©
Luc Selleslagh 2015 - 2024 Trekkings.be
Ferme d'Othet
> Deze vierkantshoeve heeft een mooi bewaard erf. Kassei en baksteen zijn hier nog harmonieus behouden zoals de hoeve er 100 jaar geleden uit zag. Vanaf de 13de eeuw werd van hieruit 100 ha grond bewerkt. De hoeve was tot de Franse Revolutie eeuwenlang van religieuzen.
Fort Flémalle
> Dit is één van de weinige forten van de Luikse verdedigingsgordel die te bezoeken zijn. Je kunt dus de toegangspoort doorwandelen en zo rond de betonnen muren wandelen. Interessanter is het om hier te passeren als ook het museum open is en als je een gidsbeurt kunt meemaken (derde zondagnamiddag van de maand, reservatie), gidsen kunnen je zoveel meer vertellen. Voorzie 2 uren extra en neem warme kledij mee tijdens de zomer voor een bezoek in de schachtgangen.
> Het fort werd aangelegd tussen 1888 en 1891. In dit zeshoekig fort, waarvan het grondplan werd ontworpen door generaal Brialmont, werd in 1914 hevig strijd geleverd. Het viel tijdelijk in handen van de Duitsers, die er wijzigingen in aanbrachten. In 1940 kreeg het fort stevige luchtaanvallen te verduren, opnieuw van de Duitse agressor. Het resultaat van die bombardementen is nog te zien in het kraterlandschap onmiddellijk in de omgeving van het fort. De betonnen ventilatietoren in de buurt is verbonden door een onderaardse gang met het eigenlijk fort.
Bezoek aan de terril Espérance
> Als je op het rondpad komt kan je rechts wandelen. Wat verder zie je rechts in het struikgewas een aantal verroeste aandrijfmechanismen die tot de oude mijninstallaties behoren. Ze zijn onderdeel van een transportsysteem waarvan ook nog wat sporen op de terrilhelling te merken zijn. Wandel je verder over het pad rond de terril dan kom je langs een ander trappenpad dat je naar boven kan volgen. Je kan zo naar de top van de terril klimmen, die 83 hoog is en een typische kegelvorm heeft. De top van de terrilkegel is bedekt met wat gras. Als je doortrekkend bent kan je hier overwegen om te kamperen, er is net genoeg plaats voor 1 tent. Van een originele overnachtingsplaats gesproken! Het is wel verboden om hier vrij te overnachten.
> Reken op een half uur voor een kort bezoek aan de terril Espérance. Deze terril was eigendom van het mijnbedrijf 'Charbonnage de l'Espérance et Bonne-Fortune' tot 1990, toen de gemeente Saint-Nicolas de terril aankocht. De mijn zelf sloot al in 1973. De bestemming voor deze terril is nu vooral educatief, recreatief en gericht op biodiversiteit. Hier zie je mooi hoe de natuur weer langzaam bezit neemt van de schrale zwarte steenkegel. Het eerste primaire groen heeft ondertussen al wat een humuslaag gevormd die dan weer de kans biedt aan andere plantensoorten om zich te ontwikkelen. Enkele zeldzame planten- en zwammensoorten vonden hier een nieuwe thuis, zoals het weerhuisje, een aardster. Het dichtere struikgewas lokt ook vogels en ander dierlijk leven. De omgeving trekt naast natuurliefhebbers ook meer crapuleus volk aan zoals taggers en andere vandalen.
Philippe-Charles Schmerling
> Philippe-Charles Schmerling (1790 - 1836), baanbrekend onderzoeker naar prehistorische resten van menselijke en dierlijke beenderen. Hier in Awirs deed Schmerling in 1829 belangrijke vondsten in de plaatselijke grotten. Met deze ontdekkingen gaf hij mede de aanzet tot meer gedreven paleontologisch onderzoek in de streek. Hij kon tientallen uitgestorven en tot dan onbekende dieren determineren. Ook de vondsten van voorwerpen in silex en ivoor, vervaardigd door primitieve voorgangers van de huidige mens waren zeer belangrijk. Hij vond te Engis als eerste ook resten van de mensensoort die later neanderthalers zouden worden genoemd, naar het Duitse dal waar men 25 jaar later gelijkaardige resten vond...
> In die tijdsgeest waren deze voorwerpen concrete bewijzen van de jonge theorieën dat de mens uit een evolutionair proces was ontwikkeld en niet was geboetseerd uit Bijbelse verhalen zoals toen nog in brede lagen van de bevolking werd aangenomen. Het zou pas een paar decennia later zijn dat Darwin (oa mede door de ontdekkingen van Schmerling) zijn baanbrekende evolutietheorie kon gestalte geven.
