Startpagina > Wandelen > GR16 Sentier de la Semois
Tabakteelt in de Semoisvallei
> Hoewel de kweek van tabaksplanten al in de 16de eeuw in onze streken bekend was, ontwikkelde de cultivatie van de plant in de Semoisvallei zich pas eind 19de eeuw op grote schaal. Een schoolmeester uit Alle-sur-Semois, Joseph Pierret, introduceerde in 1855 de kweek hier. Zijn eerste minieme oogst werd door de andere inwoners nogal sceptisch bekeken maar Pierret vergrootte zijn miniplantage jaar na jaar en kon steeds op een mooie oogst rekenen.
> Pas rond 1880 kwam navolging in de Semoisvallei. Het areaal aan tabak bedroeg dat jaar ongeveer 188 aren. Stilaan brak een echte tabakskoorts uit in de Semoisvallei, van Dohan tot Bohan. In Bohan alleen al groeiden rond 1910 zowat 1,5 miljoen tabaksplanten, in de hele Semoisvallei meer dan 10 miljoen planten!
> Door de nabijheid van Frankrijk ontstond ook een lucratieve smokkel van tabak. Om de strenge douanecontroles te omzeilen, werden zelfs honden er op uit gestuurd (tchètchiques) die tabak over de grens brachten vanuit smokkelhuizen, 'baraques', in de bossen. Douaniers hadden de gewoonte om van gevangen honden één van de poten af te snijden. Zie ook volgende pagina.
> In 1935, het hoogtepunt van de tabakskweek, werd 550 hectaren pijptabak geteeld! Met de Amerikaanse bevrijder in 1945 arriveerden ook de sigaret en nieuwe tabakssoorten. De Semoiskweek kreeg ook een zware slag door ziekten (meeldauwschimmel) en de invoering van zware aksijnzen. Stilaan 'doofde de pijp uit'.
> In die oude tabaksdroogschuren, waarvan je er hier en daar nog een ziet langs GR 16, werden de bladeren aan staken van zowat anderhalve meter lengte opgehangen, 'boudrions', om ze 3 maanden te laten uitdrogen. De oudste schuren zijn bedekt met schaliën. Vooral te Membre en Bohan zie je nog veel 'séchoirs' of droogschuren. Ze dienen nu als overwinteringsplaats voor caravans of voor houtopslag. Van de tabaksplanters blijven er nog een paar over, één in Bohan en twee in Corbion. De kweekvelden liggen te Bohan en Frahan.
> Van de beroemde Semoistabak is vandaag dus vooral nostalgische sfeer op te snuiven, met de 'séchoirs' en een tabaksmuseum te Corbion. De séchoirs of hangars zijn uit houten staken opgebouwd (eik of den). De constructie is zodanig dat de wind de bladeren op een natuurlijke wijze kan uitdrogen, waarbij de tabak toch ook nog net vochtig genoeg blijven zonder rot te worden. De wind moet er kunnen doorwaaien, vandaar ook de hoogte en de langgerekte vorm met ruwe afwerking van planken en spleten aan de buitenkant.
> Dak en zijplanken hadden ook als functie om zon en slagregen te weren. De constructie met de 'boudrions' binnenin is op meerdere niveaus. De dakbedekking was meestal uit leisteen, soms uit golfplaat. Vooraleer de geplukte tabaksbladeren in de droogschuur worden opgehangen, zijn ze eerst al even gedroogd op de grond en in de zon.
De droogtijd in de sechoirs loopt van september tot november, daarna worden in volle winter de bladeren gesorteerd en samen gebonden in 'manoques' om naar de fabrikant te worden gebracht. Sommigen verklaren de aparte smaak van de Semoistabak aan de nevel en mist die vaak in de vallei hangt.
Onderweg tussen Vresse-sur-Semois en Membre-sur-Semois
> Naarmate we over GR 16 de Semois stroomafwaarts volgen, wordt de rivier breder en de hellingen langs de oever hoger. Ook op deze etappe over het Naamse deel van de Semois wisselen we de uitzichtpunten op 'de crêtes' af met de dorpen in de valleien. Behoorlijk op en af dus, met 5 stijgingen van gemiddeld 150 meter, je krijgt in de valleien amper tijd om naar adem te happen. Er liggen karakteristieke Ardennendorpen langs de route: Mouzaive, Chairière, Vresse, Membre en het laatste Belgische maar levendige dorp Bohan. Hier was ooit een zeer bedrijvige tabakscultuur.
