Startpagina > Wandelen > GRP 577
> Deze vierde etappe loopt veel door de bossen van de Famenne. Telkens als het landschap weer opent, lopen we naar een lager gelegen dorp, achtereenvolgens Martouzin, Wiesme, Mesnil-Eglise en het Lessedorp Houyet. De vallei van de Lesse klimmen we weer uit om een uurtje later de wilde, beboste vallei van de Iwoigne op te zoeken.
> Voorbij het stille dorp Custinne zoeken we door voormalig koninklijk bos een weg naar het culminerend punt van de Condroz te Ronvaux, gelegen op de rand van de Famenne. Een lange, zachte daling voert ons door de velden naar het kasteeldorp Leignon.
> Aan de overkant stijgen we vrij sterk over een pad dat over schistrots loopt. We komen zo al snel het bos uit en stijgen nog wat door. Bij een hondenschool gaan we rechts over een steenslagweg. Rechtsvoor zien we het viaduct van de E411 over de vallei van de Iwoigne.
> We arriveren bij het kerkhof van Custinne om daar links mee te draaien. Dan eerste straat rechts en bij een oud huisje dalen we onder een kastanjelaar af naar het kaatsterrein van Custinne. Daar links om het kaatsterrein in de lengte te volgen en op het einde een graspad links te nemen dat ons dadelijk bij de kerk van Custinne brengt.
> Bij de linde neem je links de dalende weg. We lopen nu de Condroz in. Steeds rechtdoor op kruisingen, langs een bosje en een Croix d'Occis tot bij een paar huizen. Daar rechts en 300 meter verder, midden in de velden, links en steeds dalend rechtdoor.
> We komen over asfalt Leignon binnen. Bij de N 949 links tot bij het treinstation van Leignon. Hier eindigt deze vierde etappe over GRP 577.
> Gewoon een hele tijd rechtdoor nu bij die dikke beuk en de wandelpaal, om aan te komen bij op een asfaltweg. Links-rechts en 700 meter wandelen tot bij de linde van Ronvaux, culminerend punt van de Condroz, op de grens met de Famenne.
> GRP 577 loopt dwars door de vlakte. We zijn nu over GRP 577 70 km gevorderd sinds we Marche-en-Famenne verlieten. De N911 oversteken (snel verkeer!) en aan de andere kant van de vallei over een asfaltwegje lopen naar het Bois du Roi toe. Bij de bosrand rechts over een pad dat ’s zomers erg overgroeid kan zijn. Het is mogelijk wat makkelijker om over het aanlandende veld te lopen. Op het pad groeit wel een grote variëteit aan veldbloemen.
> De passage door het Bois du Roi was nogal modderig. Goed opletten voor de padmarkering hier, want GRP 577 wisselt enkele keren van pad. Het bos is verscheiden in samenstelling. Everzwijnen zijn wel erg aktief hier, zowat de hele grondlaag van het bos was omgewoeld!
> Opvallend ook hier eind augustus is de massale aanwezigheid van een plant die nu ook weer niet zo courant is: blauwe knoop. In Vlaanderen is blauwe knoop zelfs zeldzaam. Verderop zijn er plukken heide te bespeuren. Het Bois de Roi is door zijn verscheiden samenstelling geliefd bij natuurspotters voor zijn planten en vogels.
> Je verlaat het bos 2,5 km verder over een wegje met een prachtige schistbedekking. Het is in dit soort zachte schist dat de Famennedepressie is uitgeschuurd over duizenden jaren. Eigenlijk loop je gewoon over de rotsen. Je komt Wiesme binnen, met zijn Romaanse kerk.
> Terug op GRP 577 ten zuiden van Beauraing, zowat op het punt waar de Tour de la Famenne het kortste in de buurt van de stad Beauraing komt (punt 20 in de gids). Onmiddellijk worden we geconfronteerd met een V-splitsing van veldwegen. Misschien niet zo duidelijk gemarkeerd maar hier moeten we de tak linksvoor nemen, we houden dus het bosje aan onze rechterzijde. Een halve kilometer verder licht dalen naar de mogelijk drukke N40 (bushalte met veel bussen naar Beauraing-centrum en -station), die we kruisen. Aan de overzijde volgen we een asfaltstraat, de Rue de Malakoff, die na een 500 meter een steenslagweg wordt. Op de V-splitsing een heel eind verder loopt het hoofdtraject nog enkele meters rechtdoor. SPLITSING met de variant van GRP 577 die hier rechts en over 6,6 km naar Froidlieu loopt via Eclaye en Revogne. De hoofdroute van GRP 577 houdt links aan en draait (nog steeds te samen met GR 126) naar links het Bois de Martouzin in.
