Startpagina > Wandelen > GR 131
> Deze vijfde etappe van GR 131 vertrekt aan de voet van de stoere IJzertoren, symbool van Vlaamse ontvoogding en onnoemelijk veel oorlogsellende. Via het piepkleine Sint-Jacobskapelle kom je bij de middeleeuwse zeedijk over geasfalteerde achterwegjes in de polders langs de Oude Zeedijk. Over de Knokkebrug kruisen we nogmaals de IJzer. Door een half verzopen land met veel vogelleven lopen we langs het natuur- en waterwinningsgebied De Blankaart. Cross-country zetten we over veel onverharde paden koers naar het Ieperlee-kanaal. Dat volgen we kilometers lang over een grassige dijk en verder over een bebost paadje om via het dorp Boezinge en een trek over een oude trambedding in de velden koers te zetten naar een WO I-site rond John McCrae. Nog een korte oeverwandeling langs het Ieperleekanaal en het kanaal Komen-Ieper brengt ons op de Ieperse wallen tot bij de Menenpoort. Met een bezoek aan de stad Ieper sluiten we deze lange maar mooie etappe af.
> Het deel van GR 131 tussen Knokkebrug en Ieper is maakt pas sinds 2012 deel uit van GR 131. Vroeger liep GR 131 vanaf de Knokkebrug verder in het spoor van GR 130 IJzer tot in Stavele. De verandering is een absolute verrijking van de route.
IJzertoren en infohut IJzerloop te Kaaskerke
> Een bezoek aan Diksmuide is zeker de moeite waard. Je kan je hiervoor laten leiden door de witrode tekens van GR 131, die na een ommetje langs de monding van de Handzamevaart langs de mooiste plekken van Diksmuide komt. Of je kan in het centrum ook de metalen plaatjes volgen die in de wegbedekking zijn genageld. Meer info kan je vinden bij de toeristische dienst van Diksmuide, centraal gelegen op het marktplein.
> Bij de wandelboom van Grote Routepaden komt GR 130 IJzer bij GR 131. Tesamen lopen beide langeafstandswandelroutes langs de IJzertoren, die 100 meter verder oprijst uit een weide.
GR-wandelwijzers te Diksmuide
De IJzertoren
> De IJzertoren, die het vlakke polderland domineert, is 84 meter hoog. Dit monument appelleert in de eerste plaats aan de gruwelijke gevechten die in de IJzervlakte plaatsvonden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het kruisvormige monument dat hoog uit de polderklei rijst, roept op om ‘Nooit meer oorlog’ te voeren. (Opschrift in 4 talen.)
> De toren symboliseert, behalve een grafkruis, ook een vuist ter ere van de duizenden en duizenden jonge (Vlaamse) soldaten die stierven voor de verdediging van België. De letters 'AVV - VVK' staan voor 'Alles voor Vlaanderen, Vlaanderen voor Kristus', symbool overgenomen van de eerste Vlaamse grafkruisen van gevallen soldaten aan de IJzer. Dat soldatenkorps bestond immers voor zowat 80 % uit Vlamingen, terwijl de bevelende officiersfuncties bijna volledig in handen waren van Franstalige bourgeoisie en landadel. Soldaten moesten bevelen uitvoeren in een taal die de hunne niet was. Die neerkijkende blik op het Vlaamssprekende korps, dat als ‘kanonnenvlees’ massaal in de frontlinies aan de IJzer werd geduwd en sneuvelde, wekte al tijdens de oorlog terecht frustraties op bij veel Vlaamse soldaten. Vele Vlamingen hoopten dat hun opofferingen voor de verdediging van België respect zou opleveren van de Belgische staat die hun niet langer als tweederangsburgers mocht behandelen. In die zin is de IJzertoren niet enkel een oproep naar vrede, maar eveneens een krachtige schreeuw voor erkenning van de eigenheid en de rechten van het Vlaamse volk.
> Het ongenoegen van de Vlaamse soldaten tijdens de Groote Oorlog werd gekanaliseerd in de ‘Frontbeweging’ die in 1917 een brief richtte naar de Belgische koning Albert I om hem te verwijzen naar zijn oproep tot vrijwillige mobilisatie in het Belgische leger. Albert I deed dit door de Vlamingen te herinneren aan hun moedigheid tijdens de roemrijke Guldensporenslag. Daartegenover stond dan de realiteit van het slagveld bij de IJzer, waar Vlaamse soldaten enkel konden praten in het Frans met hun officiëren en Vlaams zonder schroom werd beschouwd als een tweederangstaal. De Vlaamse soldaten moesten niet enkel strijden tegen een externe vijand, maar ook vechten voor respect in eigen rangen!
> Kort na het beëindigen van de Eerste Wereldoorlog ontstonden jaarlijkse bedevaarten naar de slag- en slachtvelden. De eerste bedevaart vond plaats naar het graf van Joe English. Deze Vlaamse soldaat van Ierse afkomst ontwierp de eerste huldezerken voor gesneuvelde Vlaamse strijders, nog tijdens de oorlog zelf. Van hem zijn ook de beroemde letters AVV-VVK (Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen Voor Kristus) afkomstig die de kruisen sierden. Joe English overleefde zelf de oorlog niet. De volgende jaren was de bedevaart telkens naar een ander graf van een gesneuvelde soldaat tot in 1930 de IJzertoren werd afgewerkt. De crypte onder de toren bevat de stoffelijke resten van een aantal gesneuvelde soldaten.
