©
Luc Selleslagh 2009 - 2024 Trekkings.be
> Eerste opvallend bouwwerk is de kerk van OLV-Lombeek (of 'Loemmek' zoals men ter plaatse zegt). Weer een kerk maar deze is toch wel bijzonder. Vooral het schitterende Mariaretabel is het pronkstuk van de kerk. Helaas heeft de onschatbare waarde van het retabel ook als gevolg dat de kerk buiten de kerkdienst op zaterdag permanent gesloten is. Dieven hebben in het verleden al stukken uit het retabel gestolen of beschadigd, vandaar ook de sterke beveiliging. Als je de kans hebt om het interieur van de kerk te bezoeken tijdens één van de uitzonderlijke momenten op een jaar dat de kerk toch open is voor bezoek, aarzel dan niet. Mijn gids is Lombekenaar Frans Timmermans, al decennia lang 'de beschermengel' van het Mariaretabel en de andere kunstschatten in de kerk.
3. Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek
> Voorbij het plaatsnaambord dalen we naar de kerk en het centrum van het mooiste Vlaams-Brabantse dorp: Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek.
> Terug op de VIP wandelen we door de hoofdstraat van 'Loemek'. Rechts valt zeker de oude afspanning 'De Kroon' op (1760), ongetwijfeld toen uitgebaat ter wille van de bedevaarders, het was eveneens een pleisterplek voor postkoetsvervoer. Het gezellige karakter van de herberg en de traditie op het binnenhof van een meiboomplanting verdwenen in 1970 toen nieuwe uitbaters de afspanning commercialiseerden als restaurant en feestzaal (in de oude paardenstallen).
> Verder passeer je langs de Koning Albertstraat nog een paar cafés, een Prima-superette, een bakker en een slager. 'Molens Wastiels' bij de Lombeek is een familiebedrijf waar sinds 1935 en tot op de dag van vandaag bloem wordt aangemaakt en gemengd. Er wordt geleverd aan bakkers en groothandels.
> Aan Molens Wastiels neem je een paadje links om in wijzerzin bijna helemaal rond kasteel Rokkenborch te lopen. Helaas is er door de hoge muren niks te zien van het kasteel, behalve de indrukwekkende beukendreef. Camera's wijzen er bovendien op dat de eigenaars op hun privacy zijn gesteld.
> We wandelen nu door één van de populairste hoekjes van Brabant. Niet veraf liggen immers ook café Den Haas en de Woestijnkapel, maar langs die plekken zullen we pas over 160 km passeren! De VIP loopt aan het kruispunt van veldwegen bij de molen rechtdoor over een veldweg tussen maïs en komt op een kruispuntje, waarrond mooie oude huizen en een hoeve zijn gelegen. Op één van de hoeves staat in grote cijfers het jaartal 1885. De wandelroute loopt nog wat rechtdoor en komt bij een gelijkaardige hoeve met jaartal 1883, duidelijk gebouwd in dezelfde stijl als de hoeve wat eerder. Rechts hier over een asfaltbaantje dat Grotstraat heet. We hebben Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek verlaten en zetten koers naar Pamel via het gehucht Poelk...
Mariabeeld uit de 15de eeuw.
Detail: Huwelijk Maria en Jozef voor een Joods priester en getuigen. De man met het platte hoofddeksel en zwaard is mogelijk een afbeelding van Karel V of Hendrik VIII. Helaas zijn 3 beelden gestolen in 1974: Maria, Jozef en de priester.
Vanuit de Atlantische eilandengroep de Azoren kan je zowaar een vakantiekaartje naar het thuisfront sturen met daarop geplakt
een postzegel van de Lombeekse Hertboommolen!
Het molenhuis van de Hertboommolen, gezien van op
de molen zelf. Site van 3 gruwelijke moorden.
Doodsprentje van Leonie Walraevens. "Wreedaardiglijk word ik aan uwe liefde ontrukt. Welk eene tijding!... Helaas hoe droef is het
alzoo te moeten scheiden."
Detail: Maria in de tempel, waar ze wordt opgewacht door een Joodse priester. De windhond moet buiten wachten. Onder de trap een aapje dat een vrucht aan het oppeuzelen is.
>
We verlaten het grondgebied van de gemeente Lennik en met het naderen van het mooi gelegen Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek komen we in de gemeente Roosdaal.
