©
Luc Selleslagh 2005 - 2024 Trekkings.be
Trajectwijzigingen GR512 Kasteel van Brakem / Kapellebos en te Boutersem |
Indien je nog de (verouderde) topogids gebruikt weet dan dat er 2 trajectwijzigingen zijn:
1° Een kleine traject wijziging op het einde van de kasteeldreef te Brakem.
2° Een aanzienlijke wijziging bij Boutersem.
Print zeker de beschrijvingen en kaarten af die GR-paden hierover op zijn website zet, de markering ter plaats is immers niet steeds even goed. Het probleem bij wijziging 1 is dat de markeringen daar nogal eens worden verwijderd. Bij wijziging 2 loop je stukken door open veld zonder merkpunten voor bewegwijzering.
|
Haspengouw, Meerdaalwoud, IJsevallei en Zoniën
>
Vooraleer GR 512 de grote Brabantse bossen induikt wordt eerst nog een uithoek
van Haspengouw doorkruist. Dit landschap wordt gekenmerkt door grote golvende
velden van maïs, graan of suikerbieten, zware zandleemgrond en de bekende
enorme vierkanthoeves met hun stoere ingangspoorten. Met de regio Leuven-Brussel
te naderen moeten ook meer verkeersaders worden overgestoken. Eerst loopt
GR512 over een HST-lijn waarna het pad zich door open veld omhoog werkt over
een aardeweg naar ongeveer 100 meter hoogte. Hier wordt een andere belangrijke
verkeersader overgestoken, de E40, in de buurt van Neervelp.
Bierbeek: Splitsing GR512 en GR128 nabij de watertoren
Neervelp: Langs GR 512 / GR 128
GR512 in de buurt van Neervelp
later
nog een andere Begijnenbosstraat (de eerste hoorde tot het grondgebied Lubbeek,
de tweede behoort nu tot Boutersem). Even uitrusten op een bank kan wat verderop,
wanneer GR512 klimt naar een mooi gelegen kapel onder een tamme kastanjelaar.
Via het gehucht Malendries kom je aan het
voetbalveld van Kerkom. De afslag naar rechts over een smal buurtpad mis je
gemakkelijk. Het warme weer beïnvloedt de hormonenhuishouding van de
plaatselijke dazengemeeschap blijkbaar. In elk bos onderweg komen de stekende
monsters mij belagen. Even later wordt de N3 bereikt ter hoogte van Boutersem.
Het Hageland gaat hier over in de weidse velden en uitzichten van Haspengouw.
Zicht vanuit de Begijnenbosstraat op de Heursbeekstraat
te Boutersem
GR512 tussen Horst en Gemp
Op weg naar het kasteel van Horst
>
Wat dan volgt is een kronkeltocht door de weidse Hagelandse velden. In de
vroege zomer is dit een lappendeken van groene schakeringen, aan de randen
afgezoomd met kleurige veldbloemenlinten van margrieten en klaprozen. In de
verte beboste heuvels. Sfeervol. GR512 loopt de hele tijd over veldwegen hier.
Markering is niet altijd evident hier, volg de tekst in de topogids. Nabij
de Bensberg wordt het landschap wilder, met
beken en vijvers om dan de watermolen van Gemp (nu café) te bereiken.
Het pad naar de molen kan overgroeid zijn maar in principe wordt er gemaaid.
Voorbij de molen loopt GR512 langs een beek naar de N2 Leuven-Diest, nabij
St-Joris-Winge. Leuven en Diest zijn van
hier per bus vrij vlot te bereiken.
> Aan de overzijde van de N2 volgt na het kasteel van Gemp
een lange wandeling door de velden. Naar het kasteel van Brakem
toe is het opletten voor de bewegwijzering over een afstand van anderhalve
kilometer. De tekens zijn overschilderd of weg-gekrast hier. Het probleem
is bij Grote Routepaden al jaren gekend, maar er is blijkbaar geen officieel
communiqué over hoe deze hindernis te passeren.