Custinne
> Was het niet dat sinds de jaren '80 de snelweg E411 in de buurt van Custinne de Famenne intrekt, dan zou het plaatsje Custinne helemaal in de vergetelheid zijn weg gezakt. Boven de E411 kruist het hooggelegen 'viaduct van Custinne'. Daarop loopt de belangrijkste westoostweg door de noordelijke Famenne N929 (Route de France) Givet - Houyet - Haversin - Sinsin - Petit-Han. Vanop dat viaduct heb je een prachtig zicht over de Famennedepressie en de zuidelijke Condroz. Maar de E411 loopt in de buurt van Custinne ook zelf over een viaduct om hier de sterk beboste vallei van de Iwoigne te overbruggen.
> In Custinne was een feodale burcht gelegen, al zeker sinds de 13de eeuw. Custinne had dus een zekere machtspositie binnen het graafschap Rochefort en het prinsbisdom Luik omwille van zijn versterking en adellijke zetel. Desondanks is het dorpje altijd een bescheiden nederzetting gebleven. Custinne telt nog wat fraaie woningen maar van Custinne zien de Hollandse toeristen met hun sleurhutten (=caravans) niks meer dan de E411-asfaltstreep en het naambord.
> Kanotoerisme neemt op de Lesse en de Maas een aanvang begin 20ste eeuw. Het gaat dan over enkelingen met een avontuurlijke spirit die vaak zelf nog hun eigen kano bouwen of houten vouwkano's gebruiken. Op de Lesse doen toeristische platbootjes, gestuurd door bootsmannen hun intrede tijdens het interbellum. Na WO II komt het kanotoerisme pas echt op gang. Ansiaux kayaks, de grootste verhuurder, startte al na de oorlogsjaren. Ze hadden al een verleden met pleziervaarten op de Maas vanuit Dinant. Op de Lesse voeren ze met kleine platboten. Occasioneel vaarden toch ook al kayaks, men noemde ze 'hirondelles' (zwaluwen).
> De afvaart van de Lesse als populaire attraktie scheert echter pas vanaf de jaren '70 hoge toppen. De logge houten kano's worden in die tijd vervangen door lichte kayaks, eerst van polyester en later van polyethyleen. Hierdoor werd een kayak ook bijna bijna onverwoestbaar en moest men zich niet langer zorgen maken over gaten en scheuren, bovendien waren ze vlot vervoerbaar.
> Sinds begin jaren '80 is kayakken op de Lesse hierdoor een echte massa-attraktie geworden. Op warme zomerse dagen lijkt de Lesse wel één langgerekt pretpark van schreeuwende en joelende mensen, in die mate dat stillere recreanten, zoals wandelaars, de omgeving van Houyet en Gendron beginnen te mijden op zulke dagen.
> Je kan in de Ardennen ook andere rivieren afvaren, zoals de Ourthe of de Semois of op andere delen van de Lesse varen maar nergens anders is kayakken zo'n massa-evenement geworden dan hier op de Lesse tussen Houyet, Gendron en Anseremme. Het is ook een perfect concept voor een daguitstap. Een uurtje of 5 de Lesse afvaren en retour via de trein op een eveneens aantrekkelijk treintraject.
> Tot voor enkele jaren waren drie grote kayakbedrijven aktief op dit deel van de Lesse'. Er is dan ook veel geld mee gemoeid. Op mooie dagen varen duizenden kayakkers hier de Lesse af. De drie verhuurders tot 2009 waren de families Ansiaux, Libert en Pitance (BVBA Lesse Kayaks), beter bekend via de kleuren van de kayaks: respectievelijk rode, gele en blauwe. Ze bezitten elk 600 kayaks.
