Startpagina > Wandelen > Streek-GR Groene Gordel
> Voor Paul Arconati-Visconti was Gaasbeek eerder een zomers buitenverblijf. Zo liet hij op het domein een wat pompeuze en nu wat lachwekkende triomfboog optrekken ter ere van Napoleon. Dat was echter maar één folietje van hem. In Brussel liet hij zich graag opmerken. In de Hollandse tijd toerde hij door de stad in een koets met 6 ingespannen paarden, eigenlijk een verplaatsingswijze die was voorbehouden aan de koninklijke familie, daarom liet hij één van de paarden vervangen door een muilezel volgens de legende. In het boek 'Pajottenland, een land om lief te hebben' lezen we nog wat straffe verhalen. Zo was het operagezelschap beducht voor het feit dat indien Paul Arconati-Visconti zou komen kijken, alle aandacht tijdens de voorstelling op hem zou zijn gericht in plaats van op het operastuk. Na een reis naar Turkije begon hij zich thuis ook te kleden als een Turkse vorst en zijn dood bereidde hij voor door af en toe te mediteren in een open lijkkist.
> Toch vergat hij het kleine dorp Gaasbeek niet, waar herstellingen aan de kerk door hem werden betaald en hij werd in 1821 ook gewoon begraven op het kerkhof van Gaasbeek en niet in een Brussels praalgraf, zoals zijn voorgangers. Zijn grafsteen met daarop een uitgebreide tekst in drie talen kun je er nog steeds vinden. Het kasteeldomein van Gaasbeek blijft eigendom van de familie Arconati Visconti tot in de 20ste eeuw, hoewel ze er weinig of niet vertoeven. Een rentmeester zorgt tijdens de lange afwezigheden voor het onderhoud.
> Voor we aan de voet van de basiliek komen, nemen we links de Melkstraat. De Halse verkenning gaat verder rechts-links in de Volpestraat en langs de Beestenmarkt met het beeldje van de Vaantjesboer. In de Volpestraat eerste straat links, de gekasseide Nieuwstraat en op het einde daarvan rechts de Basiliekstraat in, dit is de hoofdwinkelstraat van Halle met sjieke boetieks.
> Rechtdoor nu en op het verkeerskruispunt nogmaals rechtdoor, de Zenne en het kanaal Brussel-Charleroi over tot op het grote stationsplein. Voilà, de cirkel of beter de groene gordel is rond! Einde.
> Terug in Sint-Kwintens-Lennik, voor de laatste etappe. Je kunt er niet naast kijken op het Marktplein, Prins, Trots van Brabant, in een fors bronzen beeld gegoten. Bij het krachtigste trekpaard ter wereld hoort ook een krachtig monument moeten ze in Lennik hebben gedacht. Onder de talloze Brabantse monumenten ter ere van het Belgische trekpaard (oa Vilvoorde, Grimminge, Vollezele,...) is dat van het Lennik het zwaarste.
> Als je vanop het marktplein naar de kerk kijkt, dan geeft het kerkgebouw een wat in de breedte 'gedrongen' indruk, geaccentueerd door de kerktoren die steil in de hoogte piekt. In tegenstelling tot veel kerken staat de klokkentoren hier immers niet op het oostelijke of westelijk einde van de hoofdbeuk maar midden op de kruising van hoofd- en kruisbeuk, een vieringtoren dus. Er is vooral kalkzandsteen gebruikt als bouwmateriaal. Ga je wat nauwkeuriger naar de bouwsteen kijken dan merk je allerlei soorten steen in verscheidene maten: Het resultaat van bouwen, herbouwen en bijbouwen over alle eeuwen heen sinds de 13de eeuw of vroeger, waarbij wellicht nogal wat steen telkens werd herbruikt. Op 17 september 1858 werd de kerk sterk getroffen door brand, veroorzaakt door spelende kinderen die een rieten dak van een naburig huis per ongeluk in de fik staken met zwavelstokjes. De monumentencommissie adviseerde toen - tegen de wens van de meeste Lennikenaren in - om niet een volledig nieuwe kerk te bouwen maar om de kerk op te trekken uit de bestaande ruïnes...
> ... De volgende jaren kreeg de kerk zo grotendeels haar huidige uitzicht. Ze werd toen nogmaals vergroot en verhoogd. Tijdens de werken stortte de toren echter in, die moest bijna volledig worden herbouwd. De lokale kroniek vertelt dat de heren van Lennik dan van de gelegenheid gebruik maakten om een veel hogere torenspits te laten bouwen. Eeuwenlang moesten ze immers uitkijken op de hoge kerktoren van nabijgelegen Sint-Martens-Lennik. En zo kreeg Sint-Kwintens-Lennik een torenspits die maar liefst 68 meter de hoogte in priemt... De kerk is overdag meestal toegankelijk voor bezoek. Je ziet er oa werk van barokschilder Gaspar de Crayer, die patroonheilige Sint-Kwinten als martelaar afbeeldt. Deze Heilige werd hier aanbeden als 'Patroon der watersuchtige en pyn in armen en beenen' In de zgn 'kunstkapel' kun je oa enkele oude religieuze beeldwerken zien.
> In het gehucht Stroppen kort rechts en een paadje rechts laten liggen om de Albert Jambonstraat verder te volgen. Op het einde van deze straat wandelen we bij het laatste huis rechtdoor over een wandelpad (gevolgd door het Cardijnwandelpad in omgekeerde richting). Over een kiezelpad langs twee voetbalvelden en de chirolokalen. Voor een derde voetbalplein draait het pad mee naar rechts en weer op asfalt gaan we naar links voor even. Rechtdoor over een doorsteekpad dat recht naar de drukke Brusselsesteenweg loopt. Oversteken via het zebrapad en aan de overzijde rechtdoor over een volgend buurtpad dat ons bij het kanaal Brussel – Charleroi dropt.
> We volgen de weg Scheepswerfkaai naar rechts en na 150 meter nemen we linksvoor een paadje dat korter bij het kanaal gaat lopen. Zo komen we bij een sas dat tegelijk brug is. We steken de brug niet over maar wel de straat en volgen zo verder het kanaal tesamen met de Santiagoroute Via Brabantica. Aan de overzijde komt het opvallende stationsgebouw van Halle in zicht maar voor we ter hoogte van dit gebouw komen, gaan we rechts de Dijkstraat in. Streek-GR Groene Gordel heeft immers nog een rondje Halle in petto voor we naar de finish trekken.
Sint-Kwintens-Lennik
Gaasbeek, baljuwhuis
Kasteel Gaasbeek: verschillende bouwstijlen over de eeuwen heen
Onderweg van Sint-Kwintens-Lennik naar Gaasbeek
Ets van Harrewyne van het 17de eeuwse kasteel van Gaasbeek.
Het Land van Gaasbeek
Triomfboog, gebouwd op initiatief van Paul Arconati-Visconti
Hof te Ilingen
Marie Peyrat
Grotevijverselenweg
Sint-Gertrudiskapel en vijver met bron.
Vallei en overstromingsgebied Molenbeek
Vallei van de Rode Beek voorbij Mekingen
Halle, Marktplein met standbeeld Servais en stadhuis
Sint-Pieters-Leeuw, kasteel Coloma
Onderweg door de vallei van de Molenbeek
Sint-Pietersbandenkerk Oudenaken
Sint-Laurentiuskerk Sint-Laureins-Berchem
Standbeeld Kardinaal Cardijn
Gaasbeek
Sint-Martinusbasiliek
Onze-Lieve-Vrouw van Halle
JF de Gronckel
Sint-Pieters-Leeuw, staande wip
Het domein van Gaasbeek is alle seizoenen een bezoekje waard.
