©
Luc Selleslagh 2016 - 2024 Trekkings.be
>
Op een veldweg wandelen we rechtdoor langs het sterk gerenoveerde Hof ter Lange Boomen. Er was hier al een hoeve rond het jaar 1400. Tegenover de hoeve bevindt zich de Heilsborre, een bron waaraan genezende kracht wordt toegedicht. Rechtdoor over deze licht verharde Assestraat tot bij een T-kruising met een asfaltweg. Rechts 50 meter en dan links (Heilsborre). Tussen enkele huizen en blaffende honden kruisen we de Overnellebeek en vervolgen over een paadje. Een bosje door en tussen weiden langzaam stijgen op een graspad. Op een kruising van paadjes nemen we niet het scherprechtse paadje maar het andere. Een bocht en wat afspanningen verder komen we het centrum van het dorpje Asbeek binnen, sinds de 12de eeuw al een gehucht van Asse.
> Een bus van De Lijn zet met af langs de Brusselsesteenweg, in het Merchtemse dorp Ossel. Ik wandel er de Osselstraat in om na 270 meter een licht verharde veldweg links te nemen. Die daalt in de vallei van de Amelgemse Molenbeek, eigenlijk een toevoerbeek van de Maalbeek die we tijdens de vorige etappe in Grimbergen een tijdje volgden.
> We botsen wat verder op een T-kruising met een veldweg van tweesporenbeton, de Kluysenstraat. Rechts hier, langs een sterk geknotte lindeboom. De boom wordt mogelijk zo kort gehouden om schaduwvorming over de akker rondom te minimaliseren.
> De uitzichten zijn weids hier, we zitten dan ook op een hoogte tussen 50 en 70 meter. Linksachter kun je het Atomium zien, het verstedelijkte Wemmel en een deel van de Brussel skyline. We zijn nu op de 'ruilverkaveling Bollebeek', gerealiseerd in 2002 en waarbij 1800 hectaren landbouwgrond werden heringedeeld.
> Pas na 700 meter komen we op een splitsing van wegen. Even opletten: hier verlaten we weer voor een tijdje de eigen geelrode tekens van Streek-GR Groene Gordel, we zullen trouwens nogal wat van GR-route wisselen vandaag! We kiezen nu voor de wit-rood gemarkeerde GR 126 en we gaan de tekens rechtdoor volgen.
> Rechtdoor dus over GR 126, de veldweg passeert langs een jong aangelegd bosje, gecreëerd door de Vlaamse overheid in het kader van de ruilverkaveling 'Bollebeek' rond 2002. Vooral streekeigen soorten werden aangeplant, zoals hazelaar, zwarte els, es en eik. Op een kruispunt waar een bord aankondigt dat we Kobbegem naderen, gaan we rechts.
> De veldweg bocht wat tussen wilgen en struikgewas en vervolgt dan door open veld tot op een kruispunt met gebetonneerde veldwegen bij een picknickzone. Die rustplaats werd eveneens aangelegd in het kader van de ruilverkaveling Bollebeek. Rechtdoor over de Oude Dendermondsebaan, gebetonneerd sinds de ruilverkaveling. Kruising een eind verder met de Steenweg op Asse.
> De Palokenstraat draait wat lager naar links en in het verlengde volgen we de Koestraat, die uitkomt op de Doelestraat. Rechts hier, we zijn nu in het parochiale centrum van Sint-Martens-Lennik. Rond de kerk vind je enkele cafés. We wandelen echter rechtdoor en kiezen voor de voormalige trambedding, de Lange Tramweg, die nu dienst doet als een breed en geasfalteerd fiets- en wandelpad. Onderweg zijn er een paar rustbanken en we kruisen er ook de Slagvijverbeek, de beek tussen de twee Lenniken waaraan ook een legende is verbonden ivm de rivaliteit tussen beide parochies.
Mollem pastorij
Fluweelpootjes
Langs het Paardenbos
VTB-oriëntatietafel
Mazenzele dries
Onderweg tussen Koudertaveerne en Ternat, de E40 voor trage weggebruikers
Kasteel Nieuwermolen
Sint-Martens-Lennik
Sint-Remigiuskerk Wambeek
Kravaalbos
Park van Kruikenburg
Kruikenburg
Taverne Tomberg
Onderweg door Wambeek
Volkscafé Bij Gust
Tomberg, hooggelegen stukje Pajottenland
Tramweg naar Sint-Kwintens-Lennik
Sint-Kwintens-Lennik
Onderweg langs de Ketelberg
Kerk Asbeek
Voetweg 59
Mazenzele
Beneden-Vrijlegem, Blokweg
>
In het verlengde van de Lange Tramweg loop je verder in de Stationstraat van Sint-Kwintens-Lennik, langs de oude tramhallen en tot op het Marktplein met de spitse kerk en het standbeeld van trekpaard Prins.
> Einde van deze lange etappe, de zon is inmiddels al onder de horizon gezakt.