Het 'Rode Ridder'- kasteel van Horst
>
Gelukkig volgt even later een koele passage van bijna 5 km door het Walenbos.
Dit elzenbos ligt er bij ‘normaal’ weer erg nat bij. Nu is het
er relatief droog. Eens het bos uit kom je door Houwaart, een rustig dorpje
met een bakkerswinkel. Daarna loopt GR512 door meer typisch Hagelands landschap
van zomerweiden en bospercelen.
> In een grote bocht wordt koers gezet naar het legendarische
kasteel van Horst, te Sint-Pieters-Rode,
thuishaven van stripheld De Rode Ridder. Er is een taverne, populair bij fietsers
en andere dagrecreanten. Dit is de plaats om eens te proeven van een glas
(al of niet versneden) Hagelandse wijn. Bij het verlaten van het domein is
het even oppassen, want er passeren hier wel meer wandelwegen. GR512 loopt
rechtdoor met op de rechterkant een wat armtierig uitziende miniwijngaard.
>
Bij het oversteken van de autosnelweg E314 wordt het iets minder leuk wandelen,
bewoning is meestal nooit veraf. Zonder het echt te merken wordt weer een
hoogtepunt bereikt nabij de Vlooiberg. Een
toren kroont het uitzicht en is een goeie picknickplek. Vanaf hier is het
trouwens weer schitterend wandelen. Het ijzerzandstenen kerkje St
Maarten van Tielt dat de omslag van de topogids siert, plopt plots
op uit de maïsvelden. Vlakbij is ook een dorpscafé, even 2 cola’s
doorsluizen want ik verlies hier enorm veel vocht onder de loden zon.
> Door de oplopende hitte doe ik het rustig aan, ik heb
alle tijd om te genieten van de rust en de veldbloemen. Mijn schoenen ploffen
zacht in het zand van de rulle veldwegen die er kurkdroog bijliggen na een
lange periode zonder regen.
> Midden in de velden rond Steensel
splitsen GR 512 en GR 5 / E2. In de verte ligt de basiliekkoepel van bedevaartsoord
Scherpenheuvel te blinken onder de zomerzon. Het is de bestemming van GR5/E2,
het Trans - Vlaams-Brabantpad GR512 kiest resoluut voor de tegenovergestelde
richting en loopt naar een mooi gelegen boerderijdomein. De droogte van de
afgelopen maanden is zichtbaar in het landschap. Geen plassen, enkel stof
op de paden.
> Heet weer voor een eerste wandeldag langs de Transbrabantse
GR512, ongeveer 30 à 32 graden wordt voorspeld. Vrij vroeg vertrokken
dus. De auto gezet aan de N2 Leuven- Diest om van daar de bus te nemen naar
Diest. GR512 vertrekt aan de wandelpaal van
Diest, deze bevindt zich aan de Schaffense Poort, op minder dan 1 km van het
treinstation.
> Aangenaam wandelweer op een zomerse dag om 8 uur ‘s
morgens. De wandelboom is niet alleen het vertrekpunt van GR512, ook GR561
(Kempenpad naar Valkenswaard) begint (of eindigt) hier en de bekende internationale
paden GR 5 en Europese Wandelweg 2 (E2) passeren onder de
Schaffense Poort op hun wel erg lange tocht tussen respectievelijk Bergen-o-Z
en Stranraer naar de Franse Azurenkust toe te Nice of Menton.
> GR512 heeft al meteen de eer om GR5/E2 uitgeleide
te doen uit het Brabantse stadje. De zanderige wallen van Diest opgelopen
en verder langs domein Halve Maan.
> Als een bezoek aan het oude provinciestadje Diest
niet in je schema past is het toch zonde om het mooie begijnhof van Diest
ook over te slaan. Om er te komen moet je de straat oversteken daar waar
GR512 de ringweg weer bereikt na de tocht over de wallen, want het pad zelf
loopt er niet door. Alle begijnenhuisjes zijn gerestaureerd maar de sfeer
van rust en stilte hangt er nog.
