©
Luc Selleslagh 2009 - 2024 Trekkings.be
> Voettocht in Pajottenland, kortweg VIP, was één van de schaarse lange afstandspaden in Vlaanderen die niet tot het GR-net behoorden. Maar liefst 205 km lang slingerde de VIP door het golvend groene Pajottenland, gelegen in de provincie Vlaams-Brabant, onmiddellijk ten zuidwesten van de Brusselse 'inktvlek'. Hoewel je het flink kronkelende traject van deze circulaire wandeltocht in één thru-hike kon afleggen, was het aangeraden om die 205 km toch in stukjes te wandelen. Er viel immers zoveel te beleven aan cultuur, landschap, oude monumenten dat je al snel oververzadigd raakte aan indrukken. Zonder meer een boeiende tocht dus, waarbij de paden waarover je wandelde zorgvuldig werden gekozen.
Voorstelling
Hoogtepunten langs de VIP
Padgeschiedenis
'Payottenland'
Dorpen en grenzen van het Pajottenland
> Dit wandelverslag op Trekkings.be is opgedragen aan de padinitiators Marie-Claire Coenen en Judo Engels († 2014), die onvoorstelbaar veel werk staken in de VIP en die steeds bereid waren bijkomende info te verschaffen om dit verslag zo correct mogelijk te maken. Ook ben ik dank verschuldigd aan heel wat Pajotten die me informeerden over hun mooie streek.
Hoe is dit verslag opgebouwd?
> We stellen op deze pagina kort de Voetttocht in Pajottenland voor als visitekaartje bij uitstek voor het Pajottenland. Saaie lectuur? Jump dan dadelijk naar de pagina
wandelinfo waar we je aan de hand van eigen ervaringen op weg zetten om zelf op stap te gaan aan de hand van een pak praktische planningtips. Daarna verkennen we in maar lieftst
40 plaatspagina's de hele wandelroute meer in detail.
> Dit is
enkel een persoonlijk wandelverslag, er bestaat geen officiële website over Voettocht in Pajottenland. De feitelijke vereniging 'Voettocht in Pajottenland' was lid van de vzw Pajots Genootschap. Beide verenigingen zijn inmiddels opgeheven. De wandelgids was tot rond 2015 nog te verkrijgen in de toeristische diensten van Gooik (De Cam), Galmaarden of Halle maar is inmiddels uitgeput.
...
Ik weet geen streek die het bij u kan halen
in veie vruchtbaarheid en schoonheidsglans
Uw groene heuvels en nog groener dalen
omringen Brussel met een smaragden krans.
Van Vlaanderens Dender tot
aan den boord der Zenne
golft gij en deint in lijnen, hoog en diep ...
...
(Pol de mont, 'Aan mijn Payottenland')
Op groene heuvels deint het land
Van waar wij zijn!
En elk van ons heeft daar een band
Van vreugd en pijn!
Heeft voor zijn landje alles veil;(bis)
Payottenland(ter) Heil!
De lenten zijn zo mooi bij ons
De meisjes ook!
Haar mond is goud, haar wangen dons
En sterk haar knook!
En 'k denk aan haar waar 'k ook verwijl(bis)
Payottenland(ter) Heil!
We mogen 't bier en putten kracht
In 't kralend nat,
We zijn studenten, onbedacht,
Voor wie of wat
Steeds met den Vlaamsen wind in 't zeil!
Payottenland(ter) Heil!
(Drinklied studentenclub, tekst: van Dessel)
> 1/ Frans-Jozef De Gronckel (1816 - 1871) uit Sint-Kwintens-Lennik gebruikt de woorden 'Payot' en 'Payottenland' voor het eerst in een historisch verhaal over zijn geboortestreek, dat als feuilleton in een krant wordt gepubliceerd in 1845."'t Payottenland zoo als het van onheuglycke tyden gestaen en gelegen is...". Het woord 'pagnot' waarvan 'payot' waarschijnlijk is afgeleid, was daarvoor enkel bekend in een negatieve context, voor een landverrader tijdens de Brabantse Omwenteling. De Gronckel, die schrijft onder het pseudoniem Franciscus-Josephus Twyfelloos, lijkt de 'payot' te vereenzelvigen met 'patriot', wat oorspronkelijk net de tegengestelde betekenis had. Hij draagt zijn geschriften, die in 1846 en 1852 ook in boekvorm verschijnen, op "aen alle vrye en vrolyke payotten". Er zijn overigens wel meer verklaringen aan het woord 'Payot' gegeven, volgens sommigen kan het een afgeleide zijn van het Franse 'pagnotte' (heuvel) of een verwijzing naar de franstalige benaming voor een simpel lemen boerenoptrekje op het platteland, een 'payot'.
> Het heeft er alle schijn naar dat De Gronckel als FJ Twyfelloos een soort studentikoos maar toch ook historisch geschrift afleverde, afhankelijk van hoe je het wil interpreteren. Dat schalkse komt op de binnenkaft ook naar voren als Twyfelloos zijn geschrift ondertekent met een eenvoudig kruisje. Daaronder staat dan een soort officiële beëdiging van het document door 'zijn getuige' FJ De Gronckel, die wel voluit handtekent en waarbij zowaar het officiële zegel van de gemeente Sint-Kwintens-Lennik wordt toegevoegd! De licht frivole toon waarmee hij over de 'payotten' schrijft is misschien niet zo verrassend, want onderweg op Voettocht in Pajottenland zal je ongetwijfeld merken dat ook vandaag in het karakter van veel Pajotten een soort schalkse humor gebakken zit. Ik kom op deze laatste opmerking in het wandelverslag verderop nog enkele malen terug.
