Startpagina > Wandelen > Gaume Buissonnière
> La Gaume Buissonnière is een wandeltocht van 225 km. De route is met bordjes permanent gemarkeerd en het tochtverloop is in een topografische gids beschreven. Deze langeafstandsroute, die al sinds 1986 bestaat, loopt voor de helft door Belgisch Lotharingen, ook bekend als ‘de Gaume’, daarbij wordt soms met de Franse grens geflirt. De rest van het traject loopt door Ardennen en Arelerland. Variatie volop dus voor een boeiende tocht.
> De 'Gaume Buissonnière' is een onafhankelijk lokaal initiatief: Wandelclub, ‘La Fourmi’ uit Aubange (in de uiterste zuidwestelijke uithoek van België) en met name zijn (inmiddels overleden) dynamische voorzitter Jean Peschon, tekenden deze route uit, volgens de geldende normen van het IVV®. Het initiatief werd sindsdien ook ondersteund en gestimuleerd door de toeristische dienst van Aubange waarvan Mr Peschon een tijd zelf vice-voorzitter was. We vertellen je alles hierover in dit verslag.
Hoe is dit verslag opgebouwd?
> We typeren op deze pagina La Gaume Buissonnière met een korte voorstelling van de de 225 km lange wandelroute, het wandelgebied en de highlights. Op een aparte pagina doen we vertelle we je de geschiedenis van dit wandelpad. Op de pagina wandelinfo zetten we je aan de hand van eigen ervaringen op weg om zelf op stap te gaan met de hulp van een pak praktische planningtips. In 8 etappen verkennen we vervolgens de hele route. Tot slot hebben we er nog een extra pagina aan toegevoegd over het kleurrijke vlinderleven in het diepe zuiden van België.
>
Dit is enkel een persoonlijk wandelverslag, voor officiële of extra informatie over La Gaume Buissonnière kun je terecht bij Tourisme Aubange of op de officiële website van vzw La Gaume Buissonnière.






> De Gaume sluit geologisch aan bij het Franse Lotharingen (Lorraine). De streek wordt dan ook wel eens Belgisch Lotharingen genoemd. In feite hoort dit gebied bij een nog groter geologisch geheel, het bekken van Parijs, dat op zijn beurt weer wordt gelinkt met het grote bekken van Aquitanië, beneden in Frankrijk. Trek een rechte lijn van Habay-la-Neuve naar Marbehan en verder tussen Chiny en Florenville in en zo heb je ongeveer de noordelijke Gaumegrens. Trek je een vertikale lijn van Habay-la-Neuve naar Châtillon en verder zuidelijk tot de Franse grens dan heb je ongeveer de oostelijke grens van de Gaume. De Gaume is pakweg 750 vierkante kilometers groot.
> In de Gaume wandel je over een reeks 'cuesta's', assymetrische heuvelruggen gevormd door ongelijke erosie. Ze hebben een steilere zijde aan de éne kant en een zachter aflopende zijde aan de andere kant. Hoogteverschil bij het passeren over zo'n cuesta is telkens 50 à 100 meter. Florenville ligt bovenop de meest noorderlijke cuesta. Bruine kalkzandsteen is typisch voor de Gaume, het gebruik van deze plaatselijke natuursteen met zijn warme kleur voor de bouw van huizen, voelt zuiders aan.
> Ten noorden van de Gaume liggen de Ardennen met ondermeer het uitgestrekte woud van Anlier, tussen Martelange en Habay-la-Neuve. Niet het hele gebied waardoor La Gaume Buissonnière loopt behoort dus tot de Gaume. Voorbij het dorp Chassepierre lopen we de Ardennen binnen. De harde leisteen daar is minder gevoelig voor erosie, met grotere hoogteverschillen als gevolg. Aan de loop van de rivier Semois is in de omgeving van Florenville en Chiny mooi de landschapswissel te zien waardoor deze rivier haar water afvoert richting Maasbekken. Door het Land van Aarlen en in de Gaume is de Semois een relatief traag stromende rivier, die zich vriendelijk een weg zoekt in zachte bochten door brede valleien. Als de rivier zich verder stroomafwaarts een doorgang moet banen door Ardennenschiefer ontstaan scherpere meanders, diep ingesneden in het harde Ardennenplateau.
> Ten oosten van de denkbeeldige Gaumelijn ligt het Arelerland (= het land van Aarlen). Aubange, het startpunt van de Gaume Buissonnière, ligt (tesamen met een reeks andere dorpen langs de wandelroute) dus in het Arelerland en niet in de Gaume.
Voorstelling
Wandelgebied
> Het woord ‘buissonnière’ duikt nogal eens op in toeristische terminologie. Zo lopen er in de Ardennen wel meer wandel-, fiets- of autoroutes onder de naam ‘Route Buissonnière’of ‘Ardenne Buissonnière’ (die overigens niks te maken hebben met de ‘Gaume Buissonnière’). Een goede vertaling vinden voor het woord ‘buissonnière’ ligt niet voor de hand. In letterlijke zin betekent ‘buisson’, waarvan ‘buissonnière’ het bijvoeglijk naamwoord is, ‘kreupelhout', 'struikgewas' of 'hakhout'. Met de uitdrukking ‘faire l’école buissonnière’ wordt gewoon ‘spijbelen’ bedoeld, letterlijk ‘school doen in het struikgewas’. Er bestaat in het Vlaams zelfs de weinig gebruikte uitdrukking 'haagschool doen' voor. Je zou ‘Gaume Buissonnière’ dus kunnen vertalen als ‘de Gaume al spijbelend’, maar zeg nu zelf, het klinkt nogal mank. Vrijer vertaald en iets vlotter is ‘de Gaume op de wilde boef’ of zoiets, maar erg goed in het oor ligt het nog niet...
