©
Luc Selleslagh 2013 - 2024 Trekkings.be
> Start- en eindpunt van deze vierde etappe liggen telkens bij de Maasvallei maar de rest van de dag brengen we vooral door op de plateaus van zowel de Naamse als de Luikse Condroz. In Namen trekken we in 'de echte Condroz' door het landschap met boerengehuchten waar ooit 'de oorlog om de koe' woedde. We rijgen de 'boerengaten' aan elkaar. Van dat landbouwplateau dalen we naar het riviertje Hoyoux, in de Luikse Condroz. Over oude paden zoeken we dan voorbij Barse de stad Hoei op. We lopen Hoei binnen via de legendarische 'Muur van Hoei'. Een aardige etappe met veel massieve boerderijen onderweg.
Kasteel van Hodoumont
> Andenne en Huy liggen op amper 10 minuten sporen van elkaar via de spoorlijn Namen - Luik. De stations van beide steden liggen wel aan de noordzijde van de Maas, terwijl GRP 575 telkens aan de zuidzijde van stad raakt. Reken dus bovenop deze 30 etappekilometers op 2 km extra stappen vanaf de wandelroute per station. Indien je deze etappe wil inkorten zou je na 20 km op de N641 ter hoogte van de grote vierkantshoeve van Vieux-Barse de tocht kunnen onderbreken. Bus 126a heeft een halte langs de N641 op zowat 150 meter ten zuiden van de hoeve.
> Onderweg tussen Andenne en Hoei zijn er geen cafés of winkels, wijk indien nodig van de route af te Grand Marchin en wandel daar naar het centrum van Marchin, ligt wel op 2 km! In Andenne en Hoei heb je uiteraard alle voorzieningen.
Moulin de Kévret
> Berucht uit de verhalen van X1 (Regina Louf) als één van de locaties waar in de jaren '80 de beruchte 'roze balletten' plaats vonden. De molen, eeuwenlang een overslagmolen waar graan werd gemalen was in de jaren '80 en '90 immers getransformeerd in een nachtclub. De roze balletten waren een soort sexfuiven waarbij de deelnemers uit de criminele wereld zich al eens insmeerden met confituur, vandaar de naam? Het dossier werd gelinkt met dat van oa de Bende van Nijvel en Dutroux.
> Confituur kan je er ook vandaag nog krijgen maar dan op je boterham. Sinds de eeuwwisseling is de molen immers eigendom van een Gents koppel dat hier goedkope en eenvoudige overnachting aanbiedt in een schitterend kader.
Moulin de Kévret
Kapel Saint Mort
> Saint-Mort, letterlijk vertaald 'Sint-Dood'. Wel een erg vreemde naam. Achter deze kapel schuilt een merkwaardig verhaal. Ergens in de 6de eeuw beviel een vrouw van een doodgeboren kind. Met haar kind nog in de armen trok ze naar de kerk van Onze-Lieve-Vrouw-van-de-Wijngaard te Hoei om er Maria te aanbidden. Als bij wonder begon het kind plots te leven. Ze gaf het de naam 'Mort'. Op latere leeftijd zou Mort een kluizenaarsleven leiden, tot hij in 613 door struikrovers werd vermoord hier in het gehucht Devant-le-Bois te Haillot.
> Het verhaal vervolgt met de kanunnikessen van Andenne, onder leiding van Sint-Begga, die het lichaam van Mort willen laten overbrengen naar hun abdij. Het lijk wordt op een paardenkar geladen maar onderweg naar Andenne weigeren de paarden verder te gaan. Niks helpt tot men de paarden hun zin laat doen en ze verder stappen naar... Huy. Het moet de wil van God zijn geweest, volgens de legende, die wenste dat Mort zou worden begraven op de plek waar hij ooit tot leven kwam, de kerk van OLV-van-de-Wijngaard dus.