Eerste IJzertoren (1930)
> In de jaren ’30 trok de bedevaart naar het IJzermonument tot 100.000 bezoekers aan. Helaas groeit de manifestatie ook uit tot een bijeenkomst van extreme Vlaamse groeperingen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaan de bedevaarten gewoon door, maar ze zijn gedegradeerd tot propagandabijeenkomsten voor het Duitse nazi-regime met enkel een ‘select gezelschap’. Onder de toren wordt de Hitlergroet gebracht, terwijl op de torenmuren nog steeds de slogan staat ‘Nooit meer oorlog’. Dit zijn de 'zwartste' bladzijden uit de geschiedenis van de IJzertoren.
> In de nasleep van de repressie, onmiddellijk na het einde van WO II, wordt de toren op een nacht opgeblazen. Het Belgische gerecht heeft nooit moeite gedaan om de daders van de aanslag te berechten. Er werden wel beschuldigden voorgeleid, maar politiek en gerechtelijk gekonkel op het hoogste niveau manoeuvreerden de misdaad in de doofpot. Ook na meer dan 60 jaar is het nog onduidelijk wie de toren opblies en wie de opdrachtgever was, aangenomen wordt dat het vanuit belgicistische hoek werd georganiseerd. Omwille van de professionaliteit van de misdaad wordt de ontmijningsdienst DOVO, die in de buurt operatief was, als uitvoerder beschouwd, anderen houden belgicistische of franskiljonse extremisten voor verantwoordelijk. Wie precies de uiteindelijke opdrachtgever was zal wellicht nooit meer worden achterhaald.
> Met de puinen van de oude toren werd de PAX-poort gebouwd. Er werd een nieuwe toren opgetrokken, de eerstesteenlegging vond plaats in 1952. In 1965 werd de nieuwe IJzertoren officieel ingehuldigd. Met een hoogte van 84 meter was hij tientallen meter hoger dan de vorige. De toren werd gebouwd naar een ontwerp van Robert van Averbeke. De constructie kan hard stormweer in het blote IJzerland moeiteloos doorstaan: Het gebouw rust op 230 palen die elk 19 meter diep in de klei zijn geslagen.
> De bedevaarten trokken in de jaren ’60 en ’70 nog vele tienduizenden belangstellenden. Helaas gaat het vooral in de jaren ’80 en ’90 sterk bergaf. Extremistische groeperingen van allerlei allooi bezorgen de bedevaarten een slechte reputatie en onder de vredestoren komt het meermaals tot geschreeuw en rellen tussen extreme en meer gematigde groeperingen. Eind jaren ’90 komt er een afscheuring tussen de sympathiserende verenigingen die aan de jaarlijkse bedevaart deelnemen. Aanleiding is de meer gematigde koers van het IJzerbedevaartcomité dat zijn thema’s van ‘Nooit meer oorlog, Zelfbestuur en Godsvrede’ veralgemeent naar ‘Vrede, vrijheid en verdraagzaamheid’. Hierdoor krijgt de IJzerbedevaart vanaf 2003 een meer extreme tegenhanger, de IJzerwake. Deze laatste komt er vooral onder impuls van de politieke partij Vlaams Blok (Vlaams Belang). Zo zijn er dus tegenwoordig eind augustus 2 manifestaties met een verschillende invalshoek: Onder de IJzertoren in Kaaskerke staat vooral vrede, vrijheid en verdraagzaamheid centraal, terwijl bij de IJzerwake in Steenstrate alles vooral rond de strijd voor Vlaamse onafhankelijkheid draait. Beide manifestaties trekken tegenwoordig evenveel volk, ieder nog slechts een paar duizend sympathisanten.
> Er zijn al verschillende formules geprobeerd om het afkalvende bezoekersaantal aan de IJzerbedevaart weer op te krikken. In 2008 probeert men het tij te keren door het concept na 80 jaar te veranderen in ‘Diksmuide IJzersterk’ en een breder publiek aan te spreken met tal van randaktiviteiten, zoals een wandeling en fietstocht.
> Dit was de geschiedenis van de IJzertoren in een notendop. Ben je geïnteresseerd in deze thematiek dan raad ik je aan om in het bezoekerscentrum langs te lopen. Je vindt er een uitgebreide keuze aan boeken en publicaties rond de hier kort aangehaalde thema’s. Het is ook mogelijk om (tegen betaling) de IJzertoren zelf te bezoeken en naar de top te gaan. Onnodig te zeggen dat je er een enig uitzicht hebt over de IJzervlakte.
> Voorbij de IJzertoren komt GR 131 langs de terminus van een voormalige spoorbedding.
