©
Luc Selleslagh 2008 - 2024 Trekkings.be
> Het laatste deel van GR570 loopt net zoals de vorige etappe volledig op Franse bodem. Bos en open landschap wisselen elkaar af op deze tocht langs vrij stille, slaperige dorpen. De nabijheid van de stad Longwy is haast onmerkbaar. Veel onverharde paden brengen je op het einde van deze groene tocht weer op de grens met België bij Le Chalet. Toerisme is hier zo goed als afwezig, met misschien enkel het imposante kasteel van Cons-la-Grandville als opvallend landmerk. De industriële uitbating van mijnen in deze streek is zowat volledig verleden tijd, rust en groen kwamen in de plaats.
> Padmarkering is redelijk op deze etappe, met het vertrouwde witrood van een GR-pad. In de late lente en 's zomers kunnen sommige paden overgroeid zijn.
> Het is mogelijk om tussen begin- en eindpunt een bus te nemen. Cutry is het terminusstation voor TGL-bus A naar en van Longwy-Bas. Op eindpunt Le Chalet heb je de keuze: ofwel aan Franse zijde op 15 minuten wandelen tot bushalte Chadelle voor een TGL-bus naar Longwy ofwel aan Waalse zijde verder wandelen over de verharde bosweg tot het treinstation van Halanzy (30 minuten). De Franse dorpen langs GR 570 tussen Cutry en Le Chalet worden enkel bediend door een schaarse en ruim vooraf te reserveren belbus.
> Geen campings. Onderdakaanbod is ook zeer beperkt. Contacteer de VVV's van Longwy of Aubange. Winkels in Cons-la-Grandville (bakker) en Gorcy (bakker, Carrefour Express).
> Verderop was de spoorbedding verhard met sintels en ijzerslakken, ongetwijfeld afkomstig uit oud afval van de mijnindustrie in de omgeving. Sinds 2021 kwam asfalt in de plaats. Rechtdoor de hele tijd tot
Gorcy. Je kruist er in het centrum de D29 en het met blauwe rechthoeken gemarkeerde lange afstandspad ‘
Gaume Buissonnière’. Verder rechtdoor tot je niet meer verder kan over het oude spoortraject. Bij het oorlogsmonument vlakbij zak je links af door het centrum van Gorcy (winkel).
> De D172 oversteken en klimmen over een grassig pad. GR570 loopt nu weer een paar kilometers in het spoor van de
Gaume Buissonnière. Deze route is wel in één richting gemarkeerd, de tegenovergestelde richting dan die we nu volgen. Het pad klimt soms door dicht struikgewas en tussen met paaltjes afgebakende weiden. De stijging vlakt uit als je het Bois de Cussigny bereikt en als je het bos weer uit bent, daal je door klavervelden met in de zomer fladderende luzernevlinders naar de vallei van de Ruisseau de Coulmy.
> Tijdens de bosdoortocht na Cutry passeer je nogal wat oude (18de eeuwse) grenspalen. Het pad loopt dan boven de vallei, langs de bosrand en het was af en toe flink overgroeid met netels en ander stekend groen. Het draait verderop links en daalt dan naar het mooie dorp Cons-la-Grandville. In de verte zie je al het indrukwekkende kasteel dat het dorp helemaal domineert.
> De vierde en meteen ook al de laatste volledige etappe op GR570. Tot nu verloopt mijn tocht prima. In Cutry gestart om in de late namiddag de bus terug naar Cutry te nemen. Ik moet er wel het tempo wat inhouden, want ik mag die éne bus op zondag niet missen, het is zowat de enige mogelijkheid om vlot terug in Cutry te geraken.
> In Cutry een stijgende bosweg op. Op de kaart in de oude gids staat een variant traject ingetekend dat je kunt volgen in geval van hoge waterstand. Op het terrein vond ik enkel het traject gemarkeerd dat deze variante route volgt. Van markering van de ‘hoofdroute’ zoals die is ingetekend op de kaart vond ik dus geen spoor. Maw, de hoofdroute is dus in feite de op de kaart ingetekende variante. Let op, we vernemen (2024) dat de bewegwijzering voorbij Cutry niet goed is. Volg goed mee op je kaart, gebruik bij overgroeide paden eventueel een alternatief.