> Deze GR 126 is eigenlijk een Waalse Grande Randonnée die vanuit Brussegem over Brussel naar de vallei van de Semois loopt over zowat 240 kilometer. Waarom wordt vertrokken vanuit Brussegem heeft te maken met de creatie in het jaar 2000 van extra GR-trajecten rond het Brusselse om ook voldoende GR-luswandelingen te kunnen aanbieden.
> Met het centrum van buurdorp Sint-Kwintens-Lennik op amper een kilometer gelegen, kan het niet anders of er is altijd een zekere rivaliteit geweest tussen de twee Lenniken. Sint-Martens werd als parochie van Sint-Kwintens afgesplitst begin 16de eeuw. Sint-Maarten en Sint-Kwinten waren het niet eens over wie zijn naam mocht verbinden aan welke parochie. Op de plek waar nu de kerk staat van Sint-Martens-Lennik werd rendez-vous gegeven. Wie van de twee van daar het eerst de kerkdeur van het huidige Sint-Kwintens-Lennik kon bereiken, mocht zijn naam aan die parochie verbinden. Sint-Maarten, die een paard als trouwe metgezel heeft, was er zeker van dat hij de snelheidswedstrijd zou winnen, Kwinten was immers te voet. Maarten bereikte inderdaad als eerste de Molenbeek, die beide dorpen scheidt, maar zijn paard weigerde halsstarrig om de beek over te springen. Ook Kwinten kwam wat later bij de beek, sprong er probleemloos over en bereikte zo als eerste de kerk van wat sindsdien Sint-Kwintens-Lennik is...
> We laten verderop de Kersgatstraat links liggen en draaien wat lager in een brede bocht naar de Brusselsesteenweg. Hier ligt het uiterste eind- of beginpunt van de 240 km lange GR 126. Voor Streek-GR Groene Gordel volgen we nu het tracé van GR 128 Vlaanderenroute naar links. Even de Brusselsesteenweg volgen dus en na 120 meter gaan we links een weg op die eigenlijk het oude traject is van die Brusselsesteenweg voor hij rechter werd getrokken. Nog 100 meter verder gaan we weer links om de Mollemstraat te nemen, ze zal ons helemaal tot in Mollem brengen, dat 2 km verwijderd ligt. De Mollemstraat is aanvankelijk gekasseid en stijgt lichtjes langs enkele afgelegen huizen en vergezichten over de velden.
> Over het inmiddels geasfalteerde wegje dalen we weer af van de Steenberg om zowat 150 meter na de oriëntatietafel rechts te kiezen en verder te dalen naar het gesloten hoevecomplex Spanjaardshof. De hoeve was in de 16de eeuw onderdeel van een groter geheel met watermolen en kasteel. Toen was een Spanjaard er eigenaar van, wat de naam verklaart. De huidige gebouwen zijn echter van wat later, 18de en 19de eeuws.
> Links op het kruispunt bij de hoeve (nog steeds Mollemstraat). Het traject van GR 128 werd wat verder enkele jaren geleden lichtjes gewijzigd maar je merkt dit waarschijnlijk niet op het terrein. We draaien dus links en dan weer rechts naar het dorpje Mollem toe, dit is nog steeds de Mollemstraat. Afsplitsingen negeren we en we bereiken de Grote Molenbeek. Ze bepaalt hier zo kort bij de kerk van het Assese dorp Mollem de gemeentegrens tussen Merchem en Asse.
> Let ook op de mooi bewaarde pastorij achter de kerk. De abdij van Affligem liet ze optrekken in streekeigen natuursteen rond 1762. Er zijn ook drie cafés in de buurt, zoals Trapkens Op. Zeker het meest merkwaardige en onopvallende is dat van Rie van Pol. De inmiddels meer dan 90 jaar oude cafébaas houdt er café zoals 50 jaar terug, de pinten kosten er 1 euro.
> In Mollem starten een paar lokale wandelpaden, zoals het Hellepad of de Grote Molenbeekwandeling, we zullen over Streek-GR Groene Gordel een deel van die paden volgen.
> Het dorpje Mollem dankt zijn naam aan de vele watermolens destijds op de Grote Molenbeek, 'Molen-heim' > Mollem. Een mooie dorpskern van oude huizen, het dorpszicht heeft dan ook een beschermend statuut. De Sint-Stefanuskerk met zijn charmante torenhelm is eenvoudig classicistisch van stijl en dateert uit midden 18de eeuw.
> We stijgen langzaam over de Steenberg (74 meter) en komen langs een oude oriëntatietafel (1952) van VTB-Asse. Ze werd gerestaureerd in 2006 en er is een rustbank. Het onderstel van de tafel is nog wat ouder, oorspronkelijk geplaatst te Hekelgem in 1925. De Steenberg dankt zijn naam aan de nogal keiige ondergrond door afzetting van rolkeien toen het hier nog zee was in een erg ver verleden. Het uitzicht is ook weer niet zo fraai met zijn hoogspanningsmasten, dat moet ook al het geval zijn geweest in de jaren '50. Verder zie je van hieruit oa nog Buggenhoutbos en de oude Ginder-Ale brouwerij van Merchtem.
