©
Luc Selleslagh 2014 - 2024 Trekkings.be
Kapel OLV van Walcourt
> Niet zo ver van het gehucht Buhan ligt deze kapel, gelegen aan de rand van het woud van Buhan bij een paar linden die wellicht even oud zijn als de kapel. Die werd rond 1880 gebouwd door iemand als erkenning voor een verkregen gunst. De bewoners van de kapel zijn maar liefst vier (populaire) heiligen: Donatius (tegen bliksem), Appolonia (tegen tandpijn), Walfried (tegen reuma) en Gertrudis (tegen graanmuizen). De kapel ligt bij een kruispunt van oude wegen.
Bouillon, een mistige Semois
> Typisch voor deze zesde etappe van GR 16 Semois is dat we zowat de lange tijd kort bij de Semois blijven en meedraaien met haar grote meanders. In tegenstelling tot de vorige en volgende etappen zijn hierdoor de hoogteverschillen vandaag beperkt. Je kunt dus vlot en relax doorstappen en onderweg lange pauzes nemen langs de Semois of vroeg in Bouillon arriveren en er de tijd nemen om de burcht van Godfried, de archeoscoop of het Musée Ducal te bezoeken. De historische burcht lijkt er wel vergroeid met de bergrichel waarop ze is gebouwd. Onderweg naar Bouillon zijn er na het dorpje Dohan geen nederzettingen van betekenis langs het pad.
Onderweg door de Semoismeander van Dohan
Kasteelpoort Dohan
Dat een passage door naaldbos niet altijd
eentonig hoeft te zijn, merk je
aan deze mooie partij oude douglassparren.
Bouillon
> Bouillon, de 'hoofdstad' van de Semois, wordt al meer dan 1000 jaar gedomineerd door een stoere burcht. De huidige constructie dateert hoofdzakelijk uit de 16de eeuw. De drommen toeristen die het gebouw trekt, zijn hoofdzakelijk te danken aan de mythische figuur van Godfried, die in de 1082 de burcht erfde. Toen na de oproep van paus Urbanus II, Pieter de Kluizenaar in onze streken overal strijders kwam ronselen om 'het Heilige Land' (Palestina) te bevrijden van de mohammedanen, aarzelde hij niet om mee te gaan. Om de strafexpeditie te financieren gaf hij zijn burcht in 1096 aan het Prinsbisdom van Luik in onderpand. Bovendien plunderde hij ook nog de rijkdommen van abdijen en kerken in de streek voor 'het goede doel'.
> In augustus 1096 vertrekt hij als een van de leiders van een geallieerd leger van ridders en avonturiers met de Eerste Kruistocht. Na een lang oponthoud in Constantinopel (Istanbul) en de verovering van Antiochië, rukt de karavaan verder op naar Jeruzalem. Onderweg schrikken de veroveraars er niet voor terug om wreed te moorden, plunderen en verkrachten, alles in naam God. Hij zet door en is bij de eersten om Jeruzalem in te nemen. Godfried weigert in 1099 om Koning van het Heilige Land te worden, hij prefereert de titel 'Beschermer van het Heilige Graf'. Hij overlijdt er in 1100, over de oorzaak van zijn dood is geen uitsluitsel.
> Deze wilde kruistochten dateren uit een periode van godsdienstwaanzin, waarin alles moest en kon in de naam van God. In de huidige oosterse landen waar de karavanen toen doortrokken, worden deze kruistochten dan ook veelal gerelateerd met barbaarse veroveringstochten, een opvatting die te vergelijken is met de verschillende mening rond Vikings bvb., hier bekend als ongenadige moordenaars en verkrachters, in Scandinavië als helden. Een andere vergelijking kan worden gemaakt over de tijdsgrenzen: het blinde katholieke godsdienstfanatisme van de middeleeuwen vindt een parallelle reflexie in het extremisme waarmee sommige islamitische groeperingen 1000 jaar later hun geloof denken te moeten uiten.
> In 2005 kwam (met een interval van bijna 1000 jaar!) zowaar het zwaard van Godfried voor één dag terug uit de Heilige Grafkerk van Jeruzalem naar de burcht van Bouillon.