Ferme de Grosse
> Het dorp Coutisse is zeer oud, gezien de mogelijk Latijnse oorsprong van de naam. 'Culticia' (gecultiveerd land) duidt er op dat hier wellicht al zeker 2000 jaar landbouwaktiviteit is. De geschiedenis van deze boerderij is zo oud dat ze verloren gaat in de tijd. In zijn huidige vorm van enorme vierkantshoeve is ze sterk herbouwd na vernielingen tijdens WO I. Ook het erf, omringd met kalkstenen gebouwen oogt indrukwekkend. De Ferme de Grosse is nu geen landbouwbedrijf meer.
Valse kopergroenzwam
> Bij de voormalige boerderij rechts een graspad op dat versmalt en hol wordt in dicht gebladerte. Soms wat nat en wat overgroeid. Herkenbaar is dat hier ooit een betere oude weg moet hebben gelopen. Dit pad komt uit bij de kapel van Saint-Mort, opdoemend uit de mist.
Ferme de Grosse
> Verderop lopen we een stuk over een asfaltweg, voorbij vijvers om dan te klimmen naar de monumentale vierkantshoeve Ferme de Grosse. We zijn hier op het grondgebied van het dorpje Coutisse.
> Tot daar de legende die werd opgetekend door de Truiense monnik Gerard van Gingelom in 1466, toen hij hier met de mensen sprak en navraag deed over de eigenaardige heilige Saint-Mort. Nu rammelt de legende wel wat aan alle kanten want in het jaar waarin St-Mort stierf (613 zoals vermeld in de kapel) was Begga net geboren en van een klooster in Andenne was toen nog geen sprake. Wellicht bestond in Huy ook de kerk van OLV-van-de-Wijngaard toen nog niet.
Mistig weer als de kapel van St Mort opduikt langs GR 575
Geodetische meetpunt
in de buurt van Filée
> Een variant van dit verhaal situeert het bestaan van Mort enkele decennia later, in de periode waarin er al wel een klooster was in Andenne. Hij moet dan hebben geleefd op het einde van de 7de eeuw en dan klopt de datum in de kapel niet. Dan is er nog de verwarring met Saint-Mort en Saint-Maur. Die laatste is wel een bekende heilige. In Luik is zelfs een kapel die hem als patroon heeft. Saint-Maur zou hier een verbastering zijn van Saint-Mort maar zou het niet kunnen dat Saint-Mort een verbastering is van Saint-Maur?
> Feit is dat de cultus rond Saint-Mort erg lokaal is in het noordwestelijke deel van de Condroz. De fascinerende legende heeft er alvast voor gezorgd dat er de voorbije eeuwen een gestage toeloop van pelgrims was naar de afgelegen kapel hier. Er was zelfs een hotel bij de kapel. Die pelgrimstraditie is de laatste 100 jaar een stille dood gestorven. Het oord wordt nog weinig bezocht en de jaarlijkse processie heeft vandaag vooral een folkloristisch karakter. Saint-Mort werd aanbeden voor tand- en hoofdpijn en tegen een beroerte.
Merkwaardige steen
in de kapel van Saint-Mort
Menhir van Haillot
> Haillot is al vele jaren een interessant studieterrein voor archeologen. In de buurt van het dorp werd al in 1932 een merovingisch kerkhof met 17 graven uitgegraven. De vondsten hiervan (beenderen, grafornamenten) verhuisden naar het historisch museum in Brussel.
> In de jaren '00 van de 21ste eeuw zijn er verscheidene nieuwe opgravingen geweest, waarbij oa de fundamenten van een Galloromeinse villa werden bloot gelegd. De meest spectaculaire archeologische aktiviteit vond echter in 2007 plaats. De 'Pierre du Diable' (Duivelssteen) is een menhir die een onopvallend leven leidde. Slechts een stuk ervan stak boven de grond. Met het oog op toekomstige verkaveling van het terrein werd bij noodopgravingen de Pierre du Diable helemaal bloot gelegd.
> Wellicht heeft de Pierre du Diable enkele duizenden jaren recht gestaan, tot men hem begin 19de eeuw omgooide, omdat men de omgeving wou nivelleren voor de aanleg van een weg. Een aantal jaren later wou men dan helemaal van 'de lastpost' af. Men groef dus een grote put en sleepte de menhir van 4 à 4,5 ton puddingsteen (conglomeraatsteen) daarin.