> Legendarisch zijn de vele 'kayakoorlogen' die zich tussen de concurrenten afspeelden, vaak resulterend in processies en 'wisselende coalities' om mekaar de duivel aan te doen. In 2009 nam de familie Pitance het bedrijf Ansiaux echter over en onder de koepel 'Dinant Evasion' baten ze net zoals 'Durbuy Adventure' nu een bedrijf uit waarvan de Lesseafvaarten nog maar een onderdeel uitmaken binnen een groter geheel van outdooraktiviteiten en horeca. Hiermee kwam dus een einde aan bijna 75 jaar wateraktiviteiten op Maas en Lesse voor de familie Ansiaux. Er zijn vandaag dus eigenlijk nog maar twee grote operatoren aktief op de Lesse tussen Houyet en Anseremme: Libert en Dinant Evasion (familie Pitance). Tweederde van hun cliënteel is nederlandstalig. De afvaart van de Lesse is hier 12 km (tot Gendron) of 21 km (tot Anseremme).
Koninklijke Schenking
> In het jaar 1900 schonk Leopold II zijn enorme bosdomeinen hier aan de Belgische Staat onder bepaalde voorwaarden. Een deel ervan moest ter beschikking blijven van de koninklijke familie, een andere deel kwam in beheer van de Belgische Staat die het karakter van de omgeving moet bewaren. De schenkingen mogen ook niet worden verkocht. Het deel waar GRP 577 door loopt is dus publiek open gesteld. Een gelijkaardige overdracht vond plaats voor de serres en het park van Laken evenals enkele kastelen en bos te Tervuren (daar lopen GR 512, 579, Dijleland en Groene Gordel door). De Koninklijke Schenking wordt gerund door een autonoom comité met specifieke statuten.
Houyet, GR-padenkruispunt
> Bij de Lessebrug van Houyet ligt een GR-kruispunt. Sinds 1978 kruisen hier GRP 577 en GR 126 (Brussel - Semois). Met de komst in 2011 van GR 129 - Dwars door België (Brugge - Namen) veranderde de situatie hier volledig. De oude wandelboom werd in 2012 verwijderd en de nieuwe situatie met 3 GR's in alle richtingen is duidelijk aangebracht op een wandelpaal.
Martouzin
> Wellicht was er al een Galloromeinse villa hier, behorende tot een zekere Maarten (Martis). Er moet later een nieuwe boerderij gekomen zijn op zowat een kilometer, een nieuwe 'villa' of 'Neuville'. Sinds eeuwen worden Martouzin en Neuville vaak in één adem vernoemd.
> De oude locatie van boerderijen hier valt natuurlijk te verklaren door de vrij vlakke landbouwgronden hier, hoewel ze van arme kwaliteit zijn. Wat je misschien opvalt in Martouzin is dat er veel met baksteen werd gebouwd in het dorp in plaats van met lokaal ontgonnen kalksteen. Dat is eenvoudig te verklaren doordat in Martouzin in de 19de eeuw een steenbakkerij was gevestigd.
Wiesme
> De naam van dit dorpje spreek je uit als 'Vièmme' of zoiets. Bij nogal wat Vlamingen is dit Famennedorpje wellicht bekend door de onderdak-bivakplaats in de oude melkerij-pastafabriek die in de Rue de la Laiterie ligt. In de glorietijden van de pastafabriek, voor WO II, vertrok bijna dagelijks een wagon deegwaren van het merk Norita. Het gebouw kreeg de laatste 50 jaar te kampen met verval en brand en in 2010 waaide er tijdens een hevige storm over de Famenne en de Condroz nog een deel van het dak weg. De Vlaamse vzw Laiterie verhuurt het gebouw voor jeugdgroepen. De eerste generatie wandelaars over GRP 577 konden hier in in Wiesme nog de trein nemen. Sinds 1984 is dat stationnetje afgeschaft door de NMBS, idem te Martouzin.
Houyet, koninklijk dorp
> Als het van Koning Leopold II (1835 -1909) afhing dan zou Houyet een toeristisch centrum worden voor de 'beau monde' van Europa, lees: voor koningen en prinsen. Hoewel de koninklijke familie al een kasteeldomein bezat in Ciergnon (in vogelvlucht op slechts 8 km), liet hij op het koninklijk domein boven de Lesse nabij Houyet een enorm kasteel optrekken in 1874, Le Château Royal d'Ardenne. Er werd in het begin van de 20ste eeuw ondermeer ook een golfterrein aangelegd en voor Leopold II was het treinstation waar ook het gewone volk af- en opstapte natuurlijk niet prestigieus genoeg. Houyet kreeg dus ook een apart koninklijk treinstation (gebruikt tussen 1896 en 1919).