> Weer op GR 512 / GR 5 / E2 begint even later een wandeling
over golvende velden van wiegend zomergraan. Een eerste klimmetje, door
het Kloosterbos naar de Galgenberg. Lage
heuvels en holle wegen, dit is het Hageland.
Sint Maartenskerk van Tielt
ETAPPES
Hageland
> Dit wandelverslag is verouderd en wordt binnenkort bijgewerkt
> Er volgen nog meer kinderkopjes naar Bierbeek
toe. GR512 loopt nog wat door de velden in de richting van een ‘wereldbol-watertoren’.
Die watertoren dateert uit 1969 en werd op deze wijze geschilderd in 1993.
Hij ligt op 103 meter hoogte en voorziet de ruime omgeving rond Bierbeek
van water.
> GR512 loopt echter niet tot bij dit opvallende landmerk.
Vooraleer het pad de toren bereikt scheiden GR512 en GR128 weer. De Vlaanderenroute
loopt wél langs de toren. De Trans - Vlaams-Brabantroute loopt over
enkele veldwegen naar de asfaltweg Bierbeek-Opvelp, die over enkele honderden
meters wordt gevolgd om dan weer over kleinere wegen te lopen.
>
GR 512 volgt meestal brede boswegen en dreven met monumentale beukengalerijen.
Af en toe een smaller pad. Na de eerste kilometer passeert het pad een schuilhut.
Hier is de leemlaag waarop dit bos rust nog erg goed zichtbaar. Er zit toch
nog behoorlijk wat afwisseling in deze boswandeling die het plezierigst is
in oktober of op een hete zomerse dag.
> Onderweg flirt het GR 512-traject ook even ongemerkt
met de taalgrens. Een klein stuk van het Meerdaalwoud behoort tot het Waalse
gewest. Aan de Warandevijver is een bankje waarop ik een rustpauze neem. De
stille vijver is volledig bedekt met kroos en is een habitat voor eenden,
salamanders, kikkers en verscheidene uitgezette
Meerdaalwoud, beukengalerij
Meerdaalwoud, de Warandevijver
>
St-Joris-Weert heeft maar een klein treinstation, maar er zijn regelmatige
verbindingen met Leuven. Enkele dagen later stond ik daar weer op het perron.
GR512 wandelt even langs die spoorlijn om dan het natuurdomein ‘Doode
Bemde’ in te duiken. Dit natuurdomein vormt in feite een natuurlijk
overstromingsgebied voor de – hier nog jonge - Dijle. Als je graag vogels
observeert breng dan een verrekijker mee. De blauwe reiger, op zoek naar vissen
en kikkers, kan je zonder al te veel moeite waarnemen in het halfopen landschap
dat de lokale
beheerders van vzw Natuurpunt hier in stand proberen te houden. Andere vogels
die je (met een beetje geluk) kan waarnemen zijn ondermeer eend, dodaars(fuut),
goudvink, wielewaal, houtsnip, ijsvogel en uilensoorten. Voorwaarde is natuurlijk
dat je wat discreet door het gebied wandelt. Als je de tijd hebt kan je je
verschansen in de vogelobserveerhut. De doortocht over de natte gronden van
de Doode Bemde gebeurt gedeeltelijk over knuppelpaden.
>
Aan de IJse verlaat GR512 alweer het unieke natuurdomein. Maar het landschap
blijft even mooi. Een kaarsrechte oude kasseiweg afgezoomd met Japanse kerselaars
loopt door het dal. Onderweg passeer je rechts een beschermd dorpzicht over
Neerijse. Nog even wordt de IJsevallei verlaten
voor een korte klim/afdaling door het Margijsbos. Daarna wordt tot Huldenberg
de IJse trouw gevolgd in al haar bochten. Het is een kleine rivier die flink
kronkelt en verrassend snel stroomt. Ondanks het autolawaai van de N263, is
het prettig wandelen langs de IJse, met een variatie aan natuurlijke vegetatie
langs de bermen.