Roosdaal
> Tevergeefs zal je op een kaart zoeken naar een dorp met de naam 'Roosdaal'. Dit is dan ook een naam die werd gegeven bij de samenvoeging van de dorpen Pamel met Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek en Strijtem. Vreemd genoeg vond deze fusie al plaats in 1965, lang voor de grote gemeentefusies van 1976. Het 800 zielen tellende Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek had het begin jaren '60 financieel moeilijk om rond te komen. Ook in Strijtem zat men zeer krap bij kas. Beide dorpen stelden aan het grotere en gezondere Pamel voor om samen te gaan. In die tijd was er al sprake van de op komst zijnde fusies en zo kon OLV-Lombeek zelf zijn partner kiezen voor de toekomst.
> Enige belangrijke voorwaarde die ze stelden was dat hun dorpen, met een rijke historie, niet zomaar gehuchten van Pamel zouden worden maar dat een nieuwe gemeentenaam zou worden gekozen. Inspiratie voor die nieuwe naam vond men in een stuk natuurgebied dat op de gemeenschappelijke oude grenzen lag: Roosendael. Die naam werd na korte tijd echter herzien omdat er op de Nederlandse grens al een Roosendaal bestond. Lichte wijziging dus, de gemeentenaam veranderde in Roosdaal.
> Toen 10 jaren later de grote gemeentefusies werden doorgevoerd in België, kreeg Roosdaal er ook nog een vierde dorp bij, Borchtlombeek. Pamel is dus het grootste dorp van Roosdaal, vandaar dat ook wel eens wordt gerefereerd naar de gemeente als Roosdaal-Pamel.
> Bijzonder ongelukkig is de keuze van het gemeentelijk wapenschild: Daarop staan 4 rozen, evenveel als er dorpen zijn in Roosdaal. Nu is het zo dat de oude plaatsnaam Roosendael helemaal niks met rozen te maken had. 'Roos' zou een afgeleide zijn van het Frankische 'rausch' wat 'riet' betekent. (Herkenbaar ook in 'Ruisbroek', ''Rozebeke' of 'Roeselare'). Op het wapenschild van Roosdaal zouden dus 4 rietstengels moeten staan!
> Ohet traject van de VIP zullen we door het centrum van elk Roosdaaldorp wandelen, in volgorde: OLV-Lombeek, Pamel, Strijtem en Borchtlombeek.
Rokkenborch
> De oorsprong van Rokkenborch gaat wellicht terug tot de 10de of 11de eeuw. In de 13de eeuw kreeg Rokkenborch een rol als vooruitgeschoven verdedigingspost van het Brabantse Land van Gaasbeek tegenover de invallen van Vlaanderen. Zoals met vele kastelen veranderde de functie van verdedigingsslot naar luxueus residentiekasteel in de latere middeleeuwen. Van de oorspronkelijke burcht zijn nog delen van de donjon over, het huidige uitzicht wordt echter vooral bepaald door sterke verbouwingen half de 19de eeuw.
Zepposmolen
> Misschien wel de beroemdste windmolen van Vlaanderen. Eigenlijk is de molen bekend onder 3 namen:
1°
De Hertboommolen
2° De Tragische Molen
3° De Kapitein Zepposmolen. Aan iedere benaming hangt een verhaal vast.
> 1° Hertboommolen, de historische benaming. 'Hertboom' verwijst naar de plaats waar de molen werd opgericht. Al in een document uit 1391 werd geschreven over een stuk grond 'op Hertboem by den wintmolen'. De plaatsing van een eerste windmolen hier gaat dus wellicht terug tot het begin van de 14de eeuw. De locatie is prima geschikt, gelegen in open, verhoogd landschap, waar de wind vrij waait.