Semois Membre
huwelijkssteen
Mouzaive passerelle
Over de rotisge kam tussen Chairière en La Forêt
Vresse-sur-Semois
Vliegenzwam
Onderweg naar Membre-sur-Semois
Les Hochets
Membre-sur-Semois
> In dit Semoisdorpje met zowat 150 inwoners, is het opvallend rustiger dan in Vresse-sur-Semois of Bohan. De appartementen van 'Les Hochets' en de onvermijdelijke camping, zijn er natuurlijk wel maar voor de rest is er niet echt een toeristische kern. Daardoor bleef ook het architecturaal uitzicht beter bewaard.
> De wat sombere kleuren van Ardense natuursteen waarmee de huizen zijn gebouwd karakteriseren de weinige straten van het dorp die zijn geschaard rond de kerk met als patroonheilige de Ierse monnik-kluizenaar Sint-Fiacrus. Het dorpje ontwikkelde zich zeer vroeg op de plaats waar het beekje Membrette in de Semois stroomt.
> Behalve de aardige ligging en omgeving zijn er niet echt attrakties in Membre. Dat verandert mogelijk in de toekomst met een nieuw museum over de cultuur rond tabaksteelt. Het 'Centre d'interprétation du Tabac' zal in de toekomst mogelijk hier in Membre-sur-Semois openen.
> De attraktiviteit van Membre ligt hem vooral in de ontdekking al wandelend van het sterk heuvelend en bebost landschap rondom het dorp en de Semois. Behalve het traject dat GR 16 volgt, kan je hier nog dagenlang boeiende wandelingen maken.
> Ten noorden van Membre ligt het natuurpark Membre-Bohan met vreemde rotsformaties, ruïnerestanten en uitzichtpunten die namen hebben als La Cheminée, La Table des Fées, Châtelet of Les Blanches Roches.
Maison Marichau Bohan
Bohan
vliegenzwam
tabakschuur
> Er zijn bevoorradingsmogelijkheden en horeca in het centrum van Alle-sur-Semois (Spar, bakker, slager), niet te Vresse-sur-Semois (!) en wel in Bohan (Proxy Delhaize, bakker etc). In deze dorpen zijn telkens 3 à 5 restaurants en cafés. In Mouzaive heb je 1 restaurant-taverne en in Membre-sur-Semois 1 café.
> Bij de start te Alle-sur-Semois ligt camping L'ami Pierre, in Mouzaive op 1 km van GR 16 heb je camping Le Héron, in Chairière op 1,5 km camping Le Trou du Cheval, in Membre camping La Membrette op 500 meter. Te Bohan liggen verschillende campings langs de Semoisoever. Ga misschien voor degene die het kortst bij het centrum ligt. Best gelegen en meest praktische camping tijdens deze etappe is camping La Membrette te Membre-sur-Semois.
> Er loopt geen treinspoor in de streek. Bustransport is eerder schaars, zeker ook tijdens het weekend wordt het zorgvuldig plannen. TEC-bus 43 bedient een pak plaatsen in de westelijke Semoisvallei: Rochehaut, Alle, Mouzaive, Chairière, Vresse, Membre en Bohan. Ze komt ook langs het depôt van Menuchenet waar je eventueel kan wisselen voor een bus naar Bouillon. TEC-bus 9 rijdt vanuit Alle door de westelijke Semoisvallei via Mouzaive, Chairière en Vresse naar de Naamse treinstations van Gedinne en Beauraing. Bus 45/4 rijdt vanuit Alle-sur-Semois eveneens langs een paar plaatsen die meer westelijk op het traject van GR 16 liggen: Mouzaive, Chairière, Vresse en Membre. Er is geen busverbinding vanuit Bohan naar dorpen in de Franse Semoisvallei. Aan de Franse kant van de grens heb je wel vanuit Sorendal een RDTA-bus richting Monthermé. Indien je vroeger op de dag in Monthermé wil arriveren om eventueel huiswaarts te keren, kun je de de etappe naar Bohan eventueel nog verlengen tot Sorendal (Fr), zodat je laatste stapdag naar Monthermé minder kilometers telt.