> De spoorweg, ook bekend als 'frontzate' die Nieuwpoort met Diksmuide verbond, is nu een prettig pad waarover je helemaal tot Nieuwspoort kan fietsen. De zate speelde ook een belangrijke rol bij de verdediging van de IJzervlakte tijdens de Eerste Wereldoorlog, het vormde de officiële verdedigingslinie voor de Belgen.
> Onmiddellijk voorbij de spoorzate van de lijn Nieuwpoort - Diksmuide naar rechts, weg van IJzer. Langs de kapel voor OLV van Troost zie je wat verder rechts in de velden een andere gebouwtje: Een neogotische kapelruïne, gebouwd ter ere van Paul de Goussencourt.
> Het is ook nogal bedenkelijk dat hier in de schaduw van de IJzertoren en in gebied waar duizenden 'gewone' Vlaamse jongens stierven zo'n kapel werd opgetrokken voor één adellijke Franstalige soldaat, alsof er ook na de dood nog onderscheid moest worden gemaakt in stand en rang. Temeer daar in 1925 een paar honderd Vlaamse zerken met AVV-VVK opschrift door de Belgische overheid schaamteloos werden verbrijzeld en vermaald om er een weg mee te verharden.
> Paul de Goussencourt was een militair piloot wiens vliegtuig hier op 12 mei 1917 door de Duitse luchtafweer werd neergehaald. Het vliegtuig stortte brandend neer in het nabijgelegen veld. Zijn adellijke familie kocht hier een stuk grond waarop ze in 1923 deze kapel lieten bouwen. Binnenin staat ondermeer nog een gedenksteen.
> De neogotische kapel ter herdenking van Paul de Goussencourt staat er in 2012 nogal vervallen bij. Blijkbaar is de familie vergeten dat deze herdenkingskapel hier staat. Het ziet er niet naar uit dat ze snel zal worden gerestaureerd, hoewel het een beschermd monument is. De Goussencourt was 25 jaar, zijn lichaam rust op het militaire kerkhof van Adinkerke.
> Ondertussen wordt de IJzertoren achter ons steeds kleiner, maar hij zal nog een hele tijd aan de horizon zichtbaar blijven. Het asfaltwegje richting Sint-Jacobskapelle komt langs de IJzerhoeve, een camping / verblijfscentrum. De camping was rond 2014 failliet maar inmiddels heeft een volgende generatie het heft in handen genomen, is de camping gemoderniseerd en weer open gesteld. Achter de IJzer, die zowat een kilometer ten westen van de GR IJzer stroomt, ligt het 80 ha grote natuurgebied Blankaart, één van de interessantste natuurparken van W-Vlaanderen.
> Kort voor het kleine Sint-Jacobskapelle kom je links langs een klein rietveld. Dat riet functioneert sinds 2005 als alternatieve 'waterzuiveringscentrale'. In plaats van kilometers waterbuizen onder de grond te leggen, wordt het afvalwater van Sint-Jacobskapelle naar hier afgevoerd. Bacterieën op het riet zorgen voor een zuiverende werking.
> GR 131 verlaat Sint-Jacobskapelle om een tijdje over geasfalteerde achterwegjes te lopen die bewegwijzerd zijn door gele borden. We komen op de Oude Zeedijk en gaan daar links. Verderop langs windmolens die in 2005 werden gebouwd. Vervolgens kom je langs een paardenmanège en een paardenmelkerij.
> Sint-Jacobskapelle staat ook in de belangstelling bij pelgrims naar Sint-Jacob-van-Compostela. Toch is het geen dorp dat historisch gerelateerd is met de Europese pelgrimswegen naar Santiago de Compostela. De kerk werd oorspronkelijk gebouwd in 1420, in opdracht van de heer van het nabijgelegen Nieuwkapelle, Jacob de Visch. De patroonheilige van de kerk - St Jacob de Meerdere - droeg zijn voornaam. Vandaar de link.
Sint-Jacobskapelle, kerk en nieuw pelgrimbeeld.
> Toch reden genoeg voor Santiagovrienden om het dorpje extra in de kijker te zetten, in een tijd waar pelgrimstochten naar Santiago de Compostela een revival zonder weerga kennen. Op 25 juli 2007 - feestdag van Jacobus - werd er een beeld in brons en koper van een pelgrim geplaatst, gemaakt door Eddy Maelfait. Onthulling gebeurde in aanwezigheid van 500 aanwezigen, waaronder de West-Vlaamse gouverneur. Meer informatie bij vzw De Gevallen Engel (langs GR 131).
> Andere jacobalia ter plaatse zijn een glasraam (1950) in de kerk met een afbeelding van Sint-Jacob als pelgrim en een 20ste eeuws beeld van Sint-Jacob, eveneens in de kerk. Helaas is de kerk meestal gesloten.
> Sint-Jacobskapelle is niet opgenomen in de Vlaamse langeafstandsroutes richting Compostela die door het Vlaamse Genootschap zijn ontwikkeld maar wel in het onbewegwijzerd Jacobskerkenpad van 2010.