> Een nog veel controversiëlere inwoner van Bouillon (waarmee Toerisme Bouillon zeker niet zal uitpakken) is Léon Degrelle (1906 -1994), in de aanloop naar WO II leider van de Belgische extreem rechtse partij Rex, sympathisant en voorvechter van het Belgische nazisme. Sommigen beweren dat zijn as werd verstrooid op de Tombeau du Géant, waar we tijdens de volgende etappe langs komen.
> Bouillon heeft een lange toeristische geschiedenis, die een hoogtepunt bereikte in de jaren '30 en de jaren '60 van de 20ste eeuw. Sindsdien kalfde de toeristische drukte langzaam af, verspreid over enkele decennia. De drommen toeristen die vroeger aanschoven om de burcht van Godfried te bezoeken zijn er niet meer. Hoteliers en toeristische organisaties hebben zich jaren gewenteld in een zelfgenoegzaamheid, zonder de toerist zelf centraal te stellen. Het gebrek aan creativiteit, vernieuwende ideeën en hartelijke dienstverlening heeft Bouillon weer zijn plaats doen innemen als gezellig provinciestadje op de toeristische kaart maar niet langer als niet-te-missen bestemming. Anderzijds wel tof voor wie houdt van een charmestadje met nostalgisch oubollig toerisme.
> De burcht van Godfried is te bezoeken elke dag met uitzondering van een paar weken begin januari. Het interessante Musée Ducal (streekgeschiedenis) is open elke dag, behalve op 25 dec en 1 januari. Het is mogelijke een gecombineerd ticket te kopen.
Verder kan je in de Archéoscope een audiovisuele voorstelling krijgen over Godfried en de kruisvaarten. Tesamen met de toeristische dienst is de Archéoscope ondergebracht in het 17de eeuwse, voormalig klooster van de Zusters van het Heilig Graf. Ter hoogte van de Pont de France is een zwemzone.
> Geen bevoorradingsmogelijkheden bij de start of onderweg. Pas op het einde, te Bouillon, heb je alle winkels, van kleinhandelszaken tot een Colruyt-supermarkt in het centrum. Het enige dorp waar je onderweg passeert op de hoofdroute is Dohan en daar is volks café-restaurant, Chez Laurette.
> Verrassend weinig campings in deze regio. Bij de start ligt Camping Le Maka aan de Semois te Auby maar onderweg zijn er geen andere. Te Bouillon heb je de de gemeentelijke camping Le Halliru, de officiële ingang ligt langs de verkeersweg naar Corbion maar veel aangenamer is het om als wandelaar vanuit Bouillon GR 14 te volgen langs de Semois, richting Corbion / Sedan (2 km). Bouillon heeft naast heel wat hotels ook een hoog gelegen jeugdherberg (langs de variantroute van GR 16 bij het binnenkomen van Bouillon).
> Er loopt geen treinspoor in de streek. Auby (Maka) is niet rechtstreeks bereikbaar per bus. Een schaarse TEC-bus 40 Bouillon - Bertrix rijdt op werkdagen en zaterdag wel door Auby-dorp en Les Hayons. Deze bus passeert ook door Dohan en het gehucht Le Saty, beiden op de hoofdroute van GR 16 en Moulin Hideux, op het variant traject van GR 16. Terminus van deze bus is het treinstation van Bertrix en onderweg bedient ze nog andere plaatsen op GR 16: Cugnon en Mortehan. Bouillon is rechtstreeks slecht ontsloten vanuit andere plaatsen oostelijk en westelijk in de Semoisvallei. Mogelijk vind je wel een buscombinatie met wissel in het busdepôt van Menuchenet (verkeerskruispunt boven de Semoisvallei), te Bertrix of elders. Plan goed vooraf!
Dohan
Weg open voor alle verkeer
Hotel-restaurant Moulin Hideux
Moulin Hideux begin 20ste eeuw
Kapel OLV van Walcourt te Buhan
Bouillon 's winters
Godfried van Bouillon, de onverschrokken
'kruisvaarder-held' (Prent Historia, Huens)
Semoisbrug te Dohan
Afsluiting van de N865 ter hoogte van Les Longs Champs
Huidige situatie, weg gesloten (foto S. Vancanneyt)
Oranje luzernevlinder
La Roche Percée
La Roche Percée (oude postkaart begin 20ste eeuw)
Bouillon
Uitzichtpunt Schevauchée
Dohan
> Een plaatsnaam met het frankische '-han' doet vermoeden dat ook Dohan erg oud is. Waarom hier een nederzetting ontwikkelde heeft haast zeker te maken met de doorwaadbaarheid van de Semois hier. Dohan is dan gegroeid rond een dominerende versterking op een relatief lage hoogte boven de rivier. Wellicht zorgde ook mogelijk de passage van een secundaire Romeinse weg vanuit Carignan voor enig strategisch belang. Toch is het dorpje nooit echt uitgegroeid tot meer dan de ongeveer 200 inwoners die het vandaag telt.
