Startpagina > Wandelen > Streek-GR Dijleland
> Een mooi verbindingsstukje van 8 km tussen Leefdaal (Voervallei) en Neerijse (IJsevallei) konden we echt niet laten liggen zonder er eens over te wandelen. Eigenlijk was het oorspronkelijk deel van de hoofdroute maar Streek-GR Dijleland werd ook nog verlengd tot Tervuren, en loopt nu via Huldenberg de IJsevallei in.

Met dit gemarkeerd inkortingstraject heb je ook de mogelijkheid om een gesloten luswandeling te maken over het meest zuidwestelijk deel van GR Dijleland. Onderweg door het landschap dat beide valleien scheidt, wandel je door eeuwenoud landbouwlandschap, waar verkavelingskanker nog niet toegeslagen heeft en dat gevrijwaard bleef van verkeersverbindingen. Vlaams-Brabant op zijn best hier!
Knuppelpad door natuurgebied Doode Bemde
Oude druivenserres
Oude spoorbrug van Zwette Jean
Langs de IJse
Afdalen over de Hollestraat
Zwette Jean
1 km voorbij Leefdaal: afsplitsing van het variant traject.
Tersaethoeve
Hoeve Tersaet ademt geschiedenis uit
Onderweg naar hoeve Tersaet
Holle weg boven de Voervallei
De eeuwenoude Ganzemanstraat
Modderig pad naar Neerijse
> De veldweg wordt een mooie holle weg. Op topografische kaarten draagt deze plek de rare naam 'Gevelschoen'. Door intensieve landbouw is er een weinig gevarieerde plantengroei in de berm maar toch kan je hier merkwaardigheden zien zoals wilde tijm of marjolein, die op de zonnige zijde van de holle weg profiteren van de warmte en de licht kalkhoudende leembodem.
> Wat hogerop neemt de insnijding van de veldweg af, het is nu een graspad dat dadelijk een korte bocht naar rechts maakt en even langs een driehoekig dennenbosje loopt. We botsen op een verhard wegje en gaan op dat punt scherp links. Zo wandelen we naar de rand van het wat grotere Weebergbos. We lopen langs enkele majestueuze beuken langs de rand van het bos en nemen op een kruispunt van veldwegen (gemarkeerd met een paar dikke beuken) een onverharde veldweg rechts.
> Over meer dan 1 km volgen we de golvende rand van het Tersaartbos. Deze bossen zijn restanten van veel groter bos, ze waren wellicht te steil voor landbouwgebruik. Het weggetje vormt ook de grenslijn tussen de gemeenten Bertem (met Leefdaal) en Huldenberg (met Neerijse). Aan onze rechterzijde een golvend en historisch waardevol landschap van akkers en weiden. Toch is het ook niet zo oud, op de Ferrariskaart van eind 18de eeuw staat immers ook de rechterkant van de veldweg ingetekend als bos.
> Dit is een stukje Vlaams-Brabant waar de intensiteit van verkeer en verkaveling ver weg is. Misschien zie je wel een paar grazende boerenpaarden en in de veedrinkpoel wat verder maken de kleine vroedmeesterpadden op een warme zomeravond fluitgeluiden.
> Er wordt hier bewust aan landbouw gedaan met respect voor biodiversiteit en traditioneel landschap. We lopen nu recht op een enorme vierkantshoeve af, de Tersaethoeve.
> Aan het kruispuntje voor de hoeve gaan we links weg. Dit stukje weg van 150 meter tot een andere toegangsweg naar de hoeve, maakte ooit deel uit van een tramlijn. Moeilijk in te beelden, maar in dit stil en afgelegen boerenlandschap tufte ooit 'Zwarte Jean' (of 'Zwette Jean' in het Brabants), een stoomtram.
> Aan de tweede toegangsweg tot de hoeve gaan we links over een kasseiwegje, de Ganzemanstraat. Op dat punt liep de oude tramlijnbedding van Zwette Jean gewoon rechtdoor de weiden in, ter hoogte waar zich nu een mestvaalt bevindt.
> De Ganzemanstraat slingert verderop als kasseiwegje door het mooie landschap, ze wordt at later even geasfalteerd waarna weer een strook kassei volgt. We wandelen tussen bosrand en beek en nemen na een tijd het eerste veldwegje rechts. Let dan even op een groepje van een vijftal knotwilgen aan de rechterzijde. Ze markeren nog de lijn van de oude trambedding, die we hier dus voor een tweede maal kruisen.
> Het veldweggetje moeten we verlaten verderop naar linkvoor om te stijgen door akkerland.
> Het GR-pad kan er zeer modderig bijliggen en de boer heeft al eens de gewoonte het gewoon mee om te ploegen. We volgen dit pad rechtdoor en stijgend, naar de hoek van een bosje toe. Onderweg weinig markeringsmogelijkheid. Bij de hoek van het bos gaan we links langs de bosrand. Ook hier kan het behoorlijk modderig zijn na veel regen of 's winters. Op het einde van het bos kruisen we nog een wegje en aan onze rechterkant zien we enkele in onbruik geraakte serres. Ze herinneren aan de tot de jaren '70 bloeiende druiventeelt van de streek rond Huldenberg, Hoeilaart en Overijse. Vlakbij (achter het bos gelegen) maar niet zichtbaar vanop het pad, ligt ook Camping Berg & Dal, waar je terecht kan voor tentovernachting.
> Wat verder onder een klein bruggetje, jawel, dit is nog een restant van de tramlijn Zwette Jean, die hier de IJse overstak op zijn tocht naar Neerijse. Zelf blijven we langs dezelfde IJse-oever. Even later komen we op het einde van een paar vijvers op de kruising met de Kamstraat. Hier staat de GR-wandelboom en zijn we weer op de hoofdroute van Streek-GR Dijleland in de buurt van Neerijse.