>
In Huldenberg stevent het pad af op het centrum van het stadje (winkels) om
daarna aan een oude watermolen de IJsevallei uit te klimmen. Flink stijgen
hier. De holle weg snijdt door een Brabantse helling naar omhoog, langs een
verblijfscamping, om uit te komen op een weids plateau. Grote velden begroeid
met aardappels en graan creëren een beeld van een eindeloze horizon.
Even opletten om in de velden (waar bewegwijzering moeilijk is) de juiste
veldweg te kiezen. Het topoboekje gidst je er probleemloos door. Een kasseiweg
op (de naam is 'Aardeweg'!) die afstevent op de 'Schoonenboom' die een St
Barbarakapelletje overschaduwt. De prachtige boom is een winterlinde die de
grens aanduidt tussen Tervuren en Duisburg. In Duisburg
loopt GR 512 door enkele wijken om dan aan een zeer lange passage door bos
te beginnen.
>
Aangekomen in het uitgestrekte Zoniënwoud.
Het eerste deel van de doortocht door het woud loopt over een domein (de zgn
Koninklijke Schenking) waar alleen wandelrecreanten worden toegelaten. ’t
Is er dus rustig. Een brede bosweg wordt een hele tijd gevolgd, ook als hij
flink kronkelt. Aan het einde van deze ‘Koninklijke Wandeling’
wordt door meer open bosgebied gewandeld, in feite een arboretum, midden in
het Zoniënwoud. Verderop moeten enkele drukke verkeersaders worden gekruist
die het bos doormidden snijden. Brussel is vlakbij hier. Op het einde van
het
Zoniënwoud wordt het pad GR126 (Brussel- Semois) gekruist en enkele minuten
later passeer je een raar monument. Een soort mini-Stonehenge van ‘standing
stones’. Het betreft hier een monument ter ere van - door oorlogsgeweld
omgekomen - bosarbeiders.
> Na 14 km door het Zoniënwoud maakt GR512 kennis
met de Brusselse olievlek van residentiële woningbouw. Behoedzaam probeert
het pad zich door groene stroken en eilanden te slingeren.
Dat
lukt vooral aardig ten zuiden van Linkebeek
waar je de grootstad weer even ver weg denkt. Het recreatieve Kleetbos en
het open veldlandschap daar rond is best een leuke passage. Naar Beersel toe
is het even opletten om de wit/rode markering niet te verliezen.
> Na het ‘Rode Ridder’-kasteel in het Hagelandse Horst
kunnen we in Beersel weer in de stripverhalen
duiken. Hier staat het kasteel uit Suske en Wiske :‘De schat van Beersel’.
De burcht is zowat het archetype van de stoere Vlaamse middeleeuwse burcht.
Al zeer vroeg in de middeleeuwen werd in Beersel gekozen voor baksteen ipv
natuursteen om de burcht op te bouwen. Een slotgracht met toegangspoort maken
het plaatje compleet. Na Beersel volgt een noodzakelijke passage over een
aantal verkeersaders. Zo worden over korte afstand de Brusselse Ring, het
kanaal Brussel-Charleroi, de expresweg N6 en 2 spoorlijnen gekruist. Korte
pijn. Ogen en oren dicht, of toch misschien maar beter open houden. In Linkebeek,
Beersel en Lot kan je de trein nemen naar Brussel. Zelf sloot ik deze wandeldag
af in het door wat vervallen industrie gedomineerde Lot
(winkel) om er de trein te nemen.