> Eeuwenlang was de molen bezit van de kasteelheren van Gaasbeek, waaronder bestuurlijk ook OLV-Lombeek viel. Eind 17de eeuw wordt de molen enkele malen herbouwd en vernield. Rond 1725 wordt de molen helemaal opnieuw heropgebouwd. Het complex van molen en molengebouwen, zoals je het nu, ziet gaat grotendeels terug tot die periode en daaropvolgende decennia in de 18de eeuw. Tot 1940 bleef de Hertboommolen in bedrijf, na WO II werd de molenactiviteit verdrongen door nieuwe energiebronnen. Ooit waren in het Pajottenland vele windmolens gelegen, alleen in Pamel al stonden er 2. Bijna allemaal werden ze afgebroken of geraakten ze in vergevorderde staat van verval. Enkel de Hertboommolen is als windmolen bewaard gebleven in het Pajottenland, dankzij klassering in 1944 en opeenvolgende restauraties in 1954, 1970, 1974 en 2002.
> In 1999 kocht zakenman en multimiljonair Jozef Van Waeyenberge de molengebouwen op voor 16 miljoen frank (400.000 €). In tegenstelling tot kasteel Rokkenborch (dat we iets eerder passeerden langs de VIP), waarvan hij ook eigenaar is, stelde Van Waeyenberge de windmolen gelukkig wel open voor het publiek. Hij richtte een vzw op van vrijwilligers die zorgen voor kwalitatieve rondleidingen, molenaarsopleidingen en allerhande culturele aktiviteiten. Vooral belangrijk is dat dank zij de vzw de molen en zijn bijgebouwen ook regelmatig kan worden bezocht door iedereen.
> Voor multimiljonair als Van Waeyenberge kost de restauratie van de molen maar een peulschil, bovendien kon hij rekenen op stevige financiële overheidssubsidies. Aldus werd de staakmolen in 2001 volledig gedemonteerd, grote delen van het houten gebinte en de mechaniek waren immers verrot of versleten. In 2002 werd hij weer vanaf de grond heropgebouwd. 1 december 2002 werd de 'nieuwe' molen feestelijk geopend. In 2003 kreeg de Hertboommolen de monumentenprijs van de provincie Brabant.
> Op 11 november 2007 opende het Hertboommolenmuseum de deuren. De meest waardevolle stukken komen uit de privé-collectie van Van Waeyenberge maar de publieksattraktie in ongetwijfeld een exemplaar van de Amphicar, de hybride wagen waarmee TV-figuur Kapitein Zeppos zich zowel te land als op het water kon verplaatsen. Van Waeyenberge heeft lang gezocht naar zo'n Duitse wagen uit de jaren '60 maar in 2008 kon er ééntje worden toegevoegd aan de museumcollectie. Nog in 2007 opende in de oude schuur van de molen een 'brasserie'. Ze valt wat uit de toon door de onpersoonlijke bediening en het ontbreken van het volkse Pajots karakter. Het molencomplex en museum is enkel open op zondagnamiddag. Op een mooie zondag in de lente of zomer kan het er behoorlijk druk zijn. Voor kinderen zijn er speciale aktiviteiten ter plaatse.
> 2° De Tragische Molen. Het mooie molengebouw is ook het toneel geweest van verschillende gruwelijke moorden, die diep in het geheugen van de Lombekenaars staan gegrift. Molenaar Peeter van Lierde, in de fleur van zijn leven, werd er op beestachtige wijze afgemaakt op nieuwjaarsnacht 1745. Die moord is volgens de volksoverlevering en veel publicaties uitgevoerd door de beruchte Bende van Jan de Lichte. Dat klopt eigenlijk niet, Jan de Lichte was nooit in het Pajottenland aktief, zijn 'aktieterrein' was eerder tussen Dender, Leie en Schelde gelegen. Wel hebben enkele mannen die betrokken waren bij de moord op Peeter van Lierde later aansluiting gezocht bij Jan de Lichtes bende, tot daar de band. Vermelden we in de rand nog dat eigenlijk tientallen personen betrokken waren bij de misdaden van de bende en dat er geen 'harde kern' was. Het bestaan van dit soort plattelandsmisdaad moet gekaderd worden in het midden van de 18de eeuw, een woelige, onzekere tijd van mislukte oogsten en rondtrekkende bezettingslegers die plunderden en de bevolking teisterden en verarmden.
> Dankzij een verslag dat werd opgetekend na bekentenissen van een zekere Pieter de Wilde (nadat hij tijdens een martelpraktijk de duimschroeven werd aangedraaid), weten we wat zich ongeveer afspeelde op die bewuste nieuwjaarsnacht in 1745. Pieter de Wilde leerde Gillis Van der Elst, Jan de Vriese en een zekere 'Tis' kennen in Klein-Sinaai (Waasland). Samen besloten ze naar Pamel af te zakken.