> Sommige van de vondsten zijn nog te bekijken in het Museum van de Prehistorie in Ramioul (op 5 km van GR 121, ten zuiden van Les Awirs en de Maas). Je kunt aan de kerk van Les Awirs ook de lokale - 4 kilometer lange - wandelroute 'Schmerling' volgen om langs de grotten te wandelen.
Bonne Espérance, restanten van 'terrilinfrastructuur'
Kasteel van Warfusée
> Het kasteeldomein van Warfusée vormt een bijzonder statig geheel. Bij de toegang kijken we uit over bijgebouwen en een toegangspoort, ze dateren uit 1625 en vormen eigenlijk het oudste deel. Het kasteel zelf zien we niet zo goed vanop de straat. Het werd gebouwd in 1755 in Lodewijk XV-stijl en kwam er ter vervanging van een grotendeels middeleeuws burchtkasteel dat toen al eeuwenlang een sterke uitstraling had.
> Warfusée was ook het toneel van een bloederig drama. Kasteelheer Réné van Renesse, die eerder al was gevlucht uit Gaasbeek nadat hij het daar al te bont had gemaakt (zie ook
kasteel Gaasbeek / Voettocht in Pajottenland), had op 16 januari 1637 de burgemeester van Luik op het kasteel van Warfusée uitgenodigd voor een banket. Het was een complot om hem ter plekke te laten vermoorden door Spaanse soldaten. De Luikse bevolking was woedend toen ze de moord vernam en bestormde het kasteel. De bewoners werden afgeslacht en het lichaam van René de Renesse werd in stukken gesneden en publiek tentoongesteld alvorens verbrand te worden. Vooral tijdens de tweede helft van de 18de eeuw vervulde het kasteel van Warfusée een voorname rol als belangrijkste verblijfsplaats van de Prins-bisschop van Luik, Charles-Nicolas d'Oultremont, die er tevens geboren was in 1716. Hij moet erg gehecht geweest zijn aan Warfusée aangezien hij ook als Prins-bisschop van Luik de meeste tijd hier doorbracht.
> Het kasteel straalt zowel van buitenaf als binnenin een grote symmetrie uit. De ruimten zijn rijkelijk aangekleed met stijlmeubelen en heel wat kunst, waaronder geschilderde portretten en Oudenaardse wandtapijten. Tot vandaag wordt het kasteel nog steeds bewoond door de familie d'Oultremont.
Thier Savary
Montagne de Bueren
Oorlogsmonument Luik
Parc de Naimette - Xhovemont
Pad langs de spoorlijn Brussel - Luik
Kasteelingang Warfusée
> Eens beneden loopt GR 121 nog door in Luik. Via straten en pleinen ontdek je enkele van de interessantste 'quartiers'. Dat houden we voor een rustigere stadsverkenning op een andere keer. De route eindigt uiteindelijk aan de overzijde van de Maas bij de jeugdherberg Georges Simenon.
> De tocht Brussel - Luik zit er op. Vanuit Luik waaieren andere GR's alle richtingen uit, zoals bij de jeugdherberg de aansluiting naar de Ardennen via GR 57 (Ourthevallei)...
> Laatste etappe onderweg naar Luik. Het kasteel van Warfusée is rechtstreeks verbonden met een TEC-lijnbus vanuit het centrum van Luik.
> Onderweg krijgen we aanvankelijk nog wat leuke paden onder de voeten geschoven. Geleidelijk aan komen we echter in verstedelijking terecht om uiteindelijk te worden opgeslorpt in de Luikse urbanisatie. Onderweg toch ook best nog wat interessante plekken. Zo kun te Flémalle het oorlogsfort bezoeken of je kunt de (groene) terrils beklimmen. De eindafdaling naar Luik is een apotheose van jewelste: dalen over 372 trappen van de Montagne de Bueren.
> In Warfusée loopt GR 121 voorbij een grote vierkantshoeve die tot het kasteeldomein behoorde. We komen bij een rotonde tegenover de toegang tot het kasteel van Warfusée.
> Bij de kasteelingang links over een asfaltweg (Rue Noiset) langs de domeinmuur. In een bocht van deze weg loop je dan rechtdoor over de grassige bedding van een verdwenen spoorweglijn. Dit mooie pad loopt parallel met een asfaltweg aan de rechterzijde. Verderop kruis je deze weg om nog even te vervolgen over de spoorbedding.
> Na enkele padenwissels loop je in dezelfde noordoostelijke richting verder over een grassige veldweg die afdaalt in de vallei van de Broucou-beek.
