©
Luc Selleslagh 2008 - 2024 Trekkings.be
Tunnel Linglé tot station Herbeumont (2,5 km)
La voie des pierres qui parlent
> In augustus 1657 bezetten de Fransen de burcht enkele dagen. De troepen van Lodewijk XIV trokken zich - na het sluiten van een vredesverdrag - terug, echter niet zonder eerst alles plat te branden.
> Wat er nog over was van de burcht van Herbeumont verviel in ruïne en zou nooit meer worden heropgebouwd. Bijna 300 jaren later, in 1938, kregen de steenhopen, die vroeger de trotse burcht vormden, erkenning als beschermd monument. Vanaf 1973 werd er op de site archeologisch onderzoek verricht. Sindsdien werden ook in verschillende fases restauratie- en consolidatiewerken uitgevoerd. Vanaf 1993, toen de burchtruïnes de status kregen van 'uitzonderlijk Waals patrimonium', kwamen er meer financiële middelen en werd de restauratie grondiger aangepakt. Een bezoek is best de moeite, al mag je de burcht van Herbeumont niet vergelijken met bijvoorbeeld de burcht van Godfried te Bouillon. Bezoek is gratis. Voorzie toch een half uur tot een uur ter plaatse.
> Opnieuw stel je hier vast hoe ingrijpend de spooraanleg op het landschap moet zijn geweest, in 'een sleuf' wandel je naar de volgende brug. Langs hoge steunmuren, zodat de spoorbedding tussen het dorp en de Semois kon worden geforceerd. Deze passage had instortingen tot gevolg bij de bouw, daarbij kwamen ook grafzerken van het bovengelegen kerkhof naar beneden.
> 500 meter na de schuine Pont de Garenne loop je onder de 15de brug van spoorlijn 163A. Bovenop loopt de Rue du Château die Herbeumont verbindt met zijn historische kasteelruïne. Dit is een van de mooiste bruggen van spoorlijn 163A: Gebouwd in hoefijzervorm, maar met een assymetrische 'draai' in het gewelf. Het lijkt of een van de 'poten' van de brug een stap vooruit zet, net zoals de wandelaar die er onder door loopt. Het bakstenen spant was tot 2021 in verslechterende staat. Ook hier is vochtabsorptie de boosdoener maar het gewelf kreeg in 2021 een restauratiebeurt. Bovenop werd de borstwering weggenomen ten voordele van een nieuwe metalen reling, er werden troittoirs van gewapend beton opgelegd en de steunmuren werden opgeschuurd.
Tunnel Linglé in de winter.
Picknickbank kort na de tunnel van Linglé
Pont de Garenne
> Kortbij liggen de ruïnes van het versterkte burcht van Herbeumont. Aangezien de spoorlijn ter hoogte van de toegangsweg (op de brug) diep ingesneden ligt, geraak je er niet zomaar. We suggereren om door te wandelen tot de voormalige stationsite om vandaar naar het centrum van Herbeumont te wandelen en dan de Rue du Château te nemen. Onderweg naar het kasteel heb je dan vanop de brug een mooi uitzichtpunt over de spoorbedding.
> Het oude spoortraject is jarenlang overgroeid geweest hier, maar werd in het kader van een RAVeL-verbinding hier al in de jaren '80 weer 'gecleared'. De laatste grote opruiming van te hoog opgeschoten bomen en struiken dateerde van 2006, in de aanloop naar de openstelling van het wandelpad 'La voie des pierres qui parlent'. Stilaan begon alles weer dicht te groeien, in 2022 werd het traject weer beter opengemaakt in het kader van Ardenne Cyclo.
Semois, gezien vanaf spoorlijn 163A
> Vanuit de buik van de tunnel van Linglé vervolgen we de wandeltocht naar Herbeumont. Na deze tunnel passeren we nog 3 bruggen, waaronder een hele mooie bij het centrum van Herbeumont. Dit korte deel eindigt op het verlaten en kaalgeslagen stationsplein van Herbeumont.
Tunnel van Linglé
De burchtruïne van Herbeumont
> De tunnel van Saint-Médard eerder, brak door een hoogvlakte tussen de vallei van de Vierre en die van de Aise. Via de tunnel van Linglé breekt spoorweg 163A dan weer door in een ander rivierdal, we zijn aangekomen in de schitterende vallei van de Semois.