Onderweg naar Vresse-sur-Semois
Maison Marichau in sterk vervallen toestand
Huwelijkssteen
Trambrug Bohan tussen 1934 en 1940 (foto Toerisme Bohan)
Membre-sur-Semois
Reclamebord Semoistabak
Bohan, dorpscentrum
Werk aan de droogschuur (postkaart)
Ook gevels van huizen werden gebruikt voor het drogen van tabaksbladeren, hier te Alle-sur-Semois (postkaart)
Kerk Saint-Fiacre te Membre-sur-Semois
De Semois te Membre-sur-Semois
Vresse, Sint-Lambertuskerk
Het hotel Grand-Jean (uit 1898) waarover Maurice Cosyn het heeft in bovenstaande tekst, veranderde rond 1925 van eigenaar. De familie Chaidron neemt in 1925 het hotel over onder de naam 'A la Glycine'. José Chaidron, groot kunstliefhebber, organiseert er vanaf eind jaren '50 decennia lang salons voor kunstenaars en ontwikkelt zo Vresse tot kunstenaarsdorp. Hotel 'A la Glycine' wordt na zijn dood in 1997 overgenomen door de gemeente. Sinds 2009 is La Glycine helemaal gerestaureerd. De toeristische dienst is er gehuisvest op het gelijkvloers en er vinden regelmatig tentoonstellingen plaats op de verdiepen.
Chairière
Les Hochets
Membre-sur-Semois
Semois tabak
Membre-sur-Semois
trambrug Bohan
Naglemont
Vresse-sur-Semois Pont Saint-Lambert
Membre, droogschuur (séchoir) voor tabaksbladeren
Pont Saint-Lambert
Uitzichtpunt Naglémont
Voetgangerspasserelle Mouzaive (1947)
Oude GR-wandelboom GR AE/E3/GR 126.
Chairière, bron
Pont Saint-Lambert
> Sinds 1973 staat het Maison Marichau op de lijst van geklasseerde gebouwen maar in 2013 was het broodnodig toe aan een nieuwe restauratie. Het huis was 140 jaar lang eigendom van dezelfde familie die de woning steeds goed onderhield. Tot de oude eigenaarster in 1992 stierf. Het kwam in bezit van de uitbaters van de Delhaize nextdoors maar die lieten het verkommeren.
> In 2004 kocht de gemeente Vresse het huis maar van restauratie kwam niks in huis, de gemeente liet het meer dan 10 jaren vervallen ondanks vele beloften en verkocht het uiteindelijk in lamentabele toestand aan een privé-persoon in 2016. Door het lange verval zal er nu eerder sprake zijn van bouw van een kopie ipv restauratie.
> Zuidelijk kun je de bossen intrekken die richting de afgelegen dorpen Pussemange en Sugny liggen, met ondermeer de historische sites 'Tchesté de la Rotche', 'Roche de Saloru' of je kan er op zoek gaan naar de eik 'Chêne à l'image'. Gebruik de wandelkaart van Vresse-sur-Semois of gedetailleerde topografische kaarten.
> 800 meter stroomafwaarts op de Semois kan je nog de ruïnes zien van een oude brug van tramlijn 553B. Meer hierover verderop in dit verslag.
> Misschien dateert een voorloper van dit brugje wel uit een veel vroegere periode, feit is dat een vorig bouwwerk in 1773 werd weggespoeld bij een sterke afvoer van smeltwater. Het driebogig brugje overspant een zijriviertje van de Semois, Petit Fays.
> Rond het gegeven dat dit ezelsbrugje zo smal is, zijn allerlei lokale legenden ontstaan. De bekendste verklaart de smalle brugbreedte als een slimme zet van Sint-Lambertus (parochiepatroon van Vresse) tegen zijn concurrente in de slag om zieltjes te winnen, Sinte Agatha uit Laforêt. Die laatste verplaatste zich vooral in een koets en door zijn brug zo smal te bouwen kon hij haar een fllinke hak zetten en haar van zijn territorium houden. De brug en onmiddellijke omgeving werden geklasseerd in 1963.