Sint-Jacobskapelle, voormalige pastorij
Sint-Jacobskapelle
> 'Het kerksken ligt vlak in de weiden, ene sterke halve ure gaans van Dixmude, en in het schilderachtigste en bekoorlijkste oord dat men vinden kan.', zo omschreef Guido Gezelle Sint-Jacobskapelle in 1868. 't Is waar, moeilijk om niet de woorden 'schilderachtig' en 'bekoorlijk' in de mond te nemen.
> Ook dit piepkleine dorp ontsnapte niet aan het vernietigende oorlogsgeweld van WO I, dat hier in de Westhoek zowat alle dorpen rond en voor het IJzerfront zwaar getroffen heeft. Ook hier werd zowat alles heropgebouwd na WO I.
In de Diksmuidse polders en broeken lopen nogal wat kriskras
boerenwegen, bewegwijzering is hier met gele borden.
> Na 2 km op de Oude Zeedijk kom je ter hoogte van de Knokkebrug (op 300 meter links) op de splitsing van GR 131 met GR 130 IJzer. Hier lopen beide routes weer uit elkaar na 8 km gezamelijk traject. GR 131 gaat hier nu links richting Knokkebrug.
Knokkebrug
> Op deze plaats vloeit het kanaal Ieper - IJzer in de IJzer. Een belangrijk waterwegenknooppunt dus toen er nog een bloeiende scheepvaart op de IJzer was. Om de doorgang te verzekeren tijdens de godsdienstoorlogen eind 16de eeuw, werden er kleine versterkingen gebouwd langs de IJzer, met een groter fort op de strategische samenvloeiing van de IJzer en het kanaal Ieper - IJzer, Fort De Knocke.
Ieperlee en Ieperleekanaal
> Het is de beek 'Ipera' (of later Ieperlee) die haar naam gaf aan de Ieper en niet omgekeerd. De rivier ontstaat uit beken die afvloeien van de hogere gebieden ten zuiden van de stad Ieper. Niet ver van de Ieperse wallen wordt de Ieperlee gevormd uit de grootste beken. Met de opkomende handelsnijverheid in Ieper werd de oorspronkelijk beek vanaf de 11de eeuw aangepast voor grotere vaartuigen en dus gekanaliseerd. Via windassen en houten hellingen konden schuiten hoogteverschillen van het waterpeil overwinnen. Na enkele economisch mindere eeuwen werd onder het Spaanse bewind het kanaal hergraven tot een bredere waterweg. Zeer vooruitstrevend voor die tijd was de bouw in 1643 van een sas te Boezinge (we lopen er over op GR 131). Het nieuwe kanaal vormde eind 17de eeuw ook de grens tussen het Franse en het Spaanse rijk.
> Tijdens WO I lag het kanaal dan weer op de frontlijn tussen de Duitsers en de geallieerde legers. Het duurde tot 1933 vooraleer het kanaal weer was aangepast voor grotere schepen (tot 300 ton). Dan ook kreeg het Sas van Boezinge zijn huidige uitzicht. Na WO II deemsterde het belang van dit kanaal weg. Nu wordt het enkel nog gebruikt voor pleziervaart en kajak. Tussen 2005 en 2010 werd het kanaal grondig uitgebaggerd. Daarbij moest voorzichtig te werk worden gegaan, er werden immers ook honderden stukken oorlogsmunitie boven gehaald.
John McCrae - site
> Het was de Canadese arts en legerofficier John McCrae die hier in mei 1915 het beroemde gedicht 'In Flanders Fields the poppies blow...' schreef, mijmerend bij het graf van één van zijn soldaten. Geen enkel ander gedicht typeert zo treffend de oorlogswaanzin waarin hier vele duizenden soldaten stierven. Op de site kan je verder nog een goed behouden verdedigingspositie achter het kanaal zien. De gekozen locatie had uiteraard te maken met de opvallend hoge wal hier van het kanaal. Je vraagt je misschien af waarom McCrae 'poppies' of klaprozen koos om dat lijden en de opoffering te symboliseren, je ziet die bloemen amper hier. Maar dat is net typisch voor klaprozen. De zaden kunnen vele jaren in de aarde liggen en dan plots kiemen als pionierplant, vooral op 'verstoorde' grond, aarde die is omgewoeld door bominslagen en soldatengraven. In de bloedrode kleur van de klaprozen herkende McCrae zonder twijfel ook het vele soldatenbloed dat hier vloeide. Het is ook dankzij dit gedicht dat de poppy uitgroeide tot het symbool bij uitstek om de oorlogsdoden op de slagvelden te herdenken.
Drie Grachten
> Het gehucht bij de brug werd zo genoemd omwille van de samenvloeiing van de Ieperlee en de Martjesvaart in het kanaal. Ook hier werd oorlogsdrama geschreven. De Belgen en de Fransen zaten achter het front van IJzer en Ieperlee. De Duitsers konden enkele zouaven gevangen nemen. (Zouaven = Franse elitesoldaten in Oosterse uitrusting.) Een colonne Duitsers gebruikten ze een paar dagen later als levend schild, op de frontlijn afstappend. De verdedigende Fransen wisten niet wat te doen tot één van hun gevangen makkers hen toeriep 'schiet verdomme, het zijn moffen'. De Fransen openden het vuur en doodden hierdoor zowel hun makkers als de Duitsers. Als je kijkt op de gevel van de later heropgebouwde herberg Drie Grachten, dan zie je de moedige kreet nog op een herinneringsbord staan.