> De archeologen slaagden er in 2007 ook in de oorspronkelijke locatie precies te bepalen, doordat men de put vond enkele meters verder.
> Bij de opkomst van het christianisme in de 6de - 8ste eeuw werden symbolen van heidense verering vernietigd of begraven. Het pagangeloof moest plaatsmaken voor de nieuwe waarheden van die tijd en dat was het christelijk geloof. Niet altijd werden ze opgeruimd. De tradities die magische krachten aan zulke stenen toedichtten, waren vaak zo diep geworteld dat men er 'als een soort compromis' een kapel of ander christelijk symbool bijplaatste of ze ahw een nieuwe functie gaf binnen het christelijk denkpatroon. Wellicht is dat ook hier gebeurd.
> Deze kapel is hier opgetrokken rond 1621, nadat de paus Saint-Mort heilig verklaarde. In september 1996 is de kapel helaas ten prooi gevallen aan dieven. Ze braken 's nachts in en namen niet enkel het retabel en een 17de eeuws beeld van Saint-Mort mee maar ook de 18de eeuwse eiken kapelbanken. De huidige banken zijn kopieën.
De Pierre du Diable van Haillot. De foto is genomen 2 weken
nadat de menhir weer op originele plaats werd gezet.
> Het loont de moeite de kapel even binnen te lopen. Onder het altaar en onder de tekst 'L'an 613 de ce lieu St Mort monta aux cieux' ('In het jaar 613 steeg St Mort naar de hemelen') merk je de top van een merkwaardige steen. Volgens de overlevering is dit de steen die kluizenaar Saint-Mort als kussen en stoel heeft gediend. De meer waarschijnlijke herkomst is al even fascinerend: Het is mogelijk een Keltische offersteen geweest. Sommige verklaringen hebben het zelfs over een meteoorsteen.
>GRP 575 loopt langs de kapel in dezelfde richting verder over asfalt en bij het volgende kruispunt loopt het pad even rechts en verderop weer links net om niet weer verder over asfalt te lopen. Een grasweg dus, tussen jonge bomen, langs een bosje en zo lopen we het dorp Haillot binnen. Weer zo'n rustig Condrozdorpje, tenminste als er geen autorally plaats vindt.
De foto hierboven nam ik rond 1997, niet lang na de diefstal. Tegen de muur zie je de kale plek waar het retabel was. Het altaar was tijdelijk naar achter gezet, zodat de magische steen op de voorgrond bloot ligt.
> Langs een asfaltweg het oude Haillot weer uit. Verderop de N698 kruisen en dan naar links. Eerst wat asfalt onder de voeten, verderop een steenslagweg en voorbij een boerderij wordt het een graspad. Rechts is de kerk van Filée al te zien, maar het duurt nog even vooraleer GRP 575 rechts afslaat naar dit dorp.
Korenbloem
> Bodemonderzoek op die put bepaalde dat de steen er zowat 5000 jaar geleden is geplaatst, in lijn met andere megalithische monumenten, zoals in Wéris. De gemeente Ohey, waartoe Haillot behoort, was ervoor gewonnen om de steen terug op zijn oorspronkelijke plaats te zetten. De lokale bevolking werd volledig bij dat evenement betrokken. Honderden belangstellenden kwamen er op af om op 23 september 2007 de menhir 20 meter te verplaatsen en met veel spierkracht op een traditionele wijze weer recht te trekken en precies te oriënteren zoals hij er duizenden jaren stond.
Beelden.
GRP 575 door het Bois des arches royales
Filée, Ferme de la Grande Tour.
13de eeuwse toren die nog
diende voor rechtspraak van Goesnes en als gevangenis.
> OK. Start in Andenne. Achter de kerk loopt GRP 575 omhoog over een trappenpad. Kruising met de N921 (Andenne - Ciney). Nog wat hoger loopt ons mooi pad langs een strookje bos en tussen afsluitingen. Nogmaals de N921 kruisen op een plaats met de naam Hautebise. Het volgende stuk loopt over mooie bospaden, waarlangs het bladerdak haast is dicht gegroeid als een charmille. Het oogt schitterend in herfstkleuren en in de mist die er al een hele morgen hangt. Iets dalen nu om in een valleitje langs de molen van Kévret te passeren.