> Interessant is ook dat De Gronckel een gedetailleerde opsomming geeft van de dorpen die in dat 'Payottenland' vallen. Historisch is er geen ouder geschrift bekend waarin het over het 'Payottenland' gaat. De Lennikenaar Frans-Jozef De Gronckel wordt dus algemeen beschouwd als de 'uitvinder van het Pajottenland'. Voilà, daarmee heb je ook de verklaring waarom Voettocht in Pajottenland precies in Sint-Kwintens-Lennik begint, het geboortedorp van 'de uitvinder'!
> Een boek waar bladzijdenlang op de oorsprong van het woord 'payot' wordt ingegaan is 'Pajottenland' van Maurits van Liedekerke (Davidsfonds, 1999). Hierin haalt de schrijver nog veel meer denkpistes aan over het ontstaan en de betekenis an het woord 'payot'. Uiteindelijk concludeert ook van Liedekerke dat De Gronckel met zijn 'Payottenland' vooral een grap heeft willen uithalen, één die dan wel een merkwaardig lange staart kreeg.
> Meer info en een reproduktie van De Gronckels werk bij de Andreas Masiuskring van Lennik. Als je het vriendelijk vraagt in het gemeentehuis van Sint-Kwintens-lennik mag je even de raadszaal in om het portret van de Gronckel te bekijken.
> In 1924 zal een andere streekschrijver, Pol de Mont uit Wambeek, de liefde voor zijn geboortestreek 'Payottenland' in gedichtverzen uitdrukken. In die tijd moet het woord 'Payottenland' al een zekere erkenning hebben gekregen.
> 2/ Moeder Payottenland. Dat is de naam van een studentenclub die in Leuven werd opgericht in 1911 en nog steeds bestaat. Ze verenigt al 100 jaar studenten die uit de regio Zuid-Oost Brabant afkomstig zijn, met een zeer brede interpretatie van het 'werfgebied'. Vreemd misschien om de naam 'Pajottenland' in verband te brengen met een studentenclub maar jaar-in jaar-uit brachten deze hoog opgeleide Pajotten het woord mee terug thuis. Vanaf de jaren '70 kreeg Moeder Payottenland een gelijknamige zustervereniging in het Gentse studentenleven. Beide clubs gebruiken nog steeds de 'y' ipv de 'j' in hun clubnaam.
> In de jaren '70 werd onder de naam 'Red het Pajottenland', een actiecomité opgericht. Het was de tijd waarin de uitbouw van het Belgische autosnelwegennet volle bak bezig was. De Minister van Openbare Werken wil de snelweg A8 Brussel - Doornik aanleggen dwars door het Pajottenland. Nog in die periode wil men de nieuwe spoorverbinding Brussel - Parijs door het Pajottenland trekken. Dat was nog niet alles: In de omgeving van het oude kasteeldomein 'Groenenberg' (langs de VIP) wil men in die jaren het megalomane 'Europeanum' bouwen, een soort permanente Expo met Europese paviljoenen op een oppervlakte van maar liefst 420 hectaren.
> 3/ Red het Pajottenland. De ligging van het Pajottenland onmiddellijk tegen de grens met het Brusselse gewest brengt de streek na WO II regelmatig in het vizier en onder druk van bouwpromotoren, verkavelaars en grote openbare werken.
Ze zien het Pajottenland als één een stuk braakland.
> De volgehouden protesten van de Actiegroep Pajottenland tegen deze projecten krijgen niet alleen nationale weerklank, ze creëren een sterk samenhorigheidsgevoel onder de inwoners onder de koepel 'Pajottenland'. Achteraf bekeken kan die periode als een ommeslag worden beschouwd: Het Pajottenland is sindsdien niet langer een achteropgesteld gebied van keuterboertjes en een speeltuin voor de Brusselse bourgeoisie maar een Vlaams-Brabants gebied waarop de inwoners trots zijn en waarvan ze de landelijkheid willen behouden.
> In diezelfde periode start de vzw 'Opbouwwerk Pajottenland' onder leiding van de Vlaamsgezinde liberaal Staf van Wichelen met kleinschalige initiatieven om de liefde voor de streek in de verf te zetten. Hij was aanvankelijk getroffen door de achterstand van de streek.
> Het actiecomité 'Red het Pajottenland' haalt ondertussen slag na slag binnen. De volgehouden protesten zijn een enorm succes. Na blokkering volgt afvoering: De A8 komt niet door maar ten zuiden van het Pajottenland, de sneltrein komt er ook niet en het Europeanumproject belandt in de prullenmand. Maar vooral belangrijk is dat het vertrouwen en de trots op hun woongrond bij de inwoners werd aangescherpt, wilde bouwplannen werden afgeremd en zo kan het dat je hier in de schaduw van Brussel nog zoveel groene hoeken en weidse uitzichten hebt in het Pajottenland. Vandaag weet iedereen waar het Pajottenland van De Gronckel ongeveer ligt. Het is ook helemaal geen achtergestelde streek meer, eerder integendeel: Brabantse grond waar het goed en aantrekkelijk wonen en verblijven is.
