
Café de la Mairie te Rubrouck
Motte
In de weiden van de Westhoek zijn oude drinkpoelen voor vee nog volop aanwezig. Indien ze niet te vervuild zijn door mest van grazend vee en voldoende diepgang hebben kunnen ze ook een waardevol biotoop zijn in het landschap, waarin waterplanten, kikkers en salamanders een thuis vinden. In deze mooie drinkpoel groeit waterranonkel.
Directe weg naar Meckeghem
Oude gevelversiering te Rubrouck
> Op het platteland ontstaan versterkte woningen en hofsteden, opgetrokken in steen en hout en omgeven door een aarden wal met een omringende gracht. Een toren op de kunstmatig verhoogde heuvel diende om naderend onheil te observeren. Zo'n versterkte wooneenheid heet 'een motte'. We passeerden al zo'n motte bij Grimberg en we zullen er langs GR IJzer over het hele traject nog tegenkomen, tot Stuivekenskerke. Meestal is in het landschap zoveel eeuwen later niet veel meer merkbaar dan een verhoogd heuveltje, soms met de gracht nog aanwezig. Aangezien de mottes hoofdzakelijk uit hout waren opgetrokken zijn de wooneenheden grotendeels vergaan in de tijd.
> Neem je in Rubrouck een paadje achter de kerk dan kan je nog mooi de lay-out van zo'n motte waarnemen. De voormalige pastorij is op zo'n kleine motte opgetrokken en vlakbij is een andere, vrij grote motte. De motte's hier dateren uit de 10-12de eeuw. Zonder twijfel is het rond deze plaatsen dat de dorpskern van het huidige Rubrouck zich later heeft ontwikkeld.
Dalend in de vallei van de jonge IJzer
> Verlaat je voor de watertoren GR IJzer links dan kom je na 1 km in de buurt van de mooi gelegen kapel van Sinte-Mildreda: Een oud bedevaartsoord.
> Terug op GR IJzer en op de Schaepe Straete waar koeien in de wei staan. Deze kruist wat verder de RD211 en wordt de Cloet Straete. Even later draai je door het erf van de gelijknamige hoeve Cloet waarvan de familienaam nog mooi te herkennen is in een bakstenen gevel uit 1798.
> GR IJzer steekt de D928 over, voor jou slingert een asfaltwegje naar de laagstromende IJzervallei toe. Verderop aan de horizon priemen de kerktorens van Bollezeele (rechtsvoor) en Merckegem (linksvoor). GR IJzer zal langs beide dorpskernen passeren in een grote bocht.
> Kort na het brugje over de IJzer links, een met steenslag verharde veldweg op en en aan het eerste kruispunt rechts. Hier in open veld is weinig beschutting tegen de koude noordoostelijke wind die flink blaast, dus ik picknickte maar langs de kant van de veldweg, lichtjes beschut door een haag. Het pad zigzagt verderop even over een asfaltweg en verlaat deze al snel door bij een vorksplitsing bij een kastanjelaar met kapelletje de linkse, kleinere weg te nemen.
> Amper voelbaar klimmend passeert GR IJzer camping Cent Fleurs, gaat links naar het kapelletje ND de Consolation. Richtpunt is de watertoren, gelegen op 62 meter, op de Galgberg, het hoogste punt van de hele GR IJzer.
Hoeve Cloet
IJzer, onderweg naar Merckeghem
> Op GR IJzer zie je ondertussen voor jou Merckegem, maar de padontwerpers laten ons eerst nog even de omgeving verkennen. Kort NA de watertoren dus links over een snel dalende asfaltweg, door het enige strookje bos van de hele GR IJzer. Het Wezelbosch lijkt grotendeels in privé-handen te zijn, GR IJzer blijft dus op de geasfalteerde weg door het bos. In de lente staat het bos vol witte anemonen. Verder zie je er zeker ook bloeiend speenkruid, maagdenpalm en hier een daar een bosviooltje.
> Op relatief korte tijd verlies je zo meer dan 30 meter hoogte. Dit is het enige stukje bos langs de 103 km lange GR IJzer!
Bosanemoon
Maagdenpalm
Speenkruid
Maarts viooltje
Asfalt Straete
> Beneden naar rechts en licht dalend verder. Zo komen we langs een kapelletje. Als je nu al na 16 km krampen hebt in benen is dit je kans. Een kruisteken voor het beeld van van OLV van de Krampen kan soelaas brengen zo vlak voor de stevigste klim van de hele GR IJzer. Het pad vervolgt in dezelfde richting over de veelbelovende Aerde Straete maar waarvan de naam beter zou worden gewijzigd in ‘Asfalt Straete’.
