©
Luc Selleslagh 2008 - 2024 Trekkings.be
> Meteen heb je tijdens deze eerste etappe naar Compostela vanuit Malmedy de keuze uit twee trajecten. De hoofdroute van Via Arduinna volgt een traject dat grotendeels op hoogte verloopt, langs enkele stille dorpen en door het uitgestrekte eenzame woud Bois de la Ronde Haie. De alternatieve route loopt grotendeels door de Amblève-vallei in het spoor van de met witrode streepjes gemarkeerde Grande Randonnée 14, langs de voormalige historische abdij van Stavelot. In Trois-Ponts verlaat je GR 14 en kies je weer voor bewegwijzering van Via Arduinna. Beide trajecten arriveren uiteindelijk in het onooglijke Saint-Jacques. Hoewel er niet veel is te beleven is dit stokoude gehucht met patroonheilige Sint-Jakob natuurlijk een niet te missen passagepunt voor Compostelagangers. We volgen in dit verslag de hoofdroute, met een korte samenvatting van de variante route op het einde van deze pagina.
> Overnachtingsmogelijkheden zijn er ondermeer te Malmedy (oa een jeugdherberg te Bévercé) en te Wanne is er een Kaleo-gîte d'etape. Onderweg over de hoofdroute zijn er niet echt betrouwbare bevoorradingsmogelijkheden of cafés, stockeer best voedsel en drank te Malmedy voor je start. Op de variante route vind je onderweg alle winkels en horeca te Stavelot en Trois-Ponts.
> Op de verkeersweg bij de kerk kiezen we links en we blijven deze brede hoofdweg door Bellevaux een tijd volgen. Langs een boulangerie-patisserie die enkel tijdens het weekend beperkt open is en ook langs de micro-brouwerij van Bellevaux, waar je als passant in de degustatiezaal eveneens welkom bent tijdens het weekend. Voorbij een feestzaal en via een brug over de Amblève in het gehucht Planche.
> Na de kruising met de Amblève nemen we het eerste straatje rechts. Het loopt omhoog naar een voormalige hoeve (nu woningen) en draait daar scherp links om achter deze woningen weer te arriveren op de verkeersweg. Een doorsteekje dus. Op de verkeersweg recht, naar een brug over de E42. We kruisen dadelijk het tracé van Grande Randonnée 56 en komen aan in het centrum van het gehucht Beaumont. Nogal wat typische huizen waarvan de onderbouwgevel uit natuursteen bestaat, daarbovenop vakwerk.
> Boven, op de T-kruising, staat een infobord voor wandelaars, we gaan er bij de waterbak rechts. Daarna tweede wegje schuinlinks, na zowat 150 meter. Dit loopt omhoog langs enkele afgelegen huizen en wordt dan een bospad. Doordat het dennenbos op de helling recent is gekapt, heb ik rechts een breed uitzicht over de Amblèvevallei, waar de snelweg E42 werd doorgetrokken.
> Met de rug naar de ingang van de kathedraal en het ernaast gelegen Malmundarium, gaan we links tot aan de Place Albert I. Dat plein wordt gedomineerd door een obelisk uit 1781, geplaatst door de voorlaatste prins-abt van de ooit zo machtige abdij van Stavelot, Jacques de Hubin. Op dit centrale plein bevindt zich ook de goed gedocumenteerde toeristische dienst van Oost-België. Als we het Albert I-plein opkomen meteen rechts. De Rue du Commerce oversteken en rechtdoor in een straatje tot op de Place St Géréon (met een muziekkiosk). Iets rechts aanhouden om dan rechtuit de Rue de la Tannerie te volgen tot het einde. Over de Warchenne tot bij een driehoekig parkje met calvariekruis en rustbanken. Langs dat parkje stijgen we licht rechts naar de voormalige spoortalud (nu deel van de mooie RAVeL-fietsweg L45), die we onderdoor gaan via een tunneltje. Aan de andere zijde links en eerste rechts, de Route de Saint-Vith.