> Aan de Semoisoever bevindt zich een grote steen waar een oud stukje folklore aan vast hangt. Dit is een 'huwelijkssteen'. Na de huwelijksinzegening trokken de gehuwden en hun genodigden de Semois over om er op de Pé Mariette ( de groene weide aan de tegenoverliggende Semoisoever bij de brug) te vieren en te dansen. Bij valavond stak men de Semois weer over tot bij de 'Pierre à marier'. De twee gehuwden werden rug-aan-rug op de steen geplaatst waarna ze werden vastgemaakt aan een 'soquette', een stuk brandhout of een dikke steen. Zo moesten de geliefden naar huis keren, hun last meedragend. Die 'soquette' stond wellicht symbool voor een voorspoedige vruchtbaarheid....
> Vresse is bijna 100 jaar later uitgegroeid tot dat 'geliefkoosde verblijf' voor toeristen, hoewel de dorpssfeer er nog volop aanwezig is. Alle dorpen en gehuchten langs GR 16 door de Naamse Semois, van Alle tot en met Bohan, behoren sinds 1977 tot de gemeente Vresse-sur-Semois. Dit is dus eigenlijk de enige gemeente van de provincie Namen in de Semoisvallei. De Sint-Lambertuskerk dateert uit 1768, met een toren uit 1837. Er zijn vandaag ook verscheidene restaurants en cafés, de goed gedocumenteerde toeristische dienst van de Naamse Ardennen is er gevestigd en het dorpje heeft een bank met cashpunt.
> Tot 1998 kon je hier ook het Musée du Tabac et du Folklore bezoeken. Helaas ging het grootste deel van de collectie in de vlammen op tijdens de nacht van 31 oktober / 1 november 1998. De brand werd veroorzaakt door een losgekomen electriciteitskabel die op het dak viel. Het grootse deel van de unieke verzameling over de tabakscultuur ging verloren, evenals tientallen van de meest waardevolle schilderijen van Ardennenschilders Marie Howet en Albert Raty. Een nieuw tabakmuseum zal er mogelijk komen te Membre-sur-Semois. Vresse profileert zich echter ook nog steeds als een kunstenaarsdorp, er vinden regelmatig tentoonstellingen plaats in het nieuwe cultuurcentrum 'La Glycine', boven de toeristische dienst.
Vresse, Pont Saint-Lambert
> Het stenen brugje van Sint Lambert, is al honderden keren vereeuwigd door landschapsschilders. In feite is de smalle brug jonger dan ze er uit ziet. De ruwe bouw in lokale steen doet vermoeden dat ze ergens uit de Romeinse periode of de vroege middeleeuwen moet dateren. De constructie dateert echter pas uit 1774, toen de kerkfabriek van Vresse de opdracht gaf om een eerdere (verwoeste) brug herop te bouwen.
Vresse-sur-Semois
> We laten de man aan het woord die het eerste langeafstandspad van de Semois ontwikkelde in de jaren '30 van de 20ste eeuw: Maurice Cosyn. Hij zag rond 1935 Vresse-sur-Semois zo: "Gelegen op den oever zelf van een onzer aantrekkelijkste rivieren, in een omlijsting van bergen zonder haast een enkele villa, waar de wildheid en de poëzie der oude Ardennen heerscht, is Vresse ertoe geroepen een der geliefkoosde verblijven te worden voor toeristen, die van kalmte en rust houden... Hij ligt ver de tijd, dat Vresse slechts de herberg had van Grand-Jean, tegelijk cafébaas, herberghouder en hoefsmid! Thans telt men er twee hotels en een familiepension; Vresse is uit toeristisch oogpunt voorbestemd tot een groote uitbreiding. Vresse op zich zelf is in het geheel niet woest; weiden en akkerland omringen het dorp; eenige tuinen liggen terrasgewijze op de helling. De huizekens en de hoeven met groote leien daken drummen samen bij een gedrongen kerk met vierkanten toren, zonder stijl maar echt Ardensch en opgetrokken met breuksteenen van de streek..."
> Fotogeniek zijn ook de ruïnes in de Semois van de oude tramlijn 553B. De viaductresten zijn indrukwekkend, temeer daar de brug werd gebouwd voor een tramlijn, niet voor een treinverbinding. De brug heeft amper dienst gedaan en het kosten-batenplaatje was dan ook acheraf bekeken desastreus! Tussen 1909 en 1913 werd een tramlijn aangelegd dat het treinstation van Gedinne verbond met de Naamse Semoisvallei te Vresse-Sur-Semois. Daar was een dépot van waaruit de tramlijn werd doorgetrokken in de ene richting naar Membre-sur-Semois (1913) en in de andere richting naar Alle-sur-Semois (1914). De tramlijnen worden uitgebaat door een privé-maatschappij. Na herstelling van de oorlogsschade worden de diensten in 1921 hernomen door de Maatschappij voor Buurtspoorwegen (NMVB).
