Startpagina > Wandelen > De Groene Wandeling
> Na een etappe die toch vooral de grijze, rode en zwarte kleur had van beton, baksteen en asfalt, doet deze etappe de naam van De 'Groene' Wandeling weer alle eer aan. Veel groen dus, tijdens het eerste deel het groen van de boeiende Woluwevallei, grote parken met vijvers en vooral het groene lint van de spoorwegwandeling. Even een doortocht over de straten van Oudergem om dan enkele stadsparken met vijvers aan elkaar te linken als we richting Bosvoorde wandelen.
> Als startpunt gebruiken we het grote bus- en metrostation van Roodebeek te Sint-Lambrecht-Woluwe, vlakbij het Woluwe Shopping Center en op slechts 200 meter van De Groene Wandeling. Bussen van de MIVB, De Lijn en TEC waaieren er alle richingen uit en met de metro geraak je in de treinstations. Voor het eindpunt van deze etappe wijken we weer een paar honderd meter af van De Groene Wandeling ter hoogte van het Park Tournay - Solvay. In de buurt ligt het treinstation van Bosvoorde. Dit station ligt op de lijn Namen - Brussel en wordt ook bediend tijdens het weekend. Ook de zeer lange tramlijn 94 passeert er. Er zijn onderweg nog heel wat andere punten waar je vlot aansluiting hebt op het net van openbaar vervoer, zoals bij het bus- en metrostation Herrmann Debroux.
> Horeca en winkels onderweg oa bij de start in de omgeving van Woluwe Shopping Center, te Oudergem centrum en te Bosvoorde in de omgeving van de Terhulpsesteenweg.
> Langs het heuvelachtige Ter Bronnenpark lopen we wat verder over de mooie wandelbrug boven de drukke Tervurenlaan ter hoogte van het Trammuseum (museum open op namiddagen tijdens het weekend - niet 's winters). We zijn inmiddels in Sint-Pieters-Woluwe. Aan de overzijde van de brug langs het grote Woluwepark (rechts gelegen) en de Mellaertsvijvers (links gelegen) steeds maar rechtdoor over de spoorbedding. We lopen nu Oudergem binnen.
> Verder over het rond 2005 aangelegde dolomietpad langs de Woluwe. Langs een soort hoge paal, overblijfsel van een spoorlijn? Toch niet, dit is een oude staande wip voor boogschutters, populieren staan er in eivorm rond. De Groene Wandeling leidt ons even verder naar het Maloudomein.
> Even opletten voorbij het Woluwepark. Ter hoogte van een Oudergemse school verlaten we de spoorwegwandeling. Links en dadelijk rechts aanhouden (geen bewegwijzering gezien hier). Let even op het schoolgebouw. Daar stond vroeger het treinstation van Oudergem. Dat brandde af in 1972. In de architectuur van de school herken je de vorm van een grote treinwagon!
> Op de Waversesteenweg even links en dadelijk rechts de Jacques Bassemstraat in, genoemd naar een Oudergems politicus. Langs het gemeenteplein en gemeentehuis van Oudergem.
> Verder rechtdoor, we lopen hier samen met GR 579, een langeafstandspad dat van Brussel naar Luik loopt. Het Debroux-viaduct onder en rechtdoor over een paadje langs de Woluwe, die hier weer het daglicht ziet. Kruising met een paar wijkstraten en zo komen we bij het Senypark waar we in de lengte doorlopen.
> Het is volop herfst en overal duiken hier paddenstoelen op langs de padrand. Steeds maar rechtdoor over de brede, relatief hoog gelegen Pinnebeekdreef in deze uitloper van het Zoniënwoud. De Groene Wandeling kruist over de Pinnebeekdreef verderop de Tamboerdreef waar deze samenkomt met de Diependelledreef. Heb je tijd dan kan je een van deze dreven naar links nemen om meer Zoniënwoud te ontdekken.
> De Groene Wandeling volgt echter de Pinnebeekdreef rechtdoor en komt bij de woudrand even later op de Willeriekendreef. Die volgen we kort naar rechts om dan links de Buksboomstraat te nemen. We lopen langs de begraafplaats van Bosvoorde. Schilder Rik Wouters is hier begraven en Auguste Beernaert, ex-eerste minister en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede in 1909 omwille van zijn engagement bij internationale geschillen, zijn afkeer voor slavernij en zijn houding tegen de uitbuiting van Congo.
> De Buksboomstraat daalt naar de Terhulpsesteenweg. Links een eindje verder ligt de volkswijk Bezemhoek maar we gaan naar rechts. Wat voorbij een Delhaize-supermarkt gaan we links tot bij de Vijver van Bosvoorde. Hier kan je nog even een terrasje doen of wat snacken vooraleer de laatste kilometer aan te vangen.
Maloupark & kasteel
> Het gebied in de omgeving van het huidige kasteeldomein is wellicht al bewoond sinds de ijzertijd. In de vroege middeleeuwen maakte het deel uit van de heerlijkheid Woluwe. Wanneer hier een eerste kasteel werd gebouwd is niet vlot te achterhalen, feit is dat de familie Preud'Homme in 1654 door schuldenlast afstand moet doen van hun kasteel hier. Het wordt via de superintendant van de pandhuizen doorverkocht aan de Jezuïetenorde in 1654.
> De Jezuïeten zijn in die periode op nogal wat plaatsen aanwezig in onze contreien, mede door het sterk katholiek gericht beleid van de aartshertogen Albrecht en Isabella in het begin van de 17de eeuw. De paters Jezuïeten gebruiken het kasteel als buitenverblijf.
