Startpagina > Wandelen > Weg des Gedenkens
> Deze tweede etappe van de Weg des Gedenkens vangen we aan in de buurt van het mooie historische Eifelstadje Monschau. Via de vallei van de Rur en haar zijbeken beginnen we aan een lange uitgerekte klim over de Hoge Venen naar Signaal van Botrange, via de Vennbahn, de rotsformaties Ehrensteinsley en Richelsley en het Bergervenn. Kruisen en infoborden onderweg herinneren er ons aan dat ook deze mooie natuurplekken sporen dragen van WO II. Vanop het hoogste punt van België dalen we dan in de wilde beekvalleien van Ghâster en Bayehon om langs de burcht van Reinhardstein het meer van Robertville te bereiken.
> Voorzieningen onderweg: te Monschau (bakker, horeca, camping), Botrange (restaurant, natuurcentrum, café) en Lac de Robertville (campings). Het is mogelijk deze etappe te breken te Botrange, waar bussen langs komen. Er is geen grensoverschrijdend openbaar vervoer, op een weekendbus tussen Monschau en Eupen na.
Signal de Botrange
> Hoogste punt van Wallonië en de Benelux. 694 meter. De naam is afkomstig van het lichtbaken bovenop de toren dat niet enkel reizigers gidste maar ook weer als geografisch markeringspunt dienst deed. Deze plek heeft dan ook altijd gediend als referentiepunt bij het registreren van geografische punten en lijnen. De oude merkpaal in dit verband is de zogenaamde 'pyramide Tranchot' uit 1807, genaamd naar een Franse kolonel die stafkaarten ontwierp aan de hand van driehoeksmeting in de periode van het Napoleontische regime. De huidige toren dateert uit 1934. Tegenwoordig heeft Signal de Botrange vooral een toeristische functie. Een groot parkeerterrein en een taverne vangen vele zomerse wandelaars en winterse langlaufers op.
> De Butte Baltia is een trap van een goeie 20 treden die je nog 6 meter hoger brengt dan het hoogste punt van België op 694 meter boven de zeespiegel. Het opzet van dit trapje dat naar nergens leidt is duidelijk: afronding van de kaap van 700 meter. Het werd hier gebouwd in 1923 op initiatief van baron Baltia, die toen koninklijk commissaris voor de Oostkantons was.
Fagne Wallonne
> Met zowat 2400 ha vormt de Fagne Wallonne het grootste aaneengesloten veengebied van de Hoge Venen. Eén plant domineert de hoogvlakte: Pijpenstrootje. Deze in bussels groeiende grassoort voelt zich uitstekend op venige grond, zijn agressieve uitbreidingdrang heeft de Fagne Walonne wat overwoekerd en verdringt lagere planten waaronder het typische veenmos. Aldus verdwijnt ook op plaatsen met intensieve groei van deze grassoort de sponzige natte bodembedekking. Vroeger werden de harde grassprieten aangewend om een verstopte pijpsteel schoon te maken, vandaar de naam. Pijpenstrootje sterft maar traag af vanaf de herfst. Als de oude bladeren in de lentemaanden helemaal verdroogd zijn en de nieuwe graspieken nog niet de overhand hebben is de Fagne Wallonne erg vatbaar voor veenbrand, in die mate dat bij het uitblijven van regen delen van de Hoge Venen worden afgesloten voor wandelaars. De rode vlag wappert dan over de bedreigde delen. Pijpenstrootje en andere grassoorten geven aan het landschap van de Hoge Venen in de late herfst ook zijn karakteristieke rossige kleuren. Je ziet ook verspreid staande dennen, berken of een door de wind misvormde beuk die hier allen in harde weersomstandigheden proberen te overleven. Uit de Fagne Wallonne wateren een aantal beken uit, zoals de Hill (Helle), die te Eupen in de Weser vloeit en natuurlijk ook de Rur die hier haar lange tocht naar Roermond aanvangt.
> Aan de overkant van het containerpark vinden we in dezelfde richting een ander pad dat tussen de bosrand van het woud van Averscheid en een weide loopt. Links zien we huizen van Sourbrodt. Dat recht bosrandpad volgen we zowat 800 meter over nogal wat uitstekende boomwortels, tot bij de bocht in een asfaltweg. Net daarvoor gaan we rechts een licht stijgend bospad op. Weer op een wegje gaan we kort rechts-links om dan langs een afsluiting geleidelijk te stijgen tot een T-kruising met een bredere steenslagweg.
