Startpagina > Wandelen > Streek-GR Groene Gordel
> Nog een wegkruising, langs een tweede vijver en net voor een derde vijver gaan we links over een geasfalteerd paadje dat ons in het centrum van Tervuren brengt. We volgen een paar straten in Tervuren om zo via een gekasseid paadje bij de Sint-Jan-Evangelistkerk van Tervuren te komen.
> De Sint-Jan-Evangelistkerk van Tervuren is een mooi voorbeeld van Brabantse gotiek. Ze werd in verschillende fasen gebouwd en herbouwd tussen de 13de en 15de eeuw. Er liggen ook enkele Brabantse hertogen begraven. Opvallend aan het gebouw is dat er geen echte kerktoren is te zien maar een wat pietluttig dakruitertje, ondanks de rijke historische uitstraling van een plaats als Tervuren. Die kerktoren is er wel eeuwenlang geweest maar rond 1777 werd de toen barokke toren gesloopt omwille van instortingsgevaar. Bij de restauratiewerken die de daaropvolgende jaren gebeurden, was wel een nieuwe toren voorzien maar die kwam er om onbekende reden niet. In 1810 werd dan maar een dakruiter geplaatst ter vervanging. De kerk is meestal toegankelijk voor bezoek.
> Even opletten bij de kerk van Tervuren nu, want er komen andere geelrode streepjes bij! Ze zijn van GR Dijleland, we zullen tot voorbij Vossem een gezamelijk tracé volgen. Pick dus de geelrode streepjes in de juiste richting op. Ga in tegenwijzerzin rond de kerk om dan ter hoogte van het kerkportaal rechts de Kerkstraat af te dalen. Al snel zijn we weer op het marktplein (horeca, winkels).
Sint-Hubertusvijver
> We wandelen ongeveer rechtdoor over een tijdens de jaren '00 hernieuwd deel van het centrum dat de verbinding vormt tussen het oude dorpscentrum en het Park van Tervuren. Tussen het administratief centrum en de goed gedocumenteerde toeristische dienst van Tervuren + vrijetijdscentrum door belanden we zo na een trappenvlucht meteen in het Warandepark.
> Rechtdoor over deze Keizerinnedreef met de Sint-Hubertusvijver aan onze rechterzijde. Na 200 meter links omhoog tussen een langgerekte graszone (links) en de bosrand (rechts). Voor ons doemt het Koloniënpaleis op.
> In de buurt ligt ook het Koloniënpaleis. Oorspronkelijk stond hier een jachtpaviljoen van Willem II van Oranje. Leopold II plaatste er zijn zot geworden zus Charlotte van België, na het mislukte keizerlijke avontuur in Mexico van haar geëxecuteerde echtgenoot Maximiliaan van Oostenrijk. In 1879 brandde een deel van het paviljoen echter af, waardoor Charlotte naar het kasteel van Boechout (Meise) verhuisde. In de aanloop van de Wereldtentoonstelling liet Leopold II hier in de jaren '90 van de 19de eeuw het Koloniënpaleis optrekken om er de aangesleepte stukken uit zijn Congo-Vrijstaat te etaleren in een Congomuseum. Vanaf de GR Dijleland zie je aan de achterzijde an het paleis een monumentaal houten gebinte. Het werd opgetrokken uit tropisch hout in art nouveau-stijl en maakte deel uit van de zuidervleugel van het oorspronkelijke tentoonstellingspaleis. Het werd als monument sind de jaren '80 beschermd en verplaatst naar de achterkant van het paleis. Het Congomuseum bleef bestaan na de Wereldtentoonstelling maar werd al snel te klein. De collecties verhuisden in de jaren '00 naar een veel grotere tentoonstellingsruimte, het huidige nabijgelegen Africamuseum. Het hoofdgebouw van het Afrikapaleis doet tegenwoordig vooral dienst voor pompeuze feesten en cateringruimte. De zijvleugels worden nog steeds gebruikt voor onderzoek aansluitend bij het Africamuseum.
> Ongeveer 100 meter voor we het Afrikapaleis bereiken, slaan we rechtsaf het Warandebos in. Een 80 meter verder alweer kwartdraai links en we wandelen langs de achterzijde van het Afrikapaleis met het monumentaal houten gebinte uit eind 19de eeuw.