> Ik gaf het dan maar op om naar een goede vertaling te zoeken... In de pagina’s over deze route behouden we dus de oorspronkelijke franstalige benaming ‘La Gaume Buissonnière’, soms in dit verslag afgekort als ‘G.B.’, zoals op de markeerbordjes van de route.
> Terwijl we nu toch ‘dissectie’ op de naam ‘Gaume Buissonnière’ aan het verrichten zijn toch nog even de oorsprong van het woord ‘Gaume’ meegeven. Deze streeknaam is minder oud dan je zou vermoeden. De meest plausibele verklaring ligt bij het feit dat de Ardennezen in de 17de eeuw naar de inwoners van de streek ten zuiden van Habay-la-Neuve refereerden als ‘Gaumais’, naar de naam van een koetsiersfamilie uit Habay. Het onderscheid werd door de Ardennezen vooral gemaakt op basis van de wat vreemde tongval van het gesproken frans in die dorpen.
La Gaume Buissonnière: What's in a name?
Hoogtepunten
Very Ardennen: De Semois vanop het uitzichtpunt Roche Pinco
> Tussen Martelange en Habay-la-Neuve volg je een zeer lange, wilde en mooie bospassage, zowat 14 km door het enorme Forêt d'Anlier. Ook onderweg naar Torgny loop je een lange tijd door bos.
> La Gaume Buissonnière loopt langs een aantal interessante historische plaatsen, zoals hooggelegen Montquintin (volksmuseum, kasteelruïne en uitzicht), karakteristieke Gaumedorpen zoals Chassepierre en Torgny, de Compostela-passage Martué, domeinen Les Epioux en Pont d'Oye, de galloromeinse sites van Montauban, Habay en Chameleux, de abdij van Orval, een oud mijnwerkerspad bij Martelange, de restanten van ijzerwinning bij Saint-Pancré, Halanzy of Buzenol, de typische tunnelwasplaatsen van Houdlémont en Saint-Pancré,...
Eén van de vele orchideeënsoorten, soldaatje.
Pont d'Oie
> De mooiste trajecten van La Gaume Buissonnière in de Ardennen zijn de routedelen die in de buurt van de rivieroevers van de Semois lopen (oa uitzichten Roche Pinco en Roche de l'Ecureuil) en langs de Vierre naar Suxy.
> Tijdens de tocht door het Arelerland (Aubange, Aix-sur-Cloye, Battincourt) passeer je nogal wat zandstenen wegkruisen, vaak 300 jaren oud.
> La Gaume Buissonière loopt door een aantal interessante natuurgebieden. Mijn absolute favoriet is het kleine natuurreservaat Raymond Mayné, net voor je Torgny bereikt. De variatie aan planten en insekten is er geweldig. Het kalkgrasland hier trekt ondermeer een grote verscheidenheid aan orchideeën aan. Onder de insekten vallen vooral de vlinders op. Je kan op een zonnige dag zeker een dozijn verschillende vlinders zien. Zie ook een speciale pagina over vlinders langs La Gaume Buissonnière. Sommige van de planten en insekten komen in België enkel hier voor. Een ander (en wat verborgen) natuurreservaat is dat van de Ruisseau de Rouge Eau. Hier kan je ondermeer 'crons' zien (bronnen met kalkafzetting) en een massale groei van een paardenstaartsoort. Voor zij die meer dan een gewone interesse hebben voor natuurreservaten passeert de route verder nog langs de 'Vague des Gomhets' (tussen Suxy en Rossignol) en in de buurt van La Cussignière (moerasgebied nabij Gorcy).
> Nu nog merk je ook als wandelaar een aantal lichte verschillen met de Ardennezen. De Gaumais zijn over het algemeen een gemoedelijk, open en relaxed volkje, minder gesloten en ‘koel’ dan hun Ardense noorderburen. Maar de Gaume verschilt in feite op veel meer vlakken. Geologie van de streek, natuur, klimaat, architectuur, tradities en geschiedenis zijn heel anders.
La Gaume Buissonnière op de grens tussen Gaume en Ardennen te La Cuisine.
Het Gaumse dorp Chassepierre. Een opvallend verschil met de Ardense woningbouw in de dorpen is de bruine zandsteen die in de Gaume wordt gebruikt. Het contrast met de kille Ardense grijze steen is groot; De Gaume versterkt er zijn wat 'zuiders imago' mee.
Wandelen langs de G.B. is soms als fladderen door een botanische tuin. Hier een vlinder die 'landkaartje' heet, hieronder een echte landkaart, waarop de G.B.
Gaume Buissonnière (225 km)