Vermoedelijk kwam de tip om de molenaar te overvallen van Gillis Van der Elst, aangezien die uit Pamel afkomstig was. Eerst gingen ze langs in Pamel bij Gillis' schoonbroers Jan en Francis Bosschaert. Rond de haard en bij brandewijn werd daar 's avonds de overval op de molenaar beraamd. Ze trokken 's nachts naar de windmolen, gewapend met een geweer, een pistolet, een degen en messen. Gillis Van der Elst had zijn gezicht zwart gemaakt, wellicht was hij immers bekend bij de molenaar. Hoe ze zijn binnen geraakt is wat onduidelijk, wellicht met een smoes (als liedjeszangers?) maar de sfeer bleek aanvankelijk gemoedelijk te zijn aangezien molenaar Peeter Van Lierde hen trakteerde op 'enkele kannen bier'. De 3 mannen van Pamel hielden buiten de wacht, terwijl de andere 3, de Vriese, de Wilde en Tis, binnen waren. Op een gegeven moment is Jan de Vriese dan opgestaan, heeft zijn mes getrokken en stak er de molenaar mee. Hij kon nog weerstand bieden maar dan vuurde Tis een kogel uit zijn pistolet. Het is onduidelijk of de kogel doel trof maar Peeter van Lierde verdedigde zich moedig.
Pieter de Wilde ging hem vervolgens te lijf met zijn degen. Toen Tis zijn mes in de buik van het slachtoffer plofte, bezweek de ongelukkige molenaar uiteindelijk aan zijn verwondingen. De meid, die wakker geworden was van het kabaal, vluchtte het huis uit, werd verwond door de mannen die buiten de wacht optrokken maar overleefde. De messteken schampten immers af op het stevig korset dat de vrouw droeg! Volgens de volksoverlevering vluchtten de bandieten daarop weg omdat ze door hun afschampende messteken dachten te maken hebben met een heks! 2 van de mannen die aktief deelnamen aan de moord, werden later op hun beurt vermoord in wat men tegenwoordig 'een afrekening in het milieu' noemt.
> 172 jaar later gebeurde er nog een drama met fatale afloop, wat de molen uiteindelijk de bijnaam van 'Tragische molen' opleverde: In volle oorlogsperiode, op 22 april 1917, laat op een zondagnamiddag, kloppen 6 mannen aan bij de molen. Op dat moment zijn Clementine, Leonie en Theofiel Walravens thuis, evenals de knecht Emiel Vervenne. De 'bezoekers' doen zich voor als meelkopers maar hun echte bedoelingen worden pas duidelijk als Theofiel opstaat. De knecht Emiel Vervenne evenals de 60-jarige Leonie Walravens worden de keel overgesneden. Theofiel's jonge overvaller heeft nog enigszins schuldgevoel als hij de molenaar vastbindt aan de tafelpoot, hem toesissend dat hij zich voor dood moet houden. De vierde aanwezige, Clementine, moet de bende rondleiden op hun jacht naar geld en waardevolle spullen, terwijl de 2 slachtoffers doodbloeden. In de kelder vinden ze vlees en spek, vandaar gaat de plundertocht naar andere kamers. Van een kleine onoplettendheid maakt Clementine gebruik om één van de slaapkamers binnen te springen en de grendel op de deur te gooien. Vanuit het venster roept ze luidkeels om hulp maar de molen ligt wel erg afgelegen. In haar doodsangst duikt ze vervolgens onder het bed. De bende is door het geroep wel in paniek geraakt en vlucht het huis uit. Het duurt even voor Clementine weer de kamer uit durft en Theofiel kan bevrijden. Ze slaan alarm in het dorp, dat geschokt is door de wrede gebeurtenissen. Lang zullen de moordenaars niet meer op vrije voeten lopen. Ze trekken na de brute moorden naar het Pamelse gehucht Poelk (we passeren daar straks langs de VIP), waar het net kermis is. Daar mengen ze zich onder het volk maar ze werden uiteindelijk verraden doordat er bloedvlekken op hun schoenen en kledij waren. De daders waren afkomstig uit de onmiddellijke omgeving. 4 werden veroordeeld tot levenslange opsluiting, 2 anderen (hij die op wacht stond en hij die Theofiel Walraevens ontzien had) kregen 20 jaar cel.