> Aan de volgende splitsing wacht je rechts een klim van formaat. Hou je vast: We stijgen van 10 meter naar 57 meter! Tijdens de klim loop je hogerop over grassige paden, waarvan een stuk wat drassig kan zijn. Eens ‘boven’ ben je in het centrum van Merckegem. Door de hoofdstraat richting kerk, waarbij je oa herberg en buurtwinkel ‘In de Vlasboote’ passeert. Een kort afslagje links brengt je bij een prachtig panorama (56 m hoogte) met oriëntatietafel en rustbank.
Merckeghem, 'In de Vlasboote'
> Achter jou ligt het ‘Flandre des Monts', voor jou spreidt zich het vlakke (Frans-)Vlaamse land van La Flandre Maritime uit. Of in andere benamingen: Achter jou het Houtland (naar de eeuwenoude traditie om weiden af te bakenen door hagen) en voor jou het Blootland (refererend naar de vlakke open polders).
> De mooie hoevegebouwen rechts waren de tiendenschuren van de verdwenen abdij Ravensberg. De abdij werd opgericht in 1191 en moest 601 jaren later, tijdens de Franse Omwenteling, sluiten. Bijna alles, op de hoevegebouwen na werd toen verkocht of afgebroken. Ravensberg werd opgericht kort na de drooglegging van de polders in het ‘Blootland’. Grote stukken land van de nieuwe polders werden toen door de graaf van Vlaanderen aan de abdij geschonken, die hierdoor snel een oord van welvaart werd. Het 'gewonnen' gebied voor jou ligt dan ook op een hoogte van slechts 0 tot 3 meter.
> Op 350° zie je op ongeveer 1 km een licht verhoogd veld, de Ronsberg, met daarachter een paar huizen en een vijver. Die plaats noemt Eeckhout Veld.(Cirkel op de foto). In het boek ‘Raadselachtig Vlaanderen’ weet Paul de Saint-Hilaire een merkwaardig verhaal te vertellen over Eeckhout Veld:
'Beneden de weg naar Brouckstraete toont men nog de plaats waar in de 15de eeuw de stad Eecke, beroemd om haar lakenhandel, werd verzwolgen. In één nacht spoelde de zee de laag gelegen gronden onder en sleepte de dijken, de huizen, het vee en de mensen mee. De toren bood lange tijd weerstand, zo gaat het verhaal, onder luid klokkengelui. En zelfs nu nog kondigt de doodsklok naderend onheil aan. Dat vertellen toch de bewoners die het voorbeeld aanhalen van 1789, 1913 en 1918. Op de plaats van de verdronken stad is nu een moeras met een eigenaardige vreemde flora en met een meer, dat een ware afgrond heet te zijn en dat nog nooit door iemand werd gepeild. In een nabijgelegen weide ziet men twee flinke heuveltjes of tumuli. Eén van de heuveltjes wordt Ronsberg genoemd. Het is 5 tot 6 meter hoog en heeft een omtrek van meer dan 400 meter.” Voilà!
> Wil je die site van korterbij bezoeken volg dan de verkorte versie van het Sentier de l’Eeckhoudt Veld (3,8 km en geel gemarkeerd vanaf het panoramisch punt) of makkelijker: Wandel langs GR IJzer net voor punt 10 op de topokaart van de gids links – rechts - rechts tussen de Ronsberg en het Eeckoudt Veld om dan weer op GR IJzer aan te sluiten.
> Verder rechtdoor, de IJzer kruisen en voorbij een ‘kwelm’, een bron gewijd aan OLV van Bollezeele.
> Even later verlaat GR IJzer de hoofdweg in Merckeghem door links weer af te dalen in de vallei van de Hollandbeek (35 meter hoogteverschil). Een stuk lager dan de eerste weg rechts die over zowat 2 km wordt gevolgd tot in het gehucht Pandgat om daar met bolle zeilen rechts koers te zetten naar Bollezeele.
>Vanaf Pandgat liep je aanvankelijk naar rechts, sinds 2010 ga je hier links en dan eerste rechts om eerst nog een flink ommetje te maken vooraleer je in Bollezeele aankomt. Dit herlegde traject maakte GR IJzer zowat 2,5 km langer.
19de eeuwse kerktorenspits van Bollezeele
Onderweg naar Bollezeele
Afwatering van bronnen in veld gebeurt vaak door ondergrondse buizen. Hier mondt het water van 5 zulke buizen in een beek. Café 'De Vlasboote' in Merckeghem was gesloten, ik heb dan maar water uit de beek gehaald. Misschien niet het beste idee om hiervan te drinken door al de nitraten en de buizen die toegankelijk zijn voor ratten en ongedierte, maar de dorst was sterker.