> Met een korte uitwijking naar rechts komen we vervolgens bij het moderne toegangsgebouw tot het indrukwekkende Afrikamuseum.
Streek-GR Groene Gordel door het Park van Tervuren
Africamuseum (voormalig Museum Midden-Afrika)
> De bouw van een permanente behuizing voor de Congo-collectie vloeide voort uit de Wereldtentoonstelling van 1897, waarbij Leopold II in en rond het Warandepark de koloniale verworvenheden van zijn Vrijstaat Congo etaleerde, inclusief een Congodorp bevolkt met Congolezen die als attraktie dienden alsof het om een zoo ging. Het museum dat enkele jaren later werd opgetrokken omdat het huidige Afrikapaleis al snel te klein werd, groeide als Congomuseum (later als Koloniaal Museum en Museum voor Midden-Afrika) uit tot een van de meest bezochte in België. Naast de aanleg van een enorme en veelal niet op eerlijke wijze verworven objecten voor de collectie en naast wetenschappelijke inventarisatie en onderzoek, moest het musuem voor Leopold II ook als een visitekaartje dienen om Belgische investeerders te lokken naar de rijkdommen die hun wachten in 'de Congo'. De Afrikaanse collectie is bijzonder waardevol en enorm uitgebreid, slechts een fractie daarvan kan worden uitgestald.
> Tijdens de jaren '10 was het museum vijf jaren gesloten voor een grondige vernieuwing en modernisering. Bijzondere aandacht werd besteed om het koloniaal gedachtegoed en de discriminerende suprematie van "de blanke versus de zwarte" er uit te halen, met aandacht voor de werkelijke geschiedenisevolutie zonder klassieke stereotiepen, eenzijdige verheerlijking of vergoelijking van de gruwelijke daden onder Leopold II's Vrijstraat en van de bezetting tijdens de daaropvolgende koloniale periode. Symbolisch een mooi voorbeeld van de nieuwe aanpak is een ivoren buste van Leopold II, vroeger imponerend opgesteld bij de toegang tot het museum, vandaag in een vitrinekast die het verhaal van de massale olifantenafslachting illustreert om tonnen ivoor uit Congo weg te slepen. Modernisering ook op het vlak van media-toepassingen, interactiviteit en betrokkenheid van de Congolezen en andere inwoners van Centraal-Afrika bij de kennismaking met het subsahara-deel van het Afrikaanse continent. Het museum heropende onder de naam 'Africamuseum' eind 2018 ook met een gloednieuw toegangsgebouw.
> We wandelen over Streek-GR Groene Gordel verder langs de zuidzijde van de ovaalvormige vijver die tot de Franse tuinen van het Africamuseum behoren. We komen bij de standbeeldengroep 'The Congo I Presume?', een parodiërende titel op de woorden die Stanley tot Dr. Livingstone sprak toen hij hem uiteindelijk ontmoette in Afrika. Deze beeldengroep van kunstenaar Tom Frantzen zit vol symboliek en werd geplaatst in 1998 naar aanleiding van 100 jaar museum maar herdenkt ook het feit dat zowat alles aan pompeuze gebouwen en infrastructuur uit de geldpot kwam die Leopold II door zijn hardvochtig Congo-beleid kon vergaren. Vooral het centrale beeld van Leopold II moest het dan ook vergelden tijdens de beeldenstorm op Leopold II in 2020.
> Er volgt dadelijk daarna een zigzagparcours door een beukenbos van het Warandepark of het Park van Tervuren. Dat leidt ons naar de Leuvense Poort in de domeinommuring. We gaan vlak voor de poortuitgang rechts en dadelijk weer licht rechts tussen de Gordaalvijver en de Vossemvijver tot het zogenaamde 'Spaans Huis'.
Park van Tervuren
> Eeuwenlang al is dit ommuurde landschap een domein van vijvers, bossen en tuinen, al stond oorspronkelijk de recreatieve functie niet centraal. De oorsprong ligt in een met water omringde burcht, die de Hertog van Brabant, Hendrik I, in de 12de eeuw liet bouwen bij de samenvloeiing van Voer en Maalbeek.