> Pajotse dorpen zijn bijna steeds voortgekomen uit een Frankische versterking of boerderij ofwel hebben ze zich ontwikkeld langs oude doorgangswegen of verkeersassen. Sint-Martens-Lennik is zo'n voorbeeld van die laatste ontwikkelingsvorm. Hier kruisten immers een weg uit Brussel met een stokoude veedrijfweg, waarvan de naam nu nog voortleeft in 'Schapenbaan' of 'Schapenstraat'. Het centrum van Sint-Martens-Lennik oogt nog landelijk met zijn oude zandstenen kerk en enkele volkscafés. Rondom de kern is er echter nogal wat zoutloze wijkbebouwing opgetrokken.
> Uit de Gazet van Assche van 17 november 1918 :
"Dinsdag namiddag heeft eene vreeselijke ramp het naburige Molhem in opschudding gebracht. Op eenen boomgaard te Vrijlegem waren Duitsche soldaten bezig met eene kist bevattende munitie, open te maken. Een aantal kinderen stonden op het gevaarlijke werk te zien. Eensklaps ontplofte het poeier met verveerlijke kracht, eenieder neerslaande die er bij en omtrent was. De uitwerking was dan ook afgrijselijk: vijf soldaten en vijf kinderen werden op den slag gedood. En verscheidene andere werden zwaar gekwetst. Sindsdien zijn reeds twee kinderen aan de gevolgen hunner wonden overleden, wat het getal kinderlijken op zeven brengt. Oordeelt over de droefheid der beproefde familiën!’
(het monument vermeldt geen 5 maar 8 namen, mogelijk overleden nog enkele kinderen na het ongeval).
> De Beneden-Vrijlegemstraat komt op een T-kruising waar we links gaan (Kezeweide) en meteen bij het treinstation van Mollem komen. De spoorlijn over, dadelijk linksaf en na 100 meter rechts het buurtpad nemen.
> Wijk bij dat grasplein even 100 meter uit naar rechts om de oude dries van Mazenzele te ontdekken, een van de best bewaarde in Vlaanderen. Het is het driehoekig grasveld met een oude stand voor staande wipschieting. Voor historici is deze dries het bewijs dat Mazenzele een Frankische oorsprong heeft. De eigendomsgeschiedenis is al even merkwaardig. Als de oudste centrale plaats van Mazenzele hadden de inwoners gemeenschappelijk en eeuwigdurend gebruik van de dries tijdens de middeleeuwen. Ze betaalden hiervoor cijns aan het Hertogdom Brabant. Dat recht werd zelfs in het jaar 1431 in een vonnis vast gelegd.
> De Sint-Pietersgilde van Mazenzele (een schuttersgilde) betaalde vanaf het jaar 1737 tot de periode van de Franse Revolutie (waarbij het adellijk grootgrondbezit grotendeels werd te niet gedaan) cijnzen voor het gebruik van de dries. Ook nadien bleef ze nog de gronden gebruiken, zonder dat er eigenlijk iemand de dries opeiste. In 1867 heeft de Sint-Pietersgilde dan maar het eigendomsrecht aangevraagd op basis van de wet van verkrijgende verjaring van onroerend goed na 30 jaar. Sindsdien is de Sint-Pietersgilde dus eigenaar en de gilde bestaat vandaag na bijna 500 jaar nog steeds, evenals de 1,3 hectaren grote Dries! Dit verklaart ook waarom vandaag deze dries nog zo herkenbaar is en niet ten prooi viel van verkaveling.
> We dalen licht door het Kravaalbos en op een volgende T-kruising gaan we links. Na een 150 meter komen we op een kruispuntje van paden en hier ligt de afsplitsing tussen Streek-GR Groene Gordel en GR128. We zijn op dit punt ook krak op de grens tussen Oost-Vlaanderen en Vlaams-Brabant, een beek vormt de grens. We kiezen uiteraard voor die laatste provincie en wandelen op dit punt dus rechtdoor, dit keer weer met geelrode streepjes. De GR 128 verlaat het gemeenschappelijk traject en gaat hier rechts om dieper Oost-Vlaanderen in te trekken richting Aalst.
> Terug op Streek-GR Groene Gordel. We wandelen in wijzerzin rond het grassig plein om dan halverwege een buurtpaadje te nemen tussen huizen. Dit geasfalteerd paadje gaat bij een waterwachtbekken naar rechts. Je loopt kort daarna niet op de Sint-Pieters-Bandenkerk af maar draait mee naar links, over een geasfalteerd paadje langs de gekanaliseerde Stampbeek naar de drukke Steenweg op Brussel te Mazenzele (bushalte, café, frituur, volkscafé bij de kerk).
> Interessant om te bekijken hoe de dorpskern evolueerde. In het Frankische tijdvak lag de kern dus rond de dries waar we daarstraks langs kwamen. In de middeleeuwen verschoof de kern rond de ligging van de huidige kerk en in de loop van de 18de eeuw begon de bedrijvigheid te verschuiven naar de oude steenweg (nu een drukke verkeersweg) tussen Asse en Dendermonde.