> Bollezeele, hoewel vroeger korter bij de Noordzee gelegen, heeft niks te maken met 'bolle zeilen', maar wellicht stond hier het huis van een Frankische hereboer, Bullo. 'zeele' is een achtervoegsel dat wel meer voorkomt in Vlaamse plaatsnamen, het is afgeleid van het germaanse 'sali' wat 'woonst' betekent. 'Het huis van Bullo' dus.
> De geschiedenis van het huidige dorp gaat dus minstens terug tot ruwweg de 7de eeuw. Bollezeele heeft altijd een relatief stevig aantal inwoners gehad, in de 19de eeuw zelfs rond 2000. Momenteel zijn er ongeveer 1500 Bollezelenaars. De grootte van het dorp lees je ook af aan de gebouwen rond het kerkplein, zoals het gemeentehuis in Vlaamse neogotiek, en het voormalige rusthuis. Dat rusthuis (het gebouw met een torentje op) werd hier al opgericht in 1864, een merkwaardigheid in die tijd. Het functioneerde ook als weeshuis en ziekenhuis. Het is nu een hotel-restaurant met alle moderne comfort.
> Bollezeele was vroeger echter vooral bekend als bedevaartsoord naar 'OLV van de Bezoeking' (in feite een eufemisme voor 'OLV van de zwangerschap'). Zwangere vrouwen komen hier om te bidden om een voorspoedige zwangerschap en bevalling.
> Als je maar één kerk binnenloopt langs je tocht over GR IJzer, bezoek dan de Sint-Wandrillekerk van Bollezeele. Het interieur is zeer de moeite waard. Het gebouw dateert grotendeels uit de 16-17de eeuw met latere aanpassingen. Rond het kerkgebouw lag vroeger ook het dorpskerkhof, vandaar het opvallende grote kerkplein. De bedevaarten naar OLV van Bezoeking brachten ongetwijfeld ook geld op, waarmee ook het mooie 'kerkmeubilair' kon worden betaald.
> Binnenin vallen de mooie glasramen op, maar het zijn vooral de Vlaamse retabels die de aandacht trekken. Er zijn hier maar liefst 5 retabels, waarvan één wellicht het oudste nog bestaande retabel is van Frans-Vlaanderen. Het is het retabel in het noordelijk georiënteerde transept. Je vindt er een Vlaamse tekst op die de datum 1619 vermeld. Dit prachtige piramidale retabel in verguld hout is gemaakt in renaissancestijl met toevoeging van barokmotieven. Het stelt de Heilige Drievuldigheid voor.
> Behalve het Vlaamse retabel van 1619 zijn er in de Sint-Wandrillekerk nog 4 retabels die dateren van eind 17de - 18de eeuw. Ze zijn opgetrokken in diverse materialen: Hout maar ook albast en marmer. Deze 'jongere' retabels hebben niet meer de piramidale vorm maar zijn ook bovenaan rijkelijk versierd, vaak met hemelse motieven.
> Retabels zijn iets typisch voor katholieke kerken. In Vlaanderen was dit altaarmeubilair erg populair als kerkversiering. Laten we niet vergeten dat pastoors tot in de jaren '60 hun missen opdroegen met de rug naar de gelovigen. Door de retabels kreeg de kerkganger een meer aanschouwelijke voorstelling van het geloof dan op de rug van de pastoor of op een kale muur te kijken. Enkele van de allermooiste retabels in landelijke Vlaamse kerken vind je in Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek (langs GR 512 en VIP) en Zoutleeuw (GR 128). Het allerbekendste retabel van Vlaanderen is zonder twijfel de triptiek van de broers Van Eyck die het Lam Gods als thema heeft en in de Sint-Baafs kathedraal van Gent te bekijken is (langs GR 128).
> In het centrum van Bollezeele neemt GR IJzer enkele buurwegels en komt langs een speelpleintje terecht bij camping Le St Antoine, genaamd naar het kapelletje op de hoek dat oorspronkelijk uit 1779 dateert, de Toontjeskapelle (Sint-Antoniuskapel).
> Links en verderop langs een andere straathoekkapel waarvan de eigenaar net het kapelletje aan het opfrissen was. Hij bleek van Lederzeele afkomstig te zijn en zweerde bij hoog en bij laag dat de bron van de IJzer daar te zoeken was en niet nabij Buysscheure! Ik had al wel gehoord over die rivaliteit tussen Buysscheure en Lederzeele over wie de status van IJzerbrondorp mag claimen, maar het blijkt dus levendig.
> Op de plaats van de bron, kort bij de IJzer, verscheen lang gelegen de Maagd Maria in hoogst eigen persoon. Op de plaats van verschijning werd later een Mariabeeld geplaatst. Herhaalde malen wou men het beeld in de kerk van Bollezeele plaatsen, maar steeds bleek Maria over de GR IJzer terug te zijn gewandeld naar de bron bij de IJzer. Dat verhaal moet zich hebben afgespeeld in de 15de eeuw of nog vroeger.