> Het molenhuis was dus in de loop der eeuwen het toneel van 3 moorden. Later gebeurde er ook nog een ongeval met 2 spelende kinderen. Ze werden meegesleurd door één van de draaiende wieken, waarbij één kind overleed en het andere zwaar gewond raakte.
> 3° De Zepposmolen. In de jaren '60 gebruikte de toenmalige BRT de locatie van de Lombeekse windmolen vaak voor opnames voor de ongemeen populaire jeugdserie 'Kapitein Zeppos'. Het catchy introotje op muziek van Bert Kaempfert en de daarbij horende beelden van oa de Hertboommolen, spreken nu nog tot de verbeelding, hoewel toen nog alles in zwartwitbeelden werd opgenomen. De Lombeekse bevolking figureerde ook vaak in de serie, van de fanfare tot de schoolkinderen. De serie is sindsdien nog talloze malen heruitgezonden door de VRT en werd ook gedubd naar het Engels en uitgezonden in oa Engeland en Australië. Een deel van het museum, dat opende in 2007, is gewijd aan de serie en tot op vandaag is de factor Zeppos voor veel bezoekers nog de aanleiding om hier de molengebouwen te komen bezoeken.
'Loemmek' mooiste Brabantse dorp
> In 2008 werd in Vlaanderen een groots opgezette verkiezing voor het mooiste dorp gehouden. Brabanders hadden eerst al SMS'end uitgemaakt dat voor hen OLV-Lombeek het mooiste dorp van Brabant was. Ongetwijfeld hebben vooral de mooie kerk en de bekende 'Zepposmolen' zeker een rol gespeeld. In de grote finale tegen 4 andere Vlaamse dorpen moest OLV Lombeek het uiteindelijk afleggen tegen het eveneens mooie Oud-Rekem (dankzij de massaal SMS'ende Limburgers). Blijft dus over dat OLV-Lombeek toch het mooiste dorp van Vlaams-Brabant is. Overigens is het tweede mooiste dorp van Brabant ook al een Pajottendorp: Gaasbeek.
> Als we na het rondje Rokkenborch weer op de Albertstraat komen zijn we 10 km ver op de Voettocht in Pajottenland sinds we in Sint-Kwintens-Lennik startten. Op naar één van de mooiste stukjes en hoogtepunten van de VIP. In een bocht verlaat je alweer de hoofdweg voor een asfaltweg (verderop gedeeltelijk kassei), die naar de bekende Tragische Molen van OLV-Lombeek loopt.
OLV-kerk Lombeek met Brabants Retabel
> Oorspronkelijk was de kerk van OLV Lombeek een kapel die afhing van de hoofdkerk van Onze-Lieve-Vrouw-Lennik (= wat nu Sint-Kwintens-Lennik is). Die viel onder het gezag van de abdij van Nijvel, die op haar beurt onder het bisdom Kamerijk ressorteerde. Tussen 1100 en 1200 groeide OLV-Lombeek uit tot een bedevaartsoord ter ere van Maria. Mirakels die er plaats vonden lokten al snel nog meer pelgrims. Door de toevloed van bedevaarders was er nood aan een grotere kerk. De kapel werd dus afgebroken en vervangen door de huidige vroeggotische, basilicale kerk. Het koor dateert van rond 1250 en het driebeukig schip werd rond 1270 gebouwd. Het huidige kerkgebouw is dus grotendeels meer dan 700 jaren oud. In de loop der eeuwen volgden nog een aantal wijzigingen, toevoegingen en restauraties. In sommige stijlelementen is nog mooi de overgang tussen romaanse en gotische bouwstijl te merken. Zo werden romaanse ramen later vervangen door gotische. Let ook op de vele monsterlijke kopjes aan de buitenkant.