> Het Pajottenland ligt in het beruchte politieke twistgebied Brussel-Halle-Vilvoorde (BHV). Vele jaren ijverden ook de Pajotse gemeentebesturen om het arrondissement BHV opgesplitst te krijgen in een Brusselse en een Vlaamse kieskring. De oude situatie werd trouwens door het Grondwettelijk Hof als onwettig verklaard. Doorn in het oog was vooral dat franstalige partijen in BHV zomaar schaamteloos kieslijsten konden indienen. Voor Vlamingen kwam dat over als erg arrogant: een bevestiging van de onwil van franstaligen om te integreren in het lokale leven en de voorkeur om hun eigen taal als superieur voor te stellen. Uiteraard kun je niet veralgemenen naar alle franstalige inwijkelingen toe (sommigen doen hun best te integreren). Uiteindelijk kon de splitsing dan toch doorgaan vanaf 2012. BHV was vooral een symbooldossier in de strijd tegen de verfransingskanker in de Vlaamse rand van Brussel.
> Over de oorsprong van de streeknaam 'Pajottenland' is al veel inkt gevloeid. Zelf heb ik niet de pretentie om dat onderzoek nog eens over te doen. Blijkt dat de benaming 'Pajottenland' eigenlijk relatief recent is. Na raadpleging van talloze bronnen komen 3 belangrijke fases naar voren waarbij de naam 'Pajottenland' voor deze Vlaams-Brabantse streek ten zuidwesten van Brussel werd ingeburgerd.
Zoals je merkt schrijven we bovenstaande tekst in de verleden tijd, want helaas is de VIP al een aantal jaren opgeheven, de markeringen kwijnen weg en er is geen gids meer. De VIP was prima bewegwijzerd en de wandeltocht was beschreven in een handige gids. Opmerkelijk en bewonderenswaardig aan Voettocht in Pajottenland is dat deze superlange tocht grotendeels werd gerealiseerd en onderhouden door slechts twee personen! Dit was het levenswerk van Judo Engels en Marie-Claire Coenen. Na de media-aandacht bij de openstelling van de VIP in 1997, evolueerde de bekendheid van de VIP langzaam naar de vergetelhoek. Met dit uitgebreide wandelverslag op Trekkings.be wordt helaas veel te laat maar voor het eerst aansluiting gemaakt met het digitale tijdperk. Voor Pajotten die van wandelen en van hun streek houden was de VIP haast een must maar ook bij andere wandelaars weekte dit boeiend stuk oud Brabant zeker emoties los.
Padmarkering VIP + logo Pajots Genootschap
FJ de Gronckel, 'uitvinder' van het Pajottenland. Zijn portret, geschilderd door zijn broer Vitalis in 1866, hangt sinds 2006 in de raadszaal van het Lennikse gemeentehuis.
Herdenkingsbord voor Pol de Mont
aan de gevel van
zijn geboortehuis
te Wambeek (langs de VIP)
In 1903 al verscheen er in Gooik een krant onder de naam 'Het Payottenland'.
Het indrukwekkende kasteel van Gaasbeek, ooit machtscentrum van het Land van Gaasbeek, nu het middelpunt van het Pajottenland
Kasteel Groenenberg (Gaasbeek). Dat je hier vandaag over Voettocht in Pajottenland langs dit mooie kasteelpark kan wandelen door rustige natuur is te danken aan het Actiecomité Pajottenland, anders stond hier nu een gigantisch pretpark.
Ondanks lokale protesten kon de bouw van de VRT-zendmast te Sint-Pieters-Leeuw
niet worden tegen gehouden. Hij werd nochtans illegaal opgetrokken.
De 'Eiffeltoren van het Pajottenland' is maar liefst 300 meter hoog.
Behalve het signaal van de VRT-radio- en TV-kanalen worden oa QMusic en Joe uitgestraald.
> Welke dorpen tot het Pajottenland behoren is ook weer zo'n onderwerp waar oeverloos kan worden over gediscussieerd. Het is vandaag niet echt mogelijk om een precieze grenslijn te trekken. Keren we even terug naar de man die het Pajottenland creëerde in 1845, Twyfelloos alias de Gronckel. Twyfelloos baseert zich 'zonder enige twijfel' in de eerste plaats op de dorpen die behoorden tot het oude Land van Gaasbeek. Dat machtsgebied werd opgebouwd in de eerste helft van de 13de eeuw door de Hertogen van Brabant. Door in Gaasbeek een slot te bouwen en een aantal dorpen binnen zijn hertogdom daaronder te plaatsen hoopte de Hertog van Brabant om zijn gezag daar te versterken en een bufferverdediging te hebben tegen de opkomende macht van de aangrenzende graafschappen Vlaanderen en Henegouwen.