Het mooie parkbos van Gaasbeek in vlammende herfsttooi.
Ingang kasteel
Lustpaviljoentje, gebouwd in opdracht
van René van Renesse rond 1620
> Eeuwenlang al trekt Halle bedevaarders aan. Terwijl vele andere oude bedevaartsplaatsen vandaag hun aantrek hebben verloren is dat minder het geval met Halle. Qua populariteit voor Mariaverering gaat enkel Scherpenheuvel in Brabant Halle nog voor. De traditie in Halle is trouwens veel ouder dan die van Scherpenheuvel. Bedevaarders komen vooral in de meimaand (Mariamaand) massaal naar de Halse basiliek, niet enkel individueel, maar ook tientallen groepen. Die komen afgezakt tot uit West-Vlaanderen (Oostrozebeke, Wielsbeke, Deerlijk, Lichtervelde,...). Sommige groepsbedevaarders hebben er dan ook meer dan 80 km opzitten vooraleer ze Halle bereiken! Tijdens de Mariamaand alleen worden er in de basiliek tussen 500 en 1000 kilo kaarsen opgestookt!
> In de basiliek wordt de zgn 'zwarte madonna' vereert. Het beeldje werd waarschijnlijk geschonken door Aleid van Avesnes, in het midden van de 13de eeuw, en kwam terecht in een Onze-Lieve-Vrouwkapel. Het feit dat in 1335 aflaten werden toegekend aan wie deelnam aan de Mariaprocessie, zal er zeker hebben toe bijgedragen dat de Mariaverering in de 14de eeuw al een massa pelgrims aantrok. De hier uit vloeiende inkomsten verklaren het rijkelijke uitzicht van de huidige basiliek (gebouwd van 1341 tot 1470). Het lagere deel van de toren dateert nog uit die vroege periode.
> Ook binnenin zijn de waardevolle kunstschatten, die over vele eeuwen zijn verzameld, mogelijk door de giften van gulle pelgrims. In de gotische crypte bevindt er zich zelfs een heuse schatkamer die kan worden bezocht onder begeleiding van een gids. Je ziet er onder andere een Gulden Boek van de Broederschap van OLV uit 1344 en 17de eeuws religieus zilverwerk. Elders in de kerk zie je ondermeer een prachtig 16de eeuws albasten retabel en een mooie koperen doopvont. Let aan de de buitenkant van de kerk ook op de vele pinakels en gotische beelden in de nissen en portalen en op de koorommegang. De grote ronde bol boven de doopkapel is een uniek stijlelement.
> Aan de zwarte madonna van Halle worden ook talloze mirakels en wonderen toegedicht. De bekendste legende is wellicht die van de kanonballen. In juni 1489 belegerden de troepen van Filips van Kleef immers de stadsomwalling van Halle. Halle weerstond deze aanval doordat Maria de kononballen allemaal opving in haar schootkleed. Door alle kruitdampen is het beeld wel zwart uitgeslagen. Geloof je dat niet? Kijk dan even achteraan in de basiliek. Je ziet er achter tralies een hoop kanonballen liggen, 32 om precies te zijn.
> Maria heeft dus de stad Halle beschermd van de aanvallers. De realiteit is dat van Kleef wel een bres sloeg in de omwalling maar dat zijn troepen er niet zijn in geslaagd om Halle in te nemen. In 1580 wordt Halle nogmaals belegerd, ook nu kan de stad aan het geweld weerstaan. Waarom het madonnabeeld zwart ziet ondanks het feit dat het niet uit zwart hout is vervaardigd maar uit notenhout, is ook al een onderwerp voor allerlei wilde verklaringen. Er is dus de kruitdampenversie, anderen wijten het aan het intensief branden van kaarsen en wierook. Meer aannemelijk is dat het Mariabeeld oorspronkelijk was gepolychromeerd en dat metaaloxidatie voor de donkere kleur zorgde. Je kunt het bijna één meter hoge beeld zien vooraan in de basiliek, feestelijk getooid en voorzien van een nogal pompeuze kroon.
> In tegenstelling tot de meeste andere kerken in de streek, werd die van Halle nooit geplunderd, afgebrand of verwoest. Zelfs de beeldenstorm ging aan Halle voorbij. De Sint-Martinuskerk, die al in 1946 een 'upgrading' kreeg naar basiliek, vertoont dus een interessant homogeen patroon in kunstevolutie. In de jaren '00 is de buitenkant van de zandstenen basiliek weer opgefrist, de gevels ogen dus weer opgekuist in plaats van zwartgeblakerd van roet. Ook de torenspits, die tot 72 meter hoog piekt, werd gerestaureerd, daarvoor werd hij met een hoge kraan van de toren genomen. De volledige restauratie werd in 2015 beëindigd. Prijskaartje: 10,5 miljoen €.
> Achter de basiliek van Halle bevindt zich een standbeeld van Kardinaal Jozef Cardijn (1882 - 1967). Hij bracht zijn jeugdjaren door in Halle, waar zijn moeder café hield. Cardijns verdienste ligt vooral in het oprichten van de Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ). In de jaren '50 kenden zijn ideeën een grote populariteit. Voor tienduizenden Vlaamse jongeren was hij een held. Dat had zeker ook te maken met de wijze waarop hij hen toesprak: Vlammende luide speeches, met veel overgave, emotie, one-liners en bijhorende gebaren gebracht. Hij had de gave van een groot redenaar die met vuur zijn ideeën kon overbrengen en een massa kon enthousiasmeren.
> Halle dankt zijn naam van muzikale stad vooral aan zijn beroemde cellist François Servais (1807 - 1866). Zijn standbeeld domineert vandaag de Grote Markt van Halle. Servais was een muzikaal wonder die concerten gaf in heel wat landen en voor de meest exclusieve gasten. Halle bleef hij van zijn jeugd tot zijn dood trouw. Zijn composities worden nog over de hele wereld ingestudeerd in conservatoria, uitgevoerd op concerten, uitgezonden op de radio, op cd gezet en soms heruitgegeven.
> Prins, ook bekend als Orange I, is zowat de stamvader van het Belgische trekpaard, het resultaat van allerlei kruisingen van Belgische rassen. De bloedlijn van Orange I zorgde voor Belgische wereldfaam tussen 1880 en 1910. Het bronzen beeld is maar liefst meer dan 4 meter hoog, weegt 2 ton en is van de hand van Koenraad Tinel. Prins werd hier geplaatst in 1992 en is oa gesponsord geweest door de Steenhuffelse brouwerij Palm, die wel niet in het Pajottenland ligt maar het trekpaard als logo gebruikt.
> Sint-Kwintens-Lennik heeft een oeroude geschiedenis. Al zeer vroeg (978) verkreeg het dorp het recht van de Duitse keizer Otto II om een markt te organiseren. Hierdoor groeide Lennik uit tot een aantrekkingspool in de streek. Hoewel later in de 13de eeuw het machtscentrum werd uitgebouwd rond nabijgelegen Gaasbeek en zijn kasteel, zou het economisch hart toch steeds in Lennik blijven kloppen. De mobiele markt zelf is vandaag herleid tot slechts een paar kramen maar rond het marktplein vind je ook vandaag nog zowat alle diensten en inkoopmogelijkheden.