Natuurgebied De Blankaart
> Het ontstaan van de laag gelegen Blankaartvijver kan wellicht in verband worden gebracht met middeleeuwse turfontginningen in de streek. Rond 1863 kocht Gustave de Koninck het gebied op en liet hij er een kasteel bouwen. Zoals zowat alles in de Westhoek werd het kasteel vernield in de Eerste Wereldoorlog. Er kwam na het oorlogsgewoel een kleinere replica van dat kasteel. Vanaf 1951 kreeg het kasteeldomein diverse functies en sinds 1982 is het kasteel eigendom van de Vlaamse overheid. Verschillende organisaties zijn er gevestigd, waaronder het bezoekerscentrum De Otter van Natuurpunt.
> In 1978 had Natuurpunt, toen nog 'Natuurreservaten', de vijver en moerassen al opgekocht. Beheer van het gebied gebeurt ook in overleg met enkele landbouwers. Veel weidegrond ligt immers in overstromingsgebied en vergt een aparte aanpak, temeer daar die natte weiden ook een pak vogelleven aantrekken. Naast de vele vogelsoorten, waarvan vooral rietvogels en steltlopers de aandacht trekken, is de otter er het symbool. Hij is volledig uitgeroeid in Vlaanderen als gevolg van jacht maar kwam hier in de Blankaart voor. Er zijn vanuit het bezoekerscentrum diverse wandelmogelijkheden om het gebied te verkennen: Een parkwandeling van 2 km naar een vogelkijkhut bvb, of de Blankaartwandelroute waarvan GR 131 even het spoor volgt.
Waterproductiecentrum De Blankaart
> Het enorme waterspaarbekken van Woumen werd in 1972 aangelegd, in octagonale vorm en met een wateroppervlak van maar liefst 60 hectaren. De relatief hoge ligging is uiteraard te verklaren doordat het omliggende (overstromings-)gebied van de IJzer op amper 4 meter hoogte ligt. Het water is afkomstig uit de IJzer en kleinere waterlopen en wordt hier gezuiverd tot drinkwater. Dit waterbekken kan instaan voor één derde van de West-Vlaamse drinkwatervoorziening.
Monument broers Van Raemdonck
> Edward en Frans Van Raemdonck waren 2 broers uit Temse, die hier in vrijwillige dienst sneuvelden in een front van WO I tijdens de nacht van 25 op 26 maart 1917. In de gevechten raakte Frans vermist en Edward besloot hem tegen de orders van zijn overste te zoeken. Beide broers werden 18 dagen later dood terug gevonden, volgens de legende in mekaars armen. Het nieuws van hun heldhaftige broederliefde was een aangrijpend verhaal dat nog werd aangedikt door de pers. Wat helaas wat werd verzwegen was dat er ook een Waalse soldaat bij hun lichamen werd gevonden, Amé Fiévez.
Ze werden alledrie tesamen begraven en later bijgezet in de IJzertoren. Als Vlaamse helden paste Fiévez echter niet in het plaatje, pas vele jaren later kreeg ook zijn naam weer alle eer. Sinds de afscheuring van de radicalere tak van de Vlaamse IJzerbedevaart in 2001 vind hier ieder jaar eind augustus de IJzerwake plaats. Het monument voor de broers werd opgebouwd uit brokstukken van hoeve Stampkot te Steenstraete.
Spoorlijn 63
> Deze spoorlijn, die in 1873 werd geopend, verbond Ieper met Kortemark, Torhout en Oostende. Het deel Torhout - Oostende kreeg later nummer 62 en staat vandaag bekend als de Groene 62. We wandelden er een eindje over tijdens de tweede etappe in de buurt van Wijnendale. Zie etappe 2 voor meer info over deze oude verbinding. Oorspronkelijk werd de lijn gebouwd en uitgebaat door een privé-maatschappij maar die ging al in 1880 failliet en zo kwam de spoorlijn in handen van de staat. Het deel waar we nu over wandelen werd al opgeheven voor reizigersverkeer in 1955. De sporen werden opgebroken in 1985. Tussen Kortemark en Boezinge ligt sinds de jaren negentig een fietspad maar op dit deel naar Ieper is de bedding nog lekker onverhard gehouden.
Beukelaremolen
> Op de avond van 29 april 2011 werd de Beukelaremolen genadeloos tegen de grond gesmakt als gevolg van een hevige windstoot. Eeuwenlang heeft er hier te Merkem bij het gehucht Luigem een windmolen gestaan. Zoals alles wat enigszins als uitzichtpunt kon dienen tijdens de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek, werd ook deze windmolen vernield. In 1923 kwam er een nieuwe staakmolen, eigenlijk de 18de eeuwse Steentjesmolen die vanuit Poperinge naar hier werd verplaatst. Zijn huidige naam dankt hij aan de laan van beuken die toen naar de molen leidde.