Goesnes, Ferme Perron
> In Filée nog enkele opvallende grote hoeves. We zijn hier ook middenin het gebied waar tussen 1272 en 1275 de oorlog om de koe uitbarstte. Vlakbij ligt immers ook het dorp Jallet, vanwaar de lijfeigene die de koe gestolen had afkomstig was. In de buurt ligt ook het dorp Goesnes, waartoe Jallet behoorde en waarvan de kasteelheer de oorlog verklaarde aan de baljuw van Ciney. We komen er straks langs. De Ferme de la Grande Tour, waarlangs we passeren in Filée, heeft nog een verdedigingstoren (rond 2000 omgebouwd tot wooneenheid) waar recht werd gesproken in die tijd.
> Ooit lag op de plek waar nu de 17de eeuwse hoeve staat de versterking van de heer van Goesnes. Lijfeigene Engoran, de man die de koe stal en werd opgeknoopt, wat aanleiding gaf tot de oorlog om een koe, werkte voor de heer van Goesnes in de 13de eeuw. We passereren er wat verderop langs.
> Rechts van ons, wat verscholen, ligt achter een kasteelboerderij het schitterende kasteeldomein van Hodoumont. Een dreef leidt naar het kasteel. Behalve een Franse tuin zijn er monumentale zomerlinden te bewonderen met een stamomtrek van 4 à 6 meter.
> We komen aan het eind van een populierendreef op een splitsing en tot 2012 ging je hier over de oude GR 575 naar rechts. Dat stuk naar Libois, Evelette en La Béole is geschrapt door de samenvoeging van GR 575 met GR 576. In plaats daarvan gaat de huidige hoofdroute van GRP 575 sinds 2013 links richting Luikse Condroz over een traject dat vroeger een verbindingroute vorrmde tussen beide GR's.
> Aan de splitsing dus links. De veldweg wordt verderop een verharde weg als we langs de eerste huizen en boerderijen van Goesnes komen. Kort daarna en 120 meter voor een verhard kruispunt nemen we links een dalen oud hol pad.
> Op een kruispuntje linksvoor dalen tot bij de pilori. Ietsje verder komen we langs een pilori of schandpaal, getopt met een ijzeren kruis.
Kasteel Hodoumont
> Zoals veel kasteelboerderijen en kastelen in de Condroz zijn de gebouwen ontwikkeld rond een middeleeuwse verdedigingstoren. Die donjon werd hier opgetrokken eind 13de of begin 14de eeuw, vermoedelijk op een plek waar reeds een versterking was vanaf het jaar 1000. In de middeleeuwen hing die af van de heerlijkheid Goesnes, waar we straks langs komen. In de latere middeleeuwen groeide het domein van Hodoumont uit van versterkte herenboerderij met verschillende torens (begin 17de eeuw) tot een residentieel kasteel (18de eeuw). Daarbij hoorden ook een landschapspark, ereplaats en terrassen. Sinds 1983 is dit privé-kasteel beschermd als monument.
De schandpaal van Goesnes
> Ik vind er niet veel informatie over. Nochtans wordt deze schandpaal wel eens vermeld als de oudste in zijn soort die nog is over gebleven in België. Die stelling is wellicht moeilijk te staven. Zo'n schandpaal is iets typisch middeleeuws, bij het einde van het 'ancien régime' (eind 18de eeuw) verdween dit soort volksjustitie. Hij behoorde uiteraard toe tot de justitie-apparaat van de kasteelheren van Goesnes. Het feit dat de huidige hoeve de naam 'Perron' draagt verwijst ook naar die functie van rechtspraak. De huidige schandpaal lijkt me een tamelijk recent gerestaureerde monument te zijn. Hij staat in de schaduw van een mooie Engelse veldiep.
> 70 meter verder in dezelfde richting zien we aan onze rechterzijde de prachtige toegangspoort tot de fiere boerderij 'Perron' van Goesnes. Een historische plek, waarover dadelijk meer maar eerst de merkwaardige story over 'de oorlog om een koe' waarmee deze hoeve te maken heeft.