> Het moet een fraai geheel zijn geweest in de 17de eeuw, want het stond bekend onder de naam 'speelgoet' en was niet gelegen op de huidige locatie maar middenin de grote vijver! De fundamenten liggen nu nog in die vijver. De jezuïeten bouwden dit groene oord in de 17de en 18de eeuw uit tot een groter geheel van maar liefst 37 ha park, weiden en vijvers.
> In 1773 werden ze verjaagd nadat de Jezuëtenorde door de paus werd opgeheven. De Luikse bankier Lambert de Lamberts koopt het hele domein op en laat het waterkasteeltje afbreken. Hij bouwt er in 1776 wat hogerop een groter kasteel in neoklassieke stijl. De eerste bouwsteen is opzij in de kasteelfundamenten ingebouwd en kan je nu nog zien (wellicht een kopie).
> Het domein zal na zijn dood verschillende eigenaars kennen, waaronder de kleurrijke persoonlijkheid van Pierre van Gobbelschroy (1787 - 1850). Van oorsprong is hij een Leuvenaar die snel politieke carrière maakt onder het Franse en Hollandse bewind. Na de Belgische afscheiding moet hij als Orangist een stap opzij zetten. Hij vertoeft vooral in Parijs maar brengt de zomerse dagen door in zijn kasteeldomein te Sint-Lambrechts-Woluwe tesamen met zijn levensgezellin Marie Lesueur, een Franse sterdanseres aan de Muntschouwburg.
> Van Gobbelschroy bouwt het domein over de jaren heen verder uit tot een mooi en aangenaam verblijfsdomein. Op 3 oktober 1850 pleegt hij echter zelfmoord als gevolg van een zware financiële tegenslag. Hierdoor wordt Marie Lesueur verplicht om het kasteel van de hand te doen.
> De invloedrijke politicus Jules Malou koopt 'het optrekje' in 1853. Het park was toen al uitgebouwd tot landschapspark met romantische paden en vijvers (waarin tot vandaag echter ook nog een paar elementen van een Franse tuin zijn te herkennen). Malou is een machtig financier en sterk katholiek geïnspireerd politicus in het jonge België. Ook op het Woluwse verenigingsleven zal hij stevig zijn stempel drukken, wat verklaard dat later het domein naar hem zal worden genoemd omwille van zijn betrokkenheid met Woluwe en Etterbeek. Het blijft na zijn dood nog in de familie.
> In 1952 komt het Maloukasteel in handen van de gemeente Sint-Lambrecht-Woluwe. Begin jaren '70 wordt een grondige restauratie doorgevoerd. Enkele jaren eerder verloor de nabijgelegen grote vijver een derde van zijn grootte door de aanleg van de Woluwelaan. Het kasteel werd de voorbije decennia gebruikt als trouw- en receptiezaal.
> Tussen oktober 2013 en 2015 zullen grondige restauratiewerken plaats vinden om het kasteel, dat binnenin zeer sober is gedecoreerd, aan te passen aan moderne functies als feestelijk ontvangstkader en seminarieruimte. Heb je nog wat tijd ga dan even zoeken naar de mooie kasteelbron, verstopt gelegen in de bosjes rechts als je bij de vijver naar de kasteelfaçade kijkt. Ze zal mogelijk terug prominenter in beeld komen na de restauratiewerken.
Lenneke Mare
> De kapel werd gebouwd in de 14de eeuw rond het miraculeuze verhaal van 'Alleyndiger Maria' (= 'Ellendige Maria' met 'ellendig' in de zin van 'ongelukkig'). Dat werd dan verbasterd in het Vlaams tot 'Lenneke Mare' en veel later vertaald in het Frans als 'Marie-le-Misérable'.
> Maria, een bloedmooi meisje van eenvoudige boerenkomaf koos voor een leven als kluizenaarster bij een heiligdom in plaats van te trouwen en kinderen te baren. Haar leven buiten bidden besteedde ze aan goede werken. Op een dag kwam er een rijke edelman langs die totaal van slag was van haar schoonheid. Hij vroeg haar onmiddellijk ten huwelijk. Tot zijn woede ging de devote Maria echter helemaal niet in op zijn avances. Hij besloot wraak te nemen toen ze op bezoek was bij een familielid van de edelman. Die verstopte een kostbare beker in de bagage van de jonge vrouw. Toen aan het licht kwam dat de verdwenen beker in Maria's bagage zat, werd ze beschuldigd van diefstal. Voor die geënsceneerde misdaad werd ze veroordeeld, levend begraven en werd haar borst met een houten staak doorboord. Toen ze haar laatste adem uitblies, verschenen er 13 engelen aan de hemel om de martelares te eren.
> Zo'n straf verhaal lokte eind 13de eeuw vele bedevaarders en een eerste heiligdom werd al snel vervangen door een grotere stenen kapel in de 14de eeuw. Die kon wellicht worden gebouwd door de vele offerandes die de bedevaarders brachten. De volgende eeuwen werd het gotische gebouw nog sterk aangepast. De plaats was trouwens over de eeuwen heen vaak een twistappel tussen eigenaars en vermeende rechthebbenden omwille van die grote inkomsten die het bedevaartsoord genereerde.