> De cluster van dorpen die in de 13de eeuw het Land van Gaasbeek vormden zag er als volgt uit (in alfabetische volgorde):
Dilbeek
Elingen
Gaasbeek
Gooik
Itterbeek (+ Sint-Anna-Pede)
Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek
Oudenaken
Pamel
Schepdaal (+ Sint-Gertrudis-Pede)
Strijtem
Sint-Laureins-Berchem
Sint-Kwintens-Lennik
Sint-Martens-Bodegem
Sint-Martens-Lennik
Sint-Pieters-Leeuw
Vlezenbeek.
> Twyfelloos maakt voor zijn boek een kaart op van zijn Pajottenland. Nijverige heemkundigen achterhaalden later dat hij zich bediende van een oude landkaart uit 1635, Secunda pars Brabantiae. Op die originele kaart ziet het Land van Gaasbeek er in de 17de eeuw een stuk groter uit.
> Volgende dorpen neemt Twyfelloos dus ook op in zijn Pajottenland:
Bellingen
Beert
Bogaarden
Borchtlombeek
Eizeringen (bij Lennik)
Essene
Galmaarden
Hekelgem
Heikruis
Herfelingen
Herne
Kester
Leerbeek
Oetingen
Pepingen
Sint-Katharina-Lombeek
Sint-Ulriks-Kapelle
Ternat
Tollembeek
Vollezele
Wambeek
> In die lijst zitten dus niet enkel de dorpen van het uitgebreide Land van Gaasbeek, maar ook dorpen uit een wijdere omgeving. Deze behoorden dus ook in de lijst:
Anderlecht
Bekkerzeel
Bierk (Bierghes)
Groot-Bijgaarden
Liedekerke
Lieferinge
Meerbeke
Neigem
Ruisbroek
Teralfene
Zellik
> De dorpen in dit laatste lijstje worden tegenwoordig niet meer altijd als onderdeel van het Pajottenland beschouwd.
> Anderlecht bvb behoort vandaag niet meer tot het Pajottenland. Waarom Twyfelloos het dan opnam in zijn lijst is eenvoudig te verklaren door de sterke transformatie die Anderlecht onderging. In 1845 was het nog een echt plattelandsdorp waarvan de inwoners voor 90 % het Nederlands als moedertaal hadden. Anderlecht is sindsdien onherkenbaar verstedelijkt en verfranst.
> De aanleg van snelwegen heeft ook voor een zekere afbakening gezorgd. Ten noorden van de E40 behoren daarom - afhankelijk van de bron - dorpen als Bekkerzeel, Essene en het geïndustrialiseerde Zellik eerder niet tot het Pajottenland. Langs Voettocht in Pajottenland zullen we wel door die eerste twee dorpen lopen, evenals door Asbeek.
> Dorpen als Lieferinge, Neigem, Meerbeke en Teralfene behoren tot de provincie Oost-Vlaanderen en worden eerder als Denderdorpen beschouwd dan als Pajotse dorpen. Voettocht in Pajottenland volgt trouwens in de omgeving van Galmaarden een schitterend traject waar de scheiding met de laag gelegen Dendervallei mooi zichtbaar is.
> In het zuidwesten van het Pajottenland vormen ruwweg de provinciegrenzen met Oost-Vlaanderen en Henegouwen de grens. Die provinciegrens met Henegouwen is trouwens door de vastlegging van de taalgrens in 1962 wat verschoven. Zo krijgen we een verklaring waarom 2 'echte' Pajottendorpen niet in bovenstaande lijstjes staan: Sint-Pieters-Kapelle en Bever. In de tijd dat Twyfelloos zijn document schreef en tot 1962 behoorden ze tot Henegouwen.
> Met 90 % Nederlandstaligen was er geen discussie dat Sint-Pieters-Kapelle in 1963 werd overgeheveld naar Brabant. Voor Bever - met een lichte meerderheid Franstaligen - lag het wat ingewikkelder. Op één wijk na kwam Bever bij Brabant en men kreeg ook nog het Henegouwse gehucht Akrenbos erbij. De Franstaligen kregen in Bever faciliteiten die nog steeds niet zijn afgeschaft.
> Het dorpje Bierk (Bierghes) daarentegen kwam in 1963 definitief in het Waalse gewest te liggen, evenals Sint-Renelde (Saintes). Vandaag worden ze dus niet meer beschouwd als deel van het Pajottenland.
> We hebben het nog niet over Asse en Halle gehad. Hoewel Voettocht in Pajottenland dwars door het centrum van beide loopt zijn het eerder toegangspoorten tot het Pajottenland dan echt het Pajottenland. Het moet anderzijds wel gezegd dat een stad als Halle hard zijn best doet om oa met een streekproductencentrum beschouwd te worden als een deel van het Pajottenland.
> In het encyclopedisch referentiewerk 'Pajottenland, een land om lief te hebben' beperken de auteurs zich in de editie van 2007 tot 10 gemeenten en al hun deeldorpen: Bever, Dilbeek, Galmaarden, Gooik, Herne, Lennik, Pepingen, Roosdaal, Sint-Pieters-Leeuw en Ternat. Uitgangspunt is hier de dorpen van het Land van Gaasbeek + de Nederlandstalige dorpen van het Land van Edingen + Ternat omwille van de gemeenschappelijke geschiedenis met de abdij van Nijvel. Toch ook hier weer een paar licht vals klinkende noten. Zo werd het geïndustrialiseerde Ruisbroek in het boek opgenomen omdat dit dorp bij de gemeente Dilbeek hoort maar daar stopt de link met het Pajottenland. De auteurs zijn trouwens de eersten om toe te geven dat het Pajottenland geen strikt afgelijnde streek is.
