Startpagina> Wandelen > GR570
Longwy - Le Chalet - Messancy / Messancy - Lasauvage / Lasauvage - Cutry / Cutry - Le Chalet / * Variante * Petange - Lasauvage
> Dit variante traject van GR570 neemt je mee door het hart van oude Luxemburgse mijngebied, nu een groene long, waarin het oude mijnverleden als thema centraal staat. De passage langs de Tëtelbierg (oude Keltische vesting) en het bezoekerscentrum Fond-de-Gras vormen het hoogtepunt van deze prachtige korte tocht.
> Dit variante traject maakt in feite volledig deel uit van het Luxemburgse wandelpad 'Sentier des mineurs' (= Mijnwerkerspad). Dit nationale pad is in totaal 28 km lang. GR570 loopt dus over het hoofdtraject 18 km van dit pad om dan in Lasauvage verder te lopen over de Franse grens over een eigen traject. De overige 10 km van het Sentier des Mineurs' integreren bij GR570 als een variante wandelmogelijkheid was een uitstekend idee, want het is echt wel de moeite. Het hele Sentier des Mineurs behoort tot het beste en meest afwisselende wandeldeel van de hele GR 570. Ik raad dan ook aan om niet te kiezen voor hoofdroute of variante, maar om het hele 28 km lange Sentier des Mineurs te wandelen.
> Padmarkering is niet met witrood hier maar met gele geverfde bollen of met gele bollen op een achtergrond van blauwe metalen plaatjes.
> Openbaar vervoer: In Petange (2 km) treinverbinding naar Aubange, Messancy, Aarlen, Virton. Om vanuit Lasauvage naar Longwy te reizen wandel je eerst tot Saulnes, vanwaar SEMITUL bus C je naar Longwy-Bas (busterminal + aansluitingen andere bussen) of Longwy-Haut (Place Darche) brengt. Ook Transfrontalier 399 van SEMITUL of Huberty passeert Saulnes. In Lasauvage zelf is bij de kerk een bushalte voor de bus naar Differdange. Lamadelaine heeft schaarse busverbindingen met Rodange en Petange.
Een leuke combinatie, vooral als je met kinderen wandelt, is een deel van het wandeltraject te combineren met een rit op 'train 1900': Oude stoomlocs rijden over een industriële spoorlijn. Seizoen: Van 1 mei tot eind september. Enkel op zondag! Traject: Pétange - Fond-de-Gras - Bois de Rodange - Fond-de-Gras - Pétange. Train 1900. Het perron van Train 1900 ligt op 100 meter van het hudige treinstation, je kaartje koop je niet in het treinstation, maar in een gebouwtje bij het perron van Train 1900. Neem in Pétange best de trein van 14u15: Dit is een stoomtrein, niet alle stellen van Train 1900 worden met stoom gereden. Bovendien kan je met de trein van 14u15 vlot aansluiten op de Minièresbunn die op 400 meter van het treinstation van Fond-de-Gras vertrekt. Dit smalspoor loopt van Fond-de-Gras over Lasauvage en in de toekomst tot Saulnes (busaansluiting naar oa Longwy). Dit treintje rijdt oa door een 1400 km lange tunnel met mijnschachten (mijnbezoek) en over een viaduct. Je kan bijvoorbeeld ook van Pétange naar Lasauvage wandelen over GR 570 (hoofdtraject of variante) op een zondag om daar dan de Minièresbunn en Train 1900 terug te nemen naar Pétange. Bestudeer de treinuren van Train 1900 en Minièresbunn wel even grondig vooraf. Train 1900. Minièresbunn.
> Geen campings, voor overnachtingen in de omgeving contacteer de VVV van Petange of Aubange. Lasauvage: Studios in Auberge de la Promenade. Winkels in Pétange (op 2 km). Café, restaurant en snacks in de omgeving van het bezoekerscentrum van Fond-de-Gras, ongeveer halfweg het variante traject van 10 km. Lasauvage: 'Petite restauration'.