> Wellicht sinds de 13de eeuw en tot vandaag vindt er jaarlijks nog steeds een bedevaart plaats, op Tweede Paasdag. De kapel, opgetrokken in natuursteen, is sinds 1959 een beschermd monument. Je kan ze dagelijks bezoeken als er geen dienst plaats vindt. Officieel is de kapel van Lenneke Mare gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw der Zeven Smarten. Onder de kunstwerken in de donkere kapel oa een merkwaardige 16de eeuwse offerpaal. Naast de hooggotische kapel staat nog een 17de eeuws kloostergebouw.
> De nieuwe naam zou de 'Geleerde Hondlaan' worden. Hoe kwam men daarbij? In de Statielaan woonde de molenaarsfamilie Tedesco, die behalve een maalderij ook over een aantal zeer goed afgerichte honden beschikte. Een van die honden, een groenendaler met de naam 'Jules du Moulin', kaapte in die tijd zowat alle hoogste prijzen weg op hondenshows. De Geleerde Hondlaan dus, maar dat was buiten een aantal buurtbewoners gerekend die de naam belachelijk of zelfs vernederend vonden. Dat plan werd dus maar afgevoerd en het inspiratieloze 'Vertreklaan' kwam vanaf 1916 in de plaats.
> De familie Tedesco zou veel later alsnog eerherstel krijgen, zij het postmortem. Tijdens WO II moest de familie een bijzonder zware dodentol betalen voor hun aktieve deelname in het verzet. Eén lid stierf als vliegenier, twee anderen werden gedeporteerd naar concentratiekampen en overleefden dat niet maar de straatnaam om de familie te herdenken kwam er wel.
De Woluwe
> Na de Zenne is de Woluwe misschien wel de meest belangrijke waterloop van het Brusselse. Maar liefst 3 gemeenten dragen de naam van de rivier: Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Pieters-Woluwe en het vandaag tot Zaventem behorende Sint-Stevens-Woluwe. Wandelend langs de Woluwe te Sint-Lambrechts zie je eerder een kabbelende brede beek dan de snelle rivier waar ze ooit voor bekend stond, het gevolg van eeuwenlange menselijke ingrepen aan de Woluwe.
> De herkomst van de naam 'Woluwe' is niet geheel duidelijk. De meest aangenomen verklaring is dat de naam uit het Germaans afkomstig is: 'wel' of 'woel' (bron) en 'ewe' of 'ouwe' (water).
> De bronnen van de Woluwe liggen in het Zoniënwoud. De rivier wordt eigenlijk gevormd door een samenvloeiing van bosbeken en de overloop van de vijvers die ze vormen. Dat brongebied ligt te Bosvoorde aan de huidige rand van het woud bij het park van Tournay-Solvay (einde van deze etappe). Die beken uit het Zoniënwoud zijn De Zwanewijdebeek, Karregat en de Vuilbeek. Ongeveer 11 km lang is de totale loop van de Woluwe, waarvan zowat de helft in het Brussels Gewest. De Woluwe loopt tot in Vilvoorde en was oorspronkelijk een zijrivier van de Zenne.
> De herkomst van de naam 'Woluwe' is niet geheel duidelijk. De meest aangenomen verklaring is dat de naam uit het Germaans afkomstig is: 'wel' of 'woel' (bron) en 'ewe' of 'ouwe' (water).
> De bronnen van de Woluwe liggen in het Zoniënwoud. De rivier wordt eigenlijk gevormd door een samenvloeiing van bosbeken en de overloop van de vijvers die ze vormen. Dat brongebied ligt te Bosvoorde aan de huidige rand van het woud bij het park van Tournay-Solvay (einde van deze etappe). Die beken uit het Zoniënwoud zijn De Zwanewijdebeek, Karregat en de Vuilbeek. Ongeveer 11 km lang is de totale loop van de Woluwe, waarvan zowat de helft in het Brussels Gewest. De Woluwe loopt tot in Vilvoorde en was oorspronkelijk een zijrivier van de Zenne.
> Er is vreselijk veel geknoeid aan de loop van de Woluwe over de eeuwen heen. Net zoals bij de Zenne was het stroomgebied van de Woluwe vooral een moerassige vallei door bebost gebied, misschien wat zoals de huidige beekvalleien in het Zoniënwoud. In de middeleeuwen werd al een aanvang genomen met kanalisering voor watermolens en het afdammen van vijvers voor viskweek. De Woluwe telde in het gebied waar we De Groene Wandeling volgen tot eind 18de eeuw tientallen vijvers en watermolens. In de 19de en 20ste eeuw werden vijvers dicht gegooid of verkleind voor de aanleg van boulevards en parken. De bouwwoede kende nog een sterke uitbreiding in de 20ste eeuw met oa de verkavelingen te Sint-Lambrechts en de aanleg van de Woluwelaan rond 1964.
> De Woluwe werd in de 19de en 20ste eeuw eerder als een hinderlijk landschapselement beschouwd en net als de Zenne werd ze overkapt over grote delen. Vele vijvers werden dicht gegooid en de watermolens verdwenen allemaal op de Lindekemalemolen na. De kentering kwam er in de jaren '80 van de 20ste eeuw. Het Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM) begon vanaf dan een aktief beleid te voeren rond de herwaardering en herinrichting van de Woluwevallei. Er kwamen beschermende statuten, grond werden aangekocht met het oog op groenontwikkeling, bestaande parken werden verjongd en de gerioleerde Woluwe werd tussen de molen van Lindekemale en het Ter Bronnenpark (500 meter) weer naar de oppervlakte gehaald.