> We wandelen de eerste 4 km in het spoor van de
Grande Randonnée 14. Gelukkig hoeven we de vervelend stijgende verkeersweg niet lang te volgen, we nemen immers na zowat 400 meter de Route de Xhurdebise naar rechts en wandelen zo weer op niveau. Bij een V-splitsing volgen we de linkertak, een steenslagweg. Die gaat over in een prettig bospad, we hebben de urbanisatie van Malmedy verlaten.
> Zo, nu zijn we echt weg naar Compostela. Een laatste blik achter ons, de tweelingtorens van de kathedraal van Malmedy pieken nog even op uit het groen. Het pad wordt een mooie holle weg die wat verder even een bocht maakt om een kleine beekravijn te kruisen. We krijgen weer asfaltbedekking onder de voeten, stijgen nog wat en wandelen even later weer over steenslag het gehucht
Xhurdebise binnen.
> Meteen worden we voor een keuze gezet. Naar rechts (dalend) kunnen we Saint-Jacques bereiken via de vallei van de Ambléve, Stavelot en Trois-Ponts, waarbij de tekens van GR 56 en vanaf Falize de tekens van
GR 14 moeten worden gevolgd. De
hoofdroute van Via Arduinna vermijdt al die plaatsen en loopt meer rechtstreeks via Wanne naar Saint-Jacques. Die laatste is de route die ik zal volgen vanaf Xhurdebise. Rechtdoor dus over een rustig, geasfalteerd wegje zonder de witrode markeringstekens.
> Op een kruispunt van veldwegen vervolgen we verder rechtdoor over een aardige grassige veldweg tussen jonge beuken. Langs een veldkruis en even later zetten we een daling in door agrarisch landschap. Op een verkeersweg volgen we rechts. Die loopt
Bellevaux binnen, gaat sterker dalen en slingert naar de 15de eeuwse Sint-Albinuskerk.
Wanne
> Nog steeds rechtdoor tot een calvariekruis. Maria en Johannes aanbidden er een van zijn kruis verdwenen Christus. Er staat ook een rustbank vanwaar je uitkijkt over het kleine centrum van Wanne. De oplopende asfaltweg bereikt een volgende kruispunt met - jawel - nogmaals een wegkruis. Kort rechtdoor en dadelijk rechts het beukenbos in... op zoek naar de rotspartij Faix du Diable. De duivelslegende die aan deze rotsen is verbonden is erg bekend in de wijde streek en is ook gerelateerd met de abdij van Stavelot.
> Ter hoogte van een vermolmde rustbank en een Mariabeeld nemen we niet de straat rechts maar vervolgen we gewoon rechtdoor langs de Fromagerie de Bairsou (streekprodukten- en kazenwinkel enkel tijdens beperkte weekenduren). We volgen de verkeersweg nog een kilometer tot we rechtsaf slaan en meteen weer naar links draaien. We wandelen nu over een onverhard pad langs een bosrand dat gaat dalen. Voorbij een padenkruispunt in een drassige laagte waar beek- en bronwater over stroomt. Dadelijk daarna stijgen we weer om door een dennenplantage te draaien en opnieuw hoogte te winnen. Zo bereiken we weer de verkeersweg, rechtdoor over een smallere asfaltweg tot bij het Croix du Bairsou.
> Het wat rotsig paadje door een kaalslagzone loopt verder op en we gaan nu een tijdje eenzaam donker bos in. Opletten hier voor de bewegwijzering. Doordat die hoofdzakelijk op de stammen van de dennen werd geverfd, zal die mogelijk snel verslechteren. 't Is hier in dit uitgestrekte Bois de la Ronde Haie niet de omgeving om verdwaald te raken! Goed uitkijken dus.