> Onderweg zal je in juli heel wat rijpe bosbessen aantreffen in de padrand. We nemen de steenslagweg naar rechts en draaien al snel mee naar links. Vanaf nu is het in redelijk rechte lijn stijgen tot op Botrange, een constante maar zeer gespreide stijging. Alle zijwegen onderweg negeren we. GR's 573 en 56 vervoegen de Weg des Gedenkens. Na een kilometer op dit pad krijgen we uitzicht over de weidse Fagne Walonne, een van de meest typerende landschapszichten over de Hoge Venen.
> Geen rustbanken onderweg maar kort bij Botrange komen we langs een platform waarop we een machtig zicht hebben over de Fagne Wallonne en over verre horizonten. Links wandelen we dan tot de nabij gelegen toren van Signal de Botrange.
> Bij Signal de Botrange wandelen we langs de Butte Baltia en de geodetische paal over de parking en door een bosje. Na 100 meter gaan we links en we volgen deze steenslagweg over meer dan 1 km, tot bij het Natuurcentrum van Botrange. Het werd opengesteld in 1984. Je vindt er vandaag een toeristische dienst, boekenwinkel met lectuur en wandelgidsen voor de Hoge Venen en een veenmuseum. Er zijn toiletten en je kan er een snack eten of iets drinken. Bij koud weer kan je opwarmen met een stevige wintersoep. Een bezoek aan het museum is van harte aanbevolen. Je krijgt er een interessante voorstelling over de geschiedenis en evolutie van het natuurpark Hoge Venen volgens een self-guidancesysteem.
> Langs het Natuurcentrum wandelen we verder door in dezelfde richting van waaruit we kwamen. De brede brandgang ligt er vaak behoorlijk modderig bij maar door de breedte vind je meestal wel een drogere doorgang. In rechte lijn dalen we zacht de hele tijd tot we anderhalve kilometer voorbij het Natuurcentrum een weg en een beek oversteken naar rechts op een plek met de naam Ghâster. We wandelen nu over een ruw pad door een gekapt dennenperceel en in het spoor van een lokale wandeling.
> We bereiken een bosrand en we gaan er tesamen met de witrode tekens van GR 56 verder dalen door dennenbos langs een fit-o-meterparcours en over brugjes om kort daarna op een padensplitsing te komen bij een picknickbank. Op dat punt verlaten we GR 56 om linksvoor te vervolgen over een breder steenslagpad. Het komende uur zullen we over de Weg des Gedenkens een vlotter bewandelbaar pad volgen dan het traject van GR 56 maar we missen hierdoor wel de waterval op de Bayehon. We stijgen wat licht, daarna wordt de lange daling voortgezet. We wandelen hogen boven de Ghâsterbeek, die rechts van ons loopt de hele tijd.
> We lopen ook langs de voet van de liftinstallaties en hellingen voor alpine-ski van het wintersportdorpje Ovifat. Het wandelpad volgt de plooiingen van de heuvels, waardoor er weinig hoogteverschil op zit. Aan de rechterzijde krijgen we een zicht over de Bayehon-vallei, waarvan de Ghâster een zijbeek is. We volgen nu de Bayehon en komen al snel in de bocht van een asfaltweg. Die steken we over om in de vallei te vervolgen langs de terreinen van een voormalige watermolen. GR 56 heeft de Weg des Gedenkens inmiddels weer vervoegd.
> De vallei van de Bayehon wordt best wild, de brede beek loopt diep ingesneden door het landschap en we wisselen onderweg enkele malen van oever via houten bruggetjes over de snelstromende beek. Hier en daar mis je misschien een markeringsteken van de Weg van Herdenking, we blijven in ieder geval de Bayehon volgen, ook wanneer ze wordt versterkt bij een brugje door een andere beek.
> We volgen de Bayehon verder tot een punt net voor ze in de Warche vloeit. Daar gaan we links even stijgen om nu de Warche te volgen, die hier nog een beperkt debiet heeft. Zowat 20 minuten later nemen we links een pad dat zeer ruw stijgt in zigzags en over boomwortels. Als dit pad wat uitvlakt en verbetert, zien we rechtsvoor de bijzondere burcht Reinhardstein opdoemen.