> Het water van de Woluwe, afkomstig van bronnen en regen, is altijd vrij proper geweest, in tegenstelling met dat van de Zenne die echt als de afwateringsriool van Brussel werd beschouwd. De veel propere Woluwe dankt zijn waterkwaliteit wellicht ook aan het feit dat ze nogal wat vijvers voedt die anders snel een stinkende boel zouden vormen indien de Woluwe ook voor afvalwater zou worden gebruikt. Al vroeg kreeg de Woluwe collectors en een parallel ondergronds kanaal voor afvalwater.
> De Groene Wandeling brengt ons langs een aantal mooie, ja soms zelf idyllische plekken in de Woluwevallei. Tussen Sint-Lambrechts-Woluwe en Oudergem kiest De Groene Wandeling voor de spoorwegwandeling maar heb je tijd dan kan je parallel ook het tracé van de Woluwe volgen.
> Let ook even op de natuur langs de spoorlijn. Je hebt niet enkel toegang tot meer parken zoals het bijzonder mooie Terbronnenpark (bronnenvijvers met rietkragen en mooi loofbos) en het maar liefst 70 hectaren grote Woluwepark, een van de grootste landschapsparken in het Brusselse. Ook onmiddellijk langs de spoorzate zelf is er interessante natuur te vinden, zoals oude bomen uit de bloeiperiode van de spoorlijn, met name nogal wat robinia's (valse acacia's), geplant voor versteviging van het spoortalud.
Molen Lindekemale
> Vandaag nog de enige overgebleven watemolen op de Woluwe maar de Lindekemalemolen is wellicht ook de alleroudste geweest op de rivier. Hij wordt al vermeld op een document uit 1129 als geschonken eigendom aan de abdij van 't Park (Heverlee). Later maakte hij als banmolen deel uit van een plaatselijk landgoed, bestaande uit ondermeer een kasteel, boerderij, kapel en brouwerij.
> Nogal wat watermolens op de Woluwe deden dienst als papiermolen, ook de Lindekemolen. Hij werd ook vele eeuwen gebruikt als bloemmolen. De naam komt wellicht van de plaatselijke gehuchtnaam 'Lindeke'. Lindekemale was dan de plek waar werd gemaald te Lindeke. In de 19de eeuw werd hij nog voor papierdeeg gebruikt en hij eindigde zijn industriële carrière in de 20ste eeuw met de verwerking van snuiftabak en cichorei en diende ook een brouwerij.
> De gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe kocht de vervallen molen aan in 1955 en voerde doorgedreven restauraties uit. Vanaf de jaren '60 werd er er een restaurant in onder gebracht. Tussen 2000 en 2005 werdenzowel de molenraderen als het toevoerkanaal grondig gerestaureerd door de gemeente en het Brussels Gewest, waarbij stroomopwaarts ook de Woluwe weer aan de oppervlakte werd gebracht. Een nieuw lateraal toevoerkanaaltje met betonnen steunmuren zorgt nu vanaf de moerassen via de Struykbeek voor constante watertoevoer naar het rad. Bemerk ook onderaan het molengebouw, dat nu door de gemeente als restaurant wordt verhuurd, een klein bronnetje. In de vallei van de Woluwe ontspringen talloze bronnen.
> De Lindekemalemolen is één van de nog slechts twee bestaande watermolens in het Brussels Gewest. De andere ligt in Ukkel en ook daar zal De Groene Wandeling langs lopen.
Brullende leeuw
> Een standbeeld van dierensculpteur Raymond de Meester de Betzenbroeck (1904 -1995). De Meester maakte dit beeld in opdracht voor Expo 58. De Brullende Leeuw verwelkomde bezoekers op de Heizel bij een voetgangersbrug boven het tentoonstellingsterrein. Na de wereldtentoonstelling kreeg de leeuw een plaats in het Maloupark. De leeuw had bezoekers moeten verwelkomen die langs hier de boulevard naar het stadion van Sint-Lambrechts-Woluwe zouden nemen. Die weg werd nooit afgewerkt, het is nu de mooie, brede bosdreef waarover De Groene Wandeling loopt door het Maloupark en die is afgezoomd met dubbele rijen populieren waartussen ook voetpaden zouden worden aangelegd.
> Er werd behoorlijk geïnvesteerd in dit deel van De Groene Wandeling, met name in moderne, milieuvriendelijke en esthetisch uitziende bruggen die het idee van 'een groene wandeling' daadwerkelijk moesten versterken. Ze vervangen de opgebroken spoorbruggen. De aanleg van een 78 meter lange en 125 ton zware hangbrug over de brede Tervurenlaan, gebeurde niet zonder kritiek, omwille van het kostenplaatje en de verstoring van het autoverkeer tijdens de werken. Er werden langs de spoorwandeling heel wat rustbanken geplaatst.
Tedescolaan
> Deze straat verbond vroeger het Oudergemse treinstation met het centrum van Oudergem. Ze werd aangelegd in de jaren '80 van de 19de eeuw, rond de openingsperiode van de spoorlijn en ook in een tijd dat Oudergem heel wat nieuwe straten aanlegde in het kader van de oprukkende verstedelijking. Niet bijster origineel was de eerste naamgeving: Statielaan. Het was de bedoeling dat de nieuwe laan naar het station enige grandeur moest uitstralen met winkels enzo maar zover kwam het nooit. Later verloor de laan ook zowat de helft van haar lengte.