> In de winter van 1429 werd een gestorven kindje begraven, zonder eerst de christelijke rite van doopsel te hebben ondergaan. De ouders voelden zich achteraf schuldig hierover en groeven het lijkje na 2 weken wroeging alsnog op. Ze namen het lijk mee naar de kerk van Bollezeele en tijdens de doop kwam het kind plots weer tot leven. Dit is het verhaal achter de verering van OLV van Bollezeele door moeders in verwachting, om een voorspoedige bevalling te verkrijgen.
> Bij het kruispunt ‘Les 5 rues’ neemt GR IJzer de meest onopvallende weg die al snel schijnbaar doodloopt op een veld. Het pad loopt hier echter gewoon rechtdoor, de boer heeft hier de gewoonte om telkens de veldweg mee om te ploegen, maar er is hier wel degelijk recht op doorgang. Als het wat onduidelijk is, ga dan af op een terreinhoek van een met een haag omgeven domein, waar GR IJzer vervolgt in dezelfde richting. Het komende kwartier is dit pad niet altijd even duidelijk, hou gewoon dezelfde richting aan de hele tijd.
De IJzer te Bollezeele
> In de loop van de volgende eeuwen zou, OLV van Bollezeele het dorp en zijn inwoners nog vele malen beschermen van tegenspoed en rampen. De reputatie van OLV van Bollezeele was op den duur zo wijd verspreid dat zelfs de Spaanse Isabella in 1621 uit Brussel kwam afgezakt om OLV van Bollezeele eer te bewijzen. In die tijd werden dagelijks tot 10 missen per dag opgedragen in Bollezeele. Tegenwoordig gaat het er veel rustiger aan toe in dit dorp van de Westhoek. Jaarlijks gaat er echter nog een processie door het dorp.
> De plaats waar het allemaal, begon, hier bij de bron, werd gerestaureerd in 1980 zoals een bord vermeldt. Je kan hier een flinke teug Bollezeele-water drinken, hoewel het water officieel niet drinkbaar zou zijn. Een Mariabeeld staat er niet meer, maar er is wel een goed in de muur verankerde afbeelding op geschilderde tegels. De Maagd zal dit keer zo snel niet meer de benen nemen...
> Een graspad eindigt uiteindelijk in een bocht van een asfaltweg waarover je de volgende 40 minuten blijft lopen. Het is zeker niet het meest spannende traject. Af en toe een boerderij en ook de IJzer komt even bij de asfaltweg lopen. Zo bereik je een heel eind verder, bij het kapelgehucht La Cloche, de D52 of Steen Straete.
Kruispunt 'Les 5 rues'
Sinds eind 2010 is er ook verandering van traject. Vooraleer je na 'les 5 rues' weer op asfalt komt moet je links, naar de D928 en Erkelsbrugge om daar oostelijk koers te zetten richting la Cloche. Je sluit ongeveer 1,5 km voor La Cloche weer aan op het langer bestaande traject. Ongeveer 1,5 km langer.
> De Steen Straete is in feite een oude Romeinse weg. Links en aan een infobord over de Noordzee Fietsroute rechts naar de spooroverweg van Ekelsbeke toe. GR IJzer loopt naar Ekelsbeke maar maakt nog even een ommetje onderweg om langs een Brits militair kerkhof en een gemeenteparkje te passeren.
> Uiteindelijk kom je zo op het kerkplein van Ekelsbeke terecht. Verscheidene cafés om uit te proberen, het uitstekende Huis van de Westhoek, interessante kerk (afgebrand ooit), artisanale brouwerij en groot kasteel (in restauratie) en kasteelpark. Achter het kasteel is ook weer een IJzer-infohut. Over Ekelsbeke lees je meer in het verslag van de volgende etappe, voor deze eerste rit op GR IJzer zijn we ondertussen aan informatie verzadigd.
> De dorpsnaam 'La Cloche' (De Klokke), staat natuurlijk in verband met de Sint-Bonaventuurkapel. Op een oude kaart van Cassini (18de eeuw) is ook te zien dat het gehucht toen een windmolen rijk was. Gezien de ligging op een strategische plaats, waar de Steen Straete de IJzer kruist is het niet onwaarschijnlijk dat het gehucht is gegroeid rond een tolbrug of een wed in de IJzer, gecontroleerd door de heren van Ekelsbeke, maar het is maar een gissing van mij.
Militair kerkhof Gemenebest te Esquelbecq, waar 578 soldaten uit WW I en 47 uit WW I een laatste rustplaats vonden.

 

 

 

 

 

 

 

 

IJzer: Bron tot monding te voet