> Nadien wil hij er dus een hotel van maken voor zijn voorname gasten. Vanaf 1899 zal de Compagnie des Wagon-Lits het kasteel inderdaad uitbaten als luxehotel. Een tiental jaren later krijgt het een familiale uitbating.
> Het domein komt Wereldoorlog II nogal gehavend door en in 1950 sluiten de hoteldeuren definitief. Het kasteel brandt af in 1968 en de resten worden daarna volledig afgebroken.
> Er zijn toch nog enkele zaken overgebleven: Het golfterrein, een uitzichttoren en ook het treinstation. GRP 577 passeert 2 km voorbij Houyet-dorp langs dat golfveld en de toren. Het voormalige koninklijke treinstation kan je mits wat rondspeuren zien als je GR 126 /GR 129 één kilometer volgt langs de Lesse richting Gendron, bij de eerste spoorbrug over de Lesse.
> Eigenlijk was de koninklijke band met Houyet al stevig verankerd onder het regime van zijn vader en voorganger, Leopold I (1790 -1865). Die verwierf al enkele jaren na zijn aanstelling als eerste Belgische koning grote bosarealen in de streek, vooral om er jachtpartijen te organiseren. Zijn verbondenheid met de streek en Houyet in het bijzonder, blijkt ook door het feit dat hij deelnam aan de eerstesteenlegging voor een nieuwe kerk te Houyet in 1851. De kapel voor Notre Dame de La Salette, die we passeerden tussen Mesnil-l'Eglise en Houyet, zou zijn bekostigd door zijn vrouw Louise-Marie. In dit deel van de Famenne zijn de sporen van de Koninklijke familie eigenlijk nog talrijk aanwezig.
> Het dorpje Houyet zelf zou een zeer oude geschiedenis hebben. De huidige kerk zou volgens heemkundigen zelfs gebouwd zijn op fundamenten van een kerkgebouw dat terug gaat tot de tweede eeuw. Dat is wel erg oud en de vraag moet misschien worden gesteld of die kerk uit de tweede eeuw geen galloromeinse tempel was of een ander soort voorchristelijke tempel. Het huidige kerkgebouw, waarbij Leopold I dus bij de bouw officieel betrokken was, heeft architecturaal geen bijzondere waarde. De stationswijk ontwikkelde zich pas eind 19de eeuw, toen de spoorlijn langs de Lesse doorgetrokken werd naar Houyet. Vandaag is het nog steeds het (kleine) toeristische centrum van Houyet.
Houyet, kayakdorp
> Houyet staat vandaag wel op de toeristische kaart maar 'massamoordenaar' Leopold II had het zich wellicht anders ingebeeld: Geen beau monde nu maar grote groepen joelende massatoeristen, gekleed in kleuren die nog harder schreeuwen dan die van de kayaks waarmee ze massaal de Lesse afdobberen richting Anseremme. Houyet + kayak = een echt succesverhaal. De Lessebedding tussen Houyet en Anseremme loopt dan ook door prachtig landschap.
> Nogmaals spoorweg 166 onder na de kruising met een beek, om 120 meter verder rechtsvoor aan een lange maar gelijkmatige klim te beginnen van meer dan 100 meter hoogteverschil. Betonbedekking wordt asfalt en na een laatste huis loop je ook hier over een typische schisthelling, waarbij het uitzicht over de Famenne almaar weidser wordt. Ook de planten op deze voedselarme maar warme bodem langs het pad, zijn het bekijken waard. Bovenop verwacht je een rustbank om van het uitzicht te genieten, maar die is er niet. Enkel een windgenerator. Daarover seffens meer. Even na het hoogste punt sla je rechts af om licht te dalen naar Mesnil-l'Eglise.
> In Mesnil-l'Eglise zag ik voor het eerst de markering van het Naamse pad ‘Sentier Notre Dame de Beauraing’. Het behoort tot een net van langeafstandspaden die begin jaren '80 in de provincie Namen werden gecreëerd maar die al lang niet meer worden onderhouden. Het liep over 75 km tussen Namen en Beauraing en was hier in het centrum van Mesnil-l'Eglise aan kilometer 66 toe. We volgen dit pad nog een kilometertje tegen de wandelrichting in. De markeringstickers zijn inmiddels verbleekt.