Natuurgebied Doode Bemde, knuppelpad
Neerijse, kasseiweg met Japanse kerselaars
Middeleeuws slotkasteel van Beersel
Zoniënwoud nabij St-Genesius-Rode
Langs de IJse, groot hoefblad
Pajottenland
> Na Lot en zijn verkeersaders kiest GR512 weer voor
meer groen, voornamelijk weiden met her en der populierenrijen en kleine
bosjes in een licht golvend landschap: Pajottenland. Het beeld dat deze
wandeling domineert is de enorme VRT-zendmast, die lang zichtbaar is. Sommigen
vinden het een aanfluiting van de natuurlijke omgeving om daar zo’n
mast neer te poten. Anderzijds wil iedereen wel TV en radio-uitzendingen
ontvangen en deze megamast bedient een groot stuk van Vlaanderen. GR512
loopt recht op de zendtoren af, onderweg het gehucht Mekingen
passerend. Café ‘De Oude Smis’ daar is nog een onvervalst
Pajots volkscaféke.
> Voorbij de ‘Pajotse VRT-Eiffeltoren’ loopt
het pad verder door de velden naar Sint-Pieters-Leeuw.
Er zijn daar een paar café’s rond de dorpskerk geschaard. Je
kan hier ook de bekende Coloma-rozentuin bezoeken.
> Het weer was ondertussen zo verslechterd dat ik besloot
om aan de guurheid te ontsnappen door een bus naar Brussel te nemen. Helaas,
ik miste ze en tegen de tijd dat ik in een Leeuws café wat was opgedroogd
verbeterde het weer toch lichtjes.
> Verder dan maar naar een dorp waar je alleen maar terecht
komt in je leven als je op het Trans-Vlaams-Brabantpad loopt: Sint-Laureins-Berchem.
Mooie kerk maar voor de rest leek het er erg doods. Naar Gaasbeek
toe is het prachtig wandelen met een typisch zicht over de Pajotse heuvels
waarin her en der verspreid kerktorens pieken. Langs het historierijke kasteel
van Gaasbeek.
> Wat later stond ik weer in Gaasbeek om de rest van
de route door het Pajottenland te exploreren. Over met asfalt of beton verharde
veldwegen kom je zo in Sint-Kwintens-Lennik.
Een levensgrote bronzen versie van het stoere Brabants trekpaard domineert
het marktplein van Sint-Kwintens. Rond datzelfde marktplein is ook een keuze
aan winkels gelegen. Het moment om je voedselvoorraad aan te vullen als
je doortrekkend bent.
> Over een voormalig buurtspoorlijntraject leidt GR512
naar Sint-Martens-Lennik, met nog een supermarkt.
> De tocht gaat nu over grassige veldwegen waarlangs
veel bloemen en braambessen (rijp in augustus) en kruist de N285.
> Het pad passeert op 200 meter van de mooie zandstenen
kerk van Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek. Je moet
wel geluk hebben om de kerk open te vinden, omwille van het waardevolle
interieur is ze meestal gesloten. Tot mijn verrassing kwam ik hier een andere
GR512-wandelaar tegen, Femke, met de rugzak aangebonden. Ik leerde van haar
dat bier vitaminerijk is voor een wandelaar en dat ik best niet meer dan
8 braambessen per dag eet.
Dendervallei
>
Vlak na die grens kom je in het Neigembos.
Het bos is een pareltje. De ondergrond is sterk heuvelend en beuk domineert
de samenstelling. De enige recreanten die er worden toegelaten zijn wandelaars.
> Een flink stuk van het laatste deel van deze tocht loopt
eigenlijk niet door de provincie Vlaams-Brabant, maar wel door Oost-Vlaanderen.
Na het bos loopt GR512 langs het regionale bedevaartsoord Onze-Lieve-Vrouw
van Bevingen. Het is een goede picknickplaats. De volgende 10 kilometer verlopen
hoofdzakelijk over smalle verharde kronkelende veldwegen door een karakteristiek
landschap van natte weilanden, knotwilgen en populieren. Het dorpje Lieferinge
heeft zijn naam niet gestolen. Het is lieflijk verstopt gelegen en het is
er dan ook erg rustig.