> De familie Debusschere was generaties lang 'de drijvende kracht' achter de molen, ook nog tot na Wereldoorlog II. In 1958 werden de aktiviteiten gestopt en zoals dat gaat bij een molen trad zeer snel verval in. De gemeente Merkem kocht de vervallen molen op in 1975 en tien jaar later was hij weer maalvaardig. De voorbije 20 jaren werd de molen vooral uitgebaat door vzw De Boot. (Wereldavonturier) Bart Castelein en zijn medewerkers maalden er biograan tot meel, daarvan maakt de bakker van Merkem Beukelarebrood. In 2005 werd een vijfjarenplan opgestart om de onderdelen van de molen in fases te restaureren. In 2011 waren er nog extra dringende werken nodig omdat de molenkast verzakt was.
> Net op de dag dat de herstelde molen werd opgeleverd, 29 april 2011, ging het 's avonds totaal verkeerd. Toch wordt er geen verband gelegd tussen de uitgevoerde werken en de val van de molen. Uit opgemeten windsnelheden bij de windturbines van BeauVent (ja, de windmolens die we net voor de Knokkebrug passeerden), bleek dat er die avond een forse windstoot is geweest, vergelijkbaar met 8 Beaufort. Dat was dus fataal voor de Beukelaremolen. De molen was in werking op dat moment maar de gealarmeerde molenaar had niet meer de tijd om de molen te verkruien, laat staan de zeilen te strijken. De molenkast zwiepte nog een paar maal heen en weer maar ging dan met veel gekraak tegen de poldergrond. Met deels gerecupereerd materiaal van de gevallen molen werd in 2015 geduldig opnieuw aan de slag gegaan om de molen nogmaals herop te bouwen. Sinds 1 juli 2016 is de molen terug opengesteld en maalvaardig.
Knokke Brug
> Halfweg de 17de eeuw werd het fort van Knokke versterkt door de Spanjaarden als vooruitgeschoven Ieperse verdedigingspost om de territoriale uitbreidingsdrang van Lodewijk XIV te stoppen. Frankrijk veroverde toch dit fort en bij de Vrede van Nijmegen (1678) werd zelfs zowat heel 'Bachten de Kupe' aan Frankrijk toegewezen. Frankrijks beroemde militaire architect Vauban liet hier één van zijn typische bastions optrekken omgeven door een gracht en in verbinding met de IJzer, waardoor de hele omgeving rond het fort onder water kon worden gezet.
> De als onneembaar beschouwde bastions werden echter tijdens een verrassingsaanval in 1712 door kapitein Simon de Rue en 180 soldaten ingenomen. De Rue, geboren in Poperinge, was officier in het leger van de Verenigde Nederlanden. De Fransen probeerden de Rue nog uit te kopen, maar tevergeefs. Fort De Knocke werd een verdedigingspost tegen de Franse vijand tot onder het Oostenrijkse bewind keizer Jozef II besliste om het fort af te breken (vanaf 1781).
> Er blijft in de 21ste eeuw dus niks van over, enkel in de perceelpatronen is nog de lay-out van fortdelen te ontdekken. Bij een herinrichtingsproject van de omgeving wordt in 2012 getracht om ook de fundamenten van de wallen terug beter zichtbaar te maken voor de passant.
Over de Oude Zeedijk
Oude Zeedijk

> Als je over de Oude Zeedijk loopt merk je nog amper een dijk in de weg. Het land links van de dijk ligt slechts 0 à 2 meter lager dan rechts van de dijk. Het is een erg oude dijk, aangelegd rond de 9de eeuw, om overstroming van laaggelegen delen tot ver in het Vlaamse hinterland tegen te gaan.
> Door de indijking ontstond over de jaren ook een grotere aanvoer van slib door de zee in het slikkengebied rechts van de dijk. Dit moerassige gebied werd de volgende eeuwen sterk ingepolderd, waarbij talloze afwateringsbeken en -kanalen werden aangelegd. In die tijd ontstonden ook steden zoals Lo, Diksmuide en Nieuwpoort, die ontwikkelden op de nieuw gewonnen grond. Ook de aanleg van het Lokanaal paste in deze middeleeuwse waterbeheersplannen.
> Het gebied rechts van de dijk is eerder broek- en weiland, omwille van het natte karakter van de gronden. Hooi- en graslanden worden er met sloten doorsneden. Je zal hier zeker allerlei vogelleven kunnen waarnemen. Een veel groter broekengebied, de zgn 'IJzerbroeken' ligt aan de andere kant van de IJzer, het is een natuurlijk overstromingsgebied van de IJzer. Natuur krijgt er weer volop kansen en de ultieme droom voor natuurliefhebbers is dat de otter, die hier enkele decennia geleden uitstierf, ooit zal terug keren. Straks meer daarover.