> Het huidige kasteel gaat terug tot begin 17de eeuw maar onderging grondige wijzigingen. Opvallend fronton boven de kasteelpoort. Dat draagt de wapenschilden van de laatste adellijke eigenaar, Louis-Gaspard Duchesne de Ruville. Hij liet het kasteel tussen 1770 -1780 nog verfraaien. Bij het uitbreken van de Franse Revolutie moet de Ruville als anti-revolutionair op de vlucht. Hij zal in het Pruisische leger nog strijden tegen de Franse Republiek maar wordt uiteindelijk gevangen genomen. Inmiddels werd zijn kasteel geplunderd en verdeeld. In de eerste helft van de 20ste eeuw worden de gebouwen nog aangepast voor een tabaksfabriek. Vandaag zijn het wooneenheden.
> La Roche Percée komt voor als 'petra quadrata' (~ 'vierkantrots') in een charter uit 644 van de Merovingische Koning Sigebert III, waarin een gebied is afgebakend dat zou worden toegekend voor de bouw te Cugnon van een klooster door de later heilig verklaarde Franse monnik Remaclus. Het is niet zeker dat die 'petra quadrata' in dat charter slaat op de Roche Percée. Wel aannemelijk, gezien de functie van rivieren cruciaal was bij verplaatsingen en grensafbakeningen en de Roche Percée moet toen al een markant landschapselement zijn geweest. In Cugnon was immers een Keltische vesting, er zijn in de streek sporen van Romeinse kampen en bij de Ruisseau des Alleines (de beek van de verdwenen 'maka') is een menhir gevonden die in de merovingische tijd als grenssteen zou zijn herbruikt.
> In de vroege middeleeuwen vormde de Roche Percée ook een scheidingslijn tussen de machtsgebieden van de bisdommen Trier, Reims en Luik. De passage door de Roche Percée werd in de jaren dertig op kosten van de gemeenten Dohan en Bouillon en van Touring Club verbeterd en toegankelijker gemaakt voor de voorloper van GR 16, het eerste 'Sentier de la Semois'.
N865 - niet meer gebruikt traject van GR 16
> De verkeersweg Linglé - Dohan - Noirefontaine (16 km) is al decennia lang een probleemweg. Het knelpunt zit hem in de passage langs de Semois ten noorden van de Han-du-Han-meander op een plek met de naam Le Saty. De weg ligt daar over een een paar honderd meter ingebed op een steile helling van de Semois, waarvan de ondergrond bijzonder onstabiel is, ze bestaat uit losse schiefer. Mede door 'het schuurwerk' van de Semois tegen de helling blijft de situatie precair voor mogelijke instorting.
> In 1986 deed er zich een aanzienlijke grondverschuiving voor op de beruchte plek, waardoor de weg werd vernield over korte afstand. Het verkeer moest worden omgeleid via alternatieve wegen. Ook GR 16 - toen nog GR AE - werd omgeleid over een alternatief traject meer noordelijk via Moulin Hideux. De N865 bleef onberijdbaar tot 1991, wat nefast was voor het toerisme in Dohan. De verkeersweg werd wel hersteld, er werden schanskorven geplaatst op de vernauwde weg die beperkt werd opengesteld voor eenrichtingsverkeer. Dit was maar een tijdelijke oplossing. De weg tussen Les Hayons en Noirefontaine zou de volgende jaren worden verbreed en verbeterd als veiliger alternatief. Maar die weg laat Dohan eigenlijk links liggen in de vallei.
> GR AE werd in 2003 weer over de N865 geleid maar de oude omleidingsroute (sinds 1993) voor wandelaars via Moulin Hideux werd behouden als variant traject voor het geval de N865 definitief zou worden gesloten. Verrassend genoeg ging een vernieuwde N865 weer open in 2005, met een versmalde rijstrook ter hoogte van Le Saty. Dat heeft geduurd tot 2010. Meerdere wetenschappelijk onderzoeken ter plaatse wezen allen uit dat de situatie niet veilig was en dat nieuwe instortingen zich altijd konden voordoen.