Oorlog om een koe, 'la guerre de la vache'
> Keren we even terug naar de prille ontstaansgeschiedenis van GRP 575 dan weten we ondertussen dat het Naamse deel van dit GR-pad is ontstaan onder de naam 'Sentier de Grande Randonnée de la Guerre de la Vache' of kortweg G.R.G.V. Vertaald: 'GR-pad van de oorlog om een koe'. Dat vraagt om een kleine toelichting.
> Op een dag in 1272 werd een koe gestolen bij een boer uit Ciney. Enkele dagen later vond in Andenne een groot tornooi plaats, meestal ook een gelegenheid om een markt te houden. De boer uit Ciney trok er ook naar toe met het vermoeden dat hij daar zijn koe wel eens zou kunnen vinden. Het duurde niet lang vooraleer hij in Andenne, tussen de te koop aangeboden beesten, zijn eigen koe herkende. Hij meldde de diefstal dadelijk bij de baljuw van de Condroz, Jean de Halloy, die ook op het evenement aanwezig was. Nu had die baljuw van de Condroz echter geen juridische macht op het grondgebied van Andenne. Ciney behoorde immers tot het prinsbisdom Luik en Andenne tot Namen.
> De dief, een zekere Engoran uit Jallet, moest beloven om de koe terug naar de eigenaar te brengen, zoniet zou hij worden veroordeeld onderweg naar huis als hij weer op zijn rechtsgebied kwam. Engoran, die als lijfeigene uit Jallet tot de heerlijkheid van Goesnes hoorde, ging in op het compromis om de koe terug te brengen naar Ciney. Eens Engoran in het rechtsgebied van Jean de Halloy kwam, werd hij echter zonder veel boe of ba opgeknoopt aan een boom. De heer van Goesnes, Jean de Beaufort, was hierover furieus. Zelf had hij ook ambities om baljuw te worden en hij vond dat Jean de Halloy niet het recht had zijn lijfeigenen op zulke wijze te behandelen.
De hoeve Perron te Goesnes werd in de 17de eeuw gebouwd op de resten van de middeleeuwse burchthoeve waar de heer van Goesnes de plak zwaaide en leifeigene Engoran werkte.
> De heer van Goesnes organiseerde een strafexpeditie tegen de baljuw van Ciney en met de steun van heren van Celles en Spontin brandden ze enkele gehuchten rond Ciney plat. Dat liet de baljuw van Ciney niet onbetaald. Hij rukte uit om op zijn beurt dorpen te plunderen en af te branden die onder het gezag van Goesnes vielen. Spoedig breidde het conflict zich uit als ook de graaf van Vlaanderen en Namen, Gwijde van Dampierre, de graven van Luxemburg en de Luikse prinsen betrokken partij werden.
Ciney, koeienmonument
> Zowat 2 jaren houdt de burgeroorlog van wraak en weerwraak aan. Tussen 10.000 en 15.000 doden zijn er daarbij gevallen. Uiteindelijk is het de koning van Frankrijk, Filips III de Stoute, die door onderhandeling het conflict kan laten beëindigen.
> Het verhaal van de oorlog om de koe waarop alle geschiedschrijvers zich baseren, werd opgetekend door Jean d'Oultremont, een kroniekschrijver uit de 14de eeuw. Wellicht zijn toen al een aantal details verloren gegaan. Wat zeker overblijft is dat in de 13de eeuw er de machthebbers van die tijd een sterke drang hadden naar gebieds- en gezagsuitbreiding. Daarvan is de oorlog om de koe een voorbeeld.
> De dorpen en gehuchten waarlangs we over GRP 575 passeerden de voorbije uren lagen toen al op de grens tussen de Luikse en Naamse machtsblokken. Sommige plaatsen langs de huidige GRP 575 vormden bovendien enclaves, waardoor er behoorlijke versnippering was. Vandaag horen die dorpen tot de provincie Namen maar de grens met de provincie Luik ligt 800 jaren later nog steeds in de buurt.
Nogal wat Condruzische runderen zijn echte kolossen, grazende vleesfabrieken.
Een oorlog waard?