> In 1930 worden werken heropgestart om de tramlijn ook tot het laatste Belgische dorp, Bohan, door te trekken. Het zijn de gouden jaren voor tram- en treinverkeer en er wordt beslist om tussen Membre en Bohan niet de sterk draaiende vallei van de Semois te volgen maar om een tunnel en bruggen te bouwen (1930 -1934) waardoor de afstand tussen beide stations wordt gereduceerd tot minder dan 2 km.
> De bouw van twee stevige bruggen + een tunnel van 220 meter is ongezien voor een tramlijn van lokaal belang. Het wordt de langste tramtunnel van België. Op 15 mei 1935 ontvangt Bohan de eerste tramreizigers.
> Frankrijk ligt kortbij en de tramlijn werd nog verder doorgetrokken naar het eerste Franse dorp in de vallei van de Semoy: Sorendal. Vandaaruit is er aansluiting op het Frans spoornet. Op 17 oktober 1938 is het zover: de connectie met Frankrijk is gerealiseerd. Minder dan één jaar later, in september 1939 wordt de verbinding echter alweer afgeschaft! Waarschijnlijk waren het de oplopende oorlogsspanningen die de Fransen wantrouwig maakten en deze internationale verbinding om defensieve redenen te verbreken. Nog enkele maanden later, in mei 1940, was het helemaal uit met de tramverbinding. De Franse genie dynamiteerde de Semoisbruggen van Membre en Bohan om de Duitse opmars te saboteren. De bruggen liggen er nu bijna 75 jaar later nog in die gebombardeerde toestand bij. Onder de Duitse bezetting werd wel kort houten noodbruggen in gebruik genomen maar de Duitsers verwoestten die tijdens hun aftocht in 1944. De tramlijn zou nooit meer worden hersteld, enkele jaren later al werden de sporen opgebroken.
> Ook de 220 meter lange tunnel tussen Membre en Bohan bestaat nog, tot voor kort een uitdaging voor avonturiers om ze te exploreren. Deze tramlijn mag worden geklasseerd in het schuifje bij andere dure nutteloze lijnen tussen België en Frankrijk waarvan we onderweg over GR 16 al sporen zagen: De tramlijn van Sedan naar Bouillon en de spoorlijn 163a Bertrix - Muno.
> In 2022 kregen brugruïne en tunnel zowaar een nieuwe functie als wandelattraktie. De aanleg van een passerelle ter vervanging van het ontbrekende brugdeel en de heropening van de tunnel, werd mogelijk dankzij financiële steun van Europa en het Waalse gewest.
Alle-sur-Semois
> Bekend plaatsje bij toeristen, vooral door het recreatiebedrijf Récréalle en de populaire kayakverhuur. Er zijn allerlei mogelijkheden om tussen Bouillon en Bohan delen van de Semois per kayak te verkennen. Verder heb je bij Récréalle onder andere minigolf, bowling en MTB-verhuur.
> Een andere attraktiepool in Alle-sur-Semois is de voormalige leisteengroeve die je kan bezoeken: Ardoisaille. De mijn is sinds 1948 niet meer in bedrijf, hoewel er tegenwoordig weer op beperkte schaal leisteen wordt ontgonnen. Dankzij enkele ondernemende personen die dit stukje industrieel patrimonium willen in stand houden, is de oude mijn te bezoeken. Nostalgie is echter niet meteen op zijn plaats, het leven van de 'scailtons' in de mijn was keihard labeur in zeer ongezonde omstandigheden met het mijnstof als sluipend gif. Trek iets warms aan voor je ondergronds gaat.
> Nog in en rond Alle was tot ongeveer de Tweede Wereldoorlog de tabaksteelt van groot belang. Een aanzienlijk deel van het niet beboste land in de Semoisvallei werd in cultuur gebracht voor de toen nog lucratieve teelt van tabaksplanten, een kweek die vandaag weer nagenoeg volledig is verdwenen. Zie ook verder in dit etappeverslag.
> Eens de bosrand en het plateau bereikt, vervolgen we vrij vlak langs wat plukken bos en verderop weiden. Voorbij een rustbank krijgen we asfalt onder de voeten.