> Tervuren moet altijd aantrekkelijk zijn geweest voor de bezettende macht over de eeuwen heen, voornamelijk in een functie als jachtgebied. Het huidige parkdeel van vijvers werd de laatste maal grondig gewijzigd eind 19de eeuw, onder het bewind van Leopold II. Hij liet de bekendste Europese landschapsarchitecten uit die tijd overkomen naar Tervuren: de Fransman Jules Vacherot en de Duitser Edouard Keilig. Wat je vandaag ziet is vooral uit hun plannen voort gesproten grotendeels gefinancierd met de verrijking uit Leopolds II privé-vrijstaat Congo. Ook de grote Vossemvijver ontstond in die periode door een samenvoeging van een aantal kleinere vijvers. De Warandevijvers worden gevoed door het riviertje de Voer, dat we straks als beek langere tijd zullen volgen over Streek-GR Groene Gordel naar Vossem en verder richting Bertem.
> Het park van Tervuren of De Warande, wordt beheerd door Natuur & Bos. Op mooie dagen kan het er vrij druk zijn met wandelaars, joggers en picknickers. Je hoort hier misschien nogal wat Frans en andere talen praten, dit park is dan ook een populair uitje voor veel bezoekers uit het Brussels Gewest en buitenlandse expats, maar we zijn hier dus nog wel degelijk volop in Vlaanderen. De mooiste tijd om hier te wandelen is ongetwijfeld eind oktober, begin november, als de vele beuken goudgeel kleuren.
> Het mooie oude gebouw met trappengevel dat op zowat 150 meter van het traject ligt op je rechterzijde is de Gordaalmolen, beter bekend tegenwoordig als 'het Spaans Huis'. Dit gebouw, in beheer door Natuur & Bos / Inverde, heeft als watermolen voor graan een geschiedenis die wellicht terug gaat tot de tijd waarin de Hertog van Brabant hier een waterslot liet bouwen (12de eeuw).
> De banmolen op de Voer behoorde dus tot de burcht en werd voor het eerst vermeld als de molen van Gordale in documenten uit 1293. Gordale moet een boerenhof zijn geweest. De benaming 'Spaans huis' slaat wellicht op gebruikte baksteen bij de heropbouw rond 1534: ter plaatse gebakken bouwsteen die met zijn lange vorm later bekend stond als 'Spaanse steen'. Toch zou de naam 'Spaans huis' mogelijk pas vanaf 1900 ingang hebben gevonden. Het huidige uitzicht van de oude molengebouwen kwam er grotendeels onder het bewind van Albrecht en Isabella (begin 17de eeuw).
'Spaans huis'
> Al vroeg moet de Gordaalmolen zijn maalfunctie hebben verloren, mogelijk al eind 18de eeuw. De gebouwen dienden van dan af als woonhuis en later als conciërgewoning voor het Warandepark. Na 1980 is de Gordaalmolen onbewoond en een fase van snel verval zet in, gerokken door communautair getwist over eigendomsoverdracht, bevoegdheid, financiering en twijfels over de bestemming. Het verval is op den duur in de eerste jaren van het nieuwe millennium zo ver gevorderd, dat op initiatief van de heemkundige kring van Tervuren een aktiecomité wordt opgezet, 'SOS Spaans Huis'. De druk door het comité op ministers en overheden leidde uiteindelijk toch tot een grondige restauratie, die werd ingezet in 2009.
> Probleem was nu nog om er een goede nabestemming voor te vinden. Natuur & Bos wou er als nabestemming een niet-commerciële uitbating aan geven en gaf de uitbating voor een parkcafé aan VZW 3Wplus (kansenproject voor langdurig werklozen) in combinatie met tentoonstellingsruimte en infocentrum. In 2013 en 2014 werd het Spaans Huis hiervoor nogmaals aangepast.
> Je kunt op deze mooie locatie sinds 2014 terecht voor een drankje of hapje op basis van Vlaams-Brabantse streekprodukten. Open donderdag tot maandag van 10 tot 18u.
Wandelen over de dreven door het Park van Tervuren
> Onderweg over Streek-GR Groene Gordel voorbij Het Spaans Huis wandelen we langs een laatste vijver van het Warandepark, de grootste ook: de Vossemvijver. We volgen de Vossemvijver in tegenwijzerzin gedeeltelijk over een breed verhard parkpad.
Vossemvijver, park Tervuren
> De attraktie hier rond deze mooie vijvers waren een zevental aalscholvers. Ze waren blijkbaar net op visvangst geweest want enkelen stonden hun nat verenpak opengespreid te drogen in de wind. Behalve aalscholvers rusten hier nog nog heel wat andere vogels. Het landschap rond de vijver is ontworpen als Engels landschapspark.