> De burgemeester van Bouillon beval de definitieve sluiting van de weg in 2010 als gevolg van de weigering van de Waalse overheidsdienst van wegen om de N865 als veilig te beschouwen. Zeer tot ongenoegen van de inwoners van Dohan, die zich hadden verenigd in een aktiecomité om de weg open te houden.
> In de marge van dit alles kan nog worden toegevoegd dat de vereniging van Waalse GR-paden rond 2003 ook heeft onderzocht om de hoofdroute van GR AE (16) te herleggen, omwille van de lange passage over asfalt. Dat idee werd echter niet verder uitgewerkt. Tot 2015 was de situatie zo dat je te voet de N865 volgt over de probleemstrook in Le Saty maar dat je ook nog de mogelijkheid hebt om het oude variant traject te volgen. Sinds 2015 is er weer een verandering. Dit stukje N865 werd definitief geschrapt, het oud variant traject werd aangepast en is nu onderdeel van de hoofdtraject van GR 16. We hebben zo een sterk vermoeden dat dit niet de laatste routewijziging zal zijn!
Moulin Hideux
> De site dateert uit de 16de of 17de eeuw, toen er graan werd gemalen. De molen heeft gewerkt tot de WO II. Er was ook een tweede molen in de vallei, een boomschorsmolen. Daarmee is wellicht ook de benaming van Moulin Hideux te verklaren: De twee molens, les deux moulins of in de oude streektaal "l'y deux moulins", wat dan later Hideux Mouilin werd.
> Na 1945 werd de molen door een hoteliersfamilie uit La Roche omgebouwd tot een luxueuze 'auberge'. Waar vroeger 2 watermolens draaiden, was tot 2019 een luxueus restaurant-hotel in werking, waar bontmantels paradeerden. Een kamer zonder ontbijt had je vanaf 200 € per nacht. Voor wie comfortabel wil eten en slapen tegen eender welke prijzen. Naar aanleiding van de coronacrisis sloot het restaurant definitief. Moulin Hideux is nu een luxueus gastenverblijf dat kan worden gehuurd vanaf 3500 € per weekend.
La Roche Percée
> Waarom de Roche Percée ('de doorboorde rots') die naam kreeg, merk je als je door de smalle doorgang loopt, die mogelijk in lang vervlogen tijden kunstmatig werd gecreëerd. Deze rots was eeuwenlang een passagepunt voor reizigers door zuidelijk Luxemburg.
> Volgens sommige bronnen is deze rots zelfs een van de oudst beschreven plaatsen in de Ardennen.
> We volgen dus niet de probleempassage maar nemen de N865 weer richting Dohan. Rustig wandelen, gezien het feit dat er geen doorgaand autoverkeer meer is. Na zowat 600 meter nemen we kort voor het centrum van Dohan de eerste straat links. Straat kruisen en verder om over een steenslagweg tot bij de N816 te komen, de weg die het doorgaand verkeer van de onderbroken N865 opvangt. Aan de overkant een paadje nemen dat schuin verder stijgt, een verhard baantje kruist, langs een antenne loopt en dat pas 1 km verder als veldweg weer op de N816 komt.
> Op deze tweede kruising met de N816 rechts en na 50 meter links een steenslagpad op. Als dit pad wat sterker gaat dalen komen we op een padenkruispunt waar we rechts kiezen. Dit pad gaat sterk kronkelen maar houdt vrij goed hoogte. Het bereikt na 2 km een schuine T-kruising van paden. Daar links, kort daarna weer links en dan rechts. Dit laatste pad daalt sterk en kan overgroeid zijn. Het arriveert bij een vijver van het domein Moulin Hideux.
> Het asfaltweggetje gaan snel dalen naar de Semoisvallei maar we verlaten het al na een goeie 300 meter om ernaast links een parallel dalend pad te nemen. Het bereikt uiteindelijk de picknickzone Gué du Han de Han.
> We zijn nu meer dan 140 km ver over GR 16.Even opletten hier, we nemen het weggetje dat stijgend wegloopt van de Semois en na amper enkele tientallen meters gaan we links een stijgend pad door bos in. Na 200 meter links een paadje dat hoogte houdt. Zo hebben we een zone van chaletbarakken vermeden. Een beekje over en verder zuidelijk door bos, parallel met de Semois.