> Aan de muur boven de kleine toog hangt de foto van Flora Bruyeer en Maurice Stiens, de vroegere caféhouders. Tot begin jaren '00 stonden zij hier nog zelf achter de toog. Toen ik hier een eerste keer kwam zag ik toch nog altijd Flora (toen 83) en Maurice (toen 91) alive en kicking van achter het vensterraam aan de overkant van de straat 'de begankenis' rond het dorpscafé volgen. Het koppeltje leerde mekaar kennen toen Flora met haar fiets lek reed (of in 't pajots: 'ne platten tuup kreeg') bij het huis van Maurice. Ze trouwden en wat later nam Flora het café met winkeltje over van haar moeder. En zo gaat de smis al 5 generaties van moeder op dochter over. Bij leven en welzijn mochten ze in 2008 hun briljanten bruiloft vieren maar inmiddels zijn ze overleden.
> Tegen de kerkmuur kun je ook drie gelijkaardige eenvoudige kruisen zien. Eén daarvan herdenkt Frans-Jozef de Gronckel (1816 - 1871), die onder zijn schrijverspseudoniem FJ Twyfelloos wellicht de naam Pajottenland 'uitvond'. Nog meer de Gronckel kun je zien in de raadszaal van het gemeentehuis. Hij kijkt er als geestelijke vader van het Pajottenland in portretvorm (geschilderd door zijn broer) uit over de schouder van de vergaderende gemeenteraadsleden van Lennik
> De weg bocht een eind verder naar links en een zijweg laten we kort daarna links liggen om licht te stijgen in de richting van een enorme bakstenen schuur die tot een vierkantshoeve behoort, Hof te Ilingen. De huidige gebouwen van de gesloten hoeve zijn 19de eeuws (met een 18de eeuwse kern) maar er moet hier al sinds de 12de eeuw een landbouwuitbating zijn geweest. Daar kwam in 1998 na zowat 800 jaar een einde aan.
> Bij de voormalige hoeve laten we links een wegje liggen en kort daarna komen we op een gekasseid kruispunt. Hier gaan we rechts en onmiddellijk links een veldweg op. Een blik over onze schouder biedt ons nog een zicht over het ietsje lager gelegen Sint-Kwintens-Lennik. Voor ons duikt in de verte weer de gigantische zendmast van Mekingen op. We zullen er pas over 15 km langs komen.
> We dalen naar een beboste vallei en kiezen daar de geasfalteerde veldweg naar links (Rooststraat). Het is hier heerlijk rustig wandelen, enkel wat gekras van kraaien. Steeds rechtdoor, tot bij een boerderij met enorme grote stallen en schuren, bekend als het Hof Walraevens. Er is nu een paardenstoeterij gevestigd. Daar draait de Rooststraat wat naar rechts en op het kruispunt nemen we rechts een stijgend wegje dat al snel hol wordt (Grote Vijverselenweg).
> Boven op het plateau lopen we langs een mooie eenzame eik en over de golvende weiden en akkers in dit stille gebied krijgen we op onze linkerkant een eerste zicht over het kasteeldomein van Gaasbeek. Op de T-kruising nemen we een kasseiweg naar links, tesamen met het traject van de Vlaanderen Fietsroute. Deze Donkerstraat daalt de hele tijd langzaam en als we op een kruispunt komen met de geasfalteerde verkeersweg tussen Lennik en Vlezenbeek, wandelen we rechtuit verder tot in het centrum van het dorp Gaasbeek.
> Gaasbeek-dorp vormt een mooi geheel met kerk, schandpaal, oud gemeentehuis en een paar oude gevels. Bushalte en cafés hier. In 2008 kozen de Vlaams-Brabanders het mooiste dorp van hun provincie. Gaasbeek moest als 'Mooiste dorp van Brabant' enkel - het eveneens Pajotse dorp - Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek laten voorafgaan. Uiteraard heeft het kasteeldomein vooral doorgewogen in de keuze van de Brabander om Gaasbeek te nomineren maar het dorp heeft ook een compact mooi dorpscentrum.
> Op het gekasseide pleintje ligt de dorpskerk met barok-achtig uitzicht. Mogelijk gaat het koorgedeelte van de Onze-Lieve-Vrouwkerk terug tot de 13de eeuw maar er werd bijna elke eeuw wel iets veranderd of toegevoegd aan het kerkhuis. Met de machtige burcht van Gaasbeek in het vizier kon het niet anders of de kerk viel een paar malen ten prooi aan de rondtrekkende legers, in de 16de eeuw werd ze zelfs 2 maal platgebrand. Het uitzicht van het huidige gebouw werd dus vooral bepaald in de 17de en 18de eeuw. De kasteelheren traden een paar keer als mecenas op. Zo zie je boven de kerkdeur nog het wapenschild van de familie Scockaert. Binnenin nogal wat 18de eeuwse kunstwerken.
> Nog op het kerkplein zie je de oude schandpaal, die uiteraard een functie had bij de rechtspraak die in het Land van Gaasbeek geschiedde. Op het kerkhof van Gaasbeek, dat nog echt een 'kerk-hof' is, kun je enkele interessante zerken vinden. Zo liggen hier een paar familieleden begraven van de Arconati Visconti-familie die op het kasteel woonde, waaronder de bekendste en meest merkwaardige, Paul. Hier ligt ook de schrijver Maurits Roelants begraven, die in de 20ste eeuw ook een aantal jaren conservator was van het kasteelmuseum. Zaterdagnamiddag vindt op het pleintje voor de kerk een boerenmarkt plaats, waarbij boeren en telers uit de streek hun produkten rechtstreeks aan de man brengen.
> Tegenover het beeld van Prins op het Marktplein van Sint-Kwintens-Lennik, neemt Streek-GR Groene Gordel een onopvallend kerkpaadje van zowat één meter breed tussen zijgevels, 'Halleweg' . Het maakt een korte bocht en verderop kruisen we een ander pad. Rechtdoor langs achtertuintjes en een eind verder maakt het kerkpad nog een bocht van 90°.
> Kort daarna nemen we niet het paadje rechts maar wandelen we rechtdoor tot op de kruising met de Diepenbroekstraat. We volgen deze straat naar links. De volgende weg laten we links liggen maar we nemen wel de eerste straat rechts (Ten Broek). We kruisen de Diepenbroekbeek en gaan iets verder rechts mee met de asfaltweg tot bij een sterk gerestaureerde hoeve. Daar gaan we links de Ilingenstraat in, een betonweg. Zo zijn we de bebouwde kom van Sint-Kwintens-Lennik uit.
> Tijdens het weekend passeren er al eens toeristen: Fietsers langs de Bruegelroute, wandelaars over de GR 512 of Streek-GR Groene Gordel of de occasionele beerhunter op zoek naar een goeie kriek of geuze. In de week is het café vooral met vaste stamgasten bezet, velen van hen zijn lid van 'de spaarkas' van het café.
> 'In de oude smis' is open van 10 uur 's morgens tot een uur of 10 's avonds, dinsdag is rustdag.
> De geschiedenis van het kasteel van Gaasbeek is verweven met de entiteit Pajottenland. Een motte (vroegmiddeleeuwse houten versterking op een heuvel) werd rond 1240 vervangen door een stenen burcht. Er waren immers hier tussen de machtsblokken van Brabant, Henegouwen en Vlaanderen vaak spanningen die leidden tot gewapende conflicten.
> Zo bereiken we een zij-ingang (open tot zonsondergang of tot 20u) van het kasteeldomein van Gaasbeek. Streek-GR Groene Gordel loopt er niet door maar het is absoluut de moeite om het kasteeldomein te bezoeken.