> Van rechts komt al snel een ander pad uit de vallei onze route vervoegen en we lopen schuinlinks verder door dennenbos tot een V-splitsing (eigenlijk een vijfsprong) bij het Croix des Hambarts, met datum 1880. Hier nemen we de rechtsvoor.
> We stijgen naar een volgende V-splitsing, waar we nogmaals de rechtertak nemen om nu een tijd het hoofdpad te blijven volgen. Op een hoogte rond 500 meter gekomen, kruisen we een jong beekje. We draaien naar rechts en komen bij een anoniem verweerd boskruis.
> We blijven wat naar rechts het stenige bospad volgen en komen zo al snel bij een volgende beek en daarna het Croix de Lusnié in het Bois de Lusnié. Volgens de gemeentelijke website van Trois-Ponts zou het kruis herinneren aan een gelijknamige baron die ergens zijn (lang verdwenen) residentie had en in onmin leefde met de pastoor van Wanne. Deze mocht de mis niet beginnen vooraleer de baron aanwezig was, toen hij dat toch eens deed was dat aanleiding om de pastoor neer te schieten...
Desondanks werd hier toch een kruis neergeplant, misschien om de duivelse plek te kerstenen...
Kathedraal Malmedy
Onderweg naar Xhurdebise
Onderweg naar Bellevaux
Croix de Lusnié
De rots van de duivelslast
> Toen Sint-Remaclus in de 7de eeuw in Stavelot bezig was aan de moeizame opbouw van een abdij, had de duivel al op alle mogelijke manieren geprobeerd om de heilige met listen te boycotten en hem van zijn plannen te doen afzien. Remaclus was echter vast overtuigd van zijn roeping en ging onverdroten verder met de bouw.
In een laatste wanhopige poging besliste de duivel om de grote middelen in te zetten. Hij ging ver weg op zoek naar de allerdikste steen die hij kon vinden.
Tijdens de inwijdingsceremonie zou hij die dan op de abdij werpen en alles vernietigen. Gelukkig voor Remaclus verscheen op een nacht een engel aan zijn bed die hem van de duivelse plannen op de hoogte bracht. Hij aarzelde niet en bedacht zelf een list.
De volgende morgen gaf Remaclus de opdracht aan zijn volgelingen om zoveel mogelijk oude schoenen, versleten sandalen en kapotte zolen te verzamelen. Alles ging dan in een grote zak waarmee hij één van zijn discipelen het pad opstuurde waarlangs de duivel naar Stavelot zou komen.
De zendeling kwam de duivel al niet veel later tegen op de Via Arduinna, net toen die een lange berg aan het opzwoegen was. Het zware sleurwerk kostte de duivel veel moeite en zweet. Hij hield de man met schoenenzak staande: 'Vriend, is het nog ver van hier naar de abdij van Stavelot?', vroeg hij zuchtend. Zonder eerst te antwoorden nam de zendeling de zak van zijn schouder en ledigde de inhoud aan kapotte schoenen voor de poten van de duivel. 'Kijk' zei hij, 'Ik kom van de abdij van Stavelot, zie je deze hoop schoenen? Ik weet niet precies hoe ver het is maar deze schoenen heb ik allemaal versleten sinds ik uit Stavelot ben vertrokken.' Met ontzetting bekeek de duivel de enorme hoop, de moed begon hem letterlijk in de schoenen te zinken. 'Nog zo ver naar Stavelot?' Uitgeput en ontgoocheld gooide de duivel zijn enorm rotsblok neer, liet een schreeuw van ontzetting en wanhoop en verdween.
De plaats van de ontmoeting en waar de duivel zijn enorm rotsblok dan liet vallen ligt hier en is nu bekend als de 'Faix du diable' (de rots van de duivelslast). En het abdijgebouw van Stavelot. dat staat er na 14 eeuwen woelige geschiedenis ook nog steeds (gedeeltelijk) al is er inmiddels ook een Franse Revolutie overheen gewalst.