Burg Reinhardstein
> Burcht Reinharstein heeft een zeer lange geschiedenis. Mogelijk waren hier zelfs al primitieve vestingen in de Keltische periode. Een echte burcht is er al zeker sinds de 14de eeuw. De ligging is niet toevallig maar strategisch gekozen in de buurt van belangrijke middeleeuwse doorgangswegen, op de grens tussen verschillende machtsgebieden. De inplanting op een uitstekende richel hoog boven de vallei van de Warche is tekenend voor de dominerende, controlerende en verdedigende functie van burchten destijds. Een zekere Reinout van Weimes liet de burcht bouwen, tijdens de daaropvolgende eeuwen kwam de burcht in handen van verschillend machtige adellijke heersers.
> Tot begin 19de eeuw was Reinhardstein bezit van de familie Metternich, naar de burcht wordt dan ook nog wel eens gerefereerd als Burg Metternich. Aan de glorieperiode kwam een einde in 1812, toen de burcht werd verkocht en de nieuwe eigenaar handel ging drijven in afbraakmaterialen van de burcht. Dat werd gestopt in 1815, toen de Oostkantons Pruisisch werden en er werk werd gemaakt van restauratie. Helaas was die redding maar tijdelijk, verval en plundering zouden zich later weer doorzetten met als resultaat amper nog wat meer dan overgroeide steenhopen.
> Dat we vandaag de burcht van Reinhardstein in volle glorie kunnen aanschouwen danken we aan de Brusselse professor Jean Overloop. Hij kocht de restanten van burcht Reinhardstein op van de Belgische staat in 1965 en ging meteen aan de slag. Aan de hand van 18de eeuwse tekeningen van romantische schilders en door vergelijkingen met burchten in de Eifel, maakte hij een restauratieplan op voor Reinhardstein. Inwoners van de streek moeten hem gek hebben verklaard. Van de eens zo machtige burcht schoten in de jaren '60 amper nog wat donjonresten en versterkingen over, in vergevorderde staat van ruïne. Het oord baadde bij de lokale bevolking ook in een sfeer van mythe en onheil. Bovendien moest er worden gerestaureerd in moeilijke omstandigheden. Tonnen oude bouwsteen moesten uit de Warchevallei worden omhoog gezeuld. Professor Overloop kon echter ook rekenen op enthousiaste vrijwilligers om het plan door te zetten. Hij slaagde er in om de restauraties zorgvuldig uit te voeren met de hulp van een paar metselaars. De heropgebouwde burcht kreeg een bedekking met duizenden leisteenplaten.
> Het ging snel. Begin jaren '70 waren de grootste restauraties al gerealiseerd. Binnenin werden de koude natuurstenen kamers en zalen ingerichte met een bonte verzameling aan middeleeuwse voorwerpen en kunst. Professor Overloop ging de burcht bewonen maar stelde ze ook open voor bezoekers. Zijn realisatie oogst alleen maar bewondering. Professor Overloop overleed in 1994, sindsdien wordt het kasteel beheerd door een vzw.
> Wat je nu ziet is een haast volledig heropgebouwde burcht die een authentiek beeld geeft van Reinhardstein in zijn gloriejaren. Het is vandaag zondermeer een van de mooiste en mooist gelegen kastelen in België. Met een hoogteligging op zowat 500 meter is dit ook de hoogst gelegen burcht in België.
> We kruisen verderop de enige toegangsweg tot de burcht. Via een gammel bruggetje komen we aan de overzijde van een ingesneden beek en via trappen steken we een scherpe richel over. Aan de andere kant vinden we een voetpad, dat we naar links volgen. Het gaat verderop langs de diepstromende Warche lopen om te eindigen bij de stuwdam van Robertville (rustbanken).