> Tussenin was ook graaf Lamoraal van Egmond een paar jaren eigenaar. Hij had in 1565 het kasteel en zijn eigendommen opgekocht nadat de van Horne's een te hoge schuldenberg hadden, die mede werd veroorzaakt door grote bouw- en verfraaiingswerken aan het kasteel. Van Egmond werd in 1568 omwille van orangistische sympathie tesamen met zijn vriend Graaf van Horne onder de repressieve druk van de Spaanse Alva zonder pardon opgesloten, berecht voor de bloedraad en vervolgens onthoofd op de Grote Markt in Brussel. Eén van de meest schokkende veroordelingen uit de Middeleeuwen.
> De tweede helft van de 16de eeuw bleef overigens voor Gaasbeek een erg woelige tijd. Het kasteel vormde het strijdtoneel van belegering tussen het Spaanse leger en opstandelingen. Ook de bevolking in de dorpen van het Land van Gaasbeek had erg te lijden onder de rondtrekkende legers die terreur zaaiden en plunderden.
> Als het kasteel dan toch weer in handen van de familie van Horne komt, volgen er jarenlang aanslepende erfenisruzies. Een nieuwe fase in de geschiedenis van Gaasbeek breekt aan in 1615 met de verkoop van het hele domein aan de adellijke familie van Renesse. René van Renesse laat het kasteel helemaal verfraaien. Ook verscheidene bijgebouwtjes die je nu nog kan zien ter plaatse, zoals enkele lustpaviljoentjes en de stijlvolle Sint-Gertrudiskapel, worden onder zijn kasteelheerschap opgetrokken.
> Lang bleef de relatieve rust in Gaasbeek echter niet duren. Van Renesse laat het geld rijkelijk vloeien en wil zijn aanzien opkrikken door ondermeer rijkelijke banketten te organiseren. Uiteindelijk zit van Renesse zo onoverkomelijk zwaar in de schulden dat Gaasbeek onder curatele wordt geplaatst. Bovendien leverden zijn gekonkel met politieke samenzweringen hem niet enkel verbanning uit Gaasbeek op maar hij zou omwille van een moordcomplot waar hij de hand in had, later in Luik door de bevolking worden gelyncht en verbrand (zie ook kasteel Warfusée GR 579).
>De rest van de 17de eeuw was voor Gaasbeek een woelige periode, gekleurd met alweer erfenisperikelen en belegeringen en plunderingen door rondtrekkende legers. Twee van de verdedigingstorens die daarbij werden verwoest, zouden nooit meer worden heropgebouwd.
> Wellicht was het eerder al de bedoeling van de kinderloze Marie Peyrat om het kasteel te schenken aan de Belgische staat maar zoals de meeste eigenaars die over de eeuwen heen op Gaasbeek woonden, was ook zij een speciale persoonlijkheid. In tegenstelling tot het overgrote deel van de gezagsgetrouwe landadel had ze namelijk liberale en antiklericale sympathieën. Het lag dus niet voor de hand dat ze het kasteel zou schenken aan een katholiek bestuurd België. Het was haar uitdrukkelijke wens om het kasteel open te stellen voor de bevolking. Een jaar na de schenking overlijdt Marie Peyrat en nog een jaar later opent het kasteel van Gaasbeek als museum.
> Met de opdeling van België is het kasteel van Gaasbeek sinds 1980 in eigendom van de Vlaamse overheid. Dankzij Marie Peyrat kunnen we vandaag dus het historische domein bewonderen. Sinds het kasteel van Gaasbeek bijna 100 jaar geleden in museum veranderde, werd het gerund door dynamische conservators, onder andere door de schrijver Maurits Roelants.
> In 1683 werd het domein dan opgesplitst en in loten verkocht aan verscheidene nieuwe eigenaars die niet langer uit traditioneel adellijke geslachten afkomstig waren. De op territorium beluste kasteelheer Louis-Alexandre Scockaert kon wel een achttal dorpen onder zijn eigendom houden maar na 1683 is eigenlijk het einde ingezet van de eeuwenlange samenhang van de Pajotse dorpen die Het Land van Gaasbeek vormden.
> Meer dan 100 jaren bleef de rijke familie Scockaert eigenaar van Gaasbeek en de omliggende dorpen, tot eind 18de eeuw (met de Franse Revolutie) een definitief einde kwam aan meer dan 600 jaar feodale macht.
> De Franse markiezin Marie Peyrat is sinds 1875 tientallen jaren eigenaar nadat haar man Gianmartino Arconati Visconti amper 2 jaren na hun huwelijk sterft. Ze liet nog aanzienlijke verbouwingen uitvoeren tussen 1887 en 1898 met neogotische en neorenaissance stijlelementen en bepaalde zo het huidige uitzicht van het kasteel. Toch verblijft ze maar enkele weken per jaar in Gaasbeek, meestal vertoeft ze in Parijs.
> Begin 20ste eeuw wil ze echter van het kasteel af. De stad Brussel wijst in 1913 een schenking van het domein af, mogelijk omdat ze vrezen voor te grote onderhoudskosten. Het is de Belgische staat die in 1922 de schenking aanvaardt van de markiezin die dit ondermeer ziet als een bedanking aan het Belgische volk voor de harde weerstand tijdens WO I.
> Nog is de bewogen geschiedenis van Gaasbeek niet ten einde, het kasteel komt in 1796 door erfenis in het bezit van één van de kleurrijkste bewoners die het kasteel ooit heeft gehad: Paul Arconati-Visconti. Als jonge kapitein in het Oostenrijkse leger was hij kamerheer geweest voor keizerin Maria Theresia. Hij had er blijkbaar geen moeite mee om zich aan te passen aan de macht van die tijd want later ontpopt de Noorditaliaan zich tot een aanhanger van Napoleon, die hem in 1800 tot burgemeester van Brussel benoemde.
> We gaan voor de zijpoort rechts en wandelen langs de zogenaamde 'Krommevijver', eigenlijk de kasteelvijver. Links is op de zuidelijke helling onder het kasteel een wijngaard aangeplant. We wandelen het pad verder af en laten een beukendreef verderop links liggen om rechtdoor te gaan over een stijgend pad langs de domeinrand.
> Rechts krijgen we prachtige vergezichten over het Land van Gaasbeek. De weide naast het pad wordt begraasd door boerenpaarden uit de stoeterij van Van Waeyenberge. Dit mooie paadje eindigt bij de Postweg, de oude weg van Gaasbeek naar Brussel via Anderlecht.
> Links dus de JB Cardijnstraat in. Na 150 meter komen we bij café Oude Smis van Mekingen. In de (lange) schaduw van de Pajotse Eiffeltoren, ligt één van de meeste authentieke volkscaféetjes van Vlaanderen.
> In wijzerzin wandelen we rond de kerk. Al snel nemen we echter links een eerder onopvallend steegje, Kastanjedreef. Hier start ook de Vosholenwandeling. Na 100 meter op dit weggetje gaan we rechts het Colomadomein in door een platanendreef. Tot bij het kasteel en voor de ingangspoort gaat het rechts verder, door een dreef (rustbanken) om weer bij een uitgang van dit mooie park te komen dat zo bekend is voor zijn rozen.
> Het rode kiezelpaadje loopt langs populieren en eiken als een rollercoaster over de bolle akkers van het Pajottenland. Ter hoogte van een privédreef gaan we niet rechts maar 50 meter verder gaan we wel rechts over een graspad langs een akker. Op het einde van de akker draaien we mee naar links om 100 meter verder rechts te gaan over een mogelijk modderig pad tussen een strook struiken en bomen. Eigenlijk een mooi pad maar een beetje kapot. Op het einde ervan gaan we links over een veldweg langs een bosrand.