> Kort nadat we weer het zonlicht aanschouwen passeer je een picknickbank, strategisch geplaatst op een plek waar je een mooi doorkijkje hebt over de koningin van de Ardense rivieren, de Semois. De Semois kronkelt in de omgeving van Mortehan en Herbeumont in vreselijk veel lange en scherpe meanders door het harde Ardense schiefergesteente op haar traject tussen Aarlen en Monthermé.
> De spoorbedding ligt op een 280 meter hoogte hier, de Semois stroomt zowat 40 meter lager. Scherp rechts maar moeilijk zichtbaar vanaf de picknickplaats ligt 'de Ravenrots' (La Roche aux Corbeaux), onderwerp van een lokale wandeling.
Herbeumont
Station Herbeumont
Bouwwerf spoorlijn 163A te Herbeumont in 1909. Tijdelijk passerelle over de diepe graafwerken (foto Lenzen)
Aronskelk
Zuidelijk tunneleinde
In 2018 kreeg het noordelijke tunneleinde een stevige afsluiting met betonstaalmatten (foto links). Een jaartje later werd hierin een opening gemaakt (foto rechts). De toegankelijkheid kan altijd wijzigen.
In de lente van 2023 stortte de borstwering van de noordelijke tunnelingang in (foto YF, La Maljoyeuse).
> Met een lengte van 250 meter is deze tunnel van Linglé de kortste van spoorlijn 163A. Andere namen voor deze ondergrondse passage: de tunnel van Herbeumont, de Tunnel van Mortehan, de tunnel van de Côte d'Aise, de tunnel van de Côte Champion... In dit verslag noemen we ze verder de Tunnel van Linglé, naar de naam van het kortst bijgelegen gehucht.
> Als je je ogen 10 minuten gewenningstijd geeft dan kun je er zonder zaklamp door, anders gebruik je best een kunstmatige lichtbron tijdens je wandeling. Het einde van de tunnel zie je ondanks de relatief korte afstand niet meteen, doordat er een flauwe bocht in tegenwijzerzin in de tunnelloop zit. Deze tunnel is in goede staat. Er is wel waterinsijpeling door de wanden, maar het zeer beperkt, je kunt er dus probleemloos op droge voeten door. Nochtans, in het boek 'Langs oude Ardense spoorwegen' van Gunter Hauspie lezen we een andere ervaring: 'Blind fietsen we over steengruis dat gedurende jaren van de wanden is gebrokkeld, en door plassen van insijpelend water. Weet echter dat dit maar klein bier is vergeleken bij wat ons straks nog te wachten staat... (Noot: Verwijzing naar de tunnel van Ste-Cécile) ... Net voor we het einde bereiken moeten we door een gordijn van neergutsend water.' Het lijkt erop of er ondertussen een paar gaatjes zijn gedicht?
> Wie ook van verlaten spoortunnels houdt, zijn mopsvleermuizen of dwarsoorvleermuizen. Eind 20ste eeuw waren ze haast uitgestorven in België maar sinds de jaren '10 wordt de zeldzame vleermuis weer waargenomen. De vallei van de Aise met haar mijnschachten en spoortunnels, biedt de belangrijkste schuilplaatsen voor de mopsvleermuizen in België.
Traject (in gele stippellijn) over 700 meter van L163A tussen Pont de Garenne en de hoefijzerbrug onder de Rue du Château. Onder de beboste oeverkam stroomt de Semois. Boven ligt het centrum van Herbeumont. De spoorbedding is wat onzichtbaar doordat in de helling werd gegraven (gebaseerd op een oude postkaart)
Een hoge steunmuur zorgt er voor dat het kerkhof en een aantal huizen bovenop
niet wegzakken door grondverschuiving
> Er stonden jarenlang slagbomen bij de ingangen van deze tunnel. Om gemotoriseerd verkeer weg te houden? Wel nee, er blijkt meer aan de hand. Deze tunnel is privé-eigendom, officieel mag je er niet door lopen. Vreemd, want waarom werd er dan het recreatieve pad 'La Voie des Pierres qui parlent' (Pont de La Blanche naar Herbeumont) door getrokken, in 2007 met veel media-aandacht aangekondigd? Blijkt dat het Waalse gewest al jaren vruchteloos aan het onderhandelen is om deze tunnel terug te krijgen van de privé-eigenaar en dat dit zou binnen afzienbare tijd gebeuren? Het verhaal gaat dat de tunnel door de NMBS ooit werd verkocht voor 1 miljoen franken aan een man die er een champignonkwekerij wou inrichten maar hiervoor uiteindelijk geen toestemming kreeg.