> De zandsteen waarmee de kerk is opgetrokken is afkomstig uit Balegem, de blauwe steen zou uit het Doornikse afkomstig zijn. Rode kleuren op sommige plaatsen op de interieursteen is afkomstig van vroegere muurschilderingen. Vroeger is de kerk enkele eeuwen witgekalkt geweest. Begin jaren 1900 werd het hoogkoor al 'ontkalkt'. Pas in 1944 is men bekalking gaan afkappen in de rest van de kerk en dat werd voltooid begin jaren '50. Zoals in veel kerken in Vlaanderen werd dus ook hier de kalklaag op de muren in 20ste eeuwse weggekapt, dat was toen nu eenmaal mode. Tegenwoordig denken vele bezoekers verkeerdelijk dat blote natuursteen duidt op het oorspronkelijke, natuurlijke uitzicht van de kerk. Niet waar dus.
> Waarvoor kwam men vroeger steun zoeken bij de Lombeekse Maria tijdens een bedevaart? Tegen allerlei ziekten, zoals kinkhoest. In de 17de eeuw schonk een raadsheer van Albrecht en Isabella een relikwie van Sint-Hubertus aan de kerk van Lombeek. Dit zette al snel weer een nieuwe bedevaartstroom op gang richting Lombeek. Sint-Hubertus werd zo de 2de patroonheilige van de kerk. Sint-Hubertus werd vooral aanbeden tegen hondsdolheid. Het is dankzij de offers van die bedevaarders dat zulke waardevolle kunstwerken in de kerk konden worden besteld en betaald. Die 2 golven van belangrijke pelgrimsstromen (13de - 15de eeuw en 17de - 18de eeuw) vertalen zich dus ook in de kunstwerken die je vandaag nog kan bekijken in de kerk. In 2003 vierde OLV-Lombeek zijn 750 jarig bestaan als parochie in aanwezigheid van kardinaal Danneels.
> Vooraleer we in het koor van de kerk naar het meesterstuk gaan kijken, nog even een opsomming van andere interessante kunstwerken (van achter naar voor). Achteraan zie je een glasraam dat in 1967 is geschonken door de stad Antwerpen. Het brandglas is ter ere van de Antwerpse burgemeester Frans Van Cauwelaert, die in Lombeek geboren werd (1880) en tijdens het interbellum 12 jaren over Antwerpen 'regeerde'. De Lombeekse Van Cauwelaertdynastie bracht overigens nog enkele bekende telgen voort, zoals schrijver August Van Cauwelaert en oud-hoofdredacteur van het blad Knack, Rik Van Cauwelaert.
> Aan de andere kant van de ingang zie je een brandglas dat is opgedragen aan Jan-Frans Vonck en werd geschonken door de gemeente Roosdaal, eveneens in 1976. Vonck was rond 1789-1790 één van de leiders van de Brabantse Omwenteling. Wat heeft dat met Lombeek te maken? Zijn broer Hieronymus was hier pastoor en de kerksakristij of de pastorij diende wel eens vaker als geheime vergaderplek.
> Wie geen glasraam heeft in de kerk is Léon Degrelle, een naam die men in Lombeek liever vergeet. De politieke relschopper en leider van de extreemrechtse partij REX slaagde er in 1938 in om te Lombeek zo'n 70.000 aanhangers te verzamelen.
> De overweldigende preekstoel van monumentaal houtsnijwerk in Louis XV-stijl is uit het midden van de 18de eeuw en heeft de 2 patroonheiligen van de kerk als thema: Sint-Hubertus' bekering en Gabriëls aankondiging aan Maria van de geboorte van Jezus. Ook het snijwerk van de houten lambriseringen en biechtstoelen, die zich in de zijbeuken bevinden, is 18de eeuws en barok van stijl. De linkerzijbeuk is aan Maria gewijd. Het mooi vergulde beeld dat in een nis staat is het oudste en dateert wellicht uit de 15de eeuw. De sierlijke en wat losse S-houding van Maria op één doorgezakte knie en de rijkelijke kleedplooien zijn typisch voor gotieke beeldhouwkunst. De laatste beschildering van het beeld gebeurde in 1970. Vlakbij zie je nog een Mariabeeld, een beeld dat niet werd gepolychromeerd. Waarschijnlijk is dat beeld iets jonger, uit eind 15de, begin 16de eeuw. De rechterzijbeuk dan weer is aan Sint-Hubertus gewijd, met een reliekkast en meer 18de eeuws houtsnijwerk. In het koor meer houten lambriseringen uit de 18de eeuw, waarbij vooral de 8 grisailles (zwartwittte schaduwschilderingen) met taferelen uit het leven van Maria opvallen. Onder de niet uitgestalde voorwerpen uit de Lombeekse kerkschat vermelden we 18de eeuwse gewaden en 17de eeuwse kelken en monstranzen. Alle aandacht wordt echter getrokken door hét pronkstuk van de kerk: Het Brabantse retabel met taferelen uit het leven van Maria.