> Voorbij de dorpskern klim je weer wat om uiteindelijk op de snelle weg N929 te komen. Even rechts om net voor de kapel van Notre Dame de la Salette weer rechts te gaan. We zijn hier op het culminerend hoogtepunt van de weide omgeving.
> Zowel Beauraing als Leignon hebben een treinstation maar ze liggen niet op dezelfde lijn. Reken op zeker 2 reisuren als je tussen beide stations wil reizen omwille van de overstap(pen). Het station van Beauraing ligt wel op 2 km van het GRP 577 - traject, dat van Leignon ligt op GRP 577. Je zou deze etappe ook kunnen breken in Houyet, waar je ook langs een treinstation komt dat op dezelfde lijn als Beauraing ligt. Te Martouzin kruis je wel dezelfde spoorlijn maar er stoppen al lang geen treinen meer. De dorpen onderling zijn slecht ontsloten door TEC-bussen. Mogelijk vindt je op een weekdag buiten de vakanties wel een morgen- of avondbus die gericht is op leerlingenvervoer maar ook andere reizigers meeneemt. Bus 166a verbindt op weekdagen de treinstations van Houyet en Jemelle via Rochefort. Eindpunt Beauraing ligt niet rechtstreeks langs GRP 577, het centrum ligt op een dikke kilometer en het treinstation op een kleine 2 kilometer. Vanuit Beauraing kan je ook GRP 577 bereiken door van het station een bus te nemen naar het punt waar GRP 577 de N40 kruist ten zuiden van Beauraing of vice versa.
> Voorzieningen onderweg. In Beauraing (buiten GRP 577), te Houyet en in Leignon. Rond het treinstation van Houyet zijn een paar cafés, een bakker, een frituur en de toeristische dienst is gevestigd in het treinstation. Een Louis Delhaize-superette en krantenwinkel vind je in het centrum van Houyet, in de Rue Grande, op 500 meter van het station. Camping te Houyet, kort bij het station en langs de Lesse gelegen. In Leignon kom je langs een superette en horecazaken.
> Het is mogelijk om tussen Custinne en Ronvaux af te wijken van de hoofdroute en te kiezen voor de variante langs het recreatiedomein van Chevetogne. Hiermee coupeer je ook een stuk van de hoofdroute. Je zou dan eventueel het treinstation van Haversin als eindpunt kunnen nemen.

> We zijn nu 90 km ver sinds we vertrokken in Marche-en-Famenne. Nog wat verder komen we op een plek met de naam Les Nayons en vervolgen daar rechtdoor, met aan de rechterzijde dennenbos. Bij het einde van het bos lopen we nog even rechtdoor over een graspad om bij een dikke beuk op een kruispunt van GR-paden te komen. 'La Brodde' heeft die plaats als naam bij de lokale inwoners. De plek komt me heel bekend voor, want hier kwam ik reeds vroeger, via GRP 575 dan. Hier splitst ook een variant traject via het domein van Chevetogne af van de hoofdroute van GRP 577. Ditmaal blijf ik echter op de hoofdroute richting Leignon.
> In dit Bois de Martouzin splitsten tot 2005 GRP 577 en GR 126 weer af van elkaar, nu zullen we nog tot Houyet GR 126 volgen. Even dalen tot het voormalige station van Martouzin om er onder de sporen te lopen. Spoorlijn 166 (Dinant - Bertrix) maakt een een scherpe bocht hier om een halve kilometer verder een tunnel van maar liefst 702 meter lengte in te duiken. Zo kom je het rustige dorp Martouzin binnen, gelegen op de rand van een erg brede vallei. In het dorp zie je nog enkele vakwerkhuizen.
> We zijn nu 80 km ver over GRP 577 sinds Marche-en-Famenne. Na een hele tijd dalen zit er verderop toch ook nog een korte stijging in. In minder dicht bos ga je op een T naar rechts om licht te dalen naar Houyet, waarvan je de huizen in de verte al ziet liggen. Bij bebouwing gekomen, vervolg je links. Bij de spoorweg links over een geasfalteerd buurtpad dat langs een oude bron loopt. Zo kom je op de hoofdweg door Houyet, die je naar het station leidt en tot de brug over de Lesse.