Aalscholvers
> De combinatie mist en vlammende herfstkleuren levert mooie fotoplaatjes op. Komende van de Terhulpsesteenweg gaat Streek-GR Groene Gordel de spoortunnel onder, gaat dan kort links en neemt dan het EERSTE paadje rechts het bos in. Niet het tweede, dat is de Karrenbergweg. Het mooie bospad is licht verhard met dolomiet en kruist 200 meter verder een ander pad. Steeds rechtdoor, dalend over een steenslagpaadje. Ook in de lente is het hier werkelijk schitterend. Er liggen dan dikke tapijten bosanemonen.
> We bereiken een paar honderden meters verder een driesplitsing van paden. Streek-GR Groene Gordel volgt het hoofdpad, je kan eventueel ook door de groene graszone wandelen langs de met riet verlande vijvers en het mooie beukenbos. Dit is het Hazendal, er werden sporen van bewoning geworden uit de Keltische tijd. In de lente bloeit pinksterbloem hier volop, naast heel wat andere kruiden en bloemen. Het Konijnenholvoetpad draait naar een mooi geplaatste picknickbank, de omgeving heeft iets paradijselijks op een zonnnige dag.
> Op de padensplitsing bij de picknickbank verlaten we het Konijnenholvoetpad en draaien scherp rechts om de venijnig stijgende Blokveldgatweg te nemen. We stijgen goed door uit het Hazendal en ongeveer 'boven' zie je links een wat onduidelijk pad aftakken. Dat nemen we echter niet, 30 meter verder is een kruispuntje van paden en daar nemen we bij een paar monumentale beuken het meer duidelijke en verharde pad naar links. Een heuveltje over, wat kronkelen over een perceeltje van oude grove dennen en dan dalen in de beekvallei.
> Op een mistige morgen sta ik weer aan het oude stationsgebouw van Groenendaal (spoorlijn Brussel - Namen), met zijn art-nouveau ijzerwerk. Ooit moet het veel meer uitstraling hebben gehad. Toen kwamen Brusselaars met bolhoed en wandelstok naar hier gespoord om op mooie zondagen een stukje Zoniën te ontdekken of om op het hippodroom van Groenendaal naar de paardenwedrennen te kijken. Het stationsgebouw dateert uit eind 19de eeuw en wacht momenteel op renovatie. Aan de overzijde zie je een al even stijlvol wachthuis, het werd in 2006 naar aanleiding van de spooruitbreiding voor het GEN in zijn geheel enkele tientallen meters verplaatst.
Station Groenendaal
Tafereeltje in de Gunsdelle: Bruine kikker die merkwaardige paddenstoelen observeert: Een (algemeen voorkomende) aardappelbovist wordt aan de zijkanten geparasiteerd door (meer zeldzame) kostgangerboleten.
Koningsvijvers
Onderweg naar Jezus-Eik
Jezus-Eik
Heidelibel
Jezus-Eik, verering OLV
GR-kruispunt in het Zoniënwoud
Brongebied van de Voer
Voerwegske
Vossem, Sint-Pauluskerk
Vossem, Sint-Pauluskerk
Fresco in de kerk van Vossem
De gekasseide Boterstraat
Golvende velden op de Keiberg
Onderweg naar Kooige
Kasteel de Robiano
Geografisch arboretum Koninklijke Schenking
Jachtdreef
Zoniënwoud te Jezus-Eik 's winters
Druiven uit Hoeilaart
> De padmarkering is hier discreet gehouden. Daal verder tot bij de Koningsvijvers, dan rechtdoor tussen twee vijvers om daarna dadelijk links te draaien over het Konijnenholvoetpad. Zo houden we het dal met de Koningsvijvers dus aan onze linkerzijde. Onderweg heel wat bomen met ongewone 'verwrongen' vormen. Een prachtig stukje Zoniënwoud.
> De Koningsvijvers werden aangelegd eind 19de eeuw, op verzoek van Leopold II. Het waren oorspronkelijk visvijvers. De reeks van 8 vijvers wordt gevoed door de jonge IJse en door bronnen maar liggen er vandaag nogal verland bij. De meer open vijvers hebben een uitbundige begroeiing van riet, lisdodde, gele lis (symbool van Brussel) en rietgrassen.