> In de jaren van de Eerste Wereldoorlog begon men in groter Brussel straten te hernoemen als gevolg van dubbele straatnamen. Het gemeentebestuur van Oudergem ging daarbij creatief te werk...
Spoorwegfresco
> De reuzegrote muurfresco op de opslaggebouwen is van het bedrijfje Art Mural, waarvan David Vandegeerde en Georgios Oreopoulos de kern vormen. Sinds 1984 hebben ze ontelbare muurschilderingen in het Brusselse gerealiseerd, waaronder een flink deel van 'de komische striproute' in het Brussels Gewest. In dit monumentale werk hier, herken je ongetwijfeld een aantal plekken die we eerder langs De Groene Wandeling passeerden. De muurschildering werd aangebracht in het jaar 2000.
Spoorwegwandeling
> De beslissing om spoorlijn 160 aan te leggen om zo Brussel vanuit het station Leopoldwijk te verbinden met Tervuren, werd genomen in 1877. Eigenlijk was dat laat, de belangrijkste spoorlijnen die Brussel met de rest van België verbonden, waren toen al vele jaren in bedrijf. In 1881 werd een eerste deel tot Oudergem open gesteld, de lijn werd afgewerkt tot Tervuren in 1882. Dit spoortraject was een redelijk succes zowel wat passagiers- als goederenvervoer betrof.
> Eind jaren '20 ging het minder en een nieuwe uitbater kocht de treinverbinding op van de Nationale Spoorwegen: de 'Société Générale de Chemins de Fer Economiques'. Deze maatschappij gebruikte spoorlijn 160 voor een groot testproject.
> Na de opgedane ervaring met het electrificeren van tramlijnen, werd dit de eerste spoorlijn in België die werd geëlectrificeerd. De lijn werd ook gemoderniseerd en er kwamen extra stations, wat bijdroeg tot een succesvolle uitbating, vooral rond de oorlogsjaren. Eigenlijk had deze uitbating met zijn 9 haltes onderweg op amper 13 km meer weg van een bovengrondse metrolijn avant-la-lettre. Volgens het spoorboekje deed de trein slechts 23 minuten over de rit, ondanks de vele stops.
Spoorwegkalligrafie
> Een kunstwerk van Daniël Steenhaut, geplaatst ter hoogte van het oude station van Woluwe. Dit beeldhouwwerk won in 2001 een wedstrijd van het Brusselse Gewest. Uitbeelding van stukken spoorweg 'die elkaar ontmoeten' en kronkelend tot leven komen. Op de plek van de kruising vormen ze een silhouet van man en vrouw die elkaar de hand reiken.
> Begin jaren '50 liepen de zaken minder door de concurrentie met de auto en de meer directe tramlijn. Spoorlijn 160 kwam in 1958 weer in handen van de NMBS. Die schafte het passagiersvervoer af na Expo 58 maar gebruikte de lijn nog voor cargo tot 1970. De sporen en de meeste bruggen werden opgebroken in 1972 en de bedding werd daarna gebruikt voor oa de tram en metro en de E411. Een andere deel werd wandelpad.
> Bij deze 'spoor-wandelverbinding' liggen ook de kiemen voor een veel langer 'groen wandellint' door de tweede kroon rond Brussel, vandaag dus gerealiseerd als De Groene Wandeling. De geslaagde omvorming van de spoorbedding naar wandel- en fietspad, paste ook perfect in het Brusselse plan voor het groene (natuur) en blauwe (water) netwerk.
Pinnebeekpoel
> Als je vlak voor het trappenpad even 40 meter naar links uitwijkt over de JF Leemanslaan, dan kan je kennismaken met het allerkleinste natuurreservaat van het Brussels Gewest. Het natuurgebied 'Pinnebeekpoel' is amper 0,3 ha groot. De benaming 'Pinnebeek' is dan wel oud, de link met dit vijvertje is eigenlijk niet zo oud. Dit poeltje is ontstaan door de de ophoping voor de aanleg en van de Leemanslaan rond 1956, wat de waterafstroming uit het bos hier blokkeerde. De poel diende lange tijd als illegaal stort voor de bewoners in de omgeving en door decennia bladerenval slibde de poel stilaan dicht. Leefmilieu Brussel nam in de jaren 1990 het initiatief om de poel weer uit te diepen en te herstellen. Er leven een aantal kikkersoorten in en 3 salamandersoorten.
Emile Idiersstraat
> Oorspronkelijk was deze een straat een pad met de naam Langegrachtdam. Die liep langs de Woluwebeek zelfs nog een eind door de Woluwevallei. Toen er zich wat ambachtelijke bedrijfjes gingen vestigen, werd het eind 19de eeuw de 'Impasse des Fabriques'. Eén van die bedrijfjes was de katoenververij van Emile Idiers. Het afvalwater werd zomaar in de Woluwe geloosd en veranderde de waterspiegel van de Woluwe in alle kleuren van de regenboog. Blijkbaar vond men dat nog plezant en mooi ook, in die mate dat het wegje van het Oudergemse gemeentebestuur in 1916 de officiële naam kreeg van Duizend Kleurenstraat! Dat ze nogal creatief waren qua straatnamen leerden we al uit het verhaal van de Tedescolaan hierboven. In 1922 werd de straat, ter gelegenheid van de heraanleg dan naar de eigenaar van de katoenverffabriek genoemd. En waar is die Woluwe gebleven? Diep onder de grond gestopt. Ook nogal wat vijvers zijn dichtgegooid, ten voordele van appartementsblokken.
