© Luc Selleslagh 2004 - 2024
>
Sigaretten (sigara) : Het goedkoopste
merk is Maltepe en dan volgt Samsun. Beide merken kosten minder dan 1 €
het pakje. Het zijn geen denderende sigaretten, maar sommige Turken beweren
dat ze de gezondste zijn. Beter zijn 2000 en vooral 2001 (ikibinbir)
, dat rond 1 € voor een pakje kost. Op het platteland zal je haast geen
buitenlandse sigaretten vinden. In de grotere plaatsen koop je Winston, Marlboro
enz.. aan ongeveer € 1,5 à € 2 per pakje. Op de vlucht van
FlyAir wordt Turkse L&M verkocht aan slecht €10 per farde. Marlboro,
Belgische Bastos en Belga kosten € 16 per farde bij Fly.
>
Spendeer geen geld op de luchthaven van Antalya.
Drankjes en snacks kosten er een veelvoud van wat je betaalt in de stad.
> Er
zijn weinig mogelijkheden om onderweg geld op te halen en er zijn nog minder
mogelijkheden om er geld door te jagen onderweg. Geldautomaten zijn er in
de luchthaven van Antalya en onderweg in Sütçüler, Eğirdir
en Yalvaç. In mei 2004 schommelde de koers van de lira rond de verhouding
1 € = 1,85 Lira (TL). Update : Vanaf jan
2005 worden 6 nullen weggelaten. Prijzen in dit verslag werden aangepast.
Ik haalde 3 X telkens 200 lira ( ongeveer € 110) af en dat volstond ruimschoots
voor een maand op de Saint Paul Trail. Ik had telkens geen enkele probleem
om met een gewone Citibank Bancontact/Mister Cashkaart met Maestrofunctie
geld uit de muur te halen. Per verrichting werden 3 à 4 € kosten
aangerekend. Van dat geld heb ik dan nog nieuwe schoenen gekocht en veel pakjes
sigaretten en het overschot heb ik er wat geforceerd doorgejaagd in Antalya.
>
Op het platteland is het niet gebruikelijk
om met € te betalen zoals dat in een toeristische plaats als Antalya
wel het geval is. Misschien is het wel mogelijk in geval je geen lira's meer
hebt. Er valt langs de Saint Paul Trail weinig geld te spenderen.
> De toegang tot de meer belangrijke archeologische plaatsen
is relatief duur, vooral voor Aspendos en Perge (10 à 20 lira of €
6 à 12). Antiochië in Pisidië (Yalvaç) kost 3 TL (
€ 1,7) en Selge 5 TL ( € 3). Selge kan je gewoon gratis bezoeken
als je de site binnen komt vanuit noordelijke richting. De meer onbekende
plaatsen zoals Pednelissos en Adada zijn gratis te bezoeken. Als je een studentenkaart
hebt, gebruik ze. Een raftingtripje op de Köprülü kost zo’n
30 euro.
Hét backpackeradres van Eğirdir is
Lale
Pansiyon.
De
eigenaar heet Ibrahim en spreekt vrij perfect verschillende talen. Het comfort
ligt er een stuk hoger dan bij Charly’s en Ibrahim is een vriendelijke
man, maar ook een goed zakenman die exact aanvoelt wat een backpacker wil
en waarmee er geld te verdienen valt. Wil je dus vanuit Eğirdir van alles
organiseren dan is Ibrahim een goeie contactpersoon. Zowel Lale als Charly’s
hebben een terras met uitzicht over het meer van Eğirdir. Het uitzicht vanuit
Charlys is mooier maar het heeft geen zon en het kan fris zijn in Eğirdir.
Het uitzicht in Lale is wel aan de zonnekant. Lale is vaak volgeboekt, Charly’s
niet. Er zijn nog een rist andere pensions in dezelfde buurt.
charmante
familie waar je te gast bent. Mustafa, Fatma en hun kinderen Emre en Nihal
zijn een schattig gezinnetje. Fatma en vooral de 13 jarige Emre spreken redelijk
goed engels. Eten doe je met de familie. Ik vond het een plezier om na een
week hier nog eens te logeren. Ze begroetten me toen als een vriend die thuiskomt
en zo voelde ik dat ook aan. Hier wordt je gewoon in de familie opgenomen.