> Over een beekje tot we op een T-kruising bij een calvariekruis de weg naar Saint-Jacques bereiken. Links en helemaal tot bij de kerk van Saint-Jacques wandelen. En daarmee zit de eerste etappe er helemaal op!
De Salm
> De bron van de Salm ligt nabij de Duitse grens, ten westen van het dorpje Commanster op een hoogte rond 500 meter. Eigenlijk was de naam van de rivier altijd de Glain of Glanis. Die naam wordt nu vooral voor de bovenloop nog gebruikt. Later plakte men de streeknaam op de rivier. Ze vloeit aanvankelijk zuidwestelijk door veenachtig gebied, op sommige plaatsen afgedamd met grote vijvers. Nabij Bovigny kiest de Glain / Salm voor een noordelijke loop. Voor ze Salmchâteau bereikt wordt haar loop versterkt met de Ronce. De belangrijkste nederzetting, Vielsalm, wordt gepasseerd. In de vallei
lopen langs de rivier over langere afstand een spoorlijn en de autoweg N68. In Trois-Ponts vloeit de Salm in de Amblève.
> We komen tegenover een weide aan een T-kruising, we gaan daar links in het spoor van andere wandelpaden. Kort daarna gaan we op een padenkruispunt rechtdoor. Er volgt nog een padenkruispunt (picknickbank), hier kruisen we de beroemde GR 5. Een 100 meter verder gaan we links een asfaltweggetje op en zo wandelen we het bos uit. Ter hoogte van een boerderij draait de weg wat naar rechts, we blijven nu verder dalen tot we een eind later beneden, ter hoogte van een postbus en grote silo, op een T-kruising komen. Links over een asfaltstraat door Hénumont.
> Geleidelijk gaat het oude pad wat sterker dalen, we komen langs het
Croix de Wégimont. Nog wat lager komen bij het Croix de Spineux in de bocht van een verkeersweg. Rechts meedraaien door het dorp
Spineux in het spoor van geelrode tekens van
GRP 571. Niet veel later houden we 200 meter voorbij een oorlogsmonument met waterbakken in een bocht rechts aan om een dalend steenslagpad te volgen (nog steeds tesamen met GRP 571).
> De rotsen van Faix du Diable, temidden van beukenbos gelegen, heeft iets magisch mythisch. Onder bescherming en met de zegen van Remaclus en Jacobus, zetten we onze tocht verder. Voorbij de Rocher du Faix du Diable draait het bospad weer naar de verkeersweg toe. We gaan er links richting Wanne maar in de eerste bocht kiezen we (bij een wegkruis) voor een aangename veldweg die naar links wegloopt van Wanne. Wanne heeft een Kaleo-gîte d'étape. Verder heeft het dorpje ook een streekmuseum met slechs beperkte openingsuren voor individuele bezoekers.
De Amblève of Amel
> Ontspringt op een hoogte rond 580 meter ten Z-W van het dorpje Honsfeld (Büllingen) onder de Duitstalige naam Amel. De rivier bereikt Franssprekend gebied nabij Ligneuville en is dan al 200 meter gedaald. Vanaf hier spreken we over de Amblève. Nabij het dorpje Warche (langs het variant traject van Via Arduinna dat
) GR 14 volgt, neemt ze haar eerste belangrijke zijrivier op, de gelijknamige Warche. Via Stavelot bereikt de loop van de Amblève Trois-Ponts waar een tweede belangrijke zijrivier de loop versterkt: de Salm. Kort na Trois-Ponts bevindt zich de grootste merkwaardigheid op de rivier, de waterval van Coo, onnatuurlijk gecreëerd in de 17de eeuw met een doorsteek in een scherpe meander. De dode meander doet nu dienst als waterspaarbekken voor een elektriciteitscentrale. Nabij Targnon neemt de Amblève de Lienne op in haar bedding.