> Bij het laatste huis ga je rechts. In het bos verander je enkele keren van richting en pad, volg goed de padmarkering ter plaatse. Je komt uiteindelijk op een asfaltwegje dat je links volgt. Zo kom je op een kruispunt (vlakbij in het bos is een schuilhut), waar je rechts gaat en in tegenwijzerzin rond de enorme paardenboerderij van Roudenhaff(Ferme Rouge) loopt om dan de sterk dalende asfaltweg rechts te nemen. Een wolkbreuk deed me snel even vluchten naar de schuilhut in het bos die er niks te laat aankwam.
> Snel dalend kom je zo aan in Lasauvage.
> Het traject dat nu volgt is dus in feite het kortere variante traject tussen Petange en Lasauvage (of omgekeerd). Hier volgt dus de beschrijving van dit traject in de richting noord-zuid.
> In Pétange neem je dus voorbij het kerkhof, de gebroken trambrug en de Fatimakapel (zie etappe 2) de RECHTSE tak van het Sentier des Mineurs. De gele bollen leiden je naar de spoorlijn 1900, een oude mijnverbinding waarover nu af en toe nog een toeristische trein rijdt.
Train 1900

> De toeristische lijn 'train 1900' rijdt over een spoor dat werd aangelegd in 1879. Hiermee werd het mogelijk om rendabele ertsmijnen te exploiteren in en rond Fond-de-Gras.
> In de vroege ochtend van 15 september 2007 stond de Westwaggon in brand! Vermoedelijk werd de hevige brand veroorzaakt door vandalisme want er bleken sporen van inbraak aanwezig. De autorail was reddeloos verloren. De brand was zo hevig geweest dat zelf metalen delen gesmolten waren. Door het verwrongen metaal en spoor was het treinstel helemaal geblokkeerd, zodat een afbreker moest worden gezocht om de autorail ter plaatse te ontmantelen. De tegenspoed voor AMTF was nog niet ten einde. Bij de afbraakwerken veroorzaakten vonken van een slijpschijf opnieuw vuur! Op 9 januari 2008 stond dezelfde autorail zowaar weer in brand. 7 brandweerwagens en 24 brandweermannen waren er nodig om de trein weer te blussen. Wat er nog aan wisselstukken bruikbaar was werd ter beschikking gesteld aan een Luxemburgs museum waar nog een Westwaggon wordt bewaard. Voor AMTF was het hoofdstuk Westwaggon met deze dubbele tegenslag echter definitief afgesloten. Plannen werden weer opgeborgen.
> Bij de spoorlijn rechts dalen om via een brug onder de spoorlijn door te lopen. De weg loopt in wijzerzin half rond een visvijver met chalet en neemt een wegje rechts dat naar het dorp Lamadelaine toe loopt. In Lamadelaine (in feite de officiële startplaats van het Sentier des Mineurs) loop je wat zigzag door het dorp om in de buurt van de kerk via een trappenpad omhoog te lopen. Je kruist daarbij weer de treinlijn 1900 die hier rond Lamadelaine een grote bocht beschrijft. Links over een parallel pad met de treinsporen.
> Eén kilometer verder over een schaduwrijk pad loop je een stijgende kasseiweg op die overgaat in asfalt. Wegje een hele tijd volgen onder de top van de Tëtelbierg.
> De Tëtelbierg (Titelberg) was ideaal voor de Trevieren om hier een nederzetting te bouwen. De vrij vlakke en ovaalvormige top van de berg is bijna 1 km lang en 500 meter breed. De scherpe hellingen aan alle zijden vormden een natuurlijke verdedigingswal. In de eerste eeuw voor Christus, tijdens de bloeiperiode van de site, werd er bovendien nog een versterkingsmuur gebouwd rond de berg van maar liefst 2,7 km lengte.