> Bij de uitwerking van 'La voie des pierres qui parlent' moest echter alles voor 2007 worden afgewerkt. Die wandeling kadert immers binnen een Europese Leader+ project (regionale ontwikkeling) waarvoor een aanzienlijke geldpot beschikbaar was die tijdig moest worden opgesoupeerd. Er moest dus 'resultaat' zijn voor de projectduur afliep. 'La Voie des Pierres qui parlent' moest dus anticiperen op toekomstige toelating om hier door te lopen. Dat kwam niet goed en het dure wandelproject werd enkele jaren later met een hinderlijke omweg verlegd rond en boven de tunnel... Eind jaren 2010 zorgt de tunnel voor een gelijkaardig probleem. Het prestigieuse fietsproject Ardenne Cyclo, eveneens Europees gesubsidieerd moest ook alternatief worden rondgeleid omwille van de tunnel van Linglé en kan dus de oude L163A-bedding minder lang volgen dan gewenst.
> Vanaf voorjaar 2018 werd de tunnel aan één zijde zelfs stevig afgesloten maar twee jaren later is er weer een beperkte doorgang mogelijk! Of het ooit goed komt met de tunneleigenaar uit Bertrix is zeer de vraag...
> In 2021 vond er een illegale raveparty plaats. Van kwaad naar erger...Hoewel de tunnel van Linglé beschouwd werd als de best bewaarde van de drie tunnels op spoorlijn 163a, gebeurde in de lente van 2023 het onvermijdelijke... Aan de noordzijde (kant Linglé) stortte de borstwering in elkaar. Meer dan 100 jaar gebrek aan onderhoud eisten hun tol. Niettemin is de tunnel van Linglé nog steeds toegankelijk op eigen risico!
> Toch is er opnieuw hoop in 2024. Er is (met steun van Europa) budget vrij gekomen om alsnog de tunnel weer aan te kopen en open te stellen voor recreatief gebruik...wordt vervolgd!
> Tijdens de jaren '80 werd de tunnel gebruikt door een kruitfabriek (PRB) om er wapenmunitie en -kruit te testen, de tunnel was toen zelfs aan de zuidelijke kant volledig dicht gemaakt met dikke houten balken, terwijl de noordelijke kant eigenlijk toegankelijk was. Er stonden toen ondermeer een verlichtingsinstallatie en een dikke metalen plaat op een betonnen fundering als schietstand. Enkele betonnen blokken op de tunnelbodem en hier en daar weinig opvallende schade aan de tunnelwanden zijn ook nog littekens uit die periode.
Fotograaf Louis Lenzen nam vanop de noodbrug tijdens de werken in 1909 bovenstaande foto (links). Vanop de kort daarna gebouwde definitieve hoefijzerbrug ziet de toenmalige bouwwerf er anno 2009 zo uit (foto rechts). Rechts op de oude foto merk je op de immense bouwwerf de eerste stellingen van een steunmuur in opbouw die er nu nog steeds staat. De sporen die er toen lagen waren decauvillesporen, bedoeld om bouwsteen aan te voeren en steenballast af te voeren. Nu ligt er een fijn laagje grint om het voor wandelaars en fietsers aangenaam te maken.
Gerestaureerde burchtruïnes van Herbeumont
Herbeumont, Pont Rue du Château
Herbeumont, Pont Rue du Château bij de bouw rond 1908. (foto Lenzen)
Mogelijk uitzicht van de middeleeuwse burcht van Herbeumont, hoog boven Semoismeanders. (PK)
Zuidelijke tunnelingang (kant Herbeumont) rond 1908 (Foto Lenzen)
> Spoorlijn 163A verwijdert zich weer van de Semois en bereikt 1 km na de tunneluitgang een spoorbrug waarmee superieur voor de derde maal de N884 wordt gekruist (Pont de la Longue Roye). De N884 heet hier ten noorden van Herbeumont 'Rue des Champs Simon'. De brug is in perfecte staat en zoals de Pont de Wilbauroche is de baksteenonderwelving gecementeerd voor veilig autoverkeer. Ook hier is de oorspronkelijke brugreling in smeedijzer bewaard gebleven. Bij de brug staat alweer een 'menhir' met infopaneel recht en vlakbij ligt camping 'La Garenne'.
> Het wandeltraject over spoorlijn 163A is hier weer erg mooi. In de lente heeft het iets paradijselijks met fris bladgroen en bloemenboorden langs de spoorzate.