> Helemaal beneden in de vallei, met een gedeeltelijk gekanaliseerde beek (eigenlijk een waterafvoerkanaal van de Brusselse Ring) komen we op de Varkensgatweg in de Gunsdelle. Je komt in de omgeving van het Brusselse heel wat plaatsnamen tegen die eindigen op 'delle'. Het is een oud-nederlands woord dat een geologisch gebied aanduid van een komvormige laagte.
> Streek-GR Groene Gordel blijft de beek volgen. Ze gaat kronkelen en staat blijkbaar vaak droog. Op dagen met overstortwater kan er wel een stevig debiet zijn. In de lente groeit hier uitbundig goudveil en er stond ook veel witte klaverzuring. Toch wel verrassend, want het water van de Ring is niet al te proper en goudveil is in principe een goede indicator voor zuiver beekwater.
> Een bruggetje over en we wandelen verder aan de andere beekzijde. Zo bereiken we de rand van het Zoniënwoud om te vervolgen over een veldwegje dat naar een manège loopt.
> Het weggetje vervolgt naar links, wordt verhard en loopt naar de Brusselsesteenweg. We kruisen die verkeersweg schuin en nemen een kaarsrechte veldweg, die verderop is afgelijnd met statige beuken. Aan onze rechterzijde kijken we uit over het golvend Zoniënlandschap van Hoeilaart. Een eind verder herinneren een partij serres nog aan de ooit zo bloeiende druiventeelt. Als we een wijkverkaveling bereiken, komen we op asfalt terecht en krijgt de weg ook een naam, de Koedalstraat.
> Het eerste dat opvalt in Jezus-Eik zijn de talrijke horeca-zaken. Dat is wat historisch gegroeid, het waren in de eerste plaats pelgrimsherbergen. Jezus-Eik was naast een bedevaartsplaats ook een geliefde plek voor veel Brusselaars om het Zoniënwoud in te wandelen. Wandelaars en pelgrims waren dus het cliënteel dat de terrasjes hier bezet. Daarvan zijn vandaag zowat enkel de wandelaars overgebleven.
> Zelf blijven we echter Streek-GR Groene Gordel volgen en gaan dus rechts hier voor een weinig boeiend traject langs verkavelingen. Eerste wijkstraat links (Prinsendal). Einde rechts (Hertogenweg), meevolgen in een drietal bochten (Markieslaan) en dan de eerste asfaltweg links (Keizerlaan). Nog meer pompeuze villa's. Geen idee waarom men het traject van de Streek-GR langs hier laat lopen.
> Villa-kijken is niet echt mijn ding. De Keizerlaan draait licht naar rechts en komt op de T-kruising met de Vlierbeekberg. Links en we lopen nu parallel met de autosnelweg E411 (Brussel - Luxemburg), waarvan het motorlawaai duidelijk hoorbaar is. In het verlengde van de Vlierbeekberg nemen we de Kersenbomenlaan, die we almaar blijven volgen, ook als ze kort rechts-links gaat. Ze eindigt op een druk kruispunt bij een brug over de E411. Die brug nemen we om meteen in het centrum van Jezus-Eik terecht te komen.
> Na de verkaveling verandert het wegdek in kassei. Nog altijd rechtdoor tot op de Vuurgatstraat (bushaltes). De volgende paar kilometers zal Streek-GR Groene Gordel ons door oninteressante verkavelingen leiden. Je kan de pijn verkorten door snel rechtdoor te wandelen om zo het centrum van Jezus-Eik te bereiken.
> Verre uitzichten aan beide kanten. Rechtsvoor ligt in de verte de dorpskern van Leefdaal in de Voervallei. De veldweg bereikt een andere wegje, daar gaan we links naar de N3 (Leuven - Brussel). Op het spitsuur kan hier druk verkeer zijn en is het opletten om voorzichtig over te steken. Aan de overkant dalen we licht over een grassige veldweg die verderop zacht naar links draait. Ter hoogte van een voormalige boerderij komen we op de Coigesteenweg.
> Rechts langs de Coigesteenweg over het voetpad, voorbij een bushalte waar je de bus Leuven - Brussel Noord kunt nemen. Ik stijg nog licht verder tot een wegenkruispunt bij Moorsel waar een volgende bushalte te vinden is. Hier hou ik het voor vandaag voor bekeken. Kortenberg (treinstation, busverbindingen) verschuif ik naar de volgende etappe.