> Kort nadat we het Kravaalbos zijn binnengetrokken in een zone met veel tamme kastanje en lorken, botsen we op een T-kruising. Rechts hier en na 70 meter, bij een eenvoudig bankje links een pad op voorbij een bareel, met aan de rechterzijde een weide. Steeds rechtdoor nu, we wandelen hier ongemerkt door een stukje Oost-Vlaanderen (stad Aalst)! Het is hier heerlijk rustig in dit mooie Kravaalbos. Alweer sinds Elewijt geleden dat we nog door wat groter bos wandelden.
> Het Kravaalbos is zowat 80 hectaren groot en is een overblijfsel van het Grote Kolenwoud. Er is hier dus al duizenden jaren bos, hoewel een deel ervan met produktiebomen werd beplant, zoals Amerikaanse eik. In een ander deel hebben inheemse boomsoorten en planten altijd kunnen groeien, het Kravaalbos heeft dus een waardevol biotoop.
> In de middeleeuwen was er een zandgroeve-uitbating op initiatief van de Affligemse abdij. Nogal wat kerken in dorpen en steden evenals burgerlijke gebouwen werden met zandsteen uit het Kravaalbos opgetrokken tussen de 12de en 18de eeuw. We passeren de oude groeve van de Putberg, nu een grote vijver, bij het verlaten van het Kravaalbos.
> De Steenweg op Brussel oversteken en rechtdoor over GR 128, nog steeds over een geasfalteerd pad langs de Stampbeek. Na de kruising met de 'Heerbaan', wordt het pad een grasweg. Die draait bij een weideafsluiting naar rechts en dadelijk weer links door een bosje om uit te komen op een veldweg (rustbank). 50 meter naar links hier en dan de veldweg rechts nemen. Deze veldweg loopt haast kaarsrecht op het Kravaalbos af, hij kan er 's winters erg modderig bij liggen.
> Rechtdoor dus, over de Trage Weg 'Dorpveld Weg'. Lichtjes stijgen we verder door het Kravaalbos, dat hier is samengesteld uit veel Amerikaanse eik en verder inheemse eik, beuk, tamme kastanjelaar en esdoorn. Wat verder aan onze rechterkant een nogal diep gelegen vijver, dit zijn dus de resten van de grote middeleeuwse steengroeve van het Kravaalbos.
> In het verlengde van het bospad lopen we langs een afsluiting voor padenweiden en langs wat Vlaamse koterij. Even over kiezel en dan weer over een graspaadje tussen weiden.
> We negeren zijwegen onderweg en dalen langzaam weer af van de Tomberg over de Oude Brusselsestraat. Ter hoogte van taverne Tomberg gaan we links en we wisselen de geelrode streepjes weer in voor de witrode streepjes van GR 512 Vlaams-Brabant (Diest – Geraardsbergen). Een lange veldweg (Driekruisenstraat) voert ons helemaal naar Sint-Martens-Lennik, waarvan we de kerktoren af en toe boven de akkers zien opduiken met nog een heel eind verder ook de 'Eiffeltoren van het Pajottenland' dominerend aan de horizon. Die passeren we pas op het einde van de volgende etappe!
> Voor we het centrum van Sint-Martens-Lennik bereiken, takken we nog naar rechts af om over een gedeeltelijk hol groen paadje te arriveren in de geasfalteerde Wolvenstraat. Op het kruispunt kort bij de vrij drukke Oude Schapenbaan, gaan we rechts de Palokenstraat in. Ze voert ons lang een paar scholen. Sint-Martens-Lennik is regionaal bekend voor zijn Sint-Godelieve-Instituut, één van de grootste onderwijsinstellingen van het Pajottenland. Dat zul je geweten hebben op het uur dat de lessen beginnen of eindigen.
> Op het heuveltje bij een kruispunt stond eeuwenlang een windmolen, waaraan een definitief einde kwam op gruwelijke wijze in het jaar 1921. De molenaarsvrouw hoorde op een windstille dag een enorm gekraak, ze wilde nog naar haar spelende dochter rennen om ze vanonder de molen halen maar de hele constructie stortte in en zowel moeder als kind verongelukten. Blijkbaar was er te veel graangewicht opgeslagen in de molen.
> Aan de overzijde van de Ninoofsesteenweg naar rechts op het voetpad langs de onaangename verkeersweg en na 100 meter het tweede weggetje links nemen. Het slingert langs de rand van een woning en stijgt verder naar een beboste heuvel, de Ketelberg.
> Het pad wordt nu wilder op zijn doortocht tussen jong bos en struiken. Op een padsplitsing rechts aanhouden en kort scherp dalen naar een iets duidelijker pad langs de bosrand. Links op dat pad en bij het einde van dat bos rechts – links meedraaien tussen akkers tot bij een alleenstaande woning. Rechts daar, we wandelen nu over de Tomberg en over de Oude Brusselsestraat. De uitzichten zijn hier zeer weids.