Stuwdam Robertville
> De stuwdam van Robertville werd op de Warche gebouwd met als belangrijkste doel hydro-electriciteit op te wekken. Exploitatie is in handen van Electrabel. Via een pijp van 4,4 km en een verval van 153 meter wordt het water naar de centrale bij Bévercé gestuwd, waar turbines de kracht omzetten in electriciteit. De bouw van de 55 meter hoge dam vond plaats van 1926 tot 1929. Belangrijke functie vandaag is ook het watertoerisme. Watersport op en rond het meer bracht ook horeca en campings naar Robertville, daar waar het dorp vroeger eeuwenlang van schamele opbrengsten uit turfwinning moest leven. In 2010 werd het 62 hectaren grote meer leeg gemaakt voor herstelwerken aan ondermeer de dam.
> We wandelen de stuw over. Je kan eventueel de Weg des Gedenkens aan de overzijde even verlaten om rechts bij een autoparking achter een chalet een wandelpad heen en terug te volgen over een paar honderd meter voor een uniek zicht op de burcht Reinhardstein.
> Terug naar de stuw en de Weg des Gedenkens. Dadelijk links voorbij de stuwdam nemen we een pad tussen de oprit van een huis en het meer. We volgen het stuwmeer, aan een inham draaien we rechts mee en we lopen naar het einde van een langgerekte inham van het stuwmeer. Daar steken we via een wandelbrug over en we volgen nog even een toevoerbeekje. Op een kruispunt van paden gaan we scherp links een bredere steenslagweg volgen. Die stijgt even en daalt dan weer.
> We krijgen nog een mooi zicht over het stuwmeer en blijven nu de meeroever langere tijd volgen, voornamelijk door dennenbos. Zo wandelen we helemaal tot bij de Brug van Haelen, nadat we nog even een kort ommetje moesten maken doordat een wellness-hotel het wandelterrein in beslag heeft genomen.
Pont de Haelen
> De naam van de brug herinnert aan de Slag der Zilveren Helmen op 12 augustus 1914 te Halen bij Diest. Ze verving bij de creatie van het meer een oudere Pruisische brug over de Warche die de naam 'Brug van Waterloo' droeg. De naamsverandering paste ongetwijfeld in de politiek van 'verbelging' die door generaal Bultia werd gevoerd in de Oostkantons tijdens de jaren '20.
> Aan de ander kant van het meer ligt een camping maar daar ga ik niet naartoe, er moet er nog een andere zijn wat verder en langs deze kant van het stuwmeer. De verkeersweg dus over maar niet de brug over en we gaan verder langs het meer lopen, soms zelfs vlak op de waterrand. Het smalle paadje volgt verder de oever tot de Weg des Gedenkens bij een campingterrein komt, Camping Belle Vue. Onze wandelroute loopt over een asfaltweg door de camping. Hier blijf ik overnachten, want er zitten inmiddels meer dan genoeg wandelkilometers op.
Monschau
> Vakwerkhuizen getooid met daken van Ardense schalie domineren het zicht van dit door Eifelbergen omringde stadje. Laat je in het centrum meedrijven op het ritme van de toeristenstroom langs vakwerkgevels en vitrines met streekprodukten, antiek, kunst en kitch. Er rijdt hier zelfs een 'toeristentreintje' rond.
> De geschiedenis van Monschau gaat terug tot de late 12de eeuw: 'Montjoie' wordt dan voor het eerst vermeld in geschriften. Er ontwikkelde zich de volgende decennia vrij snel een dorp rond de burcht. De stad werd pas echt florerend met de ontwikkeling van de textielnijverheid in Montjoie vanaf de 16de eeuw. Het 'Rote Haus' dat nu is ingericht als museum, was het huis van de succesvolle textielbaron Scheibler en dateert uit de 18de eeuw. In 1918 werd de naam 'Montjoie' verduitst naar Monschau. Het is vooral de harmonieuze architectuur van goed bewaarde vakwerkgevels en de schitterende ingesneden ligging van Monschau hier bij de samenvloeiing van Perlenbach en Rur, die zoveel toeristen lokt, met name uit B en NL.
> Nachtje kamperen in de frisse vallei van de Perlenbach en weer op pad voor een stevige tocht over de Weg van Herdenking. Eigenlijk kan je vanop het trekkersveld van de camping gewoon door het bosje omhoog klimmen en zo bereik je een goed wandelpad. Dat volg je naar links om even later via een trappenpad sterk te stijgen om uit te komen in de buurt van de rotsformatie Engelsley en Teufelsley. Hiermee snij je een stuk van de Weg des Gedenkens.