> We lopen in brede bochten en verder door open veld naar een paar huizen toe. In het verlengde volgen we de geasfalteerde Jaak Caloensstraat rechtdoor. Rechts zien we de dorpskern van Sint-Pieters-Leeuw al liggen. Ter hoogte van een oude boomgaard maakt de weg een bocht van 90° naar rechts. We negeren het wandelpaadje links en blijven de Jaak Caloensstraat volgen.
> Zo dalen we de vallei van de Zuunbeek in. Aan de Hoogstraat (bushalte) gaan we even links en dan de eerste weg rechts (Jozef Alfons Fleurusstraat).
> We arriveren bij een vijver in de vallei van de Zuunbeek (rustbank) en iets verder kruisen we de gekanaliseerde Zuunbeek bij een waterregulator. We trekken niet naar rechts het natuurgebied in (dat wordt beheerd door Natuurpunt) maar volgen het kronkelende wandelpad.
> Even opletten iets verder want kort voor het centrum van Sint-Pieters-Leeuw splitst Streek-GR Groene Gordel alweer af van GR 512. We gaan dus links. Dat paadje leidt ons rond een oude hoogstamboomgaard naar het centrum van Sint-Pieters-Leeuw. Daar arriveren we op de Rink, onder die naam is de kerkrondweg bekend.
> Halle is de meest zuidelijk gelegen Nederlandstalige stad. Tot de gemeente Halle horen ook de dorpen Buizingen en Lembeek, daardoor telt Halle zo'n 38.000 inwoners. Hoewel Halle zich graag voorstelt als de poort tot het Pajottenland, is er eigenlijk van Pajotse sfeer weinig te merken. Het Pajottenland wordt eerder gerelateerd met kleinere dorpen in een groene golvende omgeving. Halle ligt in feite op de grens van Pajottenland en het land van de Zennevallei. Zo kort bij Brussel gelegen, lijdt de stad onder verfransing. Naar schatting één vierde van de inwoners spreekt Frans en heeft moeite om zich aan te passen aan het karakter van de stad en de streek. Opschriften en gebruik van het Nederlands liggen dan ook gevoelig en de gemeente probeert de kankervlek van verfransing in te dijken door nieuwe bewoners aan te zetten om het Nederlands te gebruiken en zich te integreren.
> Halle is tevens een carnavalsstadje. Het carnavalsgebeuren is er niet zo uitgebreid als in Aalst maar meer dan levendig genoeg om de belangrijkste carnavalsstad te zijn van de provincie Vlaams-Brabant.
> Tijdens de jaren '00 kwam Halle vooral op de kaart door de TV-serie Witse. De norse TV-commissaris had in Halle en omstreken heel wat moorden op te lossen. Vanuit Halle vertrekt ook het oudste recreatieve wandelpad van Vlaanderen, het Consciencepad. Verder is Halle ook bekend van het mooie Hallerbos, waarin je eind april een overweldigende paarse zee van bloeiende boshyacinten aantreft.
> Het pronkstuk van religieuze bouwwerken is zonder twijfel de basiliek van Halle. Het plein rond de kerk is op een mooie dag voor een groot deel gevuld met gezellige caféterrasjes. In de burgerlijke bouwkunst valt zeker het stadhuis op dat gelegen is op het centrale marktplein. Gebouwd in 1616 in Vlaamse renaissance. Vandaag heeft ondermeer de VVV er onderdak. Achter de basiliek, bij het standbeeld van kardinaal Cardijn, staat het gebouw waarin het voormalige Jezuïetencollege was gelegen, eveneens in renaissance (met ook een paar barokke stijlelementen) en gebouwd halfweg de 17de eeuw. Het moderne treinstation is gelegen net buiten het centrum, langs het kanaal Brussel - Charleroi. De verbindingsstraat tussen station en Basiliek is meteen ook de belangrijkste winkelstraat van Halle.
> Op het kruispunt bij d'Oude Smis nemen we links de Pijnbroekstraat en bij de eerste gelegenheid verlaten we deze straat weer, dus rechts in een bocht. Weer bij asfalt gaan we bij een alleenstaand huis links om weer zo'n typisch pad van Sint-Pieters-Leeuw te volgen, bedekt met rode kiezel dus. Kruising met de Vosholenweg verderop, een veldwegje voert ons verder rechtdoor langs een oude boerderij.
> Al snel dalen we in de vallei van de Rode Beek waarbij we een weggetje links laten liggen. Daarna volgt de vallei van de Labbeek op een vijfsprong van veldwegen. Hier verlaten we definitief de GR 512 om er een weg naar rechts te nemen (niet de meest scherpe weg naar rechts), dat is de Albert Jambonstraat. Die is dus weer met geelrode streepjes bewegwijzerd en stijgt naar het gehucht Stroppen.
> De Zenne over en op een pleintje wat verder gaan we niet links het parkje in maar vervolgen we ongeveer links-rechts om de straat Handbooghof in te lopen langs café Nelleke. Kruising met de Vuurkruisenstraat en zo bereiken we de Nieuwe Markt bij de achterkant van het Halse stadhuis. Rechtdoor en we komen op de Grote Markt van Halle. In het midden het standbeeld van Servaes.
> De enorme zendmast van Mekingen komt van hier gezien toch wel erg dichtbij maar we gaan eerst toch nog een GR-toertje maken van 7 km. Links dus op de Hemelrijkstraat en 200 meter verder ontmoeten we weer de witrode streepjes van GR 512. Op dit punt volgen we weer GR 512, rechts dus bij een oud huis over een straat die snel weer een pad wordt.
> Sint-Pieters-Leeuw is een gemeente waartoe sinds 1976 ook de dorpen Vlezenbeek, Ruisbroek, Oudenaken en het kleine Sint-Laureins-Berchem behoren. De gemeente grenst ten oosten met de gehuchten Zuun en Negenmanneke aan Anderlecht en het Brussels gewest. De verstedelijking, verfransing en criminaliteit laten zich aan die kant van de gemeente nogal voelen, het staat in schril contrast met de landelijkheid en rust in andere delen van de gemeente. Sint-Pieters-Leeuw voert een aktief beleid om die kankers te bestrijden. Op sommige straatnaamborden zie je bijvoorbeeld de extra vermelding 'Vlaamse gemeente', teneinde respect voor het karakter van de gemeente te vragen vanwege anderstalige immigranten.
> De toeristische troefkaart van de gemeente is zonder meer het kasteel en de rozentuinen van Coloma. We zullen er dadelijk langs lopen. De kerk, opgetrokken in een mengeling van allerlei steensoorten, heeft binnenin ondermeer een schitterende preekstoel (15de eeuw) en een schilderij van Jan Cossiers (17de eeuw). Ook de retabels in hoofd- en zijbeuken zijn de moeite om even bij stil te staan.
> Rond de kerk zijn nog een oude boerderij, enkele winkels, de bibliotheek en vooral verscheidene cafés geschaard. Jammer dat het interessantste café om eens van echte Pajotse geuze te proeven enkele jaren geleden sloot, dat was 'Herberg Moriau'. Nog vroeger had dit café zelfs zijn eigen geuzestekerij.
> We gaan te Oudenaken bij het kerkportaal links de Baasbergstraat in. We nemen al na minder dan 100 meter de veldweg links (Kerkweg) die voorbij een paar huizen veranderd in een wild paadje langs wilgen en populieren. Streek-GR Groene Gordel volgt de snelstromende, slingerende Molenbeek, ook als we door enkele hekjes en achter een paar huizen doorlopen. Zo komen we op een 'cul de sac' van een verkaveling (picknickbank).