> We komen weer bij de rivier ter hoogte van het eiland 'Île de Locaillou'. Verderop verlaten we het hoofdpad naar links om korter bij de Semois te komen. Door de meander van Buhan houden we steeds de Semois op 100 à 150 meter afstand. Er takken veel zijpaadjes af, de markering op de rustige paden is duidelijk.
> Nog een klimmetje van 50 meter hoogteverschil vooraleer we westelijk door bos koers zetten naar een akker die we oversteken om dadelijk daarna de passerelle de Grimouty te bereiken waardoor we over de expresweg N89 geraken. Een laatste stukje bos langs de Chantrainebeek om dan ter hoogte van een gesloten tramtunnel plots in een bocht meteen in het centrum van Bouillon te belanden, kort bij de Pont de la France.
> Als je het oude pad volgt, loop je een tijd parallel met de valleiweg en meestal stijgend om dan plots rechts vrij scherp de heuvel op te lopen. Boven op de graat kies je licht rechts voor een traject dat aan de andere kant van de heuvel gaat dalen over een snel verbeterend pad dat recht naar Dohan loopt en kort voor het dorp de hoofdroute van GR 16 vervoegt op de asfaltweg.
> Terug echter naar de hoofdroute van GR 16 langs de Semois. Deze wordt al snel geasfalteerd als hij wat vakantiechalets nadert. We draaien mee naar rechts met alweer een Semoismeander, op afstand van de rivier. Langs het asfaltweggetje liggen nog vakantiebarakken, de kanker van de Semoisvallei. We naderen uiteindelijk Dohan en bereiken het dorpje bij het oorlogsmonument. Links daar om langs de kerk en het oude kasteel de kern van Dohan te bereiken (café-restaurant).
> We kruisen in Dohan de hoofdstraat en gaan voor de Semoisbrug rechts een straat in (Rue Dohan-Bas). De straat maakt een bocht naar rechts en een eind verder laten we een paar zijwegjes rechts liggen. Over verbrokkeld asfalt stijgen we langzaam de vallei uit.
> Voor we enkele chalets bereiken, gaan we links een steenslagweg op. Bij bos gekomen stijgen we even wat harder en even later komen we bij het mooie uitzichtpunt 'Schevauchée' (rustbank). Even uitblazen en genieten van het zicht over Dohan, de Semois en een paar eilanden in de rivier.
> We zijn nu 130 km ver sinds we in Aarlen vertrokken over GR 16 Semois. Verder over de steenlagpiste, we zullen nu een lange bocht door een Semoismeander maken. Na het uitzichtpunt een tijdje rechtdoor, waarbij we ondermeer kerstboomplantages passeren. Voorbij de kruising met een beekvalleitje beginnen we stilaan te draaien, we zijn in de buurt van de zuidelijke punt van de meander.
> Je komt uiteindelijk terug op de verkeersweg tussen Maka en Les Hayons. We volgen hem richting Les Hayons en komen dadelijk langs het Semois-uitzichtpunt Mont Zatrou, met zicht op de Hultai (rustbank). Het gaat rechtdoor nog wat verder omhoog, langs de Ferme des Fées, tot in het centrum van het dorpje Les Hayons. Langs de kerk en bij een kapel nemen we de linkertak van de wegensplitsing (richting Dohan). 400 meter verder gaan we bij een klein gebouw links een steenslagweg op. Nog 500 meter verder nemen we een pad rechts dat 5 minuten later de hoofdroute van GR 16 vervoegt. Daar gaan we rechts verder richting Bouillon.
> Als je van de Saut des Sorcières of Colas Tcha Tcha’s rots verder wandelt over het variant traject van GR 16, dan wandel je tussen afsluitingen, afspanningen en meer onvriendelijke afbakening. De eigenares probeert alles om wandelaars het leven zuur te maken. In het verleden schakelde ze al advocaten in en joeg ze al heel wat mensen op stang met de bedoeling de doorgang volledig te kunnen afsluiten. Het oorspronkelijk pad (je wandelt over een herlegd traject) is eigenlijk vele eeuwen oud.