> Voor de kerk gaan we kort links-rechts, langs infopanelen over Jezus-Eik en zijn geschiedenis en bezienswaardigheden. Rechtdoor dan langs de Capucijnendreef over 150 meter en dan links de Jachtweg in, een statige dreef door het Zoniënwoud. Eerst beukenwoud, verderop door lichter bos waar ook de exoot reuzenbalsemien de kans heeft gezien om sterk uit te zaaien.
> We volgen de Jachtdreef over zowat 650 meter, onderweg gaat het bij een eerste kruising (Bijlweg) rechtdoor verder en op een vorksplitsing rechtsvoor de Lijsterweg in. Het gaat wat op en neer, de sterker wordende zon ruimt de laatste mistflarden op in het bos. Er is hier veel ondergroei van koningsvaren. De Lijsterweg komt in een dal op een padenkruising. Kort links door over 30 meter de Kleine Flossendelleweg nemen en dadelijk rechts de Woudmeesterdreef in.
> Leopold II had eind 19de eeuw een enorme persoonlijke rijkdom verzameld aan eigendommen, kastelen, bossen en parken. Het geld daarvoor kwam zonder twijfel rijkelijk binnen gestroomd via Congo, dat oorspronkelijk ook zijn eigendom was. Rond 1900 liet hij de meeste van zijn gronden en eigendommen overmaken aan de Belgische Staat. Bij wet aanvaardde de Belgische Staat deze 'Koninklijke Schenking' in 1903. De reden hiervoor was wellicht om te vermijden dat zijn eigendommen in buitenlands bezit kwamen, gezien zijn dochters met buitenlanders waren uitgehuwelijkt. Als tegenprestatie moest de Belgische Staat het onderhoud op zich nemen van zijn voormalige eigendommen en een aantal paleizen en kastelen ter beschikking houden van zijn opvolgers. Voor het beheer van die goederen werd de Koninklijke Schenking opgericht, een wat schimmige autonome organisatie van de Staat, die tot vandaag nog bestaat. Die eigendommen zijn te vinden van Oostende tot de Ardennen maar vooral in en rond het Brusselse. Hier te Tervuren vallen ondermeer de gebouwen van de British School, het Kapucijnenbos en het arboretum in het Zoniënwoud onder de Koninklijke Schenking.
> Nog steeds rechtdoor over een dreef die dicht is aangeplant met linden, verderop gebeurde de aflijning met dennen. In dit deel van het Zoniënwoud is het gewoonlijk rustig wandelen. Op een gegeven moment moet je dan de brede bosweg verlaten die je inmiddels toch al bijna een uur hebt gevolgd. Dit staat gelukkig goed aangeduid met een extra groot witrood teken. Rechts dus, we komen na de exotische bomen weer in 'native forest' terecht van hoofdzakelijk beuk en eik.
> Bij een GR-padwijzer verlaten we weer de witrode streepjes, we volgen nu de eigen geelrode streepjes van Streek-GR Groene Gordel richting Tervuren.
> We nemen op het grote padenkruispunt ongeveer rechtsvoor een dolomietpad dat door het geografisch arboretum loopt.
> Het arboretum werd aangelegd vanaf 1902 naar instructies van professor Charles Bommer, conservator van de toenmalige 'jardin botanique' te Brussel (de voorloper van de Plantentuin van Meise). Maar liefst 460 verschillende boomsoorten vonden in het arboretum hun stek, een derde daarvan zijn naaldbomen. Het 100 hectaren grote arboretum werd niet ingedeeld volgens soortenverwantschap maar volgens geografische herkomst. Voor professor Bommer was het ook een proeftuin om te zien welke soorten ook in ons klimaat en onze bodem goed gedijen. Daarom werden er vooral soorten uit het noordelijk halfrond aangeplant. Iets meer dan de helft van de boomsoorten zijn typisch voor Amerika en Canada.
> We lopen over Streek-GR Groene Gordel nog steeds in het spoor van GR's 579 en 512 (witrode tekens). De bewegwijzering is discreet gehouden in het geografisch arboretum van de Koninklijke Schenking, enkel op de vele rustbanken zie je witrode GR-tekens. We blijven over verscheidene kilometers dezelfde brede bosweg volgen. Hij slingert in bochten langs gevarieerde boomaanplantingen uit verschillende continenten om een tijd later de Capucijnendreef te kruisen.