> Met de creatie van het pad 'La voie des pierres qui parlent' is de spoorbedding weer beter toegankelijk gemaakt in de jaren '00. Toen ik hier eind jaren '90 met de fiets voor het eerst passeerde, was alles erg overgroeid. In de loop van de jaren '10 groeide de bedding toch weer dichter en werd het wandelspoor herleid tot een single-track.
> Deze burcht met zijn schitterende ligging boven enkele Semoismeanders is uiteraard gebouwd om strategische redenen. Het oorspronkelijke bouwsel stamt uit de 13de eeuw, een periode waarin de landadel zijn plaatselijk gezag verankerde door overal versterkte vestingen te bouwen.
> Herbeumont behoorde tot in de 13de eeuw tot de gronden van de heren van Orjeo (Orgeo). Zoals nogal wat dorpen in de streek kreeg ook Herbeumont zijn zelfstandige erkenning met burgerrechten door de wet Beaumont, in 1268. De burcht kwam er korte tijd later en had een controlerende functie over twee belangrijke verkeerswegen die beiden uit Frankrijk kwamen (uit Sedan en uit Carignan). In de loop der eeuwen kwam de burcht in eigendom van verschillende adellijke huizen. De muren werden daarbij verscheidene malen herbouwd en versterkt, naar de ontwikkeling van eigentijdse verdedigingstaktieken.
> Als je de omgeving wat grondiger wil verkennen kun je dat door met de wandelkaart van Herbeumont / Florenville / Chiny kortbij het lokale pad 'La Roche des Corbeaux' (6 km) op te pikken. Als je onder de brug de Rue Boulois volgt in noordelijke richting kom je na 1,4 km langs een Sint-Barbarakapel, gelegen op een kruispunt van oude mijnwerkerspaden tussen Herbeumont en de Aisevallei.
> De bedding van spoorlijn 163A begint zich weer wat in te graven en is licht verhard met fijn grind. In de verte is de volgende kruising met een verkeersweg al zichtbaar, ditmaal een inferieure kruising. 700 meter na de Pont de La Longue Roye lopen we onder de Pont de Garenne, een schuine overbrugging. De brug werd geconsolideerd in 2021 met oa trottoirs van gewapend beton, renovatie van de borstwering, cementering van het plafond en opschuring van de steunmuren.
> Helemaal ongemerkt zijn we bij de Pont de Garenne weer vlak bij de Semois gekomen en ook bij het centrum van het dorp Herbeumont. Spoorlijn 163A loopt hier ingesneden in een beboste richel die Herbeumont en de 50 meter lager gelegen Semois van elkaar scheiden. De spoorlijn zal zich na de Pont de Garenne nog dieper in die richel insnijden. De luchtfoto hieronder, genomen in de jaren '60 maakt het duidelijker hoe de spoorlijn ingeperst werd tussen de Semois en Herbeumont-centrum.
Enkel nog sneeuwmannen en de lonely railtracker wachten dezer dagen op het lege perron van Herbeumont op een stoomtrein...
Graf Serge Reding, Herbeumont
Ter hoogte van het Sentier de Vivy ligt bij de voormalige stationssite een blok beton met daarin een basrelief van het NMBS-logo.
Stationnetje van Herbeumont met wachtzaal (1939), in gebruik tijdens het interbellum.
> De bedding opent zich, we komen op niveau. Hier staat de laatste 'menhir' van 'La Voie des pierres qui parlent'. Het station van Herbeumont, een kaalgeslagen vlakte waarover een laag asfalt werd gekapt. Dat bleef zowat 5 jaren zo. In Herbeumont wisten ze precies nog niet goed wat aan te vangen met de open ruimte. Caravanbussen van toeristen mochten jarenlang gratis staan op de asfaltvlakte. Sinds eind 2021 is dat veranderd. Het asfalt werd gedeeltelijk opgebroken en er kwam wat meer groen op de vlakte. De oude stationssite wordt nu door een parkeerketen uitgebaat voor toeristische caravanbussen.
> Let ook op de dubbele 'avenue' die van het station naar de N884 te Herbeumont leidt. Nog maar een voorbeeld van hoe groots de spoorbouwers het in het begin van de 20ste eeuw bekeken, met alle grandeur er op en er aan. Je zou hier ook een groot stationsgebouw verwachten, maar er stonden tijdens het interbellum enkel wat houten barakken, waaronder een wachtzaal. Het waren nog restanten uit 1915 van de Duitse bezetting. Rond 1920 namen hier dagelijks een vijftigtal pendelaars de trein 's morgens. Er was ook een weegbrug voor vracht. In de jaren '70 was het hele stationsplein nog gekasseid.