> Met 302 meter staat de Pajotse zendtoren zeker niet in de top 10 van hoogste constructies ter wereld. Jarenlang was die eer weg gelegd voor de Poolse zendmast van Radio Warschau (646 meter) tot die bij onderhoudswerken in 1991 instortte en niet werd herbouwd. Sinds 7 april 2008 is de hoogste constructie ter wereld de Burj Khalifa van Dubai. Bij afwerking in 2009 had hij een hoogte bereikt van 828 meter. Beter vergelijkbaar met de toren van het Pajottenland qua constructie is de CN Tower van Toronto (553 meter). Er zijn in de wereld minstens 25 TV- en radiomasten en torens die ook hoger zijn dan de toren van Sint-Pieters-Leeuw. De RTL-zender van Hosingen is immers ook 300 meter hoog, in Nederland zijn nog hogere zendmasten en zender Egem in West-Vlaanderen is 305 meter. Zelfs de Eiffeltoren (320 meter) is nog net wat hoger dan onze Pajotse toren.
> De zendmast hier is zeer omstreden omdat hij in zogenaamd 'agrarisch waardevol landschap' is gebouwd, voldoende reden voor de Raad van State om de bouw ervan, nadat hij er al stond, illegaal te verklaren. De Vlaamse regering probeerde dit recht te trekken door de bestemming van het terrein te veranderen in 'gebied voor gemeenschapsvoorzieningen', maar in 2005 schorste de Raad van State ook dit besluit. In 2007 paste de Vlaamse regering de omgeving van de mast planologisch nogmaals aan. Protest slijt en als de mast over zoveel jaren misschien overbodig wordt door toenemende digitalisering, volgt er misschien protest omdat 'dit monument' zou worden afgebroken.
> De illegaal gebouwde mast wordt momenteel nog gebruikt voor TV-uitzendingen van de VRT en vooral voor radio-uitzendingen op FM van alle VRT-radio's en van de privézenders Q-Music en JOE FM. Op de lagere platformen heeft Vogelbescherming Vlaanderen nestkastprojecten lopen rond de vestiging van slechtvalk. Sinds maart 2009 wordt het zenderpark van de VRT beheerd door de Belgische tak van de Noorse mediaholding Norkring.
> Als je de deur van 't smis (zoals het caféetje in de volksmond heet) opengooit, kom je terecht in een onvervalst decor van 100 jaar geleden. Enkel de televisie in de hoek verraadt dat we in de 21ste eeuw zijn gearriveerd en dat het interieur niet kunstmatig retro is gehouden.
> Aan een gevernist houten tafeltje zijn 4 mannen aan het 'pressen'. Onder gevloek en gejuich in onvervalst Pajots dialect worden de binnen gehaalde of verloren slagen besproken. De waardin komt vanachter haar toog met een schrijfboekje om de drankbestelling op te nemen die op kosten is van de verliezende kaarters. Hier wordt het bier uit flesjes gegoten, een tapinstallatie is er niet. De specialiteit van het huis is oude geuze of kriek, oorspronkelijk van stekerij Moriau maar tegenwoordig wordt de oude geuze door de brouwerij Boon uit Lembeek aangeleverd.
> 't Smis van Mekingen bestaat al minstens 160 jaar. Hard bewijs is een gemeentedocument uit 1847, maar misschien is het caféetje nog wel ouder. Tot in de jaren '50 van vorige eeuw was er inderdaad nog een smidse, vandaar dus de naam. Aan het café was ook een winkeltje verbonden, zoals dat vroeger vaak het geval was, ook dat verdween in de loop der jaren. Het café zelf heeft de tijd dus weerstaan, alle modegolven ten spijt.
> Het interieur werd een laatste keer gewijzigd in de jaren '60 met meubilair van een gesloten café. Een poster van een vergeelde Willy Sommers, de charmezanger die uit Vlezenbeek afkomstig is, fleurt de muur op, tussen de oude reclameborden van geuze en kriek. Een kruisbeeld tegen de muur en daaronder een sliert droge worsten. De caféstoelen zijn ook nog uit de jaren stillekes, houten stoeltjes met ingelegd bloemenmotief. Zelf zit ik op de harde houten bank tegen een muur met houten lambrisering het kleine café te overschouwen.
> Rechtuit de Hazeweg op tot een T-kruising met de Groenstraat. Hier een 60 meter naar rechts om dan bij een fermette links te vervolgen over de Kerkweg! Niet veel verder lopen we via een poortje langs het achterkoertje van een huis. Na een volgend poortje voorbij dat huis lopen we rechtdoor (niet rechts).
> Hier worden snippers natuur door Natuurpunt beheerd. Langs een afspanning en een strookje bos stijgen we de vallei van de Molenbeek uit. Langs de rand van een akker gaat het verder omhoog om ter hoogte van een fermette de geasfalteerde Hemelrijkstraat te bereiken.
> Wandel even links om de 'arc de triomphe' te bewonderen die Paul Arconati-Visconti hier liet optrekken toen hij Gaasbeek wou verbinden met Brussel via een prestigieuze laan. De 'arc de triomphe' ligt op de rand van het kasteeldomein van Gaasbeek. Napoleon benoemde de excentrieke baron tot burgemeester van Brussel en als groot bewonderaar van Napoleon liet hij hier rond 1803 een triomfboog optrekken.
> Het was de bedoeling dat van hieruit een weg recht naar Brussel zou leiden en dat er een kruispunt kwam met de weg naar Parijs dat zou worden getopt met een obelisk of piramide. Daar is allemaal niks van in huis gekomen maar de triomfboog staat er dus nog altijd verweesd bij. Een met hoge beuken geflankeerde dreef leidt van hieruit naar de achterkant van het kasteel.
> Het kasteel is tegen betaling te bezoeken tussen 1 april en begin november. Bezoek gebeurt met behulp van een audiogids en onder begeleiding van een gids. Tijdens het bezoek van zowat een uur, loop je door vele woonkamers die allen een rustieke laatmiddeleeuwse sfeer uitstralen. Regelmatig vinden er ook tentoonstellingen plaats en aktiviteiten die Gaasbeek ook voor families en schoolgroepen boeiend maken. Bij het kasteel is een bezoekerscentrum en museumshop waar je allerlei streekpublicaties evenals wandelkaarten kunt vinden. Neem zeker ook de tijd om op ontdekking te gaan in het kasteelpark.
> Streek-GR Groene Gordel volgt hier nog steeds GR 512. We gaan dus op de Postweg kort rechts om na 60 meter en voor een schuur links een weg te nemen die onverhard wordt en ons naar het dorpje Sint-Laureins-Berchem voert. Rechts tot bij de Sint-Laurentiuskerk.
> Het paadje slingert het woest en nat beekvalleitje in van de Molenbeek. Het pad kan op de laagste delen nogal drassig zijn maar dat is de prijs voor een verrassend stukje natuur in het Pajottenland. We blijven dit paadje volgen en komen weer op rode kiezel om zo langs de oude pastoriemuur tot bij de kerk van de parochie Oudenaken te arriveren (of Onnoaken zoals ze hier zeggen).
> We draaien bij de kerk mee naar links tot op de Molenborrestraat. Vanaf dit punt volgt GR Groene Gordel tijdelijk weer zijn eigen traject! Naar rechts dus, in het spoor van geelrode streepjes. We nemen al snel links een paadje dat is bedekt met rode kiezel. Die padbedekking is typisch voor de paden van de gemeente Sint-Pieters-Leeuw waartoe zowel Sint-Laureins-Berchem als Oudenaken behoren.