> Het werkingsgebied van financieel promotiefonds Pajottenland+ is iets ruimer: Behalve de 10 gemeenten vernoemd hierboven worden ook Affligem, Asse en Liedekerke als volwaardige Pajottenlandgemeenten geadopteerd.
> Het Pajots Genootschap interpreteerde het Pajottenland nog ruimer: De kaart van Twyfelloos, alias de Gronckel, wordt als basis genomen maar men formuleert het Pajottenland als het landelijk gebied in Zuid-West-Brabant dat is omgeven met steden (Aalst, Brussel, Edingen, Halle, Geraardsbergen en Ninove). Grenzen zijn niet echt vast te leggen volgens hen, het heeft meer te maken met overeenkomsten in taal, cultuur, landschapskarakteristieken. Het Pajots genootschap trekt ook geen lijnen op provincie- of gewestgrenzen. Aldus beschouwen ze het Pajottenland niet als exclusief binnen het huidige Vlaamse gewest gelegen. Het strekt zich volgens hen ook uit tot in het Brussels Hoofdstedelijk gewest evenals in de Waalse provincies Henegouwen en Waals-Brabant. Wel een zeer ruime interpretatie dus.
> Het provinciale bestuur van Vlaams-Brabant deelt de provincie toeristisch in 4 blokken. Van Oost naar West: Hageland, Dijleland, Brabantse Kouters en Pajottenland/Zennevallei. Het is een wat ruwe indeling om 4 redelijk gelijke blokken te bekomen. 3 van de 4 vormen bovendien een groter geheel waarop de provincie Brabant de benaming 'De Groene Gordel' plakt, refererend naar volledige omringing rond Brussel. Hageland hoort daar dus niet bij.
> Bij Pajottenland voegt de provincie Brabant ook enkele Vlaamse gemeenten uit de Zennevallei: Beersel, Linkebeek, Drogenbos en Sint-Genesius-Rode. Affligem en Liedekerke behoren hier tot het Pajottenland maar Asse dan weer niet. Vermoedelijk is Asse gewoon bij de Brabantse Kouters geschoven om die cluster van 11 gemeenten wat meer body te geven. Overigens slaat de benaming 'Brabantse Kouters' op niks. Er lagen daar in Noord-West Brabant nog een aantal gemeenten die men moeilijk bij het Pajottenland of het Dijleland kon voegen. Folkoristisch is er weinig dat deze gemeenten bindt. Men heeft er dus in 2006 zomaar de benaming 'Brabantse Kouters' op geplakt voor de verpakking.
> De ontwerpers van Voettocht in Pajottenland, die tevens mee in het Pajots Genootschap zetelden, hadden er dus geen uitgesproken afbakening op na gehouden bij het uittekenen van het traject. Zeer algemeen werd het schrijfwerk van Twyfelloos als basis genomen, waarbij het routeverloop werd uitgetekend in een ruwe driehoek die is begrensd door de steden Asse, Halle en Edingen. We zullen trouwens door het centrum van Asse en Halle wandelen en raken aan het centrum van de Henegouwse stad-met-faciliteiten-voor-Nederlandstaligen Edingen (Enghien).
> Drijfveer voor Judo Engels en Marie-Claire Coenen was vooral om bij de uittekening van het VIP-traject drukke wegen en industriegebieden zoveel mogelijk te vermijden en de wandelaar vooral kennis te laten maken met de rustige hoeken en het landelijk karakter dat wordt geassocieerd met het Pajottenland. Die rustige plekken zijn er ondanks de nabijheid van Brussel gelukkig nog in overvloed.
> Met 205 km lengte is het dus mogelijk om in 6 à 10 dagen door zowat alle hoeken van het Pajottenland te zwerven. Hoewel uitgetekende wandelingen in één ruk afleggen mijn dada is ben ik in het geval van de VIP niet onmiddellijk een voorstander om deze tocht in één thru-hike af te leggen. Waarom? Omdat in het Pajottenland zo'n rijkdom aan cultuur en geschiedenis aanwezig is dat je er best je tijd voor neemt om 'met mate het Pajottenland te absorberen', liefst dan nog met de nodige pauzes in een typisch Pajots volkscafé bij een glas oude geuze of kriek. De culturele of historische hoogtepunten op deze tocht zijn talrijk. De dorpskernen liggen in het Pajottenland trouwens vrij kort bij elkaar. Wandel je er te snel door dan weet je op den duur niet meer of het laatste dorp Sint-Kwintens-Lennik, Sint-Martens-Lennik of Sint-Martens-Bodegem was, Sint-Anna-Pede of Sint-Gertrudis-Pede, Borchtlombeek of Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek, Asbeek of Asse,... De VIP trekt maar liefst door een dertigtal dorpen en gehuchten en één stad (Halle).