> GRP 577 vervolgt over een veldweg die vrij vlak loopt of licht daalt. Bij de bosrand even links om 500 meter verder het bos weer in te duiken. De padenkeuze ligt voor de hand in dit bos, dat behoorlijk modderig is op de lagere delen. Veel everzwijnen aan de omgewoelde grond te zien.
Kapel Notre Dame de la Salette
> Deze grote kapel werd gebouwd ter ere van OLV van Salette. Ze herinnert aan de verschijning van de maagd Maria aan twee kinderen uit het dorp La Salette in het Franse departement Rhône-Alpes in 1846. Die miraculeuze verschijning van een wenende Maria maakte nogal ophef destijds in Europa. Volgens de overlevering zou de eerste koningin van België, Louise-Maire d'Orléans deze kapel hier nog betaald hebben.
Mesnil -l'Eglise
> Een straatdorp als een ander denk je misschien maar in Mesnil-l'Eglise is toch iets meer aan de hand. Het onopvallende dorp van een vijftigtal huizen wordt wel eens een 'hippiedorp' genoemd. Onterecht. De verklaring ligt misschien in het feit dat er zich hier een jaar of dertig geleden een '68-er kwam vestigen die vrienden enthousiast maakte om hier ook te komen wonen. Vandaag is er een soort beweging die zich de 'nieuw-landelijken' noemen, mensen die het drukke stadsleven achter zich laten om hier in alle rust en in harmonie met de omgeving te leven. Anderen vielen eveneens voor de charme van deze omgeving en kochten één van de woningen die hier leeg stonden. Een definitie kan je op dat neo-rurale niet plakken, iedere bewoner vult dat op zijn eigen manier in, het heeft allemaal niks met een sekte of gesloten gemeenschap te maken. Het zijn algemene levensfilosofieën die de inwoners binden.
> Vaak borrelen er creatieve ideeën op rond duurzaamheid. Zo heeft Mesnil-l'Eglise al sinds 2006 ook zijn eigen windturbine om energie op te wekken (we liepen er langs). Dat is een project van burgerlijk ingenieur Bernard Delville. Een echte 'kindermolen', want de eigenaars en aandeelhouders zijn 850 kinderen. 1 miljoen € werd bijeengebracht na een publieke fondsenwerving in 2003. Zo staat de windmolen van Mesnil-l'Eglise ook symbool als tegengewicht voor de winstarrogantie die grote energiebedrijven aan de dag leggen.
> Alle respect ook voor de nog overgebleven oude inwoners van Mesnil-l'Eglise. Om het samenhorigheidsverband te versterken werd er ook een feestcomité opgericht en werd ondermeer het traditonele Feest van het Vuur weer in ere hersteld. Mesnil-l'Eglise haalt wel eens vaker de pers in Wallonië omwille van nieuwe originele projecten in het dorp. Er is in 2008 zelfs een film gedraaid over het dorp en zijn bewoners.
> Dankzij het kayakgeweld zijn er nogal wat toeristische faciliteiten bij het station en de Lesse te Houyet, waaronder een camping, eetmogelijkheden, café’s en een bakker. De verrassing komt uit onverwache hoek. Bij een vuilniscontainer vliegt een zeldzame kleine weerschijnvlinder. Ik had deze schitterende vlindersoort nog nooit eerder gezien en de fladderaar poseert dan ook nog eens gewillig voor de foto.
> Na deze opwindende waarneming ben ik de Lesse overgestoken. Even opletten dus op deze plek waar drie GR's kruisen. GRP 577 volgt hier rechtdoor op de N929 over 100 meter. Pas dan gaan we van de N929 af door linksvoor een steenslagweg te nemen. We beginnen aan een sinds 2009 volledig nieuw stuk GRP 577 van zowat 12 kilometer.
> Langs een jagershut en dan over een hol pad, waarvan de grondlaag uit kalksteen bestaat. We snijden hier door dus weer door een kalkband van de Calestienne, die hier minder dan een kilometer breed is. Diezelfde Calestienne waaruit ook de grotten van Han, Rochefort en Hotton zijn gesleten. Mits wat zoeken vindt je mogelijk fossielen van schelpdieren die in deze oude koraalbank zijn versteend. Zelfs in de padbodem kan je fossielen opmerken. Aan de andere kant van de vallei zullen we straks over een heel andere bodem lopen: zachte schieferlagen, waaruit de Famennedepressie is geschuurd.