> Tijd voor een korte stop bij de infohut. Dit soort octagonale houten hutten kom je in de hele IJzervallei tegen, van de bron tot de monding. We passeerden al een andere in Diksmuide. Het verhoogde looppad naast de hut symboliseert de slingerende loop van de IJzer en wordt steeds langer naarmate de monding nadert. De picknickzone is ideaal gelegen. Er is hier op dit populaire fietskruispunt geen horeca, de volgende kilometers is er trouwens ook geen horeca. Toch een aangename plek om even te rusten, 'de zon op te zuigen' en naar futen te turen die in de IJzer dompelen.
> Het traject van GR 131 verlaat de IJzer hier trouwens definitief. Het landschap ten zuiden van de Knokkebrug wordt momenteel heringericht, om watervogels in een uitdrogend gebied van de Blankaart meer kansen te geven en ook om de Vaubanwallen van oud fort De Knocke weer beter zichtbaar te maken.
> Aan de Knokkebrug links, we lopen nu over een steenslagweg richting 'de muur' van het grote waterspaarbekken van De Blankaart in de verte. Onderweg gaat de steenslagweg door een half verdronken land van broeken en natte weiden, echt interessant om vogels waar te nemen. Ik zag er oa aalscholvers maar ook kokmeeuw en scholeksters naast veel gewone eenden. De echte vogelaar ziet wellicht nog veel meer.
> Het routeverloop ligt voor de hand ondanks de weinige mogelijkheid om markeringstekens aan te brengen. Steeds maar richting waterbassin. Bij het enorme octagonale waterspaarbekken aangekomen, gaan we naar links langs het bassin en volgen de rand over meer dan een kilometer. Daarbij kom ik ook langs een in 2005 gerestaureerde oude jachtvijver. Er liggen nog een paar oude boomstronken, naar schatting 1000 jaar geleden in de veenachtige bodem terecht gekomen en dus vrij bewaard gebleven.
> De steenslagweg loopt tot bij de grote drinkwaterinstallaties en even later komen we op asfalt, kruisen een andere asfaltweg en lopen rechtdoor langs een hoeve waar ambachtelijk ijs wordt verkocht. Nu even opletten, een 100 meter na de hoeve moeten we links via een poortje door een (privé-)weide. We volgen hier het Blankaartwandelpad in omgekeerde richting. Het kan er even wat drassig bijliggen. Waterdichte wandelschoenen zijn wellicht geen luxe hier bij regenweer of vroeg op de ochtend, want we gaan veel over gras wandelen nu. Links in de verte ligt natuurgebied De Blankaart, waarvan we hier maar een hoekje meepakken.
> Aan de overzijde van de weide komen we op een breed graspad dat rechtuit naar een eikendreef loopt. De bomen zijn wat 'gezet' naar de wind die hier in de polders genadeloos krachtig kan waaien. Een hekje laten we links liggen en eens de dreef door lopen we door een ander hekje. We draaien wat verder rond een hoeve en bij de grote ingangspoort van die hoeve gaan we rechts. Nog voor deze toegangsweg echter een bocht maakt gaan we na 100 meter links alweer een breed graspad op.
> We volgen nu dit graspad vrij lang, daarbij zowat steeds dezelfde richting aanhoudend. Langs eiken, over een brugje, over een steenslagpad, een aarden paadje langs wilgen tot we uiteindelijk voor een huis rechts lopen om er rond te draaien. Op een asfaltweg gaan we rechts tot bij een hoge elektriciteitscabine. Daar links en zowat 80 meter verder weer rechts. Die Rodesteenstraat volgen we nu een hele tijd rechtuit, door het gehucht Luigem. Het eerste bouwsel dat je tegenkomt langs de Rodesteenstraat aan je rechterzijde is normaal gezien de mooie Beukelaremolen maar hij is verdwenen!
> Als we verder op de Driegrachtensteenweg komen volgen we deze rechtuit. Een wat vervelende macadamweg waarnaast een fietspad loopt. We lopen recht op de Drie Grachtenbrug af. Eens daar het Ieperleekanaal over en voorbij het eerste huis aan onze linkerkant links draaien om tot bij de oever van het Ieperleekanaal te lopen.
> Aan de overzijde liggen ondermeer een oorlogskerkhof en verderop het monument voor de gebroeders Van Raemdonck.
> Het mooie graspad eindigt uiteindelijk in Steenstraete (eetcafé). 'Steenstraete' verwijst mogelijk naar een stuk Diksmuideweg dat oorspronkelijk nog deel zou zijn geweest van de oude Romeinse heerweg tussen Kassel en Aardenburg. In de buurt staat ook een oorlogsmonument dat herinnert aan een groep Fransen die hier omkwamen bij de eerst Duitse gasaanval (chloorgas) in WO I.
> De Provincieweg oversteken en rechtdoor langs dezelfde oeverzijde van het Ieperleekanaal. Je kan hier het geasfalteerde fietspad nemen maar het is natuurlijk prettiger om op de grassige dijk te lopen, vanwaar je ook een beter overzicht hebt over het vlakke land.
> We lopen over de dijk helemaal door tot aan het gehucht Boezinge-Sas. Daar wisselen we van oever door het kanaal over te steken bij de oude sluis. Aan de overkant rechts en rechts aanhouden om via een poortje een prettig paadje op te lopen door de beboste kanaaloever. Eind maart staat speenkruid hier massaal in bloei. Onderweg zijn rustbanken.