> Tot voor de fusies van 1976 was Sint-Laureins-Berchem met een oppervlakte van amper 117 ha het kleinste dorp van het Pajottenland. Er zijn 8 straten. De 17de eeuwse Laurentiuskerk, op een lichte heuvel gebouwd, is één van de meest pittoreske van het Pajottenland. Delen ervan zijn nog verscheidene eeuwen ouder. De kerk in landelijke gotiekstijl werd al in 1938 als monument geklasseerd. Boven de ingang prijkt in een nis een beeld van St-Laurentius. Binnenin kunstwerken van de 15de tot 18de eeuw. De geschiedenis van Berchem is sterk vergelijkbaar met die van het volgende dorp waar we langs wandelen: Oudenaken. Zeker wat de parochiale ontwikkelingen over de eeuwen heen aangaat.
> De Sint-Pietersbandenkerk van Oudenaken heeft in tegenstelling tot de meeste Pajotse kerken een jonge bouwgeschiedenis. Oorspronkelijk zou ze wat hebben geleken op de pittoreske kerk van St-Laureins-Berchem maar het huidige gebouw is neogotisch en werd opgetrokken begin 20ste eeuw. Een deel van meubilair en de kunstwerken binnenin zijn wat ouder (18de -19de eeuws). Tussen de kerk en de pastorie liggen een aantal oude grafstenen die merkwaardig genoeg vandaag een geplaveid pad vormen tussen beide gebouwen. Verder heeft Oudenaken als ruraal dorp ook nog enkele oude kasteelhoeven en boerderijen.
> Tegenover de parkuitgang nemen we aan de overzijde van de Jozef Depauwstraat een tegelpad dat langs een veld voor staande wip loopt van de Sint-Sebastiaansgilde. Voor het einde van dat veld gaan we links een sociale woonwijk in. Goed opletten, want het wandelpad zigzagt tussen de wooneenheden.
> Via het Boogschutterserf komen we in Wilgenhofpark en zo op de verkeersweg Hendrik van Houchestraat. Daar 30 meter naar rechts om nog voor een kleuterschool links een onopvallend voetpaadje te nemen. Dit doorsteekpaadje komt uit op de geasfalteerde Mekingenweg die we naar links gaan volgen. Deze licht stijgende en vrij rechte weg volgen we nu een tijdje tot we iets meer dan 400 meter verder op een kruising komen met een smal wandelpad. We gaan rechts hier.
> Onderweg links een mooi zicht over de zendmast die weeral een eind korter is gekomen. Rechts ligt de dorpskom van Sint-Pieters-Leeuw. Steeds rechtdoor tot we op een vijfsprong komen. Links hier en na 220 meter nemen we linksvoor een schuin aftakkende grassige veldweg. Deze stijgt langzaam verder door de akkers en bereikt uiteindelijk een dreef die we kruisen.
> Zo komen we verderop bij de Pepingensesteenweg, die we voorzichtig (!) oversteken. Aan de overkant rechts nog even het voetpad volgen en bij een bushalte links. Op dit punt te Mekingen zijn we vlakbij de zendmast en van rechts komen de witrode streepjes van GR 512 weer.
> Zijn naam dankt het Coloma-kasteel aan één van de vroegere eigenaars uit de 18de eeuw. In het architecturaal uitzicht van het kasteel 'Coloma' zien we zowel kenmerken van een traditionele waterburcht met verdedigende functie, als van een lustkasteel. Het gebouw werd dan ook opgetrokken rond eind 15de, begin 16de eeuw, in een tijd waar massieve burchten eerder passé werden. De slotgracht met brug en de stevige torens herinneren nog aan een stoer middeleeuws slot. De grote ramen, afwezigheid van schietgaten en de sierlijke afwerking daarentegen typeren meer de functie van een luxueus woonkasteel. In latere eeuwen werd het residentieel karakter van het kasteel nog versterkt door aanpassingen in de bouwstijlen van het moment (renaissance, classicisme). Na WO II was er een pensionaat en school gevestigd.
> Vanaf 1972 stond het gebouw leeg en viel het ten prooi aan vandalisme en snel verval. Pas in 1984 werd het opgekocht door de gemeente Sint-Pieters-Leeuw. Het gebouw was toen in een zeer slechte staat. De restauratie vond plaats in 1992, daarbij werd ook de borstwering van de brug eigentijds met arduin vernieuwd door Patrick Crombé, een kunstenaar uit het Leeuwse dorp Sint-Laureins-Berchem. Het kasteel huist vandaag ondermeer de toeristische dienst en biedt ruimte voor recepties en culturele aktiviteiten van de gemeente Sint-Pieters-Leeuw.
> Bij het kasteel hoort ook een 18de eeuws koetshuis, ook gerestaureerd en nu een taverne. In het tuinpaviljoen is een bezienswaardige rozenmuseum gevestigd. Terwijl het kasteel sinds 1984 eigendom is van de gemeente Sint-Pieters-Leeuw is het 15 hectaren grote park eigendom van de Vlaamse overheid sinds 1982. Natuur en Bos beheert het park voor de Vlaamse overheid. Links is een fruitboomgaard, aangelegd vooral in 1988 en 1989 en bestaande uit zowat 60 verschillende variëteiten, vooral oude soorten. Apart is dat tegen hun stammen klimrozen groeien.

> De verschillende rozentuinen rond het kasteel zijn pas sinds 1995 ontwikkeld. Ondertussen is het de grootste rozentuin van België: 60.000 rozenstruiken, bestaande uit zowat 3.000 variëteiten toveren de tuin met zowat 200.000 bloemen om tot een waar festijn. De tuin bestaat eigenlijk uit 5 aparte tuinen met zowat 3000 rozenvariëteiten:
1° De rood-witte rozentuin: Aangelegd in een geometrisch patroon, gevormd door taxushagen, zoals een Franse tuin. De kleuren die domineren zijn wit en rood, ook de kleuren van het wapenschild van Sint-Pieters-Leeuw en die zijn op zijn beurt afkomstig van één van de adellijke geslachten die op het kasteel woonden: De familie...Roose!
2° De Vlaamse rozentuin: Vooral rozen die zijn ontwikkeld door Vlaamse veredelaars.
3° De oude rozentuin: Honderden verschillende oude en klassieke rozensoorten.
4° De internationale tuin: De grootste tuin, bestaande uit een bonte verzameling in alle kleuren en vormen van rozensoorten uit de hele wereld.
5° De Japanse rozentuin: Pas sinds 2009 geopend, meer dan 100 veredelde rozenvariëteiten uit Japan.
Sinds 2002 bevindt er zich ook een informatiecentrum (of museum) over rozen in de tuin, gelegen in het oude tuinpaviljoen. De rozentuin is vrij te bezoeken van 15 mei tot 15 oktober van 10 tot 20u.
> De bouw van deze 'Pajotse Eiffeltoren' veroorzaakte een groot protest bij aktiegroepen en buurtbewoners in het Pajottenland. De mast kwam er toch, hij werd gebouwd van 1991 tot 1993 en is (met antennes inbegrepen) ongeveer 300 meter hoog. Hij werd in september 1994 in gebruik genomen door de VRT. Daarmee is het niet de hoogste constructie van de Benelux, zelfs niet van België!