Zowel aan oostelijke als aan westelijke zijde bevond zich een toegangspoort. Binnen de muren werd er ook sterk planmatig uitgebouwd. Van de oostelijke naar de westelijke poort liep de hoofdweg. In het westelijke gedeelte werden langs deze weg woningen aan elkaar gebouwd. Ze hadden meestal ook een werkatelier. Toen al vormde de nijverheid rond ijzerwinning en –bewerking de belangrijkste bezigheid van de inwoners. De ijzerlagen in de omgeving lagen immers aan de oppervlakte of in ondiepe lagen. Bij archeologische opgravingen uitgevoerd op het oppidum kwamen veel voorwerpen aan het licht die het belang van de ijzerindustrie hier alleen maar bevestigden. De produktie ter plaatse oversteeg de lokale vraag en het oppidum van Tëtelbierg groeide dan ook uit tot een handelscentrum, waar koopwaar werd doorverkocht aan reizende handelaars. De meeste voorwerpen die werden teruggevonden op en ronde de Titelberg zijn nu te bekijken in het nationaal museum van Luxemburg. Tëtelbierg is de belangrijkste Galloromeinse nederzetting in Luxemburg.
>GR570 loopt niet over de top van de berg zelf maar neemt bij een schuilhut een trappenpaadje. Bij een monument ter ere van een zekere Johny Gaub ga je links over een pad dat ’s zomers is afgezoomd met een rijkelijke variatie aan wilde bloemen. Rechts zie je in een doorkijkje de oude cités van Rodange. Dit prettige en zeer goed onderhouden pad brengt je helemaal tot Fond-de-Gras. Deze nauwe vallei was tussen 1870 en 1970 een centrum van de lucratieve ijzerwinning. Het industriële patrimonium is op prachtige wijze bewaard en schitterend geïntegreerd in de natuurlijke omgeving. Op zondagmiddag in de vakanties kan het hier behoorlijk druk zijn met bezoekers. Er is zoveel te beleven in Fond-de-Gras dat we de belangrijkste zaken maar kort toelichten.
Fond-de-Gras
° Train 1900: sporen op een oude industriële lijn (zie detailinfo hierboven).
° Minièresbunn: Nog een industrieel spoortje. De lijn deed dienst tot 1970. Sinds 2002 rijden er op zondag tussen 1 mei en 30 september weer treinen op het smalspoor. Een spectaculaire korte rit brengt je ondermeer door een tunnel en over een viaduct. Je kan zo via de mijn van Doihl naar Lasauvage sporen over enkele kilometers, waarvan 1400 meter ondergronds!
° Café ‘Bei der Giedel’: een uniek caféetje, opgetrokken in de vorm van een houten barak in 1881 als bistro voor de mijnwerkers. Je kan er ook nu nog terecht voor een drankje.
° Ingangen van oude mijngalerijen.
° Spoorpatrimonium: Onder andere een enorme machine om treinsporen op maat te maken voor de lijnen die in de ondergrondse galerijen werden gelegd (train de laminage). Hij is afkomstig van de ARBED-fabrieken.
° In de grote hal die je langs GR 570 aan je linkerzijde passeert staat een oude elektriciteitscentrale. Het geheel bestaat oa uit een stoommachine en stroomgeneratoren. Het machinepark dateert uit 1913 en werd naar hier verplaatst vanuit de originele standplaats te Hollerich. In de ruime hal worden ook vaak tentoonstellingen en culturele aktiviteiten georganiseerd.
° Het oude kruidenierswinkeltje van Victor Binck. Een winkel uit Differdange, geopend in 1919 en van de ondergang gered in 1987 door hem naar hier te brengen en met erg veel zin voor detail weer op te bouwen.
° Mijn Doihl: Gedeeltelijk gerestaureerde mijngalerijen van een in 1978 gesloten mijn. Een kort bezoek is inbegrepen bij de treinrit van Minièresbunn.
> Lasauvage was tot voor de industriële bloeiperiode van de streek (voor 1870) een kleine nederzetting met maar een paar huizen. In 1623 al werd hier één van de eerste hoogovens van Luxemburg gebouwd. Vanaf de boom in ijzerertsontginning was er nood aan meer behuizing voor de duizenden arbeiders die in de mijnbouw en bij de hoogovens kwamen werken. Lasauvage is dan ook grotendeels opgetrokken om de vele mijnarbeiders op te vangen. Een eerste bouwgolf vond plaats rond 1880. Voorbeelden van die huizen (wel aangepast aan moderne wooneisen) zijn nog te zien in het centrum van Lasauvage.