Richting Remouchamps loopt de Amblève erg ingesneden in vergelijking met het omliggende landschap. Beken met een sterk verval (zoals de Ninglinspo en de Chefna) wateren rechtstreeks af uit van het hooggelegen veenachtige plateaus hoog boven de riviervallei. Merkwaardig ook zijn de grote kwartsietblokken in de rivier, bekend als Fonds de Quarreux. Bij het binnenkomen van Remouchamps stoot de rivier dan weer een heel andere geologische omgeving: De smalle zoom van de Calestienne, met een kalkhoudende bodem. Hier ontvangt de Amblève haar merkwaardigste zijriviertje: De Rubicon, een onderaardse rivier die wordt gevoed door water in verdwijngaten. Diezelfde Rubicon is verantwoordelijk voor het uitslijten en boetseren van de beroemde grotten van Remouchamps.
Voorbij Aywaille stroomt de brede Amblève nabij Comblain-au-Pont in de Ourthe. Over 92 km is de Amblève zo gedaald van 600 meter naar een hoogte van net iets meer dan 100 meter.
> We blijven maar dalen, ook als dit aangename pad weer in een bocht van een brede asfaltweg komt. Rechtdoor verder dalen tot op de verkeersweg door de
Salmvallei. Oversteken en via een natuurstenen brug over de Salm komen we dadelijk in
Rochelinval. Onder de spoorlijn door, we zijn op dit punt op slechts 50 meter van de provinciegrens met Luxemburg. Nog een oorlogsmonument en langs een anoniem kruis en waterbakken met officieel niet drinkbaar water. We stijgen stevig door naar het wat hoger gelegen gehucht Rochelinval. Onderweg takken de geelrode streepjes van
GRP 571 af naar links.
> Wij blijven over Via Arduinna nog even klimmen over het asfalt. Net voor we ter hoogte van een Mariakapel en rustbank komen, gaan we rechts een zijstraatje in. Het loopt al snel uit in een sterk dalend pad met rolrotsen onder de voeten. Voorzichtig aan dus. Beneden ligt een intiem bronvalleitje, we stijgen meteen weer even stevig. Wat hogerop wordt het pad breder, vlakt even uit en draait naar links als bosexploitatiepad tussen de dennenaanplant. Onderweg weidse uitzichten over de Salmvallei.
> Het pad volgt nu langere tijd de plooiingen van de valleiwand hoog boven de Salm, zonder abrupte stijgingen. Ter hoogte van een ontspringend beekje nemen we op een V-splitsing de linkertak en gaan we toch even steviger stijgen. Uiteindelijk draaien we een heel eind verder naar links weg uit de vallei van de Salm ter hoogte van het
Croix des Hottlis. De benaming Hottlis verwijst naar een Waals woord voor mandendragers, ze hadden de gewoonte om op deze plek even halt te houden.
Kleverig koraalzwammetje
Oorlogsmonument Spineux
Oude hoeve in Bergeval
Onderweg naar Wanne
Hénumont, oude hoeve
Le Faix du Diable (Rots van de Duivelslast)
Coix des Hambarts
Bellevaux
> Het Croix des Hottlis is een goeie plek om een laatste keer uit te blazen vooraleer we de laatste kilometers aanvangen. Dit kruis en het pad er naartoe is trouwens ook het thema van een plaatselijke wandeling (gele tekens) vanuit Trois-Ponts of Saint-Jacques. We volgen ze echter niet maar wandelen rechtdoor op hoogte over het hoofdpad ( linkertak van de V-splitsing). Via Arduinna gaat licht dalen, aftakkende paden negeren om uiteindelijk in een bocht van een asfaltweg aan te komen in Bergeval. Over de hoofdweg door het kleine dorp, langs enkele oude en voor de streek typische boerderijgebouwen opgetrokken uit plaatselijke traditionele materialen.