Herrmann-Debroux
> De dubbele verkeersweg met druk bus- en metrostation die we kruisen is bekend uit de fileberichten als 'het Debroux-viaduct'. Eigenlijk is dat kompleet fout. Een korte toelichting. In Oudergem hebben de politiekers zichzelf nogal goed bedeeld wat straatnamen betreft. Eén van de meer belangrijke wegen kreeg de naam van burgemeester Carl Herrmann (1877-1965), nog voor diens dood.
> Carl Herrmann was de zoon van een naar Brussel uitgeweken handelaar in importgoederen. Hij werd burgemeester van Oudergem in 1912 en werkte aan een integratie van Oudergem bij een groter Brussel. Tijdens de oorlogsjaren begon hij documenten te ondertekenen met de naam Herrmann-Debroux. Die naamsverandering was ongetwijfeld ingegeven uit patriottistische motieven, om zichzelf te beklemtonen als Belg tijdens de bezettingsjaren. Debroux was de familienaam van zijn echtgenote. Herrmann slaat dus niet op een voornaam maar op een familienaam en wordt trouwens geschreven met dubbele r en dubbele n.
Senypark
> Dit kleine stadspark (iets meer dan 3 hectaren) draagt de naam van de industrieel Albert Seny. Die kocht hier in dit toen nog erg landelijke maar moerassige deel van de Woluwevallei in Oudergem een watermolen op die al honderden jaren in bedrijf was. Hij transformeerde de molen naar een katoenverffabriekje. De hele omgeving wordt begin 20ste eeuw onteigend door de Belgische Staat. Leopold II wil hier één van zijn grote boulevards doortrekken, de later naar hem genoemde Vorstlaan, en daarvoor moest de inmiddels ontwikkelde ambachtelijke industrie hier wijken. Die was overigens behoorlijk vervuilend geworden. Er stond een soort stinkfabriek die antiseptische produkten vervaardigde. Naast de Vorstlaan komt zo een vrij groot gebied tientallen jaren braak te liggen. Van kwaad naar erger, tijdens het interbellum was het gebied een stortplaats van de gemeente Oudergem en de kazerne van Etterbeek.
> In de jaren '50 worden plannen ontvouwd om hier een landschapspark in te richten met de Woluwebeek als centrale wateras. Toch wordt het geen klassiek Engels landschap, het park is uitgetekend in een meer geometrisch patroon en de beplanting is zorgvuldig gekozen. De Woluwe zelf is afgelijnd met wilgen en populieren maar elders zijn meer exotische soorten aangeplant zoals in een arboretum. Opvallend is ook dat de beplanting is ingedeeld in geurensoorten en de paden hebben verschillende soorten verharding. De bedoeling was om van het Senypark een wandelvriendelijk park te maken voor blinden en slechtzienden. Sinds 1963 is het park opengesteld.
Ten Reukenpark
> De naam suggereert misschien dat ook dit park is opgebouwd rond bomen- en plantengeur maar dat klopt niet. 'ten reuken' is wellicht een oud woord voor 'ontgonnen bos' (ongetwijfeld van het enorme Zoniënwoud destijds). De geur die hier hangt is eerder die van verbrande benzine, afkomstig van het drukke autoverkeer van de Vorstlaan, die vlakbij loopt. Het Ten Reukenpark werd trouwens tesamen met de Vorstlaan aangelegd, tijdens de eerste jaren van de 20ste eeuw. Dit park is dus meer dan een halve eeuw ouder dan het Senypark. Dit is nog een typisch landschapspark, ontwikkeld rond een langgerekte vijver die haast tweederde van de parkoppervlakte in neemt. Op een paar plaatsen werden kunstmatige rotspartijen aangebracht destijds en er is een watervalletje waar vroeger een watermolen was.
> Je zou het dus nog eerder 'het viaduct Herrmann' dan 'het viaduct Debroux' moeten noemen. Een echt viaduct is het trouwens ook niet. De naamgeving van Hermann-Debroux werd in 1925 verbonden aan de gelijkvloerse laan, die werd aangelegd in een laaggelegen, nogal moerassig gebied. De hoger lopende weg, 'de tweede etage', is het eindstuk van de autosnelweg E411 (Luxemburg - Brussel), het resultaat van de obsessie tot in de jaren '70 om autosnelwegen en boulevards te laten doordringen tot in hartje Brussel.
> Het nabijgelegen metrostation is een terminusstation van lijn 5 naar Anderlecht Erasmus (op De Groene Wandeling) via het treinstation van Brussel-Centraal.
Afgelijnde vijverranden maakten plaats voor zachte en zo ook vogelvriendelijke vijveroevers. Er worden jaarlijks tot 130 vogelsoorten waargenomen. Een flink deel van het natuurgebied is afgesloten als natuurreservaat maar er wordt elke eerste zondagvoormiddag een wandeling georganiseerd door de COWB. Het natuurgebied is ook toegankelijk op zaterdag van 9 tot 18 u.
> Er zijn twee vijvers. De kleinste (waar we niet rechtstreeks langs lopen) is zowat 1 ha groot en wordt uit het Zoniënwoud gevoed door de Vuylbeek. Van daaruit loopt de Vuylbeek verder naar de grotere vijver, die ook wordt versterkt door de Zwanewijdebeek en het Karregat. Die vijver (waar De Groene Wandeling langs loopt) is 2,7 ha groot en uit de vijver vloeit dan de Woluwe, het begin van haar loop naar Vilvoorde, onderweg de vele vijvers voedend waar we langs liepen op deze etappe. De aanleg van De Groene Wandeling langs de vijver werd gerealiseerd in de winter van 2003-2004. Voor de wegbedekking werd speciaal absorberend beton gebruikt.