> Het Sentier des Mineurs (en dus ook GR570) lopen over de hoofdweg door dit voormalige mijnwerkersdorp. Kipwagentjes en opgeknapte rijhuizen in ‘citéstijl’ herinneren nog duidelijk aan de industriële geschiedenis van dit rustige dorp. Je loopt ook langs de busstand en de kerk om bij het laatste huis van Lasauvage te komen. Hier, op de grens met Frankrijk, komt het hoofdtraject van GR570 er bij.
Tussen 1922 en 1927 vond een tweede bouwgolf plaats. Een typische reeks rijhuizen uit deze periode kan je zien bij het einde van Lasauvage. Het waren telkens de mijnoverheden zelf die de bouwprojecten op poten zetten. Zo groeide Lasauvage uit tot een dorp met meer dan 1000 inwoners. Momenteel wonen er nog zo’n 400 mensen. Over het treinviaduct dat je in de verte ziet loopt het smalspoor van de Minièresbunn. De neogotische kerk van Lasauvage is een geval apart. Opgetrokken in 1893 is het gebouw volledig met bouwmaterialen (steen en hout) van Lasauvage zelf recht gezet. Die kerk is een kopie van de Heilige kapel van Parijs. Het gebouw in vakwerk, waar nu een restaurant huist, dateert uit de periode voor de ijzerertsrush.
Bij dit gebouw hoort ook een wat rare toren, eigenlijk een duiventoren. Het museum Eugène Pesch herbergt fossielen en mineralen uit de mijnen, evenals werkmateriaal van de mijnwerkers. Open van 1 mei tot eind september op zondagnamiddag. De ‘Espace Muséologique is een ander museum, met aandacht voor de dorpsgeschiedenis van Lasauvage en biedt de mogelijkheid een galerij te bezoeken. Zelfde openingsuren als het museum Eugène Pesch. Her en der zijn in het dorp oude mijnmonumenten geplaatst. Op zondagnamiddagen van 1 mei tot 30 september kan je in Lasauvage eventueel ook gebruik maken van de smalspoortrein Minièresbunn om je te verplaatsen.
Tëtelbierg (Foto Wiki)
GR 570 - Sentier des Mineurs onderweg naar Titelberg
Vervallen mijninfrastructuur langs GR 570.
Brand Westwaggon 2007/2008 (Foto AMTF)
Train 1900
Lasauvage: Cité met huizen uit het interbellum.
Viaduct te Lasauvage
Machinepark oude electriciteitcentrale
Zware stroomgeneratoren
Pad naar Fond-de-Gras
Monument voor natuurvriend Johny Gaub
In Pétange sloot men de lijn aan op het internationale net naar Frankrijk en België. De ‘Ligne de Minière’ zorgde voor een boost in de economie, nieuwe concessies werden afgeleverd en meer mijnen werden geopend. Vanaf 1950 wordt de mijnbouw hier echter onrendabel en de mijnen sluiten de één na de ander. Ook de treintransporten stoppen hierdoor, in 1963 wordt de lijn gesloten. Een groep railenthousiasten en vrijwilligers richten in 1969 de vzw 'association des musée et tourisme ferroviaires' (AMTF) op en ze slagen er in om in 1973 de lijn weer te heropenen. Het project wordt ‘train 1900’ gedoopt. De stoomloc, afkomstig van ARBED-fabrieken, werd gefabriceerd in 1900, vandaar dus het project ‘Train 1900’. De andere locomotieven die nu weer rijden zijn meestal afkomstig uit de regio en werden vroeger veelal ingezet voor andere industriële lijnen. Het treinpark bestaat nu ondermeer uit een achttal stoomtreinen, een twintigtal wagons voor reizigerstransport en groot aantal cargostellen. De reizigerswagons dateren uit het begin van de 20ste eeuw. Een ticketje kost 7 €, maar volop nostalgie krijg je voor een paar € meer in 1ste klasse. Reducties voor kinderen en ook de hond mag mee in 2de klasse. Je kan de trein nemen van 1 mei tot eind september op zondagen.