> Langs een bareel en rechtdoor op een brede asfaltweg door een woonwijk. Eerste wijkstraat links, voobij een bushalte en dan dadelijk rechts het paadje langs de Voer. Dit loopt verderop langs een skateterrein, rechtdoor verder en langs een vijver van het kasteel van Tervuren.
> Kasteel de Robiano heeft een oude geschiedenis, mogelijk is het in de 16de eeuw uitgegroeid van een hofstede naar een kasteel. De voorlaatste adellijke eigenaars, de familie de Robiano, liet het eind 19de, begin 20ste eeuws nog sterk verbouwen. Daarna functioneerde het nog een tijd als vakantiekolonie voor kinderen. Tegenwoordig heeft een Amerikaans softwarebedrijf er haar intrek genomen.
> We laten de gebetonneerde wijkstraten links liggen en stijgen nog wat verder tot voorbij het bord dat ons vertelt dat we Vossem uit zijn. De Morrenweg laten we dan weer rechts liggen en we stappen verder over een veldweg tot kort voor een GSM-antenne. Op het hoogste punt van deze Keiberg nemen we dan nog voor de antenne een veldweg naar rechts. Zo zijn we dus helemaal de vallei van de Voer uitgewandeld om bovenop een breed golvend plateau te zijn beland.
> We nemen de Dorpsstraat slechts even naar links om na zowat 80 meter rechts te gaan (Plintveld) en zo Vossem alweer uit te lopen. 50 meter verder in een bocht van de weg rechtdoor, buurtpad Kapellekesweg in. Dit beklinkerd paadje komt uit op een kruispunt en hier ligt dan de plek waar GR Groene Gordel en GR Dijleland scheiden. Dijleland loopt rechtdoor de OLV-straat in, terwijl Streek-GR Groene Gordel links de Boterstraat in gaat. Al snel wandelen we op een prachtige, diep ingesneden holle weg, die is bedekt met rode kassei. Zo stijgen we flink door en hogerop lopen we een verkaveling binnen. De kasseien kregen er een laag asfalt. Tot voor enkele jaren moet het hier nog allemaal veld zijn geweest.
> Vossem heeft een interessant kerkgebouw, gebouwd rond het jaar 1200. Zoals je zelf kan zien werden nogal wat aanpassingen aangebracht de volgende eeuwen. Dat gebeurde niet steeds even overdacht. Van voren bekeken is de Sint-Pauluskerk asymmetrisch en weinig harmonieus. Aan de buitenzijde van het koorgedeelte zie je nog versiering met boogvormige uitsprongetjes, typisch voor een zogenaamde 'Lombardische fries'.
> Ook de paradijspoort in romaanse stijl is nog te herkennen, langs hier werden de lijken naar het kerkhof gedragen om begraven te worden na de dienst. Het oorspronkelijke bouwmateriaal is kalkzandsteen, gewoon uit de streek afkomstig.
> Zoals veel kerken in de middeleeuwen was ook die van Vossem binnenin bekleed met muurschilderingen in een romaanse en gotische stijl. Rond 1700 liet de pastoor alles overpleisteren en werd de kerk vrij radicaal herbouwd. Tijdens een grondige restauratie rond 1970 werden sommige fresco's weer bloot gelegd. Een paar resten van die minstens 500 jaar oude fresco's werden in 1992 gefixeerd met veel zorg en respect voor het origineel. Ze zijn te bekijken vandaag.
> Voorbij een dam op de Voer en kruising met een asfaltweg bij aankomst in Vossem. We gaan er nog steeds rechtdoor langs een haag en nog altijd in het gezelschap van de propere Voer. Het paadje slingert wat, we lopen over een brugje en langs een vijver en draaien dan naar links tot op de Dorpsstraat van Vossem.
> Zo wandelen we door de lange omheiningsmuur weer het het Warandepark uit. Even links en 50 meter rechts op de Waalsebaan om dan links te beginnen aan het mooie, smalle Voerwegske dat ons helemaal tot in Vossem zal 'voeren'.