'Croix des Hottlis
Onderweg naar Bergeval
Kathedraal Malmedy
Malmedy
> De oude geschiedenis van Malmedy is nogal gelijklopend met die van Stavelot, aangezien beiden met elkaar verbonden waren door abdijen. Bij het verdrag van Wenen in 1814 kwam aan die band een einde. Stavelot werd bij de Nederlanden gevoegd en Malmedy bij Duitsland. Malmedy bleef dus meer dan 100 jaren Duits grondgebied. Na WO I werd België als een vorm van schadevergoeding door Duitsland 'betaald' met een stuk territorium: Vanaf 1919 kwamen de zogenaamde Oostkantons bij België (Eupen - Malmedy - Sankt Vith). Het gebied stond aanvankelijk bekend als 'Nieuw-België'.
> In en rond Malmedy was de voertaal vanouds Waals geweest, in tegenstelling tot Eupen en Sankt-Vith. Als je nu door Malmedy wandelt, zullen de dubbele straatnaamborden (Frans en Waals) je zeker opvallen. Tijdens WO II annexeerde Duitsland deze gebieden weer voor enkele jaren. De stad zelf had zwaar te lijden onder Amerikaanse bombardementen tijdens WO II, waarbij ze grotendeels in één puinhoop veranderde. Bij het einde van deze oorlog waren meer dan 500 huizen zwaar beschadigd of verwoest en meer dan 200 burgers kwamen in de laatste maanden van de oorlog om het leven.
> Toch is de stad zeker een bezoek waard, men is er in geslaagd om met veel energie alles herop te bouwen en het oorspronkelijke uitzicht terug te geven. Malmedy is tegenwoordig een welvarend stadje, bewijs daarvan is ook de industrie in de vallei van de Warche tussen Stavelot en Malmedy. Wat ten nadele van Stavelot is Malmedy ook uitgegroeid tot een winkelcentrum. Bovendien trekt de levendige stad en de omgeving nogal wat toerisme aan. Malmedy vormt ook een beetje een toegangspoort tot het schitterende natuurgebied 'Hoge Venen'.
> Behalve enkele historische huizen wordt de stad sinds eind 18de eeuw gedomineerd door de monumentale kathedraal. Vreemd dat de kerk de status van kathedraal heeft, er zijn er tenslotte maar 8 in heel België. Dat heeft alles te maken met de overdracht van Pruisen (bisdom Keulen) naar België waardoor Malmedy tesamen met Eupen kortstondig een eigen bisdom vormde tussen 1920 en 1925. In het Malmundarium naast de kathedraal kom je eigenlijk terecht in verschillende musea, zoals dat van het carnaval, stadsgeschiedenis, looierij en papiernijverheid.
> Carnaval is trouwens het belangrijkste feestgebeuren van het jaar hier in Malmedy. Dat is ook in de overige steden van de Oostkantons het geval met dat verschil dat in Eupen bvb de carnavalstraditie grotendeels op Rijnlandse tradities terug gaat, terwijl het in Malmedy echte Waalse roots heeft. Het carnaval was in die mate populair hier dat de monniken van de abdij de feesten verboden in de 17de eeuw. Toch heeft ook het carnaval de tijd overleefd. Het is een wekenlang gebeuren met als hoogtepunt een stoet waarin heel wat traditionele Waalse carnavalsfiguren hun opwachting maken.
> Voor een bezoek aan de stad kan je even langs de zeer goed uitgeruste toeristische dienst wandelen (in het centrum gelegen) die ondermeer een uitgestippeld stadstraject ter beschikking kan stellen.
> Rond het jaar 650 kwam Sint-Remaclus uit Maastricht afgezakt in opdracht van Koning Sigebert II. Hij kreeg de opdracht om twee kloosters op te richten in de Ardense wouden, die plaatsen werden bekend als Malmundarium (Malmedy) en Stabulum (Stavelot). Te Malmundarium moet voordien een vereringsplaats zijn geweest voor Diana, godin van de jacht en Gallo-Romeins equivalent van de Keltische Arduinna. Volgens de legende zou Remaclus op de ruiïnes van die vereringsplaats het christelijke klooster van Malmedy hebben opgetrokken. Hier knopen we dus aan met Via Arduinna!