> Je kan ook een stukje afsnijden door vanuit de camping weer de Perlenbach over te wandelen en dan naar links te gaan (GR 56) om na een grote bocht eveneens over het trappenpad te stijgen naar de Engelsley / Teufelsley. Wil je echt geen meter missen van de Weg des Gedenkens, wandel dan van de camping terug naar Hotel Perlenau en ga daar links sterk stijgen over een paadje. Verderop daal je weer af om wat later weer te stijgen naar Engelsley / Teufelsley.
> De rotspunten Engelsley en Teufelsley liggen in het dal van de Rur nabij Dreistegen. Over het ontstaan van de rotsen bestaat de volgende legende: De duivel wilde het klooster van Reichenstein (langs Weg des Gedenkens) verwoesten en zond een engel die niet meer trouw aan God was met een rotsblok naar de Eifel. Toen Sint Michael, de leider van de godstrouwe engelen, dit vernam, stuurde hij een van zijn engelen op pad om dit duivels werk te voorkomen. In het gebied Düsterheck troffen de engelen elkaar, beide gewapend met een enorm rotsblok. De godstrouwe engel zei tegen de andere engel dat hij hem met zijn rotsblok zou vermorzelen, als hij niet onmiddellijk de rots liet vallen. Omdat de engel die voor de duivel werkte wel wist hoe het iemand verging die in de hel terechtkwam, gooide hij zijn rots neer. Hij wilde immers wel in de hel werken, maar er niet zelf in de vlammen geroosterd worden. Toen legde ook de afgezant van Sint Michael zijn rotsblok neer en vanaf toen lagen daar de twee rotspartijen "Engelsley" en "Teufelsley".
> Geologisch sluit het schiefergesteente dat hier zo opvallend aan de oppervlakte piekt eerder aan op het landschap van de Ardennen dan dat van de Eifel. Als je straks een zicht over Monschau krijgt zal het je zeker ook opvallen dat leisteen hier ook overheerst voor dakbedekking, net zoals in de Ardennen was dit gesteente immers beschikbaar in de onmiddellijke omgeving.
Kreuz im Venn
>
Het gigantische ijzeren kruis is bijna 6 meter hoog en weegt 1338 kilo. Je krijgt het pas te zien als je de rotsformatie Richelsley rond wandelt. Er wordt weleens verteld dat Belgische soldaten in 1939 het kruis beklommen en er zich achter verborgen (met de armen gespreid!) om zo de bouw van Hilters Westwall gade te slaan. Bij de restauratie in 1959 werden trouwens de ronde gaten in het kruis gedicht om klimmende avonturiers weg te houden.
> Het kruis werd hier opgericht in 1890, op initiatief van pastoor Arnoldy van Kalterherberg. Het moest herinneren aan een prior van het nabijgelegen klooster van Reichenstein, Stefan Horrichem (+1686), die tijdens de 30-jarige oorlog de arme bevolking van de venen bijstand gaf. Pastoor Arnoldy werd op zijn beurt vereerd te Richelsley: aan de andere kant van de rotsformatie werd ter gelegenheid van zijn zilveren priesterjubileum in 1894 een grot gemaakt met daarin geplaatst een Mariabeeld (OLV van Lourdes). Het is tot vandaag een lokaal bedevaartsoord.
> De Schwarzbach loopt nu een eind links van onze steenslagweg. Nog links zie je een venige vijver liggen in de verte, een in de herfst idyllische plek, het lijkt wel het einde van de wereld. Dat meertje op de Schwarzbach is niet op natuurlijke wijze ontstaan maar door afdamming om een bluswatervijver te creëren. Vandaag is hij onderdeel van een mooi natuurlandschap, trekvogels zoals wilde ganzen en zelfs kraanvogels strijken er wel eens neer in november of maart.
> Af en toe kruisen we een strookje bos om dan weer open uitzicht te krijgen. We bereiken uiteindelijk een andere steenslagweg, die we naar links nemen om zo de vallei van de Schwarzbach haast ongemerkt te kruisen. Even later weer links om dan op een asfaltweg te komen die we naar rechts gaan volgen. Een kleine kilometer verder wisselen we het asfalt weer in voor een steenslagweg naar links om zo vlot boven de hoogtelijn van 600 meter uit te stijgen. Rechts in de verte piekt aan de horizon een torentje boven de bomenlijn. Dat is Signal de Botrange en we moeten dus nog een heel rondje maken van zowat 6 km vooraleer we daar zullen langs komen.