> Retabels zijn iets typisch voor katholieke kerken. In Vlaanderen en Brabant was dit altaarmeubilair erg populair als kerkversiering. Laten we niet vergeten dat pastoors bijna 800 jaren lang hun missen opdroegen met de rug naar de gelovigen. Pas in de jaren '60 van vorige eeuw, met de veranderingen van het Tweede Vaticaans Concilie, richtte de pastoor zich rechtstreeks tot de gelovigen. Door de retabels kreeg de kerkganger een meer aanschouwelijke voorstelling van het geloof dan op de rug van de pastoor of op een kale muur te kijken. Retabels werden gemaakt in de meest uiteenlopende vormen, vaak bestonden de panelen enkel uit schilderijen. De retabelkunst bereikte een hoogtepunt in de 15de en 16de eeuw. Deze Vlaamse en Brabantse uit hout gesneden of geschilderde kunstwerken waren toen over heel Europa beroemd en gegeerd. De belangrijkste retabelcentra waren in Brussel en Antwerpen gevestigd, beide steden van het oude Hertogdom Brabant. De Brusselse school maakt eerder retabels op maat van de klant zijn wensen, terwijl de Antwerpse veel commerciëler was ingesteld, in serie produceerde en massaal exporteerde via de haven.
> Het retabel van OLV-Lombeek is afkomstig uit de Brusselse school, wat bevestigd wordt door een keurmerk onderaan. Het werd rond 1520 gemaakt en wordt toegeschreven aan meester-beeldhouwer Jan Borman. Verschillende stijlkenmerken wijzen daarop, hoewel sommige kunstcritici ook stijlelementen opmerken die niet typisch zijn voor het werk uit Bormans school. Het retabel bestaat uit zowat 1200 onderdelen, waarvan 120 beeldjes. Opvallend zijn de perspectief-effecten die in elk paneel worden gecreëerd, hoewel de echte diepte maar een 15 cm is. Het is wat onduidelijk of het retabel ooit gepolychromeerd was, zoals dat meestal wel het geval was. Het kan zijn dat de kostprijs al zo hoog was dat afgezien werd van het inkleuren van de beelden. De schilders waren merkwaardig genoeg immers nog beter betaald dan de beeldsnijders, omdat zij de eind-expressie in de beelden legden. Het kan ook zijn dat bij één van de latere restauraties de verflaag van de beelden werd genomen. De achterkant van de zijpanelen was beschilderd maar helaas werd dat schilderwerk zwaar beschadigd door vochtinwerking toen het jarenlang tegen een muur stond.
> Thema van een retabel was meestal het passieverhaal uit de bijbel of (zoals in Lombeek) het leven van Maria. Zo'n retabel is eigenlijk één beeldenverhaal, enigszins vergelijkbaar met een stripverhaal. Van links naar rechts worden dus scenes uit Maria's leven afgebeeld, van haar geboorte (links) tot haar dood (rechts), met als hoogtepunt uit haar leven natuurlijk de geboorte van Jezus (centraal paneel). Gezien het overgrote deel van de gelovigen ongeletterd was in de middeleeuwen, was zo'n expressieve voorstelling van bijbeltaferelen van belang. Enkel tijdens de hoogmis of belangrijke religieuze hoogdagen werden de panelen helemaal open geplaatst en ging 'de kijkkast' open voor het publiek.
> De Brabantse retabels die je vandaag in landen als Duitsland en Spanje ziet zijn dus voor het overgrote deel niet afkomstig van diefstal tijdens bezettingen maar door orders van kooplui en religieuzen. In het huidige Vlaanderen kan je er nog flink wat terug vinden, alhoewel hun aantal wellicht maar een fractie vertegenwoordigt van wat vroeger werd gemaakt. Kerkbranden, plunderingen en de beeldenstorm zorgden voor een stevige 'uitdunning' maar de meeste retabels verdwenen eigenlijk omdat men ze in latere eeuwen niet waardevol meer vond of door verwaarlozing. Nogal wat retabels werden dus gewoon weg gegooid.