Ferme Perron te Goesnes en de oorlog om een koe
> Waar nu de boerderij 'Perron' staat had de kasteelheer van Goesnes zijn machtsbasis. De leifeigene Engoran, die de koe stal en daarvoor werd opgeknoopt op bevel van de baljuw van Ciney, hing van de heer van Goesnes af. Toen die laatste het nieuws van de opknoping van zijn leifeigene vernam besloot hij tot een wraakaktie. En zo zat het spel op de wagen... De oorlog was er anders misschien ook gekomen in een periode waarin graven en andere machthebbers erg belust waren op uitbreiding van hun territorium en macht.
Kasteelhoeve Perron te Goesnes
> Het feit dat hij in dit stukje Condroz begon zorgde ervoor dat de streek erg te lijden had onder verwoesting en dood. De machtige hoeve waar we nu voor staan is echter niet die uit de 13de eeuw. Boven de toegangspoort prijkt trots het wapenschild van de familie Warnant-Waha die hier een nieuwe hoeve liet bouwen in 1687, zoals de datum op het bas-reliëf je vertelt. Op het erf van de boerderij staat nog een oude kasteelkapel met binnenin nog enkele oude elementen zoals een doopvont uit de 12de eeuw. Vraag eventueel aan de ingang, (die gewoonlijk door een hond wordt bewaakt) of je een kijkje mag nemen.
>
Verder rechtdoor langs de historische boerderij. Een beek over en dan rechts het asfaltwegje nemen dat voorbij een laatste huis van Goesnes een onverharde veldweg wordt. Voorbij een bosje dalen we en steken ongemerkt de grens tussen de provincies Namen en Luik over. Een asfaltweg kruisen en vervolgen over het oude paadje rechtdoor.
> Het pad kan verderop omgeploegd zijn, je moet ongeveer dezelfde richting aanhouden, verderop wordt het pad weer duidelijker.
> We lopen verderop parallel met de Ruisseau de Goesnes die op 100 meter loopt. Over een pad van verbrokkeld asfalt draaien we Jamagne in. Ook hier een oeroude geschiedenis. Boerengehucht Jamagne bestond al in de periode van de merovingers. Van de kleine nederzetting bestaande uit slechts enkele boerenwoningen rond een hoevecomplex gaan delen terug tot de 17de eeuw.
Pad tussen Goesnes en Jamagne
Padmarkering!
> Bij de Sint-Donatiuskapel rechts. Langs een schuur komen we op een leuk valleipad terecht, verderop dalen we langzaam in de vallei van de Triffoy.
> Langs een watercaptatiepunt van Vivaqua dat aansluit op de watertoevoer vanuit de Hoyoux-vallei van Modave richting Brussel. Op dit punt houden we rechts aan en blijven in de vallei van de Triffoy.
> De mooie vallei van de beek 'Triffoy' of 'Trifoi ligt er erg rustig bij. Onderweg langs het GR-pad een langgerekte grot met openingen aan beide zijden.
> Bij een oude hoeve wordt het weggetje waarover we wandelen verhard. We kruisen een asfaltweg en gaan verder stijgen uit de vallei over een hol en uitgesleten pad. Hogerop draait het graspad naar de kerk van Grand Marchin. Rustbank langs dit pad. De kerk laten we links liggen maar het loont de moeite om even tot de voorkant van de kerk te wandelen voor het uitzicht.
Stijlvolle dorpskerk van Grand Marchin met gedraaide torenspits, hersteld in 2005 na een blikseminslag in 2001.
De oorsprong van de kerk gaat terug tot de 11de eeuw. Tegen de restanten van een romaanse toren werd later een gotisch kerkje gebouwd dat half 19de eeuw werd gerestaureerd en vergroot.
Binnenin oa een doopvont uit 1608 en een 15de eeuwse sacristiepoort.
> De kerk van Marchin overkijkt een typisch Condroz-landschap. Het gebouw met haar gedraaide torenspits is best fotogeniek. In de kerkmuren zijn 16de en 17de eeuwse grafzerken ingemetseld. Over een straatje stijgen tot op het centrale grasplein met kiosk.