GRP 577 net ten zuiden van Beauraing
Laatste wolf
> Hoewel de tekst op het monument dat niet specifiek vermeld, staat deze plek bekend als die waarop koning Leopold I de laatste wolf van België kilde: 'Le 15 fevrier 1845 / S.M. Léopold 1° Roi des Belges / étant à la chasse sur sa terre de Custine / abatti à cet endroit un énorme loup.' leest de tekst, of in het NL 'De 15de februari 1845 / Z.M. Leopold I, Koning der Belgen / op jacht zijnde op zijn gronden te Custinne / doodde op deze plaats een enorme wolf'. Het was in die tijd nog iets om fier op te zijn, een wolf doden. De wolf had ook een barslechte reputatie. Een sprookje als Roodkapje illustreert dat mooi en er was blijkbaar in de middeleeuwen niemand die er aan twijfelde dat de wolf zeer schadelijk en gevaarlijk was.
> Toch is de wolf in regel niet echt een mensendoder. Hij leeft vooral van karkassen. Uitzonderingen genoeg, zoals bij hondsdolle wolven of in tijden van honger wanneer een hele roedel moet worden gevoed, maar eigenlijk vertoont een wolf bij aanwezigheid van mensen vooral zeer schuw gedrag. Voor het doden van een wolf werden eeuwenlang premies uitgeloofd. In periodes van chaos en oorlog gedijde het wolvenbestand goed.
> In België zien we een gestage achteruitgang van het wolvenbestand vanaf het tweede deel van de 17de eeuw. Met de Kempen als uitzondering zouden in Vlaanderen vanaf 1700 enkel nog af en toe uitgezworven solitaire wolven voorkomen en slechts zeer uitzonderlijk een roedel. In de Kempen en het Zoniënwoud werden de populaties in de 18de eeuw uitgemoord. Anders was het zeker in de uitgestrekte bossen van Condroz, Famenne, Ardennen en Gaume. Daar was jagen op wolven in de eerste helft van de 19de eeuw nog de normaalste zaak. Het was Leopold I dus die 'de eer' had de laatste wolf in België te doden, hoewel er bewijzen genoeg zijn dat ook in de tweede helft nog solitaire wolven rondzwierven en gedood werden in Wallonië.
Linde Tige de Ronvaux
> Op dit punt rond 340 meter hoogte, staat - wind en weer trotserend - een oude linde, de 'Tilleul de Ronvaux' een referentiepunt in het landschap. De linde lijkt mij 100 à 150 jaar oud maar misschien is hij veel ouder, of wellicht vervangt hij een veel ouder exemplaar, aangezien op de Ferrariskaart van 1777 al een markante boom is ingetekend, tesamen met de plaatsnaam 'La Croix Halot'. Hij staat dan ook langs een zeer oude weg. Hier passeerde de zogenaamde 'Haut-Conduit', een handels- militaire en pelgrimsweg die vanuit de Maasvallei via Ciney, Chevetogne en Mont-Gauthier naar Rochefort / Marche-en-Famenne liep en naar Saint-Hubert. Hij werd dus ook gebruikt door bedevaarders van Namen naar Saint-Hubert al zeker in de 15de eeuw en wellicht nog veel langer. Hospitalen en refuges in de dorpen en versterkingen onderweg bewijzen dat er een zekere 'begankenis' moet zijn geweest over deze weg. Volkswijsheid verhaalt over het feit dat je van hier bij mooi weer de basiliek van Saint-Hubert kan zien (in vogelvlucht op 31 km in ZO-richting) en zelfs de klokken kan horen luiden als de wind goed zit. De linde is net niet dik en oud genoeg om in de lijstjes van merkwaardige bomen te komen. Het huidige (betonnen) kruis is van 1949. Van hier heb je een mooi uitzicht over een deel van de Condroz en de Famenne. Aan de andere zijde van de boom nodigt een rustbank uit om even de rugzak te droppen.
> Op een scheve V-splitsing rechtsvoor vervolgen. Op een volgende V-splitsing de rechtertak nemen en het pad gaat al snel dalen in een bocht tot bij een privé-vijver. Hier gaan we rechtuit tussen de waterpartijen over een pad dat drassig kan zijn.