> Waarom in Sint-Pieters-Leeuw? Vroeger werd zender Waver gebruikt, maar na het neerstorten van de antenne daar in 1983 zocht de VRT naar een andere locatie, ditmaal in Vlaanderen. Bedoeling was ook om Brussel en omgeving te bedienen met een krachtiger signaal, boven het bos van lokale zenders uit. Oostelijk en noordelijk van Brussel was geen optie omwille van het vliegverkeer van Zaventem. Zo kwam men in het Pajottenland terecht. Door de slechte ervaring van een metalen mast die wordt rechtgehouden met kabels, zoals in Waver, werd nu gekozen voor een vaste constructie.
> Het betonnen gedeelte van de Pajotse toren is 256 meter hoog en hij staat op een hoogte van 55 meter boven de zeespiegel. De funderingen zitten 15 meter diep en aan de basis heeft de toren een diameter van 27 meter. De liftkoker binnenin gaat tot 193 meter hoogte. Er zit 11.000 m³ beton in en 900 ton staal. Totale gewicht: Ongeveer 30.000 ton.
> De bouw kwam er na een internationale wedstrijd die was uitgeschreven in 1988 en waarbij in volgorde esthetiek, technische kwaliteit en kostprijs een rol speelden. Uiteindelijk werd het project toegewezen aan de Limburgse architect van Italiaanse afkomst, Alfredo de Gregorio.
> De uitvoering van het project was best een huzarenstukje waarbij met hijskranen de stukken op elkaar werden gemonteerd. De hoogste delen van de antenne werden gemonteerd met de hulp van een helikopter. Hij kostte 8 miljoen €.
> In feite waren grote delen van het huidige Pajottenland tot de 13de eeuw eigendom van de Nijvelse Gertrudisabdij maar de zwakke controle die daarvan uitging, maakte het mogelijk dat de op macht beluste opkomende landadel zich veel sterker ging manifesteren en de eigenlijke macht ging uitmaken. De Hertog van Brabant wilde zijn macht bevestigen in dit deel, een groot aantal dorpen (16) uit de zuidoostelijke hoek van de huidige provincie Vlaams-Brabant werden zo in de 13de eeuw samengebracht in het Land van Gaasbeek, dat werd bestuurd vanuit het slot van Gaasbeek op feodale wijze.
> Het Land van Gaasbeek vormde een vrij autonome entiteit maar moest uiteraard de invloed en macht van de Hertog van Brabant respecteren. Dat de oprichting van zo'n machtsblok hier nodig was diende in de eerste plaats ter versterking van de grenzen. De burcht van Gaasbeek vormde het machtscentrum voor het zuidoostelijk deel van het oude hertogdom Brabant.
> Een eerste belegering en verwoesting van de Gaasbeekse burcht gebeurt in 1388. De op machtsuitbreiding beluste Gaasbeekse kasteelheer Sweder van Abcoude komt dan in bloedig conflict met de geliefde Brusselse ridder Everaard 't Serclaes, die in Ternat kasteel Kruikenburg bezit (zie vorige etappe bij Ternat). Zijn baljuw ontmoet 't Serclaes op de grens tussen Lennik en Vlezenbeek en de ruzie draait uit in geweld waarbij 't Serclaes zo wordt toegetakeld dat hij kort daarna sterft.
> De Vlezenbeekse straatnaam 'Kwade Wegen' (niet langs Streek-GR Groene Gordel) herinnert vandaag nog aan de plek van deze beruchte historische moord.
De Brusselaars zijn woest als ze het nieuws van de moord vernemen en bestormen het kasteel van Gaasbeek. Van Abcoude is tijdig kunnen vluchten maar zijn burcht wordt verwoest. Al een jaar na de verwoesting werd in 1389 met de wederopbouw van Gaasbeek begonnen.
> In de marge van deze bloedige episode is het leuk te weten dat met de Brusselaars onderweg werd gelachen omdat ze volgens de legende hun proviand voor hun wraaktocht meebrachten in de vorm van levende kippen, dat leverde hen sindsdien de spotnaam van 'kiekenfretters' op.
> Tot het begin van de 17de eeuw zou het kasteeldomein en het Land van Gaasbeek, buiten enkele korte intervals, eigendom blijven van verschillende familietakken uit het adellijke geslacht Van Horne.
> Op het plein gaan we net voor taverne Molensteen rechts de Onderstraat in. Een eind verder draait deze straat tussen hoge hagen in. Op onze rechterzijde ligt rechts het baljuwhuis, een kasteel op zich eigenlijk. Industrieel en bankier Piet Van Waeyenberge bewoont het, hij is tevens een groot promotor van cultureel erfgoed in het Pajottenland. De Brabantse trekpaarden die we straks tegenkomen, zijn van zijn stoeterij. Langs een in 2009 aangelegde vijver met veel grote lisdodde. Bij de wilgen aan de vijver nemen we rechts een smaller asfaltweggetje.
> We lopen hier samen met het Daan Vervaetwandelpad, herkenbaar aanwezig met de gele bordjes waarop 'de groene boskabouter' staat afgebeeld. Daan Vervaet (1939 - 1990) was politiek aktief in het Pajottenland voor de partij Volksunie. Hij woonde in het kleine Sint-Laureins-Berchem en kwam sterk op voor het behoud van de schoonheid van het Pajotse landschap. Het is ondermeer door zijn politieke gewicht dat een megalomaan bouwproject op het nabijgelegen domein Groenenberg kon worden afgewend. In een tijd dat een groene partij nog maar net kiemde, behoorde hij tot de groene vleugel van de Volksunie. 'Groen en Vlaams' was zijn motto. Hij was ook graag gezien bij de boeren. Zo kwam de boerenmarkt van Gaasbeek er in 1981 mede onder zijn impuls. Ook het beroemde standbeeld van het Brabantse trekpaard dat we op het Lennikse marktplein zagen, is te danken aan de inzet van Daan Vervaet...
> ...Zijn voor die tijd sterke betrokkenheid bij het plattelandsleven in het Pajottenland en zijn wat guitige blik en baard leverden hem in het Belgische parlement al snel de bijnaam op van 'de groene boskabouter'. In de dorpen van Sint-Pieters-Leeuw was men geschokt toen men in 1990 het nieuws vernam van zijn plots overlijden tijdens een jogging. De Vlaamse werkgroep 'De Vrede', waarin Vervaet ook aktief was, stippelde in 1995 een wandelpad uit om hem te herdenken. In 2010 werd naar aanleiding van het 20 jaar overlijden van Daan Vervaet dit 9 km lang pad opnieuw ingewandeld en de kabouters langs het pad kregen een opfrisbeurt. Onderweg over Streek-GR Groene Gordel zullen we rond Gaasbeek en Berchem in het spoor lopen van het Daan Vervaetpad.
Hof Walraevens
> De laatste etappe van Streek-GR Groene Gordel voert ons de hele dag door het Pajottenland. Het kasteeldomein van Gaasbeek is zonder meer het hoogtepunt, neem je tijd voor een bezoek aan het kasteel en het mooie parkdomein. Verder is het bijzonder aangenaam wandelen door een golvend agrarisch landschap met kleine oude dorpen zoals Sint-Laureins-Berchem en Oudenaken. Tussenin is 's zomers een bezoek aan de rozentuin van kasteel Coloma te Sint-Pieters-Leeuw een aanrader. De hele dag niet uit ons gezichtsveld te wissen is de zendmast van Mekingen. We zullen uiteindelijk passeren langs de voet van de 300 meter hoge mast om dan de afdaling naar de Zennevallei in te zetten en af te sluiten met een toeristisch rondje door de stad Halle.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Streek-GR Groene Gordel (147 km)