> Cons-la-Grandville is een karakterdorp, gelegen aan de Chiers. De huizen en gebouwen in het dorp uit de 18de en 19de eeuw vormen een harmonisch geheel. Cons is opgebouwd in een bocht van een belangrijke zijrivier van de Maas, de Chiers. Het dorp wordt overschaduwd door een versterkt kasteel, op een verhoging gelegen. Een eerste kasteel werd opgericht door Dudon van Cons in de 11de eeuw. De huidige gebouwen zijn veel jonger: opgetrokken in 1572 door Martin de Custine in renaissance-stijl. Het bouwmateriaal bestaat voornamelijk uit gelige kalksteen. De westervleugel werd zwaar beschadigd tijdens de 30-jarige oorlog (1633) en werd in de 18de eeuw herbouwd, waarbij het karakter van versterkte vesting behouden bleef. Al eeuwenlang wordt dit kasteel bewoond door afstammelingen van dezelfde familie, in lijn voortgezet langs vrouwelijke kant, op zich een merkwaardigheid.
> Het kasteel van de familie de Lambertye kan worden bezocht door groepen. Individuele bezoekers wordt slechts uitzonderlijke toegelaten, zoals op openmonumentendagen.
> Vlakbij ligt een oude Benidictijnerabdij. De geschiedenis ervan gaat even ver terug dan die van het kasteel. Dudon van Cons stichtte deze eveneens en liet ze over aan de abdij van Saint-Hubert bij zijn vertrek naar het zogenaamde Heilige Land met Godfried van Bouillon. De huidige abdijgebouwen zijn 18de eeuws, de abdijkerk doet vandaag dienst als parochiekerk, de grote schuur wordt verhuurd voor seminaries en feesten.
> Cons-la-Grandville is net groot genoeg om een bakkerij draaiend te houden, GR570 passeert er langs.
> GR 570 loopt het dorp weer uit onder een oude spoorwegbrug, langs de Chiers en passeert bij het einde van het dorp nog een merkwaardigheid: een 19de eeuwse hoogoven.
> De hoogoven is een mooi stuk industriële architectuur. Hij werd gebouwd in 1865 kort voordat de ambachtelijke ijzernijverheid in het dal van Cons-la-Grandville definitief eindigde (1870). In 1974 werd de oven als monument geklasseerd.
> Tegenover de oven neemt GR570 een sterk stijgende asfaltweg die al snel onverhard wordt. Bij de hoek van een weide neem je een grassige veldweg tot je een eind verder een afgelegen boerderij bereikt.
> Aan die boerderij rechts een asfaltwegje op waarover je het dorp Villers-la-Chèvre bereikt. Even links en dan rond de kerk dalen.
> Links, over de N18 en verderop weer links naar een watertoren toe. Rechts hier en nu een hele tijd recht door veld naar het ‘Bois du Pas Bayard’. De bewegwijzering vanaf het verlaten van Villers-la-Chèvre laat het mogelijk wat afweten. Volg goed mee op je kaart of GPS. De bewegwijzering correspondeert mogelijk ook niet 100 % met het traject op je kaart.
> In het bos zelfde richting aanhouden. Het pad loopt langs oude grenspalen. Wat ze ooit afbakenden is me onbekend maar ze zien er eeuwenoud uit (17de-18de-eeuws?). Bij een asfaltwegje kort links - rechts een volgend bospad op. Dit daalt even in een beekvallei en gaat dan weer stijgen. In een bocht met een kapotte asfaltweg rechts en verder stijgen tot een kruispunt. Daar een asfaltwegje links op.
> Zo kom je bij een kerk midden in bos gelegen: De Saint-Denis-kerk, gelegen op het hoogste punt in de streek (394 meter).
> De kerk van Houdlémont ligt vreemd genoeg niet in het centrum van het dorp, maar helemaal afgelegen in bos op de hoogste top van de streek. De kerk werd gebouwd midden 16de eeuw (mogelijk stond er vroeger al een kapel) om dienst te doen voor de dorpen Houdlémont, Saint-Pancré en Buré-la-Ville. Enkel een deel van klokkentoren dateert nog uit die tijd. In de 18de en 19de eeuw werd de kerk vergroot en aangepast. Omwille van de hoge ligging moet het gebouw ook sinds een tijd het gezelschap dulden van wat antennes.
Kerk Houdlémont
> Ondertussen is het weer zwaar bewolkt, maar er valt voorlopig geen regen uit. De asfaltweg draait rond de kerk en gaat dan sterk dalen (150 meter hoogteverschil) naar de vallei waarin Ville-Houdlémont ligt.
> In het dorp steek je de D29 over om nog even verder te dalen in dezelfde richting. Op het einde van de weg draai je rechts. Deze asfaltweg lijkt bij het einde van een woonwijk dood te lopen maar je kan verder over een graspad.
> De volgende 1,5 km zal GR570 steeds dezelfde richting aanhouden. Af en toe kan het graspad wat ruw en drassig zijn, of wat overgroeid met stekelig groen zoals netels. Negeer zijpaden, hou eenzelfde richting aan.