> De wat monotone asfaltweg loopt aanvankelijk kaarsrecht en stijgend door dennenbos om dan via een bocht af te dalen in de vallei van de Schwarzbach. Aan de andere kant van de beek gaan we na 50 meter links een steenslagweg op die we nu lange tijd zullen volgen door het Bergervenn. Het is hier gewoonlijk bijzonder stil en eenzaam wandelen in de Hoge Venen. Dit traject ligt duidelijk niet op de wandelkaarten van de meeste dagjestoeristen op de Hoge Venen.
> Net voor deze kwartsietrotsen gaan we rechtsaf sterk dalen over een smal pad dat glibberig kan zijn bij regenweer. Terug helemaal beneden komen we in de wilde vallei van de Roer. De jonge rivier komt van de Fagne Wallonne, niet ver van Botrange en dus van een hoogte boven 650 meter. Ze zal na zowat 165 km en een lange tocht door Duitsland, uitmonden in de Maas bij het Nederlandse Roermond, op amper 22 meer hoogte.
Sourbrodt
> Dat hier in natuurgebied hun containerpark staat, getuigt van niet bijster goeie smaak. Qua inplanting liep het trouwens ook al stroef bij het ontstaan van het dorpje. In 1534 liet een zekere Johan Sourbroit uit Weywertz een herberg bouwen op deze afgelegen plek langs een weg die de hertogdommen Limburg en Luxemburg verbond. Zeer tegen de zin van inwoners van Robertville waarmee al snel ruzie kwam over het gebruik van de omliggende braaklanden die die laatsten als graasgebieden en hooilanden gebruikten. Dat zou de daaropvolgende 200 jaren nog regelmatig tot spanningen leiden. Begin 18de eeuw waren de inwoners van het inmiddels uitgebreide Sourbrodt zelfs niet meer welkom in de kerk van Robertville, ze bouwden dan maar een eigen kerk. De huidige kerk werd in 1932 gebouwd, ergens tussen het lager en hoger gedeelte van het dorp in. De dorpsbevolking bestaat zowel uit duitstaligen als francofone inwijkelingen.
Kruis van de Gevangenen (Russisch Kruis)
> Het kruis van de Russische krijgsgevangenen herdenkt het verblijf op deze plek van door Duitsers gevangen gehouden Russen. De nazi's hadden immers op korte tijd honderdduizenden Russische krijgsgevangenen gemaakt. Vanuit een herverdeelkamp te Düren werden ze verder verspreid, waaronder naar Elsenborn en hier bij Sourbrodt. Het afgelegen kamp bestond van maart 1943 tot september 1944 en werd snel gebouwd door boswerkers. Toen de gevangenen aankwamen waren ze in dusdanig slechte gezondheid dat ze enkele weken met rust werden gelaten. Nadien werden ze ingezet om de duizenden Duitse dorpsjongens die onder de wapens waren geroepen te vervangen voor land- en bosbouw. Ze werden hier vooral ingezet voor houtkap en -zagerij. Er verbleven 52 Russische krijgsgevangenen in barakken, waarvan je ter plaatse de fundamentuitlijning nog kan zien. In de herfst van 1944 werd het kamp door de Duitsers opgeruimd omwille van de oprukkende geallieerde legers. De gevangenen werden naar Monschau afgevoerd. Tijdens het verblijf in Sourbrodt stierven twee Russische gevangenen, de ene door het eten van giftige paddenstoelen, de andere door het eten van bedorven wildvlees. Ze werden begraven op het kerkhof van Nidrum.
> In 1963 werd door 'les Amis de la Fagne' een eerste kruis geplaatst ter herinnering. Dat 'katholieke' kruis werd in 1992 vervangen door een Russisch-orthodox kruis. Het oude kruis werd gerestaureerd in 2004 (de letters werden opnieuw gegraveerd) en bevindt zich nu tegen het infobord. Het kleine Christusbeeld werd gevonden in de Amerikaanse oorlogsstellingen van het Woud van Averscheid en werd op het oude kruis geplaatst, orthodoxe kruisen hebben immers geen kruisbeelden.