> We gaan dan aanvankelijk snel stijgen maar de stijging wordt al vlug meer geleidelijk. We zijn hier ongemerkt de Koninklijke Schenking binnen gewandeld. De volgende kilometers zijn er heel wat aftakkingen en kruisingen. Volg goed de padmarkering die zeer prima was op het moment dat we door dit Bois de Sonmon passeerden. We komen langs een oud, raar en rotsig monument.
> Bij de kerk rechts de hoofdstraat op om al snel een straat naar links te nemen. We komen langs enkele typische oude huizen van Custinne en blijven nog even op dezelfde weg. Weer op de hoofdstraat (kapel met rustbanken) volgen we deze nu links voor een tijdje. Als ze een bocht naar links maakt gaan wij rechtdoor over een steenslagweg. Onderweg veel geknakte oude bomen, een gevolg van een storm in 2010 die bijzonder hard door Famenne en Condroz raasde. Voordien was dit een mooie dreef.
> Het autolawaai van de E411 komt inmiddels korterbij. We komen vlak bij deze autosnelweg en draaien er naar rechts om een eind verder onder het viaduct van de E411 door te lopen over een verbrokkelde asfaltweg.
> De bosweg stijgt regelmatig en ononderbroken een hele tijd. Helemaal boven komen we op een zessprong van wegen kort bij een golfterrein op de linkerkant. Dat is trouwens de uitgestrekte site waar zich ook het Château d'Ardenne bevond (zie geschiedenis Houyet hogerop). Hier gaan we rechtdoor over een brede rechte steenslagweg. Deze komt uit op de N94. Oversteken en het grote wildhek passeren. We nemen hier het pad tussen de 2 grenspalen.
> Het is een prachtig pad dat door bos met af en toe open plekken loopt. De planten- en insektenwereld is hier gevarieerd (oa meiklokjes en hengel). Ik fotografeerde hier een eikenpage. Na een tijdje gaat het grassige pad sneller dalen. In een bocht draaien we naar rechts om op een kruising van paden te komen. Even rechts volgen en dadelijk links een zijbeekje van de Iwoigne over. Enkele tientallen meters verder kruisen we dan de Iwoigne zelf over een wat gammel brugje. De Iwoigne ontstaat uit een samenvloeiing van beken en vijvers ten noorden van Chevetogne, in het provinciaal domein. Ze passeert, sterk meanderend, langs Custinne om dan 2 kilometer ten noorden van Houyet in de Lesse te vloeien.
Martouzin, landbouwdorp
Martouzin, gerestaureerd vakwerkhuis
In de stationnetjes van Martouzin en Wiesme stoppen sinds begin jaren '80 geen treinen meer (foto Martouzin)
Kalksteenblokken langs het pad
Graspad tussen Martouzin en het Bois du Roi
Kapel ND de La Salette
Over een verhard buurtpaadje loop je Houyet binnen
Door het Bois du Roi
Gewone berkenboleet
Vallei van de Iwoigne nabij Custinne
Afvaart van de Lesse rond 1948 (poskaart Ansiaux)
Muizenoor
Ruige anjer
Wiesme, kerk
Verdwenen Château d'Ardenne rond 1920 (postkaart)
Blauwe knoop
Famennezicht vanop de hoogten tussen Wiesme en Mesnil-l'Eglise
De Lesse te Houyet
Houyet

Kayak op de Lesse
Houyet, kleine weerschijnvlinder
Brugje over de Iwoigne
Langs een 19de eeuwse boerenwoning te Custinne
Custinne, dorpsstraatje
Beschadigde bomen langs het pad naar de E411
Onderweg naar de Koninklijke Schenking
Linde van Ronvaux, culminerend punt Condroz
Monument waar Leopold I een 'enorme wolf' afknalde.
Dit wat verzakte kruis is bijna zeker een zogenaamd 'Croix d'occis',
dat is een kruis geplaatst op een plek waar iemand op een onnatuurlijke, plotse wijze om het leven kwam (bvb val, blikseminslag, moord).
Mogelijk gaat het hier over het zgn Croix Tagnon met datum 1776,
de reden van zijn of haar dood is me niet bekend.

 

 

 

 

 

 

GRP 577 Famenne (170 km)