> Half jaren 1930 doet De toeristische vereniging van Herbeumont bij de Belgische Spoorwegen haar beklag dat aankomende reizigers op het station van Herbeumont 's avonds volledig in het pikkedonker terecht komen. Er is geen stationspersoneel maar de Nationale Spoorwegen lossen het op door in de wachtzaal een tijdsklok te installeren, waardoor in de wachtzaal en op het perron de electrische lichten automatisch aanspringen 10 minuten voor de trein arriveert en 5 minuten na het vertrek weer uitdoven. In 1936 moet dat in de wachtbarak zowaar een technisch hoogstandje zijn geweest...
> Hoe het centrum van Herbeumont bereiken? Neem bij het begin van het voormalige stationsplein (nu camperterrein)links een pad (Sentier de Vivy) waarlangs ook de inwoners van Herbeumont gingen om het station te bereiken. Je kan ook de avenue op wandelen (Avenue René Demarteau) en dan links via het parkje het centrum bereiken. Naast horeca en een Louis Delhaize-superette is in het centrum ook de toeristische dienst gevestigd. De burchtruïne bereik je het snelst door vanop het stationsplein scherp links de oplopende Rue des Combattants te nemen en verderop links over de spoorbrug te gaan. Voor camping 'La Garenne' is het wat backtracken en voor camping 'Champ Le Monde' verlaat je het spoor pas vlakbij het viaduct van Herbeumont/Conques. Zie volgende pagina.
> Herbeumonts centrum is eigenlijk niet biezonder attraktief, de toeristische populariteit dankt het dorp vooral aan zijn centrale ligging in een gebied waar de Semois wild meandert door de Ardennen. Het dorp vormt een uitstekende basis voor enkele van de allermooiste wandelingen in de Ardennen of voor recreatie op en langs de Semois.
> In en rond Herbeumont is van oudsher een uitstekend aanbod van overnachtingsmogelijkheden: Zowel sociaal toerisme, campings, hotels als vakantiehuisjes zijn overvloedig aanwezig. In het dorpscentrum zijn verder enkele cafés en restaurants en een VVV-kantoor.
> Over de verstoorde rust die Herbeumont beleefde tijdens de spoorbouw met de influx van gastarbeiders, heb je hier ondertussen al veel gelezen. In die periode en ervoor vindt er echter ook een grote uitstroom van inwoners plaats. Luxemburg was toen erg verarmd en buiten de landbouw (en in Herbeumont het harde leven als scailton) is er weinig toekomst voor jonge Luxemburgers. Specifiek in Herbeumont valt begin 20ste eeuw ook veel werk weg door de sluiting van enkele leisteenmijnen. Alles wijst er op dat Herbeumont tussen 1900 en 1910 procentueel één van de hoogste emigrantencijfers van de provincie had. Bestemming was Amerika en de Herbeumontois werden extra aangevuurd door het droomverhaal van hun dorpsgenoot Jean Nicolas Perlot, die fortuin had gemaakt in de Amerikaanse goldrush. Er waren toen zelfs 2 reisbureautjes in Herbeumont gevestigd.
> Vermelden we tot slot nog dat 1914 erg dramatisch was voor Herbeumont. Tot een feestelijke opening dat jaar van spoorlijn 163a kwam het niet. Zowat het hele dorp werd daarentegen door de Duitsers geplunderd en afgebrand bij de Duitse Blitzkrieg. Na 1914 stabiliseerde de situatie. De honderden gastarbeiders aan de spoorlijn waren inmiddels weg en de emigratiegolf naar Amerika kwam tot een halt. De Belgische overheid kwam na de oorlog financieel tussenbeide bij de wederopbouw van het dorp. Zo erg was het. Vanaf de jaren '20 zou toerisme de lokale economie een stimulans geven.
> Bij de voormalige treinhalte van Herbeumont zijn we bijna halfweg het Belgische traject van spoorlijn 163A (12,5 km spoor of 13,2 km over de wandelroute vanaf de brug Rue Haute Y Orgeo).
> Voor ons liggen de spectaculairste overblijfselen van de spoorlijn, meteen ook het spannendste deel van deze tocht. Zie volgende pagina.
Serge Reding, sterk als een brug op spoor 163A...
> Eén van Herbeumonts bekendste zonen is zonder twijfel Serge Reding.
Hij behoort tot de generatie legendarische sportmannen van rond 1970, in het gezelschap van ondermeer Eddy Merckx en Jacky Ickx.