> Allereerst zijn er natuurlijk de wat golvende groene velden en weiden die zo karakteristiek zijn voor het Pajottenland. Vooral in de omgeving van Gaasbeek, Gooik, Galmaarden en Kesterheide heb je mooie uitzichten over dit oude Brabantse land. Trekpaarden begrazen nog hier en daar de weiden, in Vollezele is er zelfs een museum van het boerenpaard en in Sint-Kwintens-Lennik staat op de markt het standbeeld van Belgisch trekpaard Prins, 'de trots van Brabant'.
> In datzelfde Pajottenlandschap liggen enkele imposante vierkantshoeven. De VIP brengt je langs één van de grootste van België, de Bree-Eikhoeve (Lennik). Langs Hof Tasseniers (Galmaarden) en de vele hoeves van Herne en het erg landelijke Bever passeer je ook. Ander kleinschalig economisch patrimonium is ook dicht gezaaid langs de VIP: De watermolens van Galmaarden en Sint-Gertrudis-Pede, de prachtig gelegen 'Zepposmolen' bij Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek. Het kasteeldomein van Gaasbeek ademt eeuwen geschiedenis uit maar de VIP leidt je ook langs het kasteel en bijhorende rozentuin van Coloma (Sint-Pieters-Leeuw) of de kasteelparken van Ter Rijst (Heikruis) of Groenenberg (Vlezenbeek).
> Onder de religieuze architectuur is zeker de basiliek van Halle de moeite waard evenals de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek waar je één van de allermooiste handgesneden Brabantse retabels in België kan bewonderen. De talloze dorpskerken in natuursteen vormen een harmonisch geheel met het golvende landschap. Schilder Bruegel wist dat al, hij vereeuwigde het kerkje van Sint-Anna-Pede op één van zijn prijsloze volkse schilderijen waarvoor de Pajotten wel vaker model stonden. De meest verrassende kerk van het Pajottenland is echter die van Strijtem. Een extravagante pastoor liet naast allerlei bizarre versieringen zelfs een echt skelet aanbrengen in de kerk om Pietje de Dood levendig te symboliseren.
> Tientallen kapellen in alles soorten en maten liggen langs het pad waaronder enkele grotere zoals de Pauluskapel (Galmaarden), Sint-Leonarduskapel (Tollembeek), Sint-Martinuskapel (Burght-Bever) en de idyllisch gelegen Woestijnkapel (Gooik). Het aantal wegkapellen is niet bij te houden: Staafkapellen, muurkapellen, veldkapellen... Soms is de concentratie erg intens, zoals op de Kruisborreweg te Asse, de Aerenbeekstraat (Herne) of in Bever waar bij elke kruispunt of hoeve wel een kapel diende te worden gebouwd.
> Spot en zelfspot is echt typisch voor het Pajottenland. Die volkse humor kom je telkens weer tegen onderweg langs de VIP. Maak kennis met fictieve of echt bestaande volksfiguren: De Dikke van Pamel (Pamel), de Hopduvel en Manke Fiel (Asse), de Vaantjesboer (Halle) of de Heeten Heuzel (Lennik). De volksheid van de streek zit hem ook vaak in onverwachte details, gekke straatnamen of een 'blote madam' die op het wegdek is geschilderd (Pepingen). Iemand als Urbanus (Tollembeek) voelt zich hier dan ook uitstekend thuis .
> Toch ging het er zeker niet altijd vrolijk aan toe in het verleden. Vreemde legers trokken in de vorige eeuwen meer dan eens plunderend en brandstichtend door het Pajottenland. Honger dreef de boeren van het Pajottenland naar de mijnen van de Borinage. De Kongoberg, het treinstation van Galmaarden en talrijke monumenten in de regio Galmaarden, Vollezele en Tollembeek herinneren aan die 'zwarte periode' van de Pajotse 'fossemannen'.
> Enkele gigantische recordconstructies, die eigenlijk totaal niet in het landschap passen, passeren de revue: De 300 meter hoge VRT-zendmast van Sint-Pieters-Leeuw, het 520 meter lange treinviaduct van Sint-Anna-Pede of de SATCOM-bol van Kesterheide. Die mastodont constructies staan in schril contrast met de traditionele lage bouwstijl in de regio. Simpele boerenwoonhuisjes opgetrokken in leem zijn er nog amper over maar de VIP passeert ze wel: Het huisje 'Van Reepinghen' (Kester), huisje Mostinckx (Sint-Martens-Bodegem) en 'Estaminet de Ster' (Sint-Anna-Pede).
> Uit de vruchtbare Pajottengrond wordt heel wat lekkers geteelt. Sommige dorpen hebben een rijke traditie in die teelten. Langs de VIP zie je oa aardbeienteelt (Roosdaal en Vlezenbeek of Frezenbeek) en zowel laag- als hoogstamfruitbomen (Herne, Pepingen, Sint-Pieters-Leeuw...) waarvan uit de opbrengst lokaal oa fruitjenevers en zelfs wijn worden gemaakt. In Bever passeer je langs een kaasfabriekje maar er wordt in het Pajottenland eigenlijk een komplete waaier aan kaassoorten vervaardigd, van harde abdijkaas (Gooik) tot Brusselse kaas - beter bekend in Brabant als 'stinkkeis' (Sint-Pieters-Leeuw). Zo'n verscheidenheid aan producten dat meer dan de helft van de bladzijden in de streekproductengids die de provincie Vlaams-Brabant uitbrengt, aan Pajotse producten is gewijd.