> Tragedie met de Westwaggon.

AMTF gaat even door een moeilijke periode met het drama 'Westwaggon'. De Luxemburgse Spoorwegen (CFL) hadden tot midden jaren ’90 op hun net 8 autorails rijden van het type Westwaggon. Biezonder aan dit model van autorail was dat ze ooit speciaal werden gemaakt voor de Luxemburgse spoorwegen en dus nergens anders ter wereld in gebruik waren genomen. Bij de uitdienstneming van dit type autorail was er dus interesse van allerlei verenigingen van railenthousiasten. Op dat moment zat AMTF niet goed bij kas en ging de aankoop van een exemplaar aan hen voorbij. Eéntje kwam er oa in dienst te Mariembourg op de Chemin de Fer des 3 Vallées. Een andere ging naar de railvereniging die een deel van de Vennbahn in de Ooskantons in stand hield. In 2002 valt het doek definitief over die Vennbahn. De vereniging moet een pijnlijk failliet aanvaarden, nooit zullen er nog treinen rijden over deze historische lijn. De Westwaggon werd tot het einde aktief ingezet op de Vennbahn.
AMTF is zeer geïnteresseerd om deze Westwaggon, een typisch stukje Luxemburgs erfgoed, over te nemen en hem alzo terug ‘thuis’ te brengen. Aangezien er geen andere bieder was voor dit type autorail wordt hij door de curator aan AMTF toegewezen. Er werden al plannen gesmeed om de Westwaggon te gebruiken tijdens de week voor groepen of in het geval de stoomlocs in onderhoud waren. De autorail was al die tijd gestald in het depôt van de Vennbahn te Raeren. De Vennbahn-vereniging wou de loc tesamen met andere rijtuigen naar Eupen overbrengen. Probleem was echter dat de NMBS geen toestemming wou geven om over het jaren ongebruikte stuk spoorweg tussen Raeren en Eupen te rijden. Uiteindelijk werd een compromis bereikt waarbij aan wandelsnelheid richting Eupen werd gereden. Van Eupen kon de autorail naar het Belgische grensdorp Gouvy rijden over het bestaande spoor. Het volgende probleem was dat de Luxemburgse spoorwegen (CFL) nu de Westwaggon weigerden op hun spoor! Gelukkig was men in Gouvy bereid de autorail een tijdje te stallen in een afgedankt depôt. Enkele weken later werd de Westwaggon door een andere trein naar de werkplaats van AMTF getrokken te Fond-de-Gras. De autorail kreeg een eerste beperkte opknapbeurt en werd dan in afwachting van grondige restauratie gestald op een afgelegen zijspoor te Rodange.
Stoomloc Train 1900
Nostalgie volop: In eerste klasse met train 1900
Minièresbunn.

> In Fond-de-Gras loopt nog een andere industriële spoorlijn waarop sinds een aantal jaren weer wordt gereden, ditmaal met transport voor toeristen: De Minièresbunn. Het is mogelijk om GR570 te combineren met een tochtje op de Minièresbunn als je hier op een zondagnamiddag bent. Train 1900 en Minièresbunn zijn 2 projecten die apart van elkaar werken. De trein op de Minièresbunn vertrekt niet uit het station van Fond-de-Gras. Wandel weg van het station in rechtse richting als je op het perron staat met je rug naar het station. Zowat 400 meter verder (en wat hoger) kom je bij het perron vanwaar de Minièresbunn vertrekt.
AMTF rijdt afwisellend met stoomlocs en diesellocs tussen Pétange en Fond-de-Gras.
Dit is een dieselstel dat een oude Belgische wagon (2de klasse) trekt.
Op de restauratiewerven en -hallen van AMTF te Fond-de-Gras zie je de meest wonderlijke treinstellen, locomotieven en autorails. Vrijwilligers knappen de oude voertuigen op, projecten die soms jaren duren.
Enkele locomotieven uit het diesel- en geëlectrificeerd materieel van M.B.D.