Amerikaanse verdedigingsposities
> Op de plaats waar het bord staat, kan je nog de restanten van Amerikaanse ingravingen zien, aangelegd ter verdediging van hun posities rond oktober - november 1944. De Amerikanen beschouwden Sourbrodt als vrij strategisch, gezien de hoge ligging bij Botrange en Kamp Elsenborn. Bovendien was te Sourbrodt ook een rangeerstation. Ze legden er een depot aan van munitie en andere voorzieningen met het oog op een voorbereiding van de aanval op de Siegfriedlinie. Een tiental weken heerste hier rust over de Amerikaanse stellingen, op overvliegende V1-bommen na. Op 16 december 1944 brak de hel dan weer los toen de Duitsers aan het Ardennenoffensief begonnen.
> Naar rechts volgen we de rivier nu een heel tijdje. Even opletten na een goeie 20 minuten, want we gaan dan rechts weer de riviervallei uit om door dennenbos te stijgen naar de bedding van de Vennbahn. Links de geasfalteerde Vennbahn op, tot we na de passage over een spoorviaduct de voormalige site van station Reichenstein bereiken. Daar gaan we schuinrechts alweer door wat dennenbos opnieuw stijgen over een breed bospad en wandelen door een stukje België, grondgebied gemeente Weismes. Het oude pad, eeuwenlang een handelsweg waarover goederenkarren hobbelden van Aken naar Parijs, voert ons naar de mooie site van Richelsley, getopt met een van de bekendste 'veenkruisen', Kreuz im Venn.
> In tegenwijzerzin wandelen we rond Richelsley en het Kreuz im Venn, daarna gaat het vrij vlak verder, zelfs wat licht dalend. Op de grens met Duitsland (gemarkeerd met genummerde B/D-palen) gaan we links om even later langs een afsluiting weer een stukje Duitsland binnen te komen. Over een graspad met onderweg links een uitzicht over Kalterherberg, komen we het gehucht Ruitzhof binnen.
> Strikt bekeken is Ruitzhof een Duitse enclave in België. Behalve de gewone grenslijn is er immers nog een grenslijn die wordt afgebakend door de bedding van de Vennbahn (die Belgisch is) en daar tussenin ligt dus Ruitzhof.
> Let even op enkele enorm hoge hagen hier bij oudere huizen. Ze beschermen de huizen en hun bewoners hier tegen gure noordenwinden. Typisch voor de streek, je ziet ze ook in andere dorpen en niet enkel langs de huidige Duitse kant van de grens. Vandaag kunnen eigenaars van zo'n haag in Duitsland subsidies krijgen om ze te verzorgen als deel van het historisch landschap.
> We wandelen door de hoofdstraat van Ruitzhof en waar de verkeersweg naar links zwenkt, wandelen we rechtdoor over een kleinere asfaltweg. Die gaat sterker dalen en bereikt als wandelpad een zone met een paar beekjes die hier de grens vormen tussen België en Duitsland.
> We bereiken na wat dalen de rand van Monschau en wandelen er niet de brug over de Roer over (je kan hier wel doorsteken als je het mooie centrum van Monschau rechts wil laten liggen. Over de Weg des Gedenkens gaan we rechts alweer stijgen over een brede weg die langs een school komt en stilaan uitvlakkend verder doorloopt hoog boven de vallei van de Roer.
> We krijgen uiteindelijk zicht op het compacte centrum van Monschau. Het mooie stadje met zijn vele vakwerkhuizen ligt ingeperst in het rivierdal van de Roer. Bij een kapel met rustbanken kunnen we even genieten van het uitzicht. Even de rugzak afgoooien.
> Het was op deze plek dat bij de officiële inwandeling van de Weg des Gedenkens op 26 april 2015 de Belgische en Duitse wandelgroep elkaar ontmoetten. Het is best een aangenaam plekje met die kabbelende beekjes.
> Een houten brugje leidt ons erover en op de steenslagweg gaan we links. Die voert ons naar een asfaltweg die aan de linkerzijde naar het Belgische grensdorp Küchelscheid loopt en aan de rechterzijde naar de Hoge Venen. We kiezen voor rechts (voorbij een bareel) en trekken zo definitief België binnen.