> Op een kruispunt met de lokale naam 'Le Terne', gaan we links dalen over de asfaltweg. Zo'n 250 meter verder even opletten, want we nemen een bospaadje naar rechts dat aanvankelijk helemaal terug draait om dan in een bocht een uitgespreide daling in te zetten van een paar kilometer richting Membre-sur-Semois.
> De kerk, de VVV en de horeca van Vresse-sur-Semois laten we rechts liggen. Links wandelen we tot net voor de grote kapel gewijd aan Notre Dame de Walcourt. Rechts en dadelijk opnieuw rechts over een asfaltwegje dat stevig stijgt. Na zowat 100 meter gaat het over in een steenslagweg die verder stijgt. Het loopt in een scherpe bocht verder hogerop en de nogal nijdige stijging zal nog een tijdje aanhouden als we eerst langs weiden en dan door bos het plateau boven de Semoisvallei opzoeken. Onderweg de zijpaden negeren.
> Je krijgt amper tijd om naar adem te happen. Over korte afstand stijgen we van 200 naar 350 meter hoogte. We komen op een T-kruising en gaan links over een nog licht stijgend paadje tot op het uitzichtpunt Naglémont. Het hoogteverschil tussen de belvédère van Naglémont en de passerelle van Mouzaive, bedraagt 170 meter.
> Een heel tijdje op en af over die rotstige punten tot we dan toch gaan dalen naar een wat breder bospad. Naar rechts en voor de mooie oude beuk naar links. We dalen nu sneller en bereiken op den duur een verhard wegje. Rechtdoor over een paadje langs de afspanning van een kleine weide en dalen tot de oever van de Semois. Naar rechts en zo komen we bij een van de meest pittoreske hoekjes van de Semoisvallei, het oude stenen brugje Pont Saint-Lambert.
> Dalen naar Membre-sur-Semois en net voor de kerk links een breed graspad op langs de kerk. Hier stond ooit een oude wandelboom maar hij is zijn wijzers kwijtgeraakt na vele jaren Ardennenwinters trotseren. Zo komen we in het centrum van Membre.
> Van hieruit kijken we uit over de Semoisvallei met de dorpen Alle, Rochehaut en Sugny. Er is hier een rustbank. We volgen het pad verder, het gaat dalen tot op een steenslagweg. Rechts, weer even stijgen en na 200 meter links een bospad op dat nu sterker gaat dalen. We bereiken uiteindelijk de Rue Haute van Chairière, een asfaltstraat die we naar links nemen om verder af te zakken in de Semoisvallei.
> Te Chairière de verkeersweg door de Semoisvallei oversteken om langs een bron en kapel rechtdoor in de Rue Lieutenant Colas te wandelen. Voorbij een moerassige laagte komen we bij de kerk van Petit Chairière en daar verder in ongeveer dezelfde richting, voorbij een hoog electriciteitshuisje. Langs een schaduwrijke picnickplaats bij een vijver, bron en de oude dorpslavoir. Nog steeds rechtdoor over een asfaltwegje, waarvan de deklaag meer verbrokkeld wordt.
> Ter hoogte van een veldkruis gaan we niet links maar nog steeds rechtdoor, stijgend tot de rand van een dennenbos. Daar nemen we de meest linkse weg, tesamen met een blauw gemarkeerde mountainbikeroute.
> Hier ligt de samenkomst van GR's 16 en 126. De GR 126, komende uit Brussel, eindigt na 226 km op dit punt zelfs. Het oude GR AE-bordje (nu GR 16 dus) hangt er trouwens nog steeds!
Bohan
> 's Winters is het hier erg rustig in dit dorpje dat ooit bekend was voor zijn smidsen waar nagels werden vervaardigd. Op een mooie zomerdag kan het in Bohan echter buzzen van de toeristen. Het is hier dan een stuk levendiger dan in Membre en zelfs Vresse-sur-Semois. Het vakantiedorp 'Les Dolimarts' heeft voor de middenstand hier tussen 1960 en 2000 geen windeieren gelegd. Rond het dorpsplein en zijn zijstraten zijn wat restaurants en winkels geschaard, net genoeg om te vinden wat je zoekt aan faciliteiten.