> Dé trots van het Pajottenland is natuurlijk de lambiek, waaruit na gisting geuze ontstaat of na toevoeging van krieken + gisting Krieklambiek wordt geboren. De hoofdzakelijk ambachtelijke produktie van geuze en kriek is beperkt tot enkele Pajotse gemeenten en aangrenzende Zennevalleidorpen evenals in het nabijgelegen Brussels randgebied. Niks leuker in het Pajottenland dan één van de nog overgebleven volkscafés binnen te wippen om er een Cuvée René Grand Cru, een Girardin of een oude kriek 3 Fonteinen te drinken. Schuif mee aan in zo'n volkscafé op de lange houten bank tegen de muur om er je Brabants dialect uit te proberen in een sfeer die meer weg heeft van een gezellige huiskamer. Cafés 'De Koekoek' (Asse), café 'Bij Bea' (Bever), 'Bij Gust' (Sint-Martens-Lennik), 'In den Haas' (Gooik), 'Meyts-Polle' (Elingen) om er maar enkele te noemen. 'De Cam' in Gooik is de plek om bij een geuze een lokaal gerecht te eten en tegelijk kennis te maken met volksmuzikaal Pajottenland, het instrumentenmuseum bevindt zich immers boven het café. Of je kan er een oud Brabants volksspel spelen mocht het wandelweer zo tegen zitten. Gekroond tot hét volkscafé van Vlaanderen ondanks de zeer beperkte openingsuren is 'In de Verzekering tegen de Grote Dorst' te Eizeringen (helaas niet onmiddellijk langs de VIP gelegen), ook 'In de Oude Smis' (Mekingen) ligt niet langs de VIP maar is een bezoek waard.
> Als je de kans hebt om één van de Pajotse volksfeesten mee te maken moet je dat doen, onder de vele feesten zou ik zeker de jaarlijkse Pauwelviering te Galmaarden willen aanstippen, een vrij authentieke traditie die al sinds onheuglijke tijden 'geplogenheden' volgt waaraan in de loop der tijden weinig is veranderd. Of wees er bij als de tweejaarlijkse hopduvelstoet van Asse uitgaat of de grote jaarmarkt van Herne plaats vindt.
> De ontwikkeling van de 205 km lange 'Voettocht in Pajottenland' heeft eigenlijk zijn wortels bij een ander Belgisch lange afstandspad:
Tour du Brabant Wallon, tegenwoordig ook bekend als GR 127.
Judo Engels, zijn echtgenote
Marie-Claire Coenen en nog 2 wandelaars ontwerpen half jaren negentig in samenwerking met Toerisme Waals-Brabant deze tocht. Ze is maar liefst 215 km lang (+ 46 km varianten) en loopt door alle gemeenten van de huidige provincie Waals-Brabant. Na de uittekening en beschrijving voor een topogids loopt het verkeerd. Het NGI profiteert van zijn monopoliepositie als uitgever van topografische kaarten om zelf de enige bron van inkomsten naar zich toe te trekken met de publicatie van de topogids. Bovendien wordt de padmarkering door de provincie Brabant uitbesteed aan een wandelclub uit Rebecq. Die opgedrongen samenwerking vlot niet en gedesillusioneerd hierdoor keren Judo en Marie-Claire de
Tour du Brabant Wallon de rug toe.
> Aan de andere kant van de taalgrens ligt het Pajottenland. Judo Engels heeft er als Brussels gerechtelijk politiecommissaris goede contacten met de burgemeesters via vergaderingen. Judo en Marie-Claire besluiten opnieuw te beginnen met het ontwerpen van een lange afstandswandelpad. In 1995 werd een hele zomer lang intensief gezocht naar leuke paden en trajecten in alle uithoeken van het Pajottenland. Daaruit werd een selectie gemaakt en een aaneensluitend traject ontworpen. De tekst voor de begeleidende gids werd geschreven. Ook nu botst het project op de NGI-machtspositie, stafkaarten in de gids kunnen enkel als het NGI zelf de gids mag uitgeven (en de inkomsten binnen rijven). Judo en Marie-Claire hebben ondertussen wel geleerd uit de ervaringen met de TBW en waken er over om hun autonomie niet uit handen te geven. Wel een eigen wandelgids dus maar dan helaas zonder stafkaarten.
> Binnen de heemkundige kring van Gooik, toen onder het voorzitterschap van Guy Ballet, vindt het project steun en wordt besloten om een gids over de VIP te publiceren. De belangrijkste sponsor van het project wordt Cera-bank (de huidige KBC) die in al zijn lokale kantoren van het Pajottenland de gids verkoopt zonder hierop een wintsmarge te nemen. Ze stortten de gelden keurig door. Dankzij die verkoop kunnen de drukkosten en de uitgaven voor verf, borstels en zelfklevers worden bekostigd. Hoewel het uitgetekend traject van de nieuwe VIP in Lennik aanvangt, vindt op uitdrukkelijk verzoek van de burgemeester van Gooik, Michel Doomst, de persvoorstelling van de Voettocht in Pajottenland plaats in ontmoetingscentrum De Cam te Gooik op 5 maart 1997. Door de media-aandacht voor Voettocht in Pajottenland is de eerste oplage van 500 ex haast onmiddellijk uitverkocht en ook een tweede oplage gaat vlot de deur uit. Er volgen nog een derde en een vierde druk van de gids. De VIP is een succes. Even was er ook sprake om de gids in het Engels en het Frans te publiceren.