> Het retabel van OLV-Lombeek heeft dat allemaal overleefd, hoewel het woelige tijden heeft meegemaakt. Zo ontsnapte het retabel aan de vernielzucht tijdens de beeldenstorm doordat het was opgeborgen in een schuur. Die hoeve werd wel plat gebrand maar het retabel ontsnapte er miraculeus aan. In de 18de eeuw vond de pastoor het blijkbaar niet zo waardevol en het verhuisde naar een zijbeuk. Pas in de 20ste eeuw kreeg het weer zijn ereplaats achter het altaar.
> Helaas werd het retabel in de 20ste eeuw herhaaldelijk het slachtoffer van kunstrovers. Een eerste maal in 1913, alles werd toen gelukkig weer terug gevonden. Erger was het in april 1974. Er waren net restauratiewerken aan de kerk, waarbij een stuk muur was weggekapt en er een gat gaapte in afwachting van een nieuwe deur. Dieven drongen zo binnen en stalen, behalve enkele beelden uit het retabel, ook andere zeer waardevolle beelden uit de kerk (16de en 17de eeuw). De meeste werden nooit teruggevonden. Een beeld dat wel werd teruggevonden is dat van de aartsengel Gabriël (linksboven). Een handelaar had dat beeld opgemerkt op de Oude Markt in de Hoogstraat te Brussel, kocht het en bezorgde het terug aan de kerkfabriek.
> Als leek merk je niet onmiddellijk de open gaten op in de beeldjesgroepen maar tijdens de uitleg van Frans Timmermans wordt het duidelijk dat deze kunstroof vreselijke schade aanrichtte. Na die misdaad in 1974 besliste het gemeentebestuur van Roosdaal dat de kerk van OLV-Lombeek permanent moest gesloten worden. Helaas, 7 jaren later was het weer prijs: In januari 1981 drongen dieven in de kerk binnen door een klein zijraam stuk te slaan. Ze maakten het linker zijpaneel los en probeerden met het paneel door de deur te geraken maar dat lukte niet. Vervolgens moeten ze bijzonder driest te werk zijn gegaan: De beelden werden dan maar met wild geweld losgerukt uit het paneel met versplintering als gevolg. 36 beelden van de 120 beelden werden zo gestolen. Het onbeschaamde vandalisme haalde uitgebreid de pers en Vlaanderen was behoorlijk geschokt door de vernieling van zo'n waardevol kunstwerk. Er kwam ook veel kritiek op de beveiliging van waardevol erfgoed. Eén van de dieven heeft echter niet veel later de bergplaats van de gestolen beelden verklapt. Ze werden gevonden in een garage nabij Verviers. Het hele retabel is dan een tijd verhuisd naar het Koninklijk Instituut van het Kunstpatrimonium voor een grondige restauratie.
> De beelden die werden gestolen in 1974 en nooit werden terug gevonden zijn echter nooit vervangen. Sinds 1982 heeft de hele kerk van Lombeek een permanent beveiligingssysteem.
> Ik zou hier nog verder kunnen gaan door elk paneel te beschrijven maar aangezien je het retabel enkel kan bezoeken met een gids krijg je zowieso de uitleg live. Het retabel van OLV is echt een parel, geniet van de prachtige details. Met dank aan gids Frans Timmermans.
> Als je binnenin de zuilen van de middenbeuk bekijkt dan zal je misschien opvallen dat er één bijzonder scheef staat. 'Gebouwd op een 'blauwe maandag' geeft Frans Timmermans daar als verklaring aan. Misschien is dat een wat gemakkelijke uitleg. Ik weet niet of dat waar is. In sommige kerken en kloosters heb je bewust een 'slechte zuil': Zwart gekleurd, verdraaide vorm of dunner. De verklaring voor dat soort zuilen is nogal eens vaak te vinden in het feit dat de zuilen als steunsymbool bij uitstek staan voor de verschillende apostelen. De zuil die uit de toon valt staat dan voor de verrader onder de apostelen, Judas. Maar om die theorie toe te passen op de kerk van OLV-Lombeek is puur een eigen veronderstelling van mij.