> De Weg des Gedenkens blijft voorbij de kapel nog even op hoogte om dan over smalle paden snel af te zakken naar het marktplein van Monschau. Onderweg is het opletten om de juiste padafslagen niet te missen. In het centrum van Monschau gaat het via een marktplein met caféterrassen langs de kerk de Roer over, om dan link een tijdje door een gekasseide straat te wandelen. Daarbij komen we langs de toeristische dienst van Monschau (pas open vanaf 10 u). We blijven verderop dezelfde richting aanhouden, ook als we de Roer volgen.
> Bij een populair terras, horende tot een huisbrouwerij (waar sinds enkele jaren weer donker huisbier, Zwickelbier, wordt gebrouwen) is het uit met slenteren, het wordt weer best sportief. Rechts langs het terras, tussen de gebouwen door even stijgen om de verkeersweg door de vallei te kruisen en ongeveer schuinlinks verder te wandelen. We stijgen nu een tijdje nonstop door bos om helemaal boven de Ehrensteinsley te bereiken (hoogteverschil 80 meter), vlakbij is ook een schuilhut en rustbank.
De Perlenbach
Teufelsley
Onderweg naar Ruitzhof
Klooster Reichenstein
Monschau
Ehrensteinsley
Monschau
Grens B - D
Onderweg naar het Bergervenn
Bergervenn met vijver op de Schwarzbach
Omgeving Bosfagne / Nèsselo
Kruis van de Russische krijgsgevangenen
Fagne Wallonne
Butte Bultia
Meer van Robertville
Pont de Haelen voor WO II (postkaart)
Door de vallei van de Bayehon
Burcht Reinhardstein 's winters
Burcht Reinhardstein rond begin 20ste eeuw
De Roer
Ruitzhof
Vennbahn
> De uitgerekte stijging wordt even onderbroken voor een daling naar de brede en venige vallei van de nog piepjonge Rur. Zowat 70 hoogtemeters lager en net voor de weg naar links draait, nemen we in de vallei een pad rechts dat door dennenbos loopt. Het pad loopt voorbij de dennen verder naar links en kruist het veenbeekje Scheidbach op een plek met de naam Nèsselo. De naam 'Scheidbach' verwijst nog naar de rol van 'scheidingsbeek' tussen Robertville (prinsbisdom Luik) en Bütgenbach (hertogdom Luxemburg).
> Voorbij een volgend perceel dennen krijgen we uitzicht op het uitgestrekt venengebied van Troupa - Bosfagne. Een grassig veenpaadje dat scherp links aftakt, nemen we niet. We vervolgen rechtuit langs de rand van het uitgestrekte veengebied om dan naar links mee te draaien tot bij het Kruis van de Russische gevangenen. Je kan hier nog de fundamenten van een krijgsgevangenenkamp uit WO II ontwaren op de plek waar het (nieuwe) orthodox kruis staat, even van de wandelroute af. Er is hier ook een rustbank bij de infopanelen.
> Kort voorbij het kruis komen we op een geasfalteerde weg, we wandelen er naar links tot bij een parking, waarbij we op die korte afstand zowel de Rur (via de brug van Bosfagne) als enkele andere veenbeken kruisen. Onderweg ook de herdenkingssteen voor striptekenaar Didier Comès (1942 -2013), van geboorte afkomstig uit Sourbrodt. Hij werd een van de belangrijkste Waalse striptekenaars van de 20ste eeuw. 'Verliefd op de venen, zijn mysteries en zijn stilte' staat er op de steen. Het woord 'silence' verwijst hier echter vooral naar zijn bekendste stripfiguur Silence (vertaald in het nederlands als 'De dorpsgek van Schoonvergeten').
> Ter hoogte van de parking loopt de Weg des Gedenkens op een pad rechts verder. Alweer een herdenkingssteen. Dit keer voor boswachter Luc Dehousse (1952 -2008) uit Sourbrodt, die op deze plaats stierf. Het pad komt langs een infobord over WO II.
> Het pad eindigt verderop abrupt en verrassend bij het containerpark van Sourbrodt. Het uitgespreid dorp Sourbrodt ligt ten zuiden van de Weg des Gedenkens.
Der Weg des Gedenkens(94 km)