> Je zou het niet zeggen maar dit is het oude centrum van de gemeente Marchin, die bestaat uit een pak dorpen en gehuchten (waaronder Modave) die in en rond de vallei van de Hoyoux zijn gelegen. Het commercieel centrum ligt 2 km verder langs de weg naar Huy en niet langs de GR.
> Langs het plein, met de kiosk aan onze linkerzijde, en op de hoek rechts de Rue du Tige in. Deze volgen we een tijdje, kruisen een asfaltweg en komen wat verder in de buurt van een watertoren bij een lelijke gecementeerde kapel. Even opletten want op dit punt takt de 14 km lange GR-verbindingsroute naar Les Avins af. We volgen echter nog steeds de hoofdroute van GRP 575 en deze gaat bij de kapel naar links (richting Barse en Huy). We laten dus ook de watertoren rechts liggen.
> Een prachtige oude steenweg van kalksteenbedekking stijgt door bos de vallei van de Hoyoux uit. We blijven hem nog een paar kilometers volgen als hij hogerop door de velden gaat lopen.
Het grote dorpsplein van Marchin.
> Dus links op de splitsing en al snel draaien naar rechts. We staan aan het begin van een lange daling naar de vallei van de Hoyoux. De veldweg kruist een asfaltweg bij enkele huizen van Ereffe en wordt verhard. Meer zijpaden en -wegen negeren we onderweg en we komen in een brede beekvallei en langs een bosrand. Op de nogal gefrequenteerde verkeersweg 200 meter rechtdoor en bij het voormalige spoorstation van Barse gaan we links de RAVeL op.
Dalend naar de vallei van de Hoyoux.
RAVeL 126
> De fietsweg tussen Ciney en Hoei werd aangelegd tussen 2010 en 2012 op de oude spoorbedding tussen beide steden. Eigenlijk liep het spoor naar Statte in de buurt van Hoei, waar een spoorknooppunt is. De spoorlijn werd ontwikkeld tussen 1870 en 1877 door de privé-maatschappij Hesbaye-Condroz, die ze ook uitbaatte. Ze liep van Landen naar Ciney. Later, bij de nationalisering door de Spoorwegen, werd ze opgedeeld in 126 (Huy - Ciney) en 127 (Huy - Landen).
> Nu kan je dus over zowat 75 km fietsen tussen Landen en Ciney. Tussen Statte en Huy is de spoorlijn over enkele kilometers nog industrieel in gebruik is, tussen station Régissa en Huy werd een alternatief uitgewerkt. GRP 575 maakt sinds 2013 nog kwistig gebruik van andere delen van dit RAVeL-traject, we zien deze RAVeL-route dus later nog terug.
> Bij het voormalige treinstation van Barse links dus. Net voor een brug ga je dan van de RAVeL af om naar rechts korter bij de Hoyoux te lopen. Verderop gaan we aan de linkerkant van de RAVeL lopen en stijgen we door bos. Niet veel later dalen we weer over het bosweggetje om de RAVeL en de Hoyoux naar rechts nogmaals over te steken via een bochtend asfaltwegje. Niet helemaal tot de N641 wandelen maar voor de enorme vierkantshoeve van Vieux-Barse links een graspad nemen tussen hagen. Dat arriveert even later op de N641, oversteken en na 30 meter rechts.
Voormalig station van Barse op de uit dienst gestelde
Condroz-Hesbaye-spoorlijn 126 van Huy naar Ciney (nu RAVeL).
Ferme de Vieux-Barse
Vieux-Barse
>Al minstens in de 11de eeuw was vlakbij de huidige hoeve een burcht gelegen waarbij een herenboerderij werd opgetrokken. De burcht lag bij een strategische toegang tot de Condroz. De onafhankelijke koers en de agressie tegen het Hoeise gezag wordt de heer van Barse zwaar aangerekend. De Hutois verwoesten zijn kasteel in 1314. Later werd in de vallei van de Hoyoux een nieuw kasteel gebouwd. Daarvan blijft in de 17de eeuw, na een grondige herbouwing enkel één slottoren over. De huidige vertrekken, schuren en stallen in kalkbreuksteen dateren haast volledig uit de 17de eeuw, zoals ook muurankers op de gevels rond de binnenkoer je vertellen. Sinds 1998 is het eigendom van ruiter Lionel Lanson (en zijn paarden).