Aan te bevelen voor de charme, niet voor de luxe. (update jun 10: Het is wat onduidelijk of de familie Ünalan dit pension nog uitbaat, bovendien zijn er ook negatieve klanken te horen wat zuiverheid en service betreft.)
>
Sütçüler
: Karacan Pansiyon. 10 L (6 € ) per nacht. Het enige pension
in dit dorp. Ibrahim Karacan , de eigenaar spreekt enkel Turks maar is erg
gastvrij. Bestel eventueel avondmaal en ontbijt op voorhand. De gemeenschappelijke
douche werkt met een houtstoof. Vraag een half uurtje voor je wil douchen
de stoof aan te steken. Prachtig uitzicht over de omgeving en een deel van
de gelopen dagtocht. Dit pension wordt een haast niet te ontlopen adresje
voor trekkers op de St Paul Trail en het pension is bruikbaar als uitvalsbasis
voor een paar dagtochten. In het weekend kan het er
wat lawaaierig aan toe gaan als de flessen raki en bier open gekraakt worden
en de Turken gaan dansen onder de stroboscoop en discolampen. (Update Els Breedstraet jun10: 50 TL half pension, mooie kamer, 'great people'.)
> Antalya
: Bacchus Pansiyon : 10 € per nacht single met privé-badkamer
en eenvoudig buffetontbijt (update jun 10: 20€). Redelijk rustig familiepension want het ligt
in een achterafstraat, Zeytin Sok. In Kaleiçi, het oude stadsgedeelte.
Aangenaam dakterras met zee-uitzicht en vriendelijk personeel. Er zijn nog
tientallen pensions gelegen in het oude stadsdeel van Antalya (Kaleiçi).
> Eğirdir
: Charly’s Pansiyon. 10 L (6 €) Erg eenvoudig onderkomen in een
huis van meer dan 200 jaar oud. Dit pension is niet op het ex-eiland gelegen
maar redelijk centraal achter het fort. Wat aantrekkelijk is aan dit pension
is de
> Beskonak
: Kanyon Pansiyon en Restaurant.
Dit was voor mij de uitsmijter na al dat vrijkamperen. De bungalows liggen
langs de asfaltweg die de St Paul Trail volgt, ongeveer 2 km na de de Oluk
brug en aan de Köprülü. De kosten vielen best mee : Voor
een luxueuze bungalow, een uitgebreid avondmaal, bier,cola en een groot
ontbijtbuffet betaalde ik 55 Lira (30 €). De bungalows worden ook door
toergroepen geboekt. Het is schitterend gelegen tussen vijvers, snelstromende
beekjes en de Köprülürivier. In dezelfde buurt is nog een
pension en enkele plaatsen die zicht adverteren als “camping”.
>
Er zijn in sommige dorpen mogelijkheden om
in een dorpshuis te overnachten. Ik heb daar geen gebruik van gemaakt, maar
de info staat in het boek en vooral op de website. In Çaltepe zou
een soort pension zijn geopend, het ligt bij het binnenkomen van het dorp.
> Zie ook de accommodatielijst op de officiële St Paul Trail
website.
>
Pension (Pansiyon) : Er zijn
enkele pensions onderweg die je met alle gastvrijheid ontvangen. Ideaal om
eens stevig te douchen en te genieten van een zacht bed.
>
Wanneer je afdaalt van Selge naar de Köprülü
canyon dan bereik je de rivier op een plek waar het heerlijk zwemmen en picknicken
is, er was niemand in de buurt en de omgeving is grandioos. Dit zijn maar
enkele van de betere plekken.
>
De boswachters van het Tota Yaylasi Woudpark
hebben er niks op tegen dat je je tent opslaat aan hun huis. Het is een prima
plek met gras, rustbanken, water en de onvermijdelijke invitatie om thee te
drinken.