Vijvers van Bosvoorde
> Ook deze vijvers worden gevoed door de Woluwebeek, die een samenvloeiing is van verschillende beken die uit het Zoniënwoud afvloeien. De vijvers hebben altijd bestaan hier, er zijn in de omgeving belangrijke sporen van een grote versterking uit 4400 - 3500 v/C. De naam van het pad dat aangelegd werd voor De Groene Wandeling, de Vuursteenweg, verwijst hier trouwens naar. (Meer hierover tijdens de volgende etappe, want we zullen dan dwars dat gebied uit het neolithicum lopen.) En ook hier was tussen de 13de en eind 19de eeuw een watermolen in bedrijf, vandaar dat de vijver ook eeuwenlang bekend stond als de Molenvijver.
> Leopold II kocht met geld uit zijn privéstaat Congo de vijvers en het groen rond de vijvers persoonlijk op eind 19de eeuw. Het paste in zijn plannen van grote boulevards en landschapsparken voor het Brusselse, waarbij hij zelf nogal het voortouw nam bij de uittekening van zijn urbane plannen. Rond zijn dood werden de meeste van zijn vastgoed en landareaal ondergebracht in de stichting Koninklijke Schenking, die tot vandaag nog officieel eigenaar is van de vijvers van Bosvoorde.
> De Vorsterielaan, die we oversteken om de grote vijver te bereiken, werd aangelegd rond 1957. Daarvoor werd een deel van de westelijke vijverzijde gedempt en daar bevonden zich ook talrijke etablissementen met terrassen die over de vijver keken, populaire plekken bij de Brusselaars tijdens een zondags uitje. Ze moesten bijna allemaal wijken voor de aanleg van de Vorsterielaan, die de te smalle Terhulpsesteenweg moest ontlasten van toemenend verkeer.
> Sinds 1999 is het domein rond de vijvers in beheer van de de Commission ornithologique de Watermael-Boitsfort (COWB), te samen met Leefmilieu Brussel. Sindsdien wordt er ook aan natuurbeheer gedaan om een optimale biodiversiteit te verkrijgen. Vroeger was het beheer eerder als dat voor een park met weiden van kort gras bijvoorbeeld. Het natuurgebied rond de vijvers bestaat nu uit ondermeer bos en maaiweiden en trekt omwille van het grote wateroppervlak en prima schuilmogelijkheden een grote variëteit aan vogels aan, wat ook interesse van de ornithologische COWB verklaard.
> Aan beide oeverzijden werd dan een kronkelend pad aangelegd tussen een gevarieerde collectie bomen waarvan er enkele nogal fotogenieke vormen hebben. De Groene Wandeling volgt de westelijke kant van de oever, tussen de vijver en de Vorstlaan in. De paden zijn er verhard om het ook voor minder mobiele wandelaars en buggy's aangenaam te maken.
> Je komt langs het kunstwerk 'de boog' (J.F Diord), gemaakt uit Afrikaans hardhout in 1999. Je herkent er door de spiegeling zeker ook een watermolenrad in, een verwijzing naar de tijd dat ook hier op de Woluwe een watermolen in bedrijf was. De Woluwe voedt trouwens de grote vijver. Ecologisch is de vijver vooral interessant voor de vele soorten vleermuizen die hier bij valavond aktief worden. Mogelijk vormen de vele oude bomen met holle stammen als geschikt habitat een verklaring voor hun aanwezigheid.
> Dit trappenpad met een parallelle strook voor sportieve fietsers, werd aangelegd in het voorjaar van 2006, speciaal voor De Groene Wandeling. Verharding had voor mij niet gehoefd maar wellicht moest de toegang worden verbreed, zonder dat er te grote erosieschade kan optreden. Omwille van het beschermd karakter van de natuurlijke omgeving werd hier okerkleurig drainerend beton gebruikt. Bovenop kwam een dun laagje aarde en zand om het geheel te doen opgaan in de omgeving maar dat laagje leek inmiddels weggespoeld.
> Op het einde van de Ten Reukenlaan komen we langs de oude herberg en brasserie 'Au repos des chasseurs' (nu hotel-restaurant). Dit gebouw was al meer dan 100 geleden een café-laiterie, gelegen bij een barrière langs de oude weg tussen Bosvoorde en Oudergem. Vandaag is het upgraded tot een prijzig hotel-restaurant. We gaan hier rechtdoor het woud in. Voor het eerst betreden we nu het Zoniënwoud. Over een trappenpad stijgen we het dal van de Woluwe uit.
> We nemen rechts langs de vijver van Bosvoorde de Vuursteenweg of Vuurkeienweg, het wandel- en fietspad dat dus speciaal is heraangelegd voor De Groene Wandeling! Waar de Vuursteenweg een eind verderop haaks naar links gaat, verlaat ik De Groene Wandeling voor vandaag door naar rechts te wandelen. 400 meter verder en wat hogerop ligt het treinstation van Bosvoorde.
> Vooraleer het wandeltraject van De Groene Wandeling voort te zetten, wijken we nog even uit naar de fietsvariante langs de Klakkedellestaat. Die passeert langs de merkwaardige 'kapel van Lenneke Mare', waaraan een van de bekendste legendes van het Brussels Gewest is aan verbonden.