> Na een hele tijd door dat groene landschap wordt
vrij plots sterk gedaald, ondermeer over een gekasseide weg. GR512 zoekt
hier de laag gelegen Dendervallei op en
bereikt deze in een oase van groen en populieren. Kijk uit naar blauwe reigers.
Erg mooi hier. De jaagpaden langs de Dender zijn populair, ook bij fietsers,
’t Is dus even uitkijken. Een paar kilometer verder bereikt het pad
dan het blauwe kantelbrugje van Zandbergen.
> Na de wijk Keringen
is het weer wat uitkijken. GR512 draait en keert hier wat door de maïsvelden.
Ook hier opletten voor oude (verkeerde) markeringen. De paaltjes van het
‘Stiltepad’ helpen sinds enige tijd om ook beter GR512 te kunnen
volgen. Plots wordt het pad wel erg smal. Het is opletten om niet in de
prikkeldraad te blijven hangen. Ik hield er een gescheurd T-shirt aan over.
weer kunnen de paden in het bos behoorlijk slipperig zijn. Wat verder wordt
over een kaarsrechte, met populieren afgezoomde weg, koers gezet naar Geraardsbergen.
> Nog even langs de educatieve hoeve ‘Te Wambas’
en dan een voorsmaakje van de stevig golvende Vlaamse Ardennen.
> De Trans - Vlaams-Brabantroute komt uiteindelijk
uit aan de Onze-Lieve-Vrouwkapel van
Oudenberg.
Prachtig gelegen, dit typisch plaatje uit de de Ronde van Vlaanderen voor
wielrenners. Op de koepel van de grote kapel staan blinkende sterren en
helemaal bovenaan een verguld Mariabeeld. De kapel is meestal toegankelijk.
Het uitzicht van op de Oudenberg is schitterend. Het is het laatste hoogtepunt
op GR 512 en de avondzon zette als afscheidsfeest de horizon over de Vlaamse
Ardennen in een rozig vuur.
> Enkel nog afdalen nu naar Geraardsbergen
dat vlak aan je voeten ligt. Het pad snijdt door de – voor wielrenners
beruchte - Geraardsbergse Muur, langs een zegenend Christusbeeld en even
later sta je midden op het marktplein van Geraardsbergen. Veel horecazaken
hier. Kijk uit naar het beroemde Geraardsbergse Manneke Pis. Je kan hier
in de buurt ook proeven van de Geraardsbergse mattentaarten. De GR-wandelboom
lijkt verdwenen te zijn. GR512 eindigt hier. Wie nog verder wil door de
Vlaamse Ardennen kan GR 5A volgen.
Centrum Sint-Kwintens-Lennik
17de eeuwse gravure van het kasteel
van Gaasbeek (J.Leroy)
Dorpskerk van Sint-Laureins-Berchem
300 meter hoge VRT- zendmast van Sint-Pieters-Leeuw
Geraardsbergen, de Muur met de Onze-Lieve-Vrouwkapel
(Oudenberg)
De Dender net voor Zandbergen
Boerenwormkruid en braamstruiken langs
GR512 naar Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek toe
Geraardsbergen, Manneke Pis
Oudenberg (Geraardsbergen), zonsondergang
over de Vlaamse Ardennen
Interieur Onze-Lieve-Vrouwkapel (Oudenberg)
>
De Begijnenbosweg wordt op Boutersems grondgebied omgedoopt in de Heursbeekstraat,
maar om de verwarring nog wat kompleter te maken volgt er even
>
Iets verder ontmoeten
GR 128 en
GR 512 elkaar. Dat punt wordt gemarkeerd door een bemoste metalen wegwijzer.
Let vooral niet op de aangegeven afstanden. Diest ligt 31 wandelkilometers
ver…in feite hebben we al meer dan 50 kilometers afgelegd. GR 512 loopt
dus kort samen met GR 128 (
Vlaanderenroute:
Witzand – Aken, zie elders op Trekkings.be). ’s Zomers is
het erg plezierig wandelen over het kasseiwegje dat onmiddellijk na de kruising
volgt. De wegberm is er afgezoomd met veldbloemen.