De oude weg naar Vieux-Barse,
gegroefd van de karrensporen.
>
Het pad is door de velden niet altijd even duidelijk maar je loopt steeds rechtdoor. Een eind verder, als je onder een hoogspanningslijn bent gepasseerd, ga je op het kruispunt links een half verharde weg op. In het gezelschap van maar liefst 3 elektriciteitslijnen (laagspanning, middenspanning en hoogspanning?) bereikt GRP 575 na 350 meter een punt waar een veldweg naar rechts aftakt. Deze volgen we om na 150 meter een lange daling in te zetten licht links door bos naar een kleine vallei.
> 10 minuten later naar rechts de Rue Thier au Pequeut nemen. We laten een paar huizen en een uithoek van Hoei achter ons en stijgen weer wat door bos. Eens weer in de velden draaien we naar links om op de T-krusing links de Chemin de Gabelle te nemen. Aan onze rechterzijde zien we La Sarte liggen met zijn bedevaartskerk, beter bekend als de 'Phare de Notre Dame'. (letterlijk 'vuurtoren van Onze-Lieve-Vrouw).
La Sarte
Notre Dame de la Sarte
> Al de kapellen die straks onderweg langs de Muur van Huy zullen tegen komen zijn eigenlijk processiestaties die naar Notre-Dame-de-la-Sarte leiden. Eeuwenlang was daar immers een bedevaartsoord waar een beeldje van OLV werd vereerd. De oorsprong van de verering gaat terug tot een legende uit de 15de eeuw, waarbij Maria was verschenen voor een kind. Daar werd een gotische kapel gebouwd.
> Ook een kloostergemeenschap van de Dominicanen vestigde zich in La Sarte in 1860. In dit klooster deed pater Pire, stichter van Vredeseilanden, ooit nog op 19-jarige leeftijd zijn intrede. Hij kreeg voor zijn werk in 1958 de Nobelprijs voor de Vrede. De opvallende kerktoren werd er pas in 1928 bijgebouwd. Helemaal bovenaan kijkt OLV van La Sarte uit over het dorp, de landerijen en de passerende GR-wandelaars...
>
De Chemin de Gabelle draait 400 meter naar rechts en nog 100 meter verder gaan we op een splitsing ongeveer rechtdoor een paadje op met de naam 'Thier du Gabelle'. Dit kronkelend paadje loopt wat langs achtertuintjes en arriveert bij een kapel op een grote weg, dit is de beruchte Muur van Hoei uit de wielerklassieker Waalse pijl. We komen langs nogal wat kapellen van een kruisweg en volgen de Muur dalend, aanvangend met het steilste stuk. Wat lager wordt de daling (of voor de renners de stijging) wat zachter.
Oei, de Muur van Hoei
> De Muur van Hoei is de zwaarste helling in de wielerklassieker Waalse Pijl. De renners beklimmen hem meermaals, ook in de finale fase van de koers. Als de wielrenners er aan beginnen hebben ze al een klim uit de Maasvallei achter de rug. Over de Muur wordt nog eens een hoogteverschil overwonnen van 130 meter over 1300 meter afstand. Gemiddelde stijging 10 % dus maar het venijn zit in de staart. Waar je aanvankelijk geleidelijk stijgt, zitten er hogerop stroken tussen tot 17 % stijging. De man met de hamer staat dus klaar onderweg...
Muur van Huy
> We arriveren beneden aan 'de Muur' op de Place Saint-Denis. GRP 575 trekt van hier niet de benedenstad in van Hoei, hoewel dat best de moeite is. Voor deze etappe zit het er op. Alles over Hoei op de volgende etappepagina.
> Net voor de kerk van Filée links een graspad op dat verder overgaat in een dreef van populieren. In de lente wandel je hier wellicht door geel gekleurde velden van koolzaad. Links op een kleine kilometer zie je de historische Perronhoeve van Goesnes liggen.
De kerk van Filée, gezien vanop GRP 575