> De kerk van Sint-Martens-Lennik ligt een stuk hoger dan die van buurdorp Sint-Kwintens, zoals je zelf ziet via een doorkijkje of langs het verdere traject van Streek-GR Groen Gordel (hier GR 512). Als je goed kijkt van buitenaf zie je op het middenschip en het koor van de kerk nog de sporen van (gedichte) rondboogvensters, wat bewijst dat de oorsprong van het huidige gebouw terug gaat tot de romaanse kunstperiode (11de - 12de eeuw).
> De romaanse vensteropeningen werden tussen de 13de en de 15de eeuw vervangen door gotische vensters, onderdeel van verschillende verbouwingen, vergrotingen en veranderingen die in die periode de kerk transformeerden tot haar huidige - vooral gotische - uitzicht. Hoewel de steenkleur van de stoere westertoren behoorlijk verschilt van de steen die bvb bij de kapellen werd gebruikt, is de kerk grotendeels opgetrokken met kalkzandsteensoorten en in dezelfde periode.
Sinds 1938 is de kerk van Sint-Martens-Lennik terecht een beschermd monument, inclusief de omringende kerkhofmuur. Een laatste grote restauratieronde aan het gebouw vond plaats in de jaren '00.
> Heb je de kans om de kerk ook binnenin te zien dan zal je zeker niet teleurgesteld zijn. Het kerkgebouw herbergt een pak waardevolle en mooie kunstschatten. Ondermeer beelden uit de 16 en 17de eeuw, adellijke grafstenen uit 15de tot 18de eeuw (wie geld en aanzien had eigende zich het recht toe om dichter bij God te liggen, wellicht waren er ook meer zonden te vergeven), mooi barok houtsnijwerk, vergulde reliekschrijnen van Sint-Maarten, 17de eeuwse schilderijen, een 13de eeuwse stenen nis, recent gerestaureerde muurschilderingen,...
> Steeds rechtdoor over deze Kapellestraat, op het autolawaai af van de drukke Ninoofsesteenweg. Net als de straat weer wegdraait van de Ninoofsesteenweg nemen we rechts een doorsteekpaadje naar deze snelle weg in de buurt van Goudveerdegem. Rustig de laatste meters van dit paadje nemen want je wordt meteen op de expresweg gedropt! Eigenlijk een zwart punt op het traject van Streek-GR Groene Gordel want hier oversteken op deze snelle weg met dubbele rijvakken is een hele onderneming!
> Zoals vele oude burchten in de Groene Gordel is ook Kruikenburg gebouwd als Brabantse versterking tegen de aanvallen van de graven van Vlaanderen. Kruikenburg is onlosmakelijk verbonden met de Brabantse ridder Everaard t'Serclaes, die Brussel bevrijdde van een bezetting door de Vlaamse Graaf Lodewijk van Male in de 14de eeuw. Het leverde hem trouwens een standbeeld op dat nu nog te zien is vlakbij de Brusselse Grote Markt. (Dat beroemde liggende beeld waar alle toeristen eens over wrijven om geluk te verkrijgen!).
> t'Serclaes bouwde Kruikenburg dus uit tot een machtig waterslot en zette zo Ternat op de kaart. Hij zou later worden vermoord onderweg tussen Brussel en Ternat, te Vlezenbeek (zie volgende etappe bij Gaasbeek). Onder eigendom van de familie de Fourneau groeide Kruikenburg in de 17de eeuw uit tot een graafschap. In de 18de eeuw werd de burchtversterking omgebouwd tot verblijfskasteel, zoals het er vandaag grotendeels bijstaat.
> In 1938 werd Kruikenburg openbaar verkocht. De Broeders van de Christelijke Scholen kochten het geheel op en maakten er een school van. Nog steeds is het eigendom van deze kloosterorde. Tot voor kort waren er nog maar 2 broeders, hun aantal is sinds 2007 weer verdubbeld als gevolg van de sluiting van hun moederklooster te Groot-Bijgaarden. De orde verkoos hun vestiging naar Kruikenburg over te brengen om korter te zijn bij Sint-Katharina-Lombeek, daar verblijven immers een aantal hoogbejaarde broeders van deze uitstervende kloosterorde in een verzorgingstehuis.
> Helaas zijn de paters niet erg zorgvuldig omgesprongen met het oude parkdomein Kruikenburg. Een groot deel van het park is sinds de komst van de broeders verkwanseld door boomkap, verkaveling en de bouw van klassen. Ook de middeleeuwse ijskelder van zowat 600 jaren oud moest wijken voor de parking van een veearts.
> Vandaag blijft hij vooral voortleven in de vele teksten en gedichten die hij bijeen schreef. Een aantal daarvan hadden zijn lieflijk Pajottenland en zijn geboortedorp Wambeek als thema, hoewel hij het grootste deel van zijn leven in Antwerpen doorbracht. Hij is begraven op het Schoonselhof te Antwerpen. Aan zijn geboortehuis, gelegen in de schaduw van de kerk, hangt een gedenkplaat.
> In de meeste Brabantse dorpen werd de dorpspolitiek eeuwenlang geschreven door een lokaal geslacht van adellijke kasteelheren. In Wambeek was dat niet zo. Hier is het de welgestelde brouwersfamilie De Troch die meer dan een eeuw, tot de fusies van 1976, de lakens uitdeelde. Brouwerij De Troch bestaat nog steeds, hoewel ze sinds de jaren '70 eigenlijk niet meer door een De Troch wordt geleid.