>
Als laatste getuige van het Haspengouwse landschap passeert GR 512 langs een
indrukwekkende vierkantshoeve, het Bordingenhof,
niet ver van het centrum van Bierbeek gelegen. De aktuele gebouwen van deze
hoeve dateren uit de 18de eeuw, maar in feite gaat de geschiedenis ervan waarschijnlijk
terug tot in het frankische tijdvak. De monumentale toegangpoort heeft bovenaan
een duiventoren. Zowel de hoeve als de onmiddellijke omgeving zijn geklasseerd
als beschermd landschap.Tegenover de hoeve draait het pad in een hol wegje
naar het Meerdaalwoud toe. Meteen begint
hier ook een ander Brabants landschap.
>
De volgende 3 uren zal GR 512 door het woud trekken, 12 kilometer lang. De
langste GR-bospassage in Vlaanderen? Toch niet! Die komt verder, eveneens
langs GR 512. Het grote Meerdaalwoud is te samen met het Zoniënwoud één
van de grootste restbossen van een gebied dat tot de komst van de kloostergemeenschappen
één geheel vormde. Op 10 bomen in het Meerdaalwoud zijn er 2,5
eiken, 3 beuken. en 3 dennen. De overige 15 % bestaat uit een brede variatie
van soorten.
vissoorten.
Eén uur later bereik ik dan de bosrand en meteen ook het kleine centrum
van St-Joris-Weert met enkele café’s
en een station waar ik weer naar huis kan treinen.
>
Wie de omgeving meer in detail wil exploreren kan door het gedeeltelijk toegankelijk
kasteelpark wandelen of het kasteel en zijn tuinen bezoeken. Allemaal zeer
mooi, in elk seizoen. GR 512 zet echter koers naar het geklasseerde centrum
van Gaasbeek. Een schitterend klein dorpscentrum overigens. Het weer was echter
zo verslechterd dat ik besloot er even mee te kappen en naar huis te rijden
met de bus. Ik had er misschien wel de slechtste dag van de hele zomer uitgepikt.
>
Langs kapellen en over smalle veldwegen wordt wat verder de Oost-Vlaamse provinciegrens
bereikt.
>
GR 512 ontmoet hier GR 5A (Oostende –
Antwerpen), deel van de Europese Wandelweg 2 (E2) (Stranraer –Nice/Menton).
GR 512 zal tot in in Geraardsbergen samen lopen met GR5A. Er zijn een paar
cafés in Zandbergen.
> Wanneer je Zandbergen verlaat mis dan niet de afslag
in de Molenbroekstraat. Als je die voorbij loopt en rechtdoor verder wandelt
kom je mogelijk oude (nu verkeerde) GR-markeringen tegen. Na de Molenbroekstraat
slingert een smal asfaltlint door natte weiden. Mogelijkheid om op één
plek onofficieel vrij te kamperen.
> De weg Denderwindeke – Geraardsbergen wordt
bereikt. Even lopen we weer op Brabants grondgebied, heel even maar. Links
ligt de vallei van de Marke, rechts de Dendervallei. Bij het betreden van
het Raspaillebos zijn we weer in Oost-Vlaanderen.
Er is daar ook een verblijfscamping. Dit bos is sinds enkele jaren erkend
als Europees habitatbos en het landschap is
beschermd. De samenstelling bestaat vooral uit beuk en eik en de kruidlaag
is het meest interessant voor de wandelaar eind april, als de hyacinten
bloeien. De verscheidenheid aan reptielen en klein wild zoals vuursalamander,
eikelmuizen, marter, wezel, hermelijn en bunzing trekken dan weer roofvogels
aan. In de regio wordt het bos ook gerelateerd met de beruchte Bende van
Jan de Lichte die in het Raspaillebos een schuiloord vond. Bij nat