> Bohan heeft ook een paar kleine attrakties. De mooie Saint-Légerkerk van Bohan is van 1760 maar al zeker in de 12de eeuw stond hier al een kerkgebouw. Bij uitzonderlijk hoge overstroming van de Semois staat de kerk al eens onder water, de laatste maal in 2011. In het centrum vind je ook nog een typisch voorbeeld van de oude landelijke bouwstijl in dit deel van de Semoisvallei. Het huis van Marichau is gebouwd op een verhoog van ruwe leistenen muren met daarop een vakwerkconstructie van houten balken met oorspronkelijk schist, later bakstenen opvulling.
> In Alle-sur-Semois komen we op de hoofdstraat die tussen het dorpscentrum en de brug over de Semois loopt. Kort naar rechts hier om nog voor de brug links de verkeersweg richting Mouzaive te nemen. Voor even maar want na 50 meter nemen we links een paadje dat meteen stevig de beboste valleiflank op loopt. Na enkele zigzags komen we langs een monument voor James de Liedekerke de Pailhe (22 jaar), verzetsstrijder en hier afgemaakt met een nekschot op 3 september 1944.
> We zijn nu 170 km gevorderd over GR 16 Semois sinds de start in Aarlen. Voorbij het monument vlakt de stijging uit en lopen we even in lijn. We draaien naar links en dalen licht tot op een T-kruising. Daar rechts en zo lopen we even later Mouzaive in tot bij de passerelle over de Semois.
> Ter hoogte van de passerelle van Mouzaive is een taverne-restaurant. Even kracht op te doen, want GR 16 zal ons na de korte passage door dit Semoisgehucht meteen weer de 'crête' op sturen. De passerelle van Mouzaive dus over en aan de andere Semoisoever nemen we het geasfalteerde stijgende weggetje richting Gros-Fays. Na 100 meter links een hard stijgend ruw bospaadje op.
> Het brugje over de beek van Petit-Fays over en wandelen tot op de Rue Albert Raty in het centrum van Vresse-sur-Semois.
> Van Membre naar Bohan is maar een goeie 2 km, maar tussenin gaat het wel hard omhoog... Te Membre steken we de Semoisbrug over. We laten links de toegangsweg naar camping La Membrette en een paadje naar La Roche de Saloru links liggen en nemen 150 meter na de brug rechts bij een rusthuis de verkeersweg richting Bohan en Monthermé. Na 200 meter over deze weg links een paadje op dat zeer snel en steil begint te stijgen.
> 't Is zwoegen want op de top even later klokken we af op 350 meter hoogte en de Semois stroomt dan al 170 meter lager. Op de heuveltop rechts om alweer even steil af te dalen. 100 hoogtemeters lager links gaan, een verhard wegje kruisen om even later via de Rue Fernande Pierrard het dorpje Bohan binnen te lopen en te dalen tot in het centrum van Bohan, het laatste dorpje langs het Belgische deel van de Semois.
> Te Bohan staan we bijna op het punt om het Belgische deel van de Semois te verlaten. De volgende etappe en meteen ook het mooie sluitstuk van GR 16 Semois zal voor het overgrote deel boven de Franse Semoy lopen.
> We zijn nu 180 km ver over GR16 Semois. Het pad wandelt vlot naar de Semoisvallei, we maken weer kennis met de beschaving in de vorm van een draak van een verkaveling, waarvan zowat alles lijkt te koop te staan. Weeral een ijverige projectontwikkelaar die iets megalomaans heeft neergepoot zonder gevoel voor de eigenheid van de streek. Rechts bij dat lelijk gedrocht met de naam 'Les Hochets' wandelen tot op een wijkstraat. Even rechts en dadelijk op de T-splitsing naar links.
> Dadelijk volgt een V-splitsing, we blijven verder stijgen over de rechtse tak van die V-splitsing. Een kilometer verder draait ons pad 90° rechts en daarna niet eerste rechts maar even rechtdoor over het hoofdpad naar rechts. Aangenaam wandelen hier, we dalen lichtjes.
> De prettige bosweg door eikenwoud gaat links dalen maar opgelet: we gaan rechts om een korte abrupte stijging aan te vatten. Zo komen we na enkele minuten op een graat die 'Les Crêtes' heet, op 280 meter hoogte. Links en we vangen een grillig lopend crêtepad aan over en langs rotsige uitsteeksels op een graat.
GR 16
Semois van bron tot monding (208 km)