>
Een andere goeie plek die ik helaas niet heb
gebruikt is aan de ingang van de Yazili -canyon. Ook hier gras en picknickbanken.
Je kan er vis eten en op je gemak de canyon wat exploreren op zoek naar Griekse
inscripties. De plek is makkelijk te bereiken door het houten brugje aan de
ingang van het park over te steken.
>
Voor wie meerdaagse trajecten plant is een
tent haast onvermijdelijk. Ik heb steeds overnacht in de tent met uitzonderingen
van 2 pensionovernachtingen in Antalya, 3 in Sütçüler, 2
in Eğirdir, 1 nabij Beskonak ,1 keer bij een familie in Yukari Gökdere
en 1 keer op een bank aan de luchthaven van Antalya. De overige 18 nachten
heb ik in de tent geslapen.
>
Vrijkamperen is geen probleem in Turkije. De
beste plekken om vrij te kamperen liggen aan een bronnetje, waar je je zelf
en wat klederen kan wassen. Het terrein is er vlak met liefst wat kort gras.
Een mooi uitzicht van op je kampeerplek is meegenomen, liefst niet op een
te grote hoogte en aan de oostkant geen te hoge bergen, zodat je ’s
morgens de eerste zon op de tent hebt en die snel droog is van dauw. Liefst
lopen er ook niet te veel geiten, koeien of mensen in de buurt. Dat is de
ideale plek. Het is niet altijd mogelijk om op zo’n plekjes te kamperen
maar soms lukt dat wel. Enkele malen kan je ook aan een waterval kamperen
met zwempoel of aan een rivier. Sprokkelhout is meestal in de buurt als je
een vuurtje wil maken. In het boek worden vaak een aantal tips voor goeie
plekken gegeven.
>
Eén keer, in Selge heb ik in het dorp
zelf gekampeerd op een weide tussen koeien achter het dorpswinkeltje. Slapen
in een dorp brengt nogal nieuwsgierige kinderen op de been rond je tent en
een heel leger blaffende dorpshonden. Het is niet meteen de rustigste slaapplaats.
>
Een andere nacht kampeerde ik op een hoogte
van ongeveer 1750 meter. Na het vallen van de nacht hoorde ik zware stappen
rond mijn tent. Met schrik dacht ik aan de woorden van Sint Paulus “Wij
weten het immers: Als de tent die onze aardse woning is wordt neergehaald,heeft
God voor ons een gebouw gereed in de hemel” (2de Brief aan de Christenen
van Korinthe hfst 5,vers 1). Met kloppend hart ben ik toch maar op verkenning
gegaan wat dat betekende. Bleek dat het wilde paarden waren die ’s nacht
aan de bron waar ik kampeerde komen drinken.
>
Nog een andere nacht had ik de tent geprikt
op een picknickplek aan de regulatör op de Aksu-rivier. Het
was weekend en feestende Turken hadden net die plek uitgekozen om eens stevig
te boozen met de blasters van de autoradio op full force Turkse muziek. Dat
feestje duurde tot na middernacht. De Turkse sport nr 1 op zondag is picknicken!
>
Een andere keer had ik de tent geplaatst aan
de Uçan I watervallen. Het natuurlijk “openluchtzwembad”
aan de watervallen was heerlijk om op einde van een hete wandeling te verfrissen.
Origineel daar was ook het bronnetje. Om aan zuiver drinkwater te geraken
moet je met je drinkbus de poel overzwemmen om dan al peddelend water te tappen
van de bron die uit wat met varens omringde rotsen komt gestroomd.
>
Nog zo’n “Blue Lagoon”- plek
komt er aan anderhalf uur voor je Sütçüler bereikt na de
moeilijke tocht over de rotswanden van de Yazili Canyon. Het natuurlijke zwembad
ligt niet op het pad zelf, maar het is slecht 10 minuten omweg. De tent plaatsen
aan dit mooie plekje is wat moeilijk.