> De Minièresbunn loopt in tegenstelling tot 'Train 1900' over een smalspoor (700 mm). De attraktie is uiteraard de passage van 1400 meter door de galerijen van de ijzerertsmijn van Doihl. De lijn was in gebruik tot 1977, toen de mijnaktiviteiten in Doihl werden gestaakt. In 1990 werd een vereniging opgericht met als doel dit stukje industrieel patrimonium niet zomaar te laten verloren gaan. Beetje bij beetje wordt het oude rollend materieel weer hersteld en wordt het treintraject weer uitgebreid. Het eerste deel van de rit leg je af in wagonnetjes getrokken door een stoomloc uit 1897. Die brengt je tot de mijningang Doihl. Hier wissel je van locomotief, door de mijngalerij rijd je immers op een geëlectrificeerd traject (500 V) van 1400 meter. De sporen in de mijn zelf waren oorspronkelijk weggenomen, maar zijn opnieuw aangelegd en in een bodem van beton gegoten. Dat alles heeft natuurlijk ook te maken met verstrengde veiligheidsnormen in de huidige tijd. Zo zijn ook de galerijen versterkt met nieuwe stalen plafondbalken.
Het moet allemaal veel geld hebben gekost om dit oude mijnpatrimonium weer te herstellen en open te stellen. De prijs van een paar euro's die je betaalde voor een treinticketje dekt dan ook maar een fractie van de werkkosten. Europa en de Luxemburgse overheid zijn met geld over de brug gekomen en de uitbating de Minièresbunn (ook van Train 1900) gebeurt volledig door enthousiaste vrijwilligers die er hun zondagnamiddag voor vrij maken. Aan de andere kant van de mijnuitgang kom je bij de werkplaatsen van Minièresbunn Doihl (M.B.D.) te Lasauvage Carreau. Hier wissel je weer van trein. Je kan hier ook de werkplaatsen van het rollend materieel bezoeken. Ofwel rijd je daarna voort richting Lasauvage-Eglise met weer een andere locomotief en wagons, ofwel neem je een treintje terug door de mijn van Doihl. In de mijn van Doihl wordt (enkel tijdens de terugrit) 20 minuten gestopt voor een kort interessant bezoek aan de mijn. Indien je niet dadelijk de terugrit neemt kan je dus verder doorsporen over een spoor dat in 2008 weer werd heropend. Het traject eindigt momenteel op een beboste bergehelling bij een trap die je in de buurt van de kerk van Lasauvage brengt. Momenteel wordt gewerkt om toestemming te verkrijgen om ook het laatste stukje van de lijn open te stellen: Van de kerk van Lasauvage tot het Franse dorp Saulnes. De spoorbedding werd in 2006/2007 weer vrijgemaakt en van sporen voorzien. een meter lagergelegen zie je een parallelle bedding waar nog oude sporen liggen. Dit is van een lijntje dat naar een andere mijn liep: Mijnconcessies werden immers gegeven aan vele kleine bedrijven, die ieder hun transportnet ontwikkelden vroeger. Geen wonder dus dat de hele omgeving doorkruist wordt met een wirwar van smalspoortrajecten.
Terwijl je in Lasauvage Carreau wacht op de trein terug door de mijn kan je eventueel nog een korte wandeling maken naar een mooi spoorwegviaduct. Om over de viaductbrug te wandelen loop je achter de werkplaatsen van M.B.D. even rechtdoor om dan links wat mee te draaien over een niet zo duidelijk pad. Kort daarna bereik je het viaduct. Deze wandeling neemt 20 minuten in beslag (H/T), een ietsje langer als je het viaduct ook van beneden eens wil bekijken. Er liggen geen sporen meer op het viaduct. Vanop het viaduct zie je ook mooi hoe Lasauvage architecturaal is opgebouwd uit mijnwerkercité's.
Lasauvage: Gerenoveerde citéwijk
Lasauvage Carreau: Uitgang mijn Doihl
Manuele spoorwissel
Stoomloc Minièresbunn
GR 570 (115 km)