> GR 121 daalt daarna verder in de vallei van de Ruisseau des Awirs. We kruisen de valleiweg en even later ook de beek zelf om dan rechts een pad door bos te volgen. Onderweg passeer je ook een bron (links van het pad) waarvan het water officieel niet drinkbaar is. Over een mooi bospad langs een beboste helling passeer je een oude steengroeve waarin een Mariagrot is gebouwd om kort daarna te arriveren in het centrum van Les Awirs.
> Bij de kerk staat een bustebeeld van Philippe-Charles Schmerling.
> Voorbij de kerk van Souxhon zetten we rechts over een mooie holle, stijgende weg koers naar het Fort van Flemalle, tesamen met het Pad van de Terrils, GR 412, dat we zullen volgen tot bijna in het Luikse centrum. GR 121 loopt niet tot bij een betonnen ventilatietoren van het Fort van Flémalle maar gaat langs de fortingang om daar een halve ronde te draaien en naar rechts een dalend graspad in te slaan. Het loont de moeite om toch even tot de poorten van het fort te wandelen.
> Nog in Les Awirs zijn in de kerkhofmuur en de kerkmuur een aantal oude grafzerken verwerkt. GR 121 loopt langsom de kerk, steekt de hoofdweg door het dorp over en begint na het kruisen van de beek van Awirs aan een stevige klim, weer de vallei uit. Die stijging voert je hogerop langs een wijk. Via een bospad kom je weer in open veld.
> De lange stijging vlakt stilaan uit wanneer je langs de rand van een veld weer het plateau bereikt. Je hebt er een zicht over de Maasvallei en industriële bedrijvigheid. GR 121 keert echter links naar het landbouwplateau. Langs een laatste tuin (waar een man mij allerlei Italiaanse kruidenstekken toestopte) zet GR 121 koers door de velden. Kort nadat de veldweg bij een asfaltweg komt, heb je rechts zicht op de hoeve van Othet. Het loont de moeite om even tot de ingang te wandelen.
> Tegenover de toegangsweg tot de Ferme d'Othet en een waterpompstation neem je rechts een veldweg door open landschap. Daarna komen we stilaan in meer urbanisatie met tot het eindpunt van deze laatste etappe ongelooflijk veel snel opeenvolgende padwissels. Dat gaan we hier niet allemaal beschrijven, daar is de topogids voor of goed kaartmateriaal. Volg aandachtig de bewegwijzering.
> Het traject van GR 121 loopt na een tijdje de expressweg N67 onderdoor. Een smal weggetje laat ons langs de grote begraafplaats A la Fontaine van Flemalle passeren.
Fort Flémalle, ventilatie- en verdedigingstoren
Hoeve Othet
Holle weg van Souxhon naar Fort Flémalle
Dalen in de vallei van de Broucou-beek
Kasteel Warfusée
GR 121 over een oude spoorbedding voorbij Warfusée
Les Awirs, Mariagrot in een oude steengroeve
Stijgen geblazen!
Terril Gosson II
Beeld Google Earth van libelle op terril Gossin II
> We gaan dalen over een graspad tussen struikgewas. Onderweg weidse uitzichten over de niet zo fraaie industriële omgeving rond Flémalle, evenals op enkele terrils en de verstedelijkte Luikse agglomeratie waarin GR 121 stilaan gaat penetreren. Wat lager links - rechts over een onopvallend graspaadje dat in de toekomst mogelijk verdwijnt als hier opnieuw wordt verkaveld. De padmarkering wordt discreter en je wordt al eens geholpen in de wirwar van snelle padveranderingen door witgeverfde pijltjes die onder de officiële witrode markering zijn geverfd. GR 121 slingert een tijdje door een woonwijk van Flémalle met af en toe een korte passage door een stuk groen en soms over korte afstand een buurtpad. We komen ongemerkt de stad Seraing binnen (Jemeppe).
> Na het gehucht Bois de Mont daal je over een pad naar een citéwijk. Langs de achtertuintjes van deze wijk kom je op de drukkere Avenue des Robiniers (winkels) om wat verder bij een grote rotonde de autosnelweg Seraing - E42 onder te lopen. Kort daarna rechts en eerste links om de minst hard stijgende asfaltweg (Rue du Carrefour) op te lopen, die de voorbije jaren ook hogerop sterk werd verkaveld.
> Je krijgt voor die moeite een mooi uitzicht over de langgerekte en afgeplatte terril Gosson II. Deze terril is relatief jong, pas in 1966 stopten de mijnaktiviteiten hier in Saint-Nicolas. Op de nog redelijk kale terrilhellingen groeien berken, typische pionierbegroeiing. GR 121 loopt naar de spoorlijn, steekt deze over en volgt naar links kort de RAVeL richting Tongeren. Snel weer naar rechts voor een korte ontdekkingstocht door herwonnen natuur op de flanken van de Gosson II.