> Eerst even langs afsluitingen en tussen coniferen. Daarna loopt het meer 'in lijn'. Onderweg komen we langs een picknickbank. Er zijn meer kleine riviertjes die 'Voer' als naam dragen. Het woord is afgeleid van het Germaans Fura of Furo, wat 'afvoer' of 'voerende' betekent, verwijzend naar die functie van de beek of rivier. Trouwens het dorp Tervuren, waar we net vandaan komen, heeft zijn naam ook te danken aan de Voer. 'Tervuren' heeft dus niets met vuur te maken, wel met water: 'Ter Fura'. Het slijkerige Voerwegske van vroeger heeft een dolomietlaagje gekregen en loopt nu dus vlot als semi-verhard paadje.
> We wandelen door het Twaalf Apostelenbos. Dat bos dankt zijn naam aan het middeleeuwse "Hof van de 12 Apostelen". Vandaag is dat bos eigendom van de provincie Vlaams-Brabant en grotendeels in beheer door Natuurpunt. Opborrelend kwelwater zorgt voor natte gronden met planten en bomensoorten die in zo'n milieu goed gedijen, zoals wilg en zwarte els.
> Even opletten wat verder Koninklijke Wandelweg want ter hoogte van enkele rietkragen we links parallel een paadje dat wat onduidelijk afgebakend loopt. Dit pad loopt na een tijdje wat lager en komt in een groen beekvalleitje.
> Dit is het brongebied van het riviertje de Voer, die we straks gaan volgen. We steken het valleitje via het bruggetje NIET over maar gaan rechts over het gras. Verderop nog even over een bospad. We naderen Tervuren en verlaten zo dadelijk het Zoniënwoud.
> Tesamen met GR 579 (Brussel - Luik) en GR 512 (Diest - Geraardsbergen) wandelen we nu tot op het kruispunt van de Zevenster. Op dit punt zullen we het arboretumdomein van de Koninklijke Schenking intrekken. Er staat een grote rustbank uit de jaren '50 (1953) die herinnert aan de Schenking van Leopold II van dit domein aan de Belgische Staat 50 jaren eerder.
> De bedevaartskerk is overdag open voor bezoek. Ooit was Jezus-Eik volledig omgeven door het Zoniënwoud. Een dikke eik werd er verscheidene malen getroffen door blikseminslag. Een duivels teken, de eik moest worden gezuiverd van duivelse connotatie door er een kruisbeeld aan te hangen. Een Brusselaar verving het kruis in 1637 door een Mariakapelletje. In het Frans draagt Jezus-Eik trouwens de naam 'Notre Dame au Bois'. Enkele wonderbaarlijke genezingen aan het kapelletje volstonden om een bedevaartstraditie in gang te zetten. De eik is inmiddels al lang verdwenen, er kwam rond 1650 een bedevaartskerk die na 1770 ook de parochiekerk werd van het groeiende gehucht.
> Vandaag lijdt Jezus-Eik wat onder de verkeersdrukte, veroorzaakt door de nabijheid van de E 411 en zijn op- en afritten. De Vlaamse overheid evenals de gemeente Overijse werken aan een masterplan om in de toekomst al dat doorgaand verkeer te bannen. Jezus-Eik moet echt weer een groene poort worden tot het Zoniënwoud. Weinigen wandelen vandaag nog de bedevaartskerk binnen maar het loont toch de moeite. Oude schilderijen, glasramen en ex-voto's getuigen van het vroegere mirakeloord en je kunt onder het altaar zelfs nog een stukje van de lang geleden afgestorven eik zien.
De stijgende Blokveldgatweg
> Leuke start van deze tweede etappe op Streek-GR Groene Gordel, we duiken meteen weer het Zoniënwoud in, door een van de prachtigste wouddelen overigens, de Koningsvijvers. Aan het andere einde van het Zoniënwoud stappen we richting Jezus-Eik, ooit nog een populair bedevaartsoord. Nu is het een instappunt voor wandelaars in het Zoniënwoud. We lopen een eind verder door het geografisch arboretum van de Koninklijke Schenking en voorbij het Kapucijnenbos arriveren we in Tervuren. Einde van onze 13 km lange tocht door woud. Hier steelt het populaire Warandepark de show, met zijn prachtige beukendreven en vogelrijke vijvers. Een lang pad langs het Voerriviertje brengt ons voorbij Vossem waar we via holle wegen de Vlaams-Brabants hoogten opzoeken. Door een golvend landbouwlandschap bereiken we het Leefdaalse gehucht Kooige bij Moorsel, waar bussen langs komen om weer even de tocht te onderbreken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Streek-GR Groene Gordel (147 km)