> We vertrekken bij de groene picknickzone aan de Semois ter hoogte van Camping Le Maka. Niet de verkeersweg op maar de parallelle steenslagweg gebruiken die langs de picknickhut loopt. De weg leidt naar een aantal chalets en woningen die helaas de mooie omgeving ontsieren. We nemen daar een pad links dat door de weiden van La Vanette loopt. De passage is hier mogelijk wat moeilijk begaanbaar bij hoge waterstand. Het pad loopt verder langs de Semoisoever en rondt een bocht naar een in het water uitstekende rotsformatie, de merkwaardige 'Roche Percée'
> We vervolgen over de hoofdroute rechtdoor maar 200 meter verder krijg je weer een keuze. GR 16 loopt eigenlijk gewoon rechtdoor over de valleiweg maar rechts zie je een smal paadje aftakken dat snel omhoog loopt en dan een tijd parallel loopt met de valleiweg. Dat is het oude traject van GR Semois dat gebruikt werd tot 2010. Vermoedelijk werd dat pad geschrapt omdat de eerste 100 meter pad nogal geërodeerd is en enige tredvastheid vereist maar voor de rest brengt het nieuwere traject geen meerwaarde.
> Onze tocht langs de Semois loopt zuidelijk verder door wat struikgewas en een weide om op een bredere bosweg te komen. Een familie everzwijnen kruist mijn pad. Even later steekt GR 16 de beek 'Ruisseau des Gorges' over en kort daarna takt het variant traject van GR 16 naar rechts af. Zie onderaan voor de beschrijving van deze variant.
> Vrij vlak wandelen nu met de Semois op een 100 à 150 meter links van ons. Een eind verder komt de Semois dichter stromen en stilaan beginnen we weer wat te stijgen. De weg is wordt weer geasfalteerd en gaat hogerop traag naar de N865 toelopen. Voorbij een hooischuur vervoegen we die verkeersweg naar rechts (en niet naar links zoals tot begin 2015 het geval was...)
> Het is hier heerlijk stil maar toch is ook tot hier de bouw van een paar chalets en huizen doorgedrongen, helaas. De natuur heeft hier ook wat last van woekerende reuzenbalsemien. In de verte wordt de stilte gebroken door het indringende geluid van burlende herten.
> We kruisen de N865 en de beek van Moulin Hideux om langs de vijver het bos in te draaien. Je komt als snel op een vijfsprong. Loop rechtdoor hier over een sterk stijgende bosweg. Je klimt tot 370 meter en houdt onderweg bij de talrijke padsplitsingen ongeveer dezelfde richting aan. Naar de top toe vlakt de stijging wat uit. Aan een asfaltweg gekomen draait GR 16 scherp links op die weg. Het loont echter de moeite eerst nog kort rechtdoor te vervolgen tot bij de kapel voor Notre Dame de Walcourt. Een mooie plek met nog mooier uitzicht.
> In Bouillon eindigt deze etappe, op een kruispunt van meerdere langeafstandspaden. Hieronder een kort verslag over het variant traject Maka - Dohan.
Variante GR 16 Maka - Les Hayons - Dohan (4 km)
> Op zowat een 200 meter voor je de camping van Maka bereikt, kan je rechts een bewegwijzerd variant traject van GR 16 volgen. Hierdoor kort je je tocht in met bijna 10 km. Dit variant traject van zowat 4 km loopt voor de helft over verharde wegen.
> Het paadje dat rechts aftakt van van de GR 16-hoofdroute, stijgt snel tot op een plek met de naam 'Saut des Sorcières'.
Saut des Sorcières
De Heksensprong
> 100 meter voor je vanuit Auby bij 'Maka' het kruis van Albert Labeye passeert, kun je rechts afslaan via lokaal wandelpad 45 (rode ruit) en dan omhoog wandelen naar het uitzichtpunt 'Saut des Sorcières'
(= Heksensprong). Een platte rots (met rusttbank). Er hangt een merkwaardige legende aan deze plek vast.
> De rots ligt tegenover de ronde top van een bergkam (de Hultai) aan de andere kant van de Semois. Deze plek is vaak gehuld in nevels. De mistbanken botsen hier namelijk al eens tegen de scherp oprijzende kammen boven de Semois en de beek ‘Ruisseau des Aleines’. De wildheid van deze in nevels gehulde plek was taboe voor de lokale bevolking van Auby en Les Hayons, dit was geen plaats waar mensen kwamen, de bergkam behoorde aan de feeën die er over het gras dansten. Geen levende ziel die hier kwam.