Amblève-vallei boven Beaumont
Door het Bois de Ronde Haie
> Zo kwam aan het licht dat hier reeds in de 7de of de 8ste eeuw een christelijk heiligdom moet zijn opgericht. Veel kleiner dan de huidige kerk, ongeveer 6 X 6 binnenruimte + een koorruimte. In de 12de eeuw kwam er dan een aanzienlijke kerkvergroting. Het is helemaal niet onmogelijk dat er op deze plek reeds in Keltische tijden aan godenverering werd gedaan. Harde bewijzen daarvan ontbreken maar het is best mogelijk dat op deze plaats een christelijk gebouw werd opgetrokken ter uitwissing van een vorm van Keltische aanbidding. Het huidige kerkgebouw dateert van de jaren '60 van de twintigste eeuw.
> Mont-Saint-Jacques heeft ook altijd een sterke aantrekking gehad op de feestdag van Sint-Jacobus-de-Meerdere, 25 juli. Er vond op die dag jaarlijks eeuwenlang een grote vee- en paardenmarkt plaats, wijd en zijd bekend. Duizenden Ardennezen kwamen er op af tot ver in de 20ste eeuw. Met een onderbreking van enkele tientallen jaren vindt de jaarmarkt sinds het jaar 2001 ook nu weer jaarlijks plaats op 25 juli, al heeft ze vandaag vooral een folkloristisch tintje. De historische locatie van de veemarkt is nu ingenomen door ondermeer het Landal-bungalowpark Les Gotalles.
> De relatief afgelegen plek moet dus al erg lang een aantrekkingskracht hebben gehad. Desondanks is Saint-Jacques tot vandaag een kleine nederzetting gebleven, ten voordele van Trois-Ponts, dat zich omwille van vlotte verkeerspassage bij de monding van de Salm in de Amblève wel sterk ontwikkelde. Trois-Ponts heeft de Jacobusverering van de Mont-Saint-Jacques overgenomen in zijn wapenschild, waarop Sint-Jacob prijkt en twee Sint-Jacobsschelpen.
Alternatief traject via Stavelot en Trois-Ponts.
Onderweg naar Rochelinval
Saint-Jacques
Voormalige abdij van Stavelot
Saint-Jacques.
> Er moet op deze heuvel sedert onheuglijke tijden reeds een heiligdom zijn geweest. Saint-Jacques had omwille zijn panoramische ligging op 430 meter hoogte erg te lijden onder het Ardennenoffensief van 1944. De oude kerk werd volledig verwoest en voorafgaand aan de bouw van een nieuwe kerk in 1964, werd archeologisch opzoekingswerk verricht op de plaats.
Zicht vanop Mont-Saint-Jacques
> Dit traject brengt je over mooie paden via de valleien van achtereenvolgens Warche en Amblève langs de historische abdijgebouwen van Stavelot en enkele leuke passages, zoals de uitstekende rotsen van Warche of het gehucht Challes. Alle horeca en bevoorrading in Stavelot. Verderop kom je ook door Trois-Ponts (eveneens horeca en bevoorrading). Dit traject heeft geen Via Arduinna-bewegwijzering, je volgt de witrode tekens van GR 14. Zie verslag van deze etappe over GR 14 (in omgekeerde richting).
> In het centrum van Trois-Ponts verlaat je dan weer GR 14 en pik je opnieuw de tekens op van Via Arduinna. Deze leiden je over de Rue des Hézalles de valleien van Salm en Bodeux uit. Hogerop kruis je de verkeersweg naar Mont-Saint-Jacques en 200 meter verder wordt het een onverhard bospad dat stilaan wat gaat uitvlakken en naar Saint-Jacques loopt.