> Traditioneel werd er lambik en faro gebrouwen maar de continue dalende verkoop leidde in de jaren '80 tot een reconversie. De basis van hun brouwsels is nog steeds lambik maar behalve een beperkte produktie van oude geuze, wordt die nu vooral vermengd met de meest exotische fruitsoorten. Dat werd in de jaren '80 bij bierkenners niet meteen met gejuich onthaald. Zo worden onder de merknaam 'Chapeau' fruitbieren gemaakt van abrikoos, mirabellen en zelfs mango en banaan! Ze zijn vooral voor de exportmarkt bedoeld. De oude brouwerijgebouwen zijn vandaag ook waardevol industrieel patrimonium.
> In tegenwijzerzin wandelen we rond de kerk en op het parkeerterrein kort rechts (nog steeds Pol de Montstraat). Daarna links de Potgieter in, deze straat behoudt dezelfde naam als we vervolgens de eerste straat rechts nemen. De geasfalteerde Potgieter gaat na de laatste verkaveling voor langere tijd als een betonbaantje langzaam door de akkers stijgen. Verderop zien we aan onze rechterzijde het gehucht Klapscheut liggen. Voorbij de kruising met een weg naar Klapscheut lopen we rechtdoor over een grasweg langs een bosje. Onderweg wijken we tweemaal even uit naar links, de tweede maal om een afgelegen weiderand rond te wandelen. Het zijn hier best wilde paadjes. Even voorbij die weide draaien we 90° naar links en het pad wordt nu snel een veldweg die overgaat in een verharde weg als we de eerste huizen naderen.
> Op de geasfalteerde Asbeekstraat gaan we rechtdoor. Opgelet een bewoner heeft hier mogelijk de padmarkering verwijderd. Buren vertellen me dat het wellicht een zekere Mr De Mulder is die daarvoor verantwoordelijk is, de man woont in de buurt. Rechtdoor dus en waar deze toegangsweg een bocht naar rechts maakt (naar het huis van Mr Mulder?) gaan we rechtdoor over een smaller pad. Dat komt achter een zaaltje uit op de Kespier (bushalte). Links, langs de kerk van Asbeek en langs café 't Boerken.
> Op de T-kruising met de Beekstraat gaan we rechtdoor het buurtpaadje op , we stijgen over planken kort wat hoger. Ergens hier moet het Godsbronneken liggen. Wat verder kruisen we een asfaltweg (Geertskouter) en vervolgen langs een huis en verder over een veldweg. Deze komt een verderop uit op de gekasseide Platijn. Naar rechts en na 30 meter weer links, kort klimmen over een modderig paadje. Even opgehouden door passerend vee en een meute honden van een slordige eigenaar en dan kort stijgen naar de Edingsesteenweg in de wijk Koudertaveerne. Deze voormalige Romeinse heerweg steken we over en we gaan rechtdoor Mazier in. Het eerste deel van de weg is geasfalteerd.
> Merkwaardig genoeg doet de Streek-GR Groene Gordel de kapellen van de Kruisborre niet aan. Je ziet de historierijke Kruisborrekapel misschien liggen, rechts te zien in de velden. Steeds maar rechtdoor, asfalt gaat over in een veldweg (Bruggeveldstraat) die hier en daar licht is verhard met steenslag. We wandelen in een dreef voorbij een paar hoeven die nu buitenverblijven zijn en op het grondgebied van de gemeente Dilbeek liggen. Links in de verte zie je het 16de-18de eeuwse waterkasteel Nieuwermolen van Sint-Ulriks-Kapelle en daarna even opletten.
> Onverwacht neemt Streek-GR Groene Gordel een wegje rechts. In een bocht kiezen we voor een onopvallend paadje dat zich tussen het struikgewas een weg zoekt naar een veld waar het dwars door loopt (de boer ploegt het gewoonlijk om) om eens terug op asfalt naar links te gaan. Het autolawaai van de autosnelweg E40 komt inmiddels erg dichtbij. Eerste straat rechts (Steenbergstraat), die volgen we tot bij een brug over de E40. Oversteken en rechtdoor. Weer even opletten. Net voor de eerste bocht in de Groenstraat nemen we rechts de onopvallende Voetweg 25.
> Tussen privé-eigendommen en tussen weiden komen we een heel eind verder uit op de Moerenslos. Rechtdoor tot op de Wijmenierlaan en daar links. Na 80 meter nemen we alweer een voetweg naar rechts. Die draait wat en dropt ons uiteindelijk op de Kerkweg. Rechts daar en verderop onder een kleine spoortunnel. Rechtdoor en via nog een kort kerkwegeltje komen we bij de kerk van Ternat.
> In tegenwijzerzin rond de kerk en dan tegenover de ingang van de kerk de Dreef volgen. Al na 50 meter links de Kloosterweg in en deze kort daarna naar rechts meevolgen. We kruisen de Stationstraat (links ligt het commerciële centrum) en gaan rechtdoor de Tserclaesstraat in. We wandelen over Streek-GR Groene Gordel niet door het domein Kruikenburg maar er langs over een minder interessant traject dus. De reden hiervoor is wellicht dat het domein niet de hele tijd open is.