>
Waar je een winkeltje (market) vindt
staat ook duidelijk vermeld in de gids. Enkele malen moet je voor 2 of 3 dagen
stockeren. Niet elk dorp heeft een dorpswinkel en ze vallen niet altijd op.
Als de winkel gesloten is kan je in het theehuis navraag doen. Meestal loopt
de winkelier wel ergens rond. Het aanbod varieert nogal. Alles wat uit de
Turkse grond komt kom je meestal niet in de dorpswinkel tegen. Daar
vind je in de eerste plaats aanvullende producten zoals industrieel voedsel
en huishoudprodukten zoals kookolie, zeep, batterijen en slippers.
>
Soms vind je er een doos of 10 met verschillende
koekjes en verder wat colaflessen. Andere winkeltjes hebben wat meer keuze.
Wat je er bijna altijd kan kopen is snoep, chocolade, koekjes, sigaretten
en drankflessen- of blikjes. Brood (ekmek) is niet altijd voorhanden
omdat het soms snel is uitverkocht of omdat de dorpsbewoners zelf hun brood
bakken. De beste kans om brood te vinden is in de voormiddag. Het viel een
drietal keer voor dat de winkelier geen brood had maar vond dat hij “de
vreemdeling” zo niet kon doorsturen. Daarom ging hij bij zijn vrouw
in de keuken wat zelfgemaakt platbrood bij elkaar scharrelen te samen met
wat tomaten en pepers. Hiervoor weigerden ze ook nog geld aan te nemen. Veel
keuze in beleg is er niet. Met wat geluk vind je kaas, chocopasta is nogal
vaak aanwezig. Groenten en fruit zijn in de kleinste winkels vaak niet aanwezig.
>
Kopen in die kleine winkeltjes die amper draaien
is een reëele steun aan de vaak door emigratie wat verarmde plattelandseconomie.
De winkeliers bedienen je met plezier.
>
De weinige grotere plaatsen die je onderweg
aandoet hebben uiteraard meer keuze, met name Sütçüler, Eğirdir
en Yalvaç. Vooral op marktdagen is er een gezellige drukte. De markt
(pazar) van Eğirdir op donderdag is de kleurrijkste en biedt een
schitterend overzicht van wat de streek te bieden heeft aan produkten. De
marktdag van Yalvaç is volgens mij niet op zondag zoals het boek vermeldt,
maar wel op maandag. De markt hier neemt het hele stadscentrum in. De markt
van Sütçüler is op vrijdag en is een stuk kleiner, maar best
gezellig. Op marktdagen zijn er meer transportmogelijkheden naar de omliggende
dorpen dan op andere dagen.
>
Wellicht moet de vroege herfst een prettige
tijd zijn voor al het fruit dat dan op de markt komt, in het bijzonder langs
het meer noordelijke deel van de Saint Paul Trail.
>
Er zijn weinig mogelijkheden om uit eten te
gaan onderweg. Ook hier bieden Sütçüler, Eğirdir en Yalvaç
de beste mogelijkheden. In Sütçüler kan je eten in Pansiyon
Karacan als je enkele uren vooraf besteld. Ook het ontbijt (kavaltui) is er
uitgebreid. In het dorp zelf is ook nog minstens één eenvoudig
restaurant (lokanta). In Eğirdir zijn tientallen mogelijkheden, evenals in
Yalvaç.
> Elders langs het pad zijn enkele forelrestaurants. Zeker
te proberen is één van de forelresto’s van Çandir.
Ik probeerde dat nabij de betonnen brug van Çandir. Voor slechts 5
lira ( € 3) kreeg ik een forel met een grote salade en een fles mineraal
water in het kader van de koele canyonrivier van Çandir. Er is niks
anders te eten hier, alleen vis. Niet te missen. Er zou ook een afgelegen
visresto zijn veel noordelijker tussen Kemerdamlari en Asagi Tirtar maar dat
is nu net het korte stukje Saint Paul Trail dat ik niet heb gelopen.