> In 1999 wordt in het prestigieuse kader van het historische kasteel van Gaasbeek de vzw
'Pajots Genootschap' boven de doorpvond gehouden. Het concept van de VIP past uitstekend binnen het
charter van dit nieuwe genootschap dat het imago van het Pajottenland wil versterken en uitdragen. De feitelijke vereniging 'Voettocht in Pajottenland' sluit aan als lid. Ook alle Pajotse burgemeesters of hun schepenen zijn daar aanwezig. Eens de camera's weg blijkt dat slechts drie gemeenten ook daadwerkelijk aansluiten.
> In 2000 krijgt het Pajottenland via het Europese fonds voor landelijke ontwikkeling, Leader+, een geldpot toegeschoven. Voorzitter van die projectcommissie Pajottenland+ wordt de Gooikse Cd&V-volksvertegenwoordiger en burgemeester Michel Doomst. Bij de toekenningen van projectsubsidies wordt het Pajots Genootschap subtiel op een zijspoor geschoven door hen enkel wat financiële steun te beloven in een beperkt domein en vervolgens zelfs die belofte tot subsidies weer in te trekken.
Michel Doomst verpersoonlijkt in het verhaal van Voettocht in Pajottenland helaas de slechtste eigenschap in de homo politicus: Mooie praatjes, veel beloven en uit het beeld van de media beloften intrekken. Nochtans staat Michel Doomst bekend als een man die voor Gooik en het Pajottenland veel heeft gerealiseerd (en nog realiseert). Hij is enthousiast over allerlei projecten rond volkscultuur, folklore en gemeenschapsleven. Die algemene sterke motivatie van hem valt dan ook moeilijk te rijmen van wat hij gedaan heeft voor een schitterend project als Voettocht in Pajottenland.
> Wat was dan het probleem? Burgemeester Doomst laat nogal wat steken vallen in dossiers en projecten. Ook in andere dossiers blijkt dat, zoals het getalm over de aankoop van het mooiste lemen huisje van het Pajottenland, het Vanreepinghenhuisje te Goteringen (langs het traject van de VIP). Dat wordt uiteindelijk van verval gered maar door een privé-aankoper. Hetzelfde getalm nogmaals als de initiators van de VIP rechtstreeks de gemeente Gooik contacteren met de vraag voor een beloofde kleine subsidie voor het onderhoud van de 205 km lange wandeltocht. Burgemeester Doomst, heeft zelfs niet de beleefdheid gehad om te reageren.
> In 2005 is er opnieuw hoop voor de VIP in de persoon van Dany de Handschutter. Dany, ook bekend in de streek als zanger en entertainer Jerry Blondel, is cultureel medewerker in Gooik en heeft een grote liefde voor het Pajottenland. Hij ontdekt op het gemeentehuis de brieven voor subsidieaanvraag waarop Doomst nooit heeft willen reageren en beseft de waarde en uitstraling van de VIP die heel het Pajottenland doorkruist, als niet GR-pad een unicum is in Vlaanderen eigenlijk. Dany probeert burgemeester Doomst tot enig initiatief te bewegen. Helaas, 2 weken nadat Dany de brieven ontdekte, overlijdt hij plots aan een hartaderbreuk tijdens een jogging. Hij was amper 49 jaar. Zijn dood werd in het Pajottenland als een groot verlies ervaren. Met Dany verdween ook de hoop voor enige steun aan de Voettocht in Pajottenland.
> Ondertussen hebben Judo Engels en Marie-Claire Coenen de 205 km lange wandelroute onderhouden met eigen middelen. Helaas is ook daar een einde aan gekomen in 2009. Een paar oneerlijke webmasters hadden ook de hele topogids online geplaatst. Een wat triest en stil einde en eigenlijk bijzonder spijtig. Naar de toekomst toe zal het feit dat er geen onderhoud meer zal zijn in de padbewijzering, voor toenemende problemen zorgen om de weg te vinden. De eerstvolgende jaren zou dat nog geen onoverkomelijk probleem mogen zijn, temeer daar de padbeschrijving in de gids met oog voor detail is gebeurd.
Judo Engels overleed op 31 juli 2014.
> Op de volgende pagina geven we je wat tips mee om de 205 km lange tocht te ondernemen.
Secunda pars Brabantiae,kaart uit de 17de eeuw.
KLIK op de kaart voor een vergroting.
Gemeentehuis Lennik, eind jaren '00
Halle
Guy Ballet
Michel Doomst
De VIP in de omgeving van het Galmaardse gehucht Sint-Paulus
De VIP te Lennik: Pajotse tegenligger!
Ternat
Kaart toeristisch Vlaams-Brabant, westelijk deel.
E40 te Vitseroel
Essene