> Een eind verder gaan we via een poortje deze brok natuur weer uit om in Boezinge te arriveren. De brug oversteken, de drukke Randweg over en dadelijk links een parking over. Dan rechts in de wijk Schuttershof wandelen tot bij de gekasseide Diksmuidseweg in het centrum van Boezinge. Rechts zijn een slager, Spar-winkel en cashautomaat maar we gaan links de Diksmuideweg op. Langs een volkscafé. Voor de Diksmuidseweg weer op de drukke Randweg komt, gaan we rechts een macadamweg in, de Kapellestraat. Na 600 meter, voorbij een alleenstaand huis, gaan we links een veldweg op waarin je duidelijk de loop van een oude spoorlijn kan herkennen. We volgen de oude treinbedding over een afstand van precies 2 km. Voor ons duikt de skyline van de stad Ieper op.
> Net voor de drukke Noorderring van Ieper nemen we links een asfaltweg die recht naar de John Mc Crae-site loopt. Het loont de moeite om even rond te lopen op de site die is opgedragen aan de man die ter ere van zijn gesneuvelde makkers het gedicht 'In Flanders fields...' schreef.
> Ik moet nog even doorstappen op mijn zere voeten. Ieper komt dichtbij. Achter de John Mc Crae-site kom ik weer bij de oever van het Ieperleekanaal. Rechts, onder de brug van de Noorderring en verder over het geasfalteerde pad tot bij de monding van het kanaal Komen - Ieper in het Ieperleekanaal (of het Kanaal Ieper - Ijzer).
> We volgen nu naar rechts de oever van het Kanaal Komen - Ieper, voorbij een oude sluis. Het dramatische verhaal over dit verhaal komt in het verslag van de volgende etappe aan bod. Iets verder de Diksmuidseweg nogmaals kruisen en verder rechtdoor over een graspad tot een volgende brug bij nog een sluis over het Kanaal Komen - Ieper. Hier steken we wel het Kanaal over. Naar links dus en rechtdoor in de Jan Vandergothelaan. Tot het einde lopen en dan links (Maarschalk Plumerlaan). Ik ben daar wat verkeerd gelopen.
> Uiteindelijk moet je een eind verder bij het begin van de Ieperse wallen geraken en die wandel je op. Kort voor de Menenpoort er weer af. Dat is de plaats om af te wijken van GR 131 om het centrum van Ieper te bezoeken. Wandel van de Menenpoort recht het centrum in met de imposante Lakenhalle. Wil je bij trein- en busstation geraken, blijf dan bij de Lakenhalle rechtdoor wandelen, het ligt bij de ringweg.
> Weer op de wallen wandel je langs de Sint-Jacobskerk en om de gemeentecamping van Ieper te bereiken (Jeugdstadion) neem je de voetgangersburg over de walgracht. Dan rechtdoor over de kleine rotonde, een paadje op en dat een 300 meter volgen en zo kom je midden op de handige camping van Ieper terecht. In het verslag je van de volgende etappe doen we alles over Ieper uit te doeken. De laatste 8 à 9 km van de GR 131 blijven trouwens boeiend.
> Vanaf nu gaat het urenlang over graspaden! Aanvankelijk een breed graspad op de dijk, waarlangs hier en daar visserstenten zijn opgesteld. Op de dijk verderop via een opstapje door een weide het Ieperleekanaal blijven volgen. Meer watervogels rechts in de laag gelegen broeken en in het kanaal zijn het weer de futen die de show stelen. We volgen een haast oneindige rij weidepaaltjes maar verderop gaan we weer via een opstapje uit de enorme weide om te vervolgen langs het kanaal.
> Opgelet, tussen mei en oktober kan het gras vrij hoog staan. Koeien en een stier kunnen mogelijk 'zeer enthousiast' reageren op je bezoek aan hun weide! Alternatief is om niet de weide in te stappen maar links tussen het kanaal en de weide-afspanning te lopen. Daar is de opgeschoten oeverbegroeiing echter mogelijk een grotere hinder en is de doorgang bijwijlen wat smalletjes.
Infohut bij de Knokkebrug
GR 131 door een grassige dreef
Over een privé-passage
Heringerichte oude jachtvijver
'Verveende' boomstammen
Scholekster en kokmeeuw
Cross country tussen akkers en weiden
Beukelaremolen
Ieperleekanaal
Langs het Ieperleekanaal
Edward en Frans Van Raemdonck
Over de Ieperleedijk tussen Steenstraete ne Boezinge-Sas
Sas van Boezinge
Fris lentegeel van speenkruid langs de oevers
Over de oude bedding van spoorlijn 63
Sluis van het kanaal Komen - Ieper
Monument broers Van Raemdonck
Kilometerslang grassig pad langs het Ieperleekanaal.
Lange passage over een grasdijk van het kanaal.

 

 

 

 

 

 

GR 131 Brugs Ommeland- Ieperboog (145 km)