> In het dorp leefde een herder, Colas Tcha Tcha die zijn kudde vee elke dag verder zag wegkwijnen door gebrek aan graasland. Hij zag zich op een dag genoodzaakt om de Hultairots op te klimmen met zijn kudde, op zoek naar vers voedsel.
> Tijdens de nacht die volgde op deze heiligschennis hadden de feeën een feest gepland ter ere van hun voornaamste godin, Arduina, godin van het woud. De
feeën waren vroeger op dan gewoonlijk, om zich voor te bereiden op dat feest en zich te toiletteren aan een klaterende bron. Ze hulden zich in golvende gewaden van de fijnste stoffen en tooiden zich met parels, edelstenen, zeldzame bloemen en zeemzoet parfum. Sommige feeën droegen enkel een doorschijnend gaas van witte, roze of paarse kleur, bedekt met gouden draden en blinkende sterren.
> Middernacht. Op een teken komen alle feeën tegelijk te voorschijn van alle kanten en nemen op de Hultai hun gebruikelijke plaatsen in. Verschrikking wordt hun deel en kreten van verontwaardiging komen plots uit hun monden: het gras is vertrappeld en overal verwelkte bloemen. Ramp o ramp als één van de feeën ook nog in een koeienvla trapt…Ze schreeuwen hun ontzetting uit en moeten het feest afblazen. De feeën trekken zicht terug op de top van een andere rots om te overleggen hoe ze deze heiligschennis van hun domein zullen wreken.
> De volgende dag staat Colas Tcha-Tha er weer met zijn veekudde en ook de dag daarna. De onteerde
feeën proberen alles om de onverschrokken herder van hun rots te krijgen: demonen, spoken en monsters worden ingeschakeld. Niks helpt echter, Colas Tcha Tcha wijkt geen meter. Als een dreigend monster voor hem komt staan haalt
Colas kalm zijn doedelzak voor de pinnen en vraagt het monster ongestoord welk dansje hij moet spelen. Op den duur moeten de feeën proberen hun laatste troefkaart uit te spelen. Een bloedmooie fee wordt op de herder afgestuurd.
Ze probeert hem strelend te verleiden met de belofte van hem een rijk man met roem te maken op voorwaarde dat hij zijn vee niet meer de berg opdrijft. Colas Tcha-Tcha speelt echter de potdove, biedt haar zijn dampende pijp aan en sluit zijn ogen. Op den duur moeten de feeën het onderspit delven en zit er niks anders op voor hen om te verhuizen naar een naburige berg, de Roche Blanche (Witte Rots), gelegen tussen Membre en Bohan. Diep vernederd laten de feeën onderweg op elke bergtop een boodschap achter voor het nageslacht: Met de punt van hun toverstafje traceren ze formules die zich als witte aders hechten op de donkere rotsen van harde schiefer.
> En hoe verging het Colas Tcha-Tcha verder? Hij triomfeerde in het dorp voor zijn overwinning op de feeën en werd een geëerd en gerenomeerd man. Als eerbetoon werd Colas Tcha-Tcha na zijn dood begraven midden op het plateau van Hultai en een naburige rots (Saut des Sorcières, waar we nu staan) werd ook Roche Tcha-Tcha gedoopt. (Legende zeer vrij vertaald naar de vertelling van A. De Premorel uit 1851.)
> De legende van Colas Tcha-Tcha kent vele variante vertelsels met soms een heel verschillend verloop. Soms verging het de herder veel minder fortuinlijk: Colas Chacha was een brave herder uit Auby die iedere morgen de geiten en schapen van het dorp meenam naar afgelegen graasplekken. De wat vreemde Colas droeg altijd een rozenkrans. Toen hij daarover een opmerking kreeg van een vrouw, verklaarde hij de bemiddelaar van de duivel te zijn. Hij leidde sabbatdansen en leerde heksen hoe achteruit van de beruchte rots te springen...
Even de achterwaartse heksensprong simuleren...
... Op een dag brak een onbekende veeziekte uit die een hele stal dieren had gedood. Een vrouw die rond dezelfde tijd werd vastgehouden op verdenking van hekserij verklaarde na marteling dat de epidemie de schuld was van Colas zwarte magie. Colas Chacha werd opgepakt en afgevoerd naar Bouillon. De herder eindigde midden op de brug van Bouillon. Hij werd er levend op een stapel van doornige takken gegooid en in brand gestoken. De sukkelaar.
Uitzichtpunt Mont Zatrou