> Je komt langs een 'gigantische betonnen libelle', 80 meter lang. Het lijf is een betonnen constructie, de vleugels vormen waterspaarbekkens. Een kunstwerk van Daniel Steenhout, gerealiseerd in 2015. Een luchtfoto geeft een beter beeld. Je kunt de hele terril rondwandelen maar op een gegeven moment gaan we scherp rechts om te dalen naar het Centre d'interpétation (bezoekerscentrum) van het 'Maison des Terrils'. Langs het bezoekerscentrum. Van hieruit zetten we meteen koers naar terril Gosson I, wat ouder dan Gosson II en behorende tot een steenkoolmijn die al in 1959 werd gesloten. Ook die wandelen we half rond.
> Verderop sluiten we naar links aan op RAVeL 212 richting Ans, de bedding van een industrieel spoorlijntje. Dat verbond de steenkoolmijnen van Gossin met het station van Ans (aansluiting op de spoorlijn Luik - Brussel). De sporen zijn al lang opgebroken, nu kan je over de (inmiddels verharde) bedding wandelen met onderweg zichten over de verstedelijkte gemeenten in de omgeving. Zo passeren we terril Murebure, waar we niet op wandelen. Een eind verder weer van de RAVeL af via een trap links. Wat bochtenwerk door de mijncité en een onopvallend buurtpad brengt ons aan de voet van de terril Espérance (de 'Terril van de Hoop'). We zoeken de beboste flank op van de terril maar gaan niet helemaal tot boven, hoewel dat eventueel een optie is.
> We zijn nu echt aangekomen in de Luikse voorstad. De laatste kilometers over GR 121. Eerste links, we kruisen drukke stadswegen (café's, winkels) en dalen weer wat. Na de kruising met de N3 - Rue de Hesbaye (Tienen - Luik, de historische voorloper van de snelle E40), stijgen we weer even, al zigzaggend door een oude stadswijk van arbeiderswoningen met gekasseide straatjes.
> In de Rue Toussaint Beaujean een pad op dat aan de straatkant is afgesloten met een hekken. De padmarkering op het hekken is een extra bevestiging dat je hier wel degelijk door mag. Dit stijgend paadje neemt je door een mooi stuk bos met een paar oude beuken. Het is eigenlijk een oud privé-park dat voor WO II tot een residentie behoorde van een zekere Heuvelmans.
> GR 121 loopt via de Rue des Cailloux weg van de terril Espérance, gaat verder rechts door de gemeente Saint-Nicolas de Rue Adolphe Renson in en na wat kruisingen met straten sla je een tijd later in de Rue de L'Espérance links opnieuw kort een RAVel-pad in. Hier liep de bedding van de industriële spoorlijn 210 (Saint-Nicolas - Ans). Na bijna 500 meter verlaten we de spoorbedding om rechts via de N637 (Rue Emile Vandervelde) even later de autosnelweg E25 onder te lopen.
> Dalen naar de spoorlijn Brussel - Luik en vlak voor de spoorbrug rechts een gekasseid paadje tussen een muur en de lager lopende spoorbedding. De volgende spoorbrug steken we wel over om de spoorlijn dadelijk rechts in dezelfde richting nog even volgen. Na 300 meter links de Rue en Bois in.
> Op een verkeersweg gaan we links nog wat verder stijgen. Eerste rechts dan, na 50 meter weer rechts en onmiddellijk links weer trappen op. Rechts de Rue du Citadelle volgen nu tot bij het grote oorlogsmonument, vanwaar je een uitgestrekt zicht hebt over Luik. De vurige stede ligt nu aan onze vermoeide wandelvoeten.
> Daarmee eindigt onze tocht bijna. Rest nog een superafdaling over de Montagne de Bueren, een schitterend trappenpad van 374 treden daalt helemaal af naar het hart van Luik. Een van de meest indrukwekkende trappenallees ter wereld. De trappen werden rond 1880 aangelegd met de bedoeling om het garnizoen in de citadel snelle toegang tot de stad te verlenen bij ontij. Een fantastische entrée!
> We gaan voorbij het Parc de la Paix links de indrukwekkende trappenallee van de Thier Savary op naar de Montagne Saint-Walburge. De trappen werden aangelegd in 1905.
> Een paar snelle padwissels brengen ons op een rechter pad waarover we het Parc de Naimette - Xhovemont uit komen bij een paar sportterreinen. We gaan er ongeveer rechtdoor de smalle Rue des Métiers in langs deprimerende woonblokken. Op het einde rechtdoor, de Rue des Buissons in. Ook deze straat lopen we helemaal uit, dan rechts-links doorsteken om rechts de Rue Jean Haust 120 meter te volgen. De straat draagt de naam van een Waalse dialectoloog.