> Ter-Nat: een plaats op vochtige grond zou de betekenis zijn, hoewel die etymologische verklaring niet sluitend is. Met de bouw van de versterking Kruikenburg werd vanaf de 13de eeuw Ternat al snel een belangrijke nederzetting. Volgens de geschiedschrijvers van het boek 'Pajottenland, een land om lief te hebben' is er over de eeuwen heen en tot op de dag van vandaag een zekere naijver geweest tussen de huidige dorpen die de gemeente Ternat uitmaken. Dat bewijst ook de ter plaatse erg bekende zegswijze 'Stom Loemmek (Sint-Katharina-Lombeek, Zot Wammek (Wambeek), Kaal Ternat, 3 paroches van den hond zijn gat'. Je zou je ook kunnen afvragen of het verstedelijkte Ternat echt tot het Pajottenland behoort. De samenstellers van het hierboven genoemde boek namen Ternat wel op omdat het net zoals de meer zuidelijke Pajottenlanddorpen behoorde tot de eigendommen van de abdij van Nijvel.
> De uitstraling van Ternat ging tijdens de middeleeuwen vooral uit van de kasteelheren van domein Kruikenburg. Vanaf 1856 reden er treinen door Ternat wat uiteindelijk leidde tot een grotendeels helemaal nieuwe stationswijk die tesamen met de weg Asse – Edingen uitgroeide tot het commercieel centrum van Ternat. Precies 100 jaar later werd de autosnelweg A10 (nu bekend als de E40) afgewerkt. Die gunstige locatie van E40 en treinverbindingen maakte Ternat ook aantrekkelijke voor de vestiging van grotere ondernemingen, er is vandaag een bloeiend bedrijvenpark gevestigd. Voor veel bezoekers aan het Pajottenland is Ternat de gateway. Hier neem je immers de afrit van de E40 om dan de oude steenweg Asse - Edingen te nemen, die het Pajottenland als het ware in tweeën snijdt.
> Als we over de Tserclaesstraat op een T-kruising botsen, kiezen we rechts (Terlindenstraat). Voorbij een oude hoeve aan onze rechterkant nemen we de volgende linkse afslag (Kruisstraat). Die weg volgt een tijdje de loop van de Kasteelbeek en is afgelijnd met knotwilgen. Op de V-splitsing rechts, verderop laten we een paar straten links liggen en voorbij een boerderij wordt het een veldweg en tenslotte een pad.
> Streek-GR Groene Gordel loopt onder een bruggetje van de drukke spoorlijn Brussel – Oostende en vervolgt dan naar links. Over een prettig pad door een bosje en over de Klapscheutbeek loopt het traject van de Streek-GR verder, waarna het pad rechts draait en verder loopt door de beekvallei tot op de Stenebrugstraat (bakker, snoepautomaat).
> We zijn nu in Wambeek en gaan niet links maar even rechts om dan links de Pol de Montstraat te nemen. De weg gaat bij de terreinen van FC Wambeek al snel over in een mooi voetpad dat we steeds rechtdoor volgen om zo bij een kapel in het centrum van Wambeek te arriveren. Links daar (nog steeds Pol de Montstraat) tot bij het geboortehuis van Pol de Mont en de Sint-Remigiuskerk van Wambeek.
> Hoewel Wambeek kleiner is dan de andere dorpen die Ternat vormen, is Wambeek eigenlijk de moederparochie. De geschiedenis van het dorp gaat minstens terug tot de Frankische periode, wellicht nog dieper. De ligging in de buurt van de Romeinse weg Asse - Edingen - Bavay en aan een oude drijfweg, die vandaag nog bekend is als de Schapenbaan, is daar wellicht niet vreemd aan. Wambeek ligt wat in een kom, omgeven door beken en vruchtbare landbouwgrond.
> Het is vanuit Wambeek dat Ternat is gegroeid en niet omgekeerd. Ternat kwam pas vanaf de 11de eeuw tot ontwikkeling, toen het wastinegebied daar werd ontgonnen. Ternat werd al een paar eeuwen later groter dan Wambeek maar hier ademt het centrum nog een echte dorpssfeer uit, wat nog wordt versterkt door de kasseien rond de kerk.
> De huidige Sint-Remigiuskerk werd in de 17de en 18de eeuw opgetrokken.
> Vlakbij ligt het geboortehuis van Pol de Mont. Nogal wat historische figuren die belangrijk waren voor de Vlaamse beweging en bewustwording komen uit het Pajottenland, zo ook Pol De Mont (1857 -1931). Al vanaf zijn studententijd was hij betrokken bij Vlaamse groeperingen. Later was hij aktief in Vlaamse taalkunde en met het optekenen van Vlaamse volksverhalen.