>
Andere mogelijkheden om warm te eten zijn de
restaurants langs de Köprülü canyon in het raftinggebied, ’s
winters in het skioord van Davraz, nabij het amfitheater van Selge en nabij
de startpunten Perge of Aspendos. Dat is het zowat. Misschien vind je wel
occasioneel de baas van een theehuis die iets warm maakt. Verder word je
misschien uitgenodigd bij iemand om thuis te komen eten. Het aanbieden van
een beetje geld behoort in dit geval tot de hoffelijkheid, hoewel het waarschijnlijk
zal worden geweigerd.
> Als je kookt neem dan best een stoof mee op basis van
een benzinebrander, gas is nl niet te vinden onderweg. Update
Roel van den Eijnde (oktober 04): In zowel Antalya als Eğirdir zijn tankjes
Camping Gaz te koop met een schroefsluiting (ipv prik). Antalya: Gaswinkel
op 5 min van de Poort van Hadrianus, nabij Antalya 2000 gebouw. Eğirdir: Outdoorshop
Donanim Ticaret in het winkelcentrum van Eğirdir. (Nurtay's shop).
Vraag de weg. Zoals je wellicht al doorhad
heb ik zelf niet gekookt onderweg. Het is zo één van die dingen
waar ik gewicht probeer mee te besparen, wat niet eenvoudig is als je alleen
trekt en geen gewicht kan delen met anderen. (Mijn rugzak woog bruto 13 kg
zwaar all in + 1 à 4 kg aan eten en water )
waterzuiveringstabletten
zijn mogelijk handig hier. De waterputten zijn meestal bedekt met cederhouten
planken en stenen om ze af de dekken van stof en
vuil en om te vermijden dat vee er in valt. Als je niet onmiddellijk een
emmer of schepper vindt kijk dan even rond in de nabije struiken of tussen
de rotsen. Hij zit daar dikwijls wat verstopt. Op sommige trajecten kan
je eventueel ook van rivieren of beken drinken.
>
Voor alle waterpunten bestaat een GPS-wegpunt,
die zijn haast nog betrouwbaarder dan de tekst wat watervoorziening betreft.
>
Ik droeg enkel een literfles mee, hoewel het soms wat weinig was om langere
stukken te overbruggen. In de dorpen is bijna altijd een bron, meestal meerdere.
Als dat niet het geval is dan kan je meestal aan de moskee een waterkraantje
vinden. Desnoods kan je aan een huis even vragen voor water.
>
“Drink niet langer uitsluitend
water,gebruik wat wijn voor uw maag en met het oog op uw veelvuldige kwalen”
dixit Sint Paulus in de Eerste Brief aan Timotheus,hfst 5,vers 23. Als je
de daad bij het woord wil voegen weet dan dat alcohol meestal niet openlijk
aanwezig is in de kleine dorpen. Als er al gedronken wordt zal dat met de
fles onder de jas gebeuren of in beperkte kring onder mannen. Sterke drank
is meestal raki (de Turkse variant van ouzo). Om in de sfeer te
blijven van Sint Paulus kan je Turkije's populairste bier drinken, het heeft
de naam van een stad die Paulus enkele malen bezocht, Efes (Efese), en komt
in fles en blik. In steden wordt alcohol meer openlijk verbruikt.
Bron onderweg naar Bozdagan
>
Water komt er meestal in de vorm van bronnen.
De meeste van deze bronnen geven het hele jaar water. Daar waar dat mogelijk
niet het geval is vermeldt Kate dit. Op enkele stukken hang je niet af van
bronnen maar van waterputten. Dit is vooral het geval op het lange traject
tussen Kuzdere en Çaltepe en ook op het daaropvolgende stuk van Çaltepe
naar Selge. Niet alle waterputten hebben even zuiver water en niet overal
is er een blik of pot aanwezig om water uit de put te liften. Ik heb niet
snel last van een gevoelige maag bij onzuiver water, maar
>
Gezien het warme klimaat is één
van je hoofdzorgen onderweg waar het volgende punt is waar je water (su
in het Turks) kan “bijtanken”. Op de Saint Paul Trail valt dat
best mee, er zijn meer waterpunten dan op de Lycian Way.