> Zowat de hele afstand vormt het riviertje Woluwe de rode draad tijdens dit deel van De Groene Wandeling, hoewel ze door sterke menselijke manipulatie zeker niet steeds herkenbaar is als rivier. Onder de grond gestopt, gekanaliseerd of vijvers voedend, de Woluwe speelt de hele tijd verstoppertje.
> Over de Tedescolaan naar het grote Vorstrondpunt over de Vorstlaan. Dat rond punt had vroeger een mooi plantsoen en rustbanken en de tram kon er rond draaien op zijn terminuspunt. In de loop van de 20ste eeuw moest alles wijken in het kader van de obsessie voor king car met snellere en grote wegen die absoluut tot in het centrum van Brussel moesten worden doorgetrokken.
> De Groene wandeling draait voor de Brullende Leeuw radicaal links en loopt door een brede dreef met hoog opgeschoten bomen. Let ook op het unieke moerassige gebied links van het licht verharde wandelpad gelegen. Bijzonder is een moerassig gebiedje met zuiver water, vrij uniek voor het Brusselse en volgens natuurkenner bij uitstek Herman Dierickx, is dit misschien wel het bijzonderste verborgen natuurplekje in het Brusselse!
> We arriveren op een parking. Wat verder rechts aanhouden en daar doemt de spoorbrug al op.
> Verlaat bij de grote vijver even De Groene Wandeling om langs de vijver een zicht te krijgen op het kasteel van Malou.
> Omhoog naar de spoorlijn en dan rechts om vanaf nu over verscheidene kilometers de oude spoorlijn Leopoldwijk - Tervuren te volgen. Dit is een druk gebruikt deel van De Groene Wandeling door een essentiële groene corridor waardoor het bijzonder aangenaam wandelen is, vooral op het moment dat de herfstkleuren volop doorzetten.
Pad langs de Woluwe naar het Senypark
De Groene Wandeling door het Senypark
Ten Reuken park
Toegang tot het Zoniënwoud
Prachtmycena, herkenbaar aan
de gele vlekken in hun hoeden.
Ten Reukenpark, kunstwerk 'De boog',
Bijzonder moerasgebied
'Spoorwegkalligrafie'
Spoorwegwandelpad
De oude spoorbrug over de Tervurenlaan,
waar nu een lange voetgangers- en fietsersbrug ligt (foto Cabri)
Verdwenen treinstation van Oudergem, de omgeving is vandaag haast onherkenbaar (Nels)
Terbronnnepark, langs de spoorwegwandeling
Tedescolaan begin 20ste eeuw met achterin
het nu afgebroken treinstation van Oudergem.
Gemeentehuis Oudergem
Spoorlijn 160 was de eerste geëlectrificeerde spoorlijn van België
(coll Pastiels)
Maloupark
Maloukasteel
Inscriptiesteen bouw huidige kasteel
Pierre van Gobbelschroy & Marie Lesueur
Verkoopsaffiche 1850
Jules Malou (1810 -1886, portret 1885)
Bron
Robinia
Vuursteenweg / Vuurkeienweg
Grote vijver te Bosvoorde
Pinnebeekdreef
Molen Lindekemale
De Brullende Leeuw
De Woluwe stroomde begin 20ste eeuw nog door een
landelijk Sint-Lambrechs-Woluwe,
vandaag is de omgeving onherkenbaar veranderd (postkaart)
Over De Groene Wandeling onderweg langs de Woluwe naar de Lindekemalemolen.
De GW door de Woluwevallei
Maloupark
> Over een mooi gekasseid wegje, de Vellemolenweg (die molen is er niet meer), komen we bij de Lindekemalemolen. Op deze mooie plek komen fiets- en wandelveriante van De Groene Wandeling weer samen.
> Er valt nog heel wat meer te ontdekken in Oudergem, zoals de vallei van het Rood Klooster maar we blijven met dit verslag in de buurt van De Groene Wandeling. We verlaten na het Senypark Oudergem en lopen dadelijk daarna het Ten Reukenpark in, gelegen op het grondgebied van de groenste gemeente van het Brusselse Gewest, Watermaal-Bosvoorde.
> Aan de overzijde van het Vorstrondpunt ongeveer rechtdoor langs het Lutgardiscollege in de Zandgroeflaan. De padmarkering staat hier wat verloren tussen het andere straatmeubilair. 100 meter verder licht naar rechts meevolgen in de Emile Idiersstraat, tot op de Waversesteenweg, aangelegd rond 1730.
> Aan de overkant van het Ten Reukenpark rechtdoor de Ten Reukenlaan in. We volgen de weg die op het eerste stuk langs een kleinere vijver van Ten Reuken loopt. Die vijver wordt overschaduwd door de enorme, kruisvormige en 50 meter hoge building van AXA-bank & verzekeringen (vroeger Royale Belge), opgetrokken tussen 1967 en 1970. De vele auto's die langs de Ten Reukenlaan geparkeerd staan zijn van de mierennest aan grijze bankmuizen die op werkdagen in de building zitten te cijferen. Axa verkocht rond 2001 zijn building aan Cofinimmo, een vastgoedmaatschappij en heeft het nu in huur tot 2017, waarna ze naar het centrum van Brussel zullen verhuizen. Het gebouw staat als een tang op een varken in het groene lint dat de Woluwevallei vormt. Destijds was het een van de eerste kantoorgebouwen buiten het centrum van Brussel, de stijl was erg modern voor die tijd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Groene wandeling (56 km)