Einde
> Op het volgende padenkruispunt, na de serres, gaan we links. We dalen nu snel af in de IJsevallei over de Hollestraat, die zijn naam alle eer aan doet. Wat lager kruisen we de Loonbeekstraat en zetten we de daling naar de IJse verder.
> Vlak voor een brug over de IJse gaan we links het oeverpad volgen. Genieten van de snelstromende IJse en het groene landschap rondom.
> Vanuit het centrum van Leefdaal volgen we de hoofdroute van Streek-GR Dijleland langs de Voer stroomopwaarts richting Vossem en Tervuren. Na 1 km komen we op de splitsing met de variant naar Neerijse. Hier gaan we dus het linkse pad nemen en verlaten zo de Voervallei. Na 100 meter kruisen we de hoofdverkeersweg door de Voervallei. Rechtdoor houdt de verharding op na een paar huizen. In het verlengde kruisen we nog een straat maar daarna trekken we volop de velden in, stijgend.
> Enkel in Leuven is er een treinstation. Bussen rijden er vanuit Leuven genoeg in deze regio ten zuidoosten van de universiteitsstad maar rechtstreekse verbindingen tussen de valleien van de Voer en de IJse bestaan er amper. Wellicht moet je dus telkens via Leuven reizen en daar wisselen. Vanuit Leefdaal heb je vlot een bus naar Leuven, Bertem of Tervuren. Bus 395 rijdt tussen het treinstation van Leuven en het centrum van Neerijse. Het vertrek en eindpunt van deze variantroute ligt zowel te Leefdaal als Neerijse 1 km buiten het dorp.
> Er zijn onderweg geen voorzieningen zoals cafés en winkels. Te Leefdaal- centrum heb je alles en te Neerijse zijn er cafés.
> Sinds 1911 en tot vandaag is de hoeve eigendom van de adellijke familie de Liedekerke, die ze verpacht. Tijdens het grootste deel van de 20ste eeuw hield de familie Moreels hier een fokkerij van Belgische boerenpaarden. Ook nu kan je in de omliggende weiden nog boerenpaarden zien grazen. Het nieuwere woonhuis achter de hoeve past helaas totaal niet in de rest van het landelijke en architecturale plaatje.
Zwette Jean
> Tussen 1905 en 1957 reed er hier tussen Brussel en Tienen een stoomtram. Tussen Vossem en Hamme-Mille had hij zelfs zijn eigen bedding met enkelspoor. Omwille van het sterk golvende landschap tussen de valleien van Voer en IJse, liep het tramspoor in vele bochten rond de meest scherpe hellingen, slingerend tussen velden en weiden langs Duisburg, Loonbeek, Neerijse, Sint-Joris-Weert, Nethen en Hamme-Mille. Vandaaruit werd nog verder gespoord naar Tienen.
Tersaethoeve
> De imposante vierkantshoeve Tersaet heeft een eeuwenoude geschiedenis. Die gaat mogelijk terug tot de 12de eeuw, hoewel daar geen uitsluitsel over is. Het is niet ondenkbaar dat de oude Noordfranse abdij van Corbie, die bezittingen en parochiale macht had te Neerijse, hier een eerste hoeve liet bouwen. De Tersaethoeve moet een zekere uitstraling hebben gehad aangezien er een schepenbank met meier was tijdens de middeleeuwen. Geschreven bronnen bevestigen met zekerheid dat er minstens vanaf de 16de eeuw bedrijvigheid was. In de naam Tersaet herken je overigens het Franse woord 'Sart', een plaatsnaam die veel voorkomt in Wallonië en de betekenis heeft van een open (landbouw)plek van gerooid bos, een beetje zoals je in Vlaanderen vandaag nog veel plaatsnamen hebt met 'rode', wat een gelijkaardige betekenis heeft. Dat de 'R' in Sart is weggevallen, kan wellicht worden verklaard door de Brabantse dialectuitspraak.
> De tram vervoerde zowel personen als goederen. Soms was hij zo zwaar geladen met aardappelen, suikerbieten, melkkruiken, steenkolen of zelfs vee, dat op de hellingen passagiers even moesten uitstappen en te voet gaan. Een echte boerentram dus, waarmee boeren hun produkten naar de markten brachten en dorpsbewoners goederen uit de stad meebrachten. Zijn naam van 'Zwette Jean' dankte hij aan aan de met kolenstof en roet bedekte stokers van de stoomtram. De tramlijn werd nooit geëlectrificeerd. 's Morgens en 's avonds hingen er passagierswagons aan, overdag werden vooral goederen vervoerd.
> In 1957 was het uit met Zwette Jean, hij kon niet op tegen de sterke opkomst van de auto, camion en bus. De lijn werd gedeklasseerd en de sporen opgebroken. Toch is de tramlijn op sommige plaatsen nog goed te herkennen in het landschap. We kruisen Zwette Jean drie maal tussen de Voer en de IJsevallei op deze verbindingsroute van Streek-GR Dijleland. Regionaal Landschap Dijleland heeft in 2011 overigens een goede wandel- en fietsbrochure over Zwette Jean gepubliceerd, voor wie met de nodige verbeeldingskracht 60 jaar terug in tijd wil sporen, maar dan wel 13 km te voet of per fiets.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

GR Dijleland (131 km)