> Deze Dorspveld Weg (Voetweg 59) eindigt uiteindelijk in de verkavelde en beklinkerde Lepelstraat van Asse-Ter-Heide. We volgen deze straat naar links, licht stijgend. In het verlengde lopen we over de Heuvelstraat tot bij de N9 Gentsesteenweg (bushalte naar Asse).
> Voorzichtig de N9 kruisen en rechtdoor over een oprit van grind die in het verlengde weer een grasweg wordt. Onderweg een mooi zicht over het centrum van Asse-Ter-Heide met zijn Sint-Hubertuskerk. Het was vroeger het belangrijkste gehucht van Asse en werd pas in de 19de eeuw een parochie. In het centrum ligt volkscafé '3 voor 1 frank'. Het pad dat Streek-GR Groene Gordel volgt, maakt een bocht van 90° naar rechts om na enkele tientallen meters alweer naar links te draaien (niet het pad rechtdoor nemen) en langs een rij knotwilgen te lopen. We dalen licht door een oud agrarisch landschap van akkerland en weiden.
> Deze trage weg met de naam 'Grootgrachtlos' eindigt voorbij een mooie iep of haagbeuk op een asfaltweg in het gehucht Boven-Vrijlegem. Rechts daar, op het spitsuur komt hier mogelijk nogal wat sluipverkeer door. Er is hier ook een luxueuze B&B, 'hoevehotel Hof ter Vrijlegem', waar je kunt slapen bij de familie Saerens vanaf 100 €. Boven-Vrijlegem is de erg oude woonkern (mogelijk van oorsprong Frankisch) van Vrijlegem. Aan de andere straatzijde zie je het Hof ter Kalken, een mooie boerderij waarvan de kern 18de eeuws is. Het was een pachthof van de abdij van Affligem.
> Op de T-kruising links. Waar de asfaltweg verderop een bocht naar rechts maakt en de Merchtemse Drielindenbaan wordt (een kerkweg uit 1700 vermeldt het straatnaambord), verlaten we hem door rechtdoor een kaarsrechte veldweg op te wandelen, recht op het Paardenbos af.
> We volgen even de bosrand tussen enkele resterende bomen van een oude dreef en gaan in het bos dadelijk links om verder de bosrand van het Paardenbos te blijven volgen.
> We zigzaggen een hele tijd langs die bosrand over aangename paden, tot we de woonwijk Paddebroeken inlopen. De grindweg werd hier in 2015 gebetonneerd. We gaan er op de asfaltweg niet rechtdoor (grenskapelletje OLV van Bijstand met rustbank) maar gaan links de weg Paddebroeken in.
> Na 450 meter over 'Paddebroeken', de eerste veldweg rechts. Deze kaarsrechte veldweg voert ons eerst langs serres en verder door open veld naar Mazenzele. Dit is tevens een grensweg tussen de gemeenten Asse (links) en Merchtem (rechts). Op het kruispunt met de Assestraat (bushalte) zijn we zelfs op een driegemeentengrens, want Mazenzele behoort tot Opwijk. Rechtdoor op dat punt, de Sultveldstraat in. Na 120 meter graspaadje links. In het verlengde daarvan komen we verderop op een paadje langs een boomgaard, we kruisen er een ander mooi buurtpad. Langs jonge knotwilgen gaat het verder en na een paar bochten arriveren we op een grasplein te Mazenzele.
> Langs het kerkplein van Mollem (bushalte) en we wandelen rechtdoor de brede Kouter in. Die stijgt naar het kerkhof van Mollem en bij het einde van de dodenakker gaan we onmiddellijk rechts een pad op. Op de eerste kruising met een ander pad kiezen we links het pad dat achter een aantal huizen loopt. We draaien verderop weg van de huizen, een bosje in om dadelijk de Kloosterbeek te kruisen, een zijbeek van de Grote Molenbeek.
> Het paadje met de naam 'Blokweg' leidt ons verderop tussen met palen afgebakende weiden. Links zien we de gebouwen van het sterk gerestaureerde Pannenhof, historisch gezien niet zo waardevol. Zo komen we in het landbouwgehucht Beneden-Vrijlegem.
> We wandelen hier rechtdoor maar ga je even links dan zie je een monument ter nagedachtenis van 7 kinderen tussen 8 en 17 jaar en een volwassene die hier omkwamen als gevolg van een Duitse munitieontploffing op 12 november 1918. Tegenover het monument staat ook nog een oud huisje uit 1901, een 'woonstalhuis', zoals het infobord vermeldt.
Mollem
> Stevige etappe vandaag qua afstand maar het is ook mogelijk om deze mooi in twee te delen, door te eindigen in Mazenzele bvb. Onderweg kom je ook langs het treinstation van Mollem. Landschap van Brabantse bolle kouters vandaag, wat meer golvend dan we gewoon zijn over Streek-GR Groene Gordel. Af en toe een paar oude dorpen, zoals Mollem en Mazenzele, maar het is toch het rustig agrarisch landschap dat deze etappe domineert. Tijdens het tweede deel van deze dagtocht trekken we via Ternat het Pajottenland in, eens te meer langs stokoude Brabantse dorpen, zoals Wambeek en Sint-Martens / Sint-Kwintens-Lennik.
µ