> Eigenlijk is zijn geboortenaam Serge Gérard (° 1941), naar zijn ongehuwde moeder, zijn vader heeft hij nooit gekend. Hij groeide op in het Brusselse Oudergem in een ongelukkig milieu. Het tij keerde toen zijn moeder in 1953 huwde met Ernest Reding, een Brusselse ambtenaar, afkomstig uit Herbeumont. Zijn stiefvader adopteerde hem volledig als zijn zoon. Serge krijgt voor het eerst een echte vader, hun relatie is zeer goed, in die mate dat Serge Reding in interviews later meestal zegt dat hij in Herbeumont is geboren. Herbeumont en zijn stiefvader liggen hem nauw aan het hart.
> Onder de brug van Rue du Château zijn we bijna aan het eindstation van deze etappe: 300 meter is het nog tot de site van het voormalige treinstation van Herbeumont en nog steeds loopt de bedding sterk ingesneden ("une sicatrice indélébile" noemt de heemkundige Guido Hossey het spoor, "een onuitwisbaar litteken'). Oorspronkelijk wilden de ingenieurs van spoorlijn 163A de lijn via een tunnel recht onder het centrum van Herbeumont doortrekken. Omwille van instortingsgevaar voor de bovenliggende woningen, waarvoor de staat of de aannemer geen verantwoordelijkheid wou nemen, werd dit plan afgeketst. In de plaats kwam dus de bocht met ingegraven sleuf tussen de Semois en het dorpscentrum.
> Bij de uitgraving van die spoorsleuf stortte op 18 mei 1909 de kerkhofmuur van Herbeumont naar beneden. Daarbij werden een aantal kisten en overblijfselen van kinderlijkjes mee naar beneden gesleurd. Verscheidene families hadden de pijnlijke taak om in het puin de overblijfselen van hun kinderen te determineren. Nog in Herbeumont kwam tijdens de werken op 15 maart 1907 de kleine Bertha op het werkspoor terecht onder de decauvilletrein, haar been werd verbrijzeld.
> Zijn carrière als gewichtheffer bouwt hij uit via Brusselse sportclubs. Het sportieve hoogtepunt bereikt hij tijdens de Olympische Spelen van 1968 in Mexico. Gewichtheffen is dan een show-offsport tussen Russen en Amerikanen in de jaren van koude oorlog: Een demonstratiekans bij uitstek om figuurlijk voor de wereld duidelijk te maken wie de sterkste is. Komt daar in dat duel even een Belg tussengewrikt: Serge heft in de klasse +90 kg bij de combinatie drukken-trekken-stoten 555 kilogram, goed voor een zilveren medaille! Hij wordt gekroond tot Belgische sportman van het jaar, zelfs Eddy Merckx voorafgaand. Dat succes herhaalde zich in 1969, op het WK-gewichtheffen, waar hij vice-wereldkampioen werd. Hij krijgt dat jaar de Nationale Trofee voor Sportverdienste.
> Redings populariteit is op een hoogtepunt: Zijn krachtvertoning, gecombineerd met zijn bescheiden karakter maken hem biezonder geliefd bij het publiek. Privé gaat het ondertussen minder voor de wind: zijn stiefvader overlijdt en Serge's Poolse vriendin misbruikt zijn naïviteit voor een ticket naar het Westen.
> Op het sportieve vlak beleeft hij na 1969 enkele mindere jaren. De coming man is de Rus Alexejev die onoverwinnelijk lijkt. Er wordt gefluisterd dat de Rus anabole steroïden neemt (waarvan ook Reding wordt beschuldigd). Hij is gedeprimeerd en mentaal niet opgewassen tegen de successen van de Rus en wil in navolging meer kracht putten door vele kilo's te verdikken. Na de mislukte OS van München in 1972 wordt alles ingezet voor Montréal 1976. Zover komt het echter niet. Op 28 juni 1975 wordt Serge Reding dood aangetroffen op het bed van zijn Filippijnse vriendin in Manilla. Als doodsoorzaak wordt na autopsie ter plaatse een hartstilstand als gevolg van obesitas opgegeven. Geruchten in de pers hebben het echter over moord... Het leven van Serge Reding eindigde in een gordijn van mist, hij werd amper 34 jaar.
Pont de la Longue Roye, boven de N884
Pont de la Longue Roye, bouwfase rond 1909. (foto Lenzen)
Pont de Garenne, bouwfase rond 1908. (foto Lenzen)