> Jarenlang was de zate licht verhard. Sinds 2021 is ze verhard. Je loopt hier aanvankelijk vlak op de grens tussen Frankrijk en België. Als je de beek links oversteekt ben je meteen in België, maar GR 570 blijft nog een tijd op Franse grond.
> Na anderhalve kilometer over deze veldwegen even links om terecht te komen op een oude spoorlijn. GR570 zal dit oud spoortraject volgen helemaal tot in Gorcy.
> Dit is de bedding van spoorlijn 165X. Dit spoor werd aangelegd in 1877 als een korte aftakking van de hoofdlijn 165 Athus – Bertrix – Libramont. Het traject van ligne 165X, dat maar een paar kilometer lang was, takte af in de buurt van Signeulx (B) en liep tot Gorcy (F). Daar was een stationnetje en een feederlijn uit de fabriek in Gorcy. Precies 120 jaar na de aanleg werd spoorlijn 165X in 1997 gesloten en opgebroken. Hoofdlijn 165 bestaat nog steeds, er is zelfs sinds kort weer grensoverschrijdend passagiersvervoer tussen Virton (B) en Rodange (L).
> Aan Waalse kant ligt een natuurreservaat van 27 ha dat wordt beheerd door NATAGORA (De Waalse tegenhanger van Natuurpunt), ‘Le marais de la Cussignière’. Knuppelpaadjes leiden je door een deel van dit biezondere moerasgebied. Het gebied is zo drassig omdat de bodem rust op een mergellaag. Vooral het vogelleven is er erg gevarieerd. Infopanelen vertellen je meer biezonderheden over het reservaat.
> Weer op de spoorbedding kwam je kort daarna langs een grappig schuilhutje, La Cabane d'Emile et d'Fernand. Tenminste, zo was dat van pakweg 2005 tot 2015. Fernand Depiesse en Emile Gillard, twee krasse inwoners van Gorcy, waren al eind de zeventig toen ze hier een kleurrijk schuilhuisje uitbouwden voor de GR 570-wandelaars en de bezoekers aan het natuurreservaat. Opgeleukt met kussentjes, lectuur, bloemetje en posters van schaars geklede dames kon je hier even verpozen. Inmiddels zijn Emile en Fernand er niet meer (overleden in 2019 / 2020). En ook het schuilhuisje is weg. Er kwam een eenvoudige schuilplek en een picknickbank in de plaats. Een naamplaatje herinnert nog aan Emile en Fernand.
> Je loopt over de hoofdweg van het gehucht Vaux dat versmolten is met een ander gehucht, Warnimont. Bijna aan het einde van Warnimont loop je links een wegje op om dadelijk daarna weer rechts een hele tijd een pad te volgen langs een bosrand.
> Even opletten op de markering verderop. Na een tijd steek je de Coulmy over om het beekje langs de linkeroever te volgen (de beek dus links houden). Volg een pad dat niet ver van de beek loopt en gaat stijgen.
> Zo kom je op een open plek in bos. Bij het einde van deze open plek zie je de bron van de Coulmy. In de omgeving zijn ook nog sporen van mijnbouw die ook hier plaats vond.
> GR570 neemt 50 meter VOOR de bron een parallel pad (rechts) dat over een brugje loopt en verderop weer samenkomt met een lager pad. Vermoedelijk behoorde het brugje tot een oud traject van een mijnspoorlijn. Terug op het hoofdpad was het wel erg slijkerig toen ik hier passeerde, soms een grote modderpoel. Het blijft maar omhoog gaan tot je op den duur links door de bomen een gebouw ziet verschijnen. Kort daarop moet je links en kom je voorbij een grenspaal tussen Frankrijk en België weer bij ‘Le Chalet’. Deze plek zal je zeker niet onbekend voorkomen als je de hele GR570 wandelde, hier zijn we na 115 km immers weer op het vertrekpunt van de GR570. Terminus
ditmaal!
Dit moet het origineelste en mooiste schuilhokje zijn geweest dat je langs een GR kan vinden.
Marais de Cussignière
Emile en Fernand aan hun schuilhuisje in 2007
Over de bedding van ex-spoorlijn 165X
Onderweg naar Gorcy
Bron van de Coulmy
Hooibeestje
Pad van Gorcy naar Vaux-Warnimont
Hoogoven Cons-la-Grandville
Onderweg tussen Villers-la-Chèvre en Ville-Houdlémont
Villers-la-Chèvre
Bois Pas de Bayard
Cons-la-Grandville, kasteel
Op één bakkerij na zijn door schaalvergroting en de auto alle buurtwinkels en horeca verdwenen uit Cons-la-Grandville
Kleurige blaffeturen in Cons-la-Grandville
Pad van Gorcy naar Vaux-Warnimont