©
Luc Selleslagh 2014 - 2024 Trekkings.be
> En zo gaat het al dalend en stijgend nog een tijdje verder over deze sterk met paden doorsneden beboste bergen. We wisselen nogal van pad als we over de Meesberg en Honkelberg wandelen over zandpaden, dreven en tweesporenbeton. We volgen ook een tijd een hol paadje dat merkwaardig genoeg parallel loopt met een zich snel ingravende holle weg. Deze kant van de berg werd helaas wat om zeep geholpen door verkavelingskanker in het verleden. Bij zo'n huis links richting Begijnenbos.
> De laatste lange etappe over Streek-GR Dijleland laat ons bij Hever nog wat rondzwerven door de Dijlebeemden. Daarna gaan we de rustig meanderende rivier weer een tijdje volgen. Voorbij Haacht wandelen we langs de Rock Werchtervelden om een interessant oorlogsreliek te bereiken: de in natuurreservaat getransformeerde antitankgracht. Via de historische kern van Wakkerzeel zetten we koers richting Rotselaar. Opnieuw volgen we er de Dijle. Voorbij Putkapel komen we in het golvend Brabants landschap rond Leuven. We ontwaren de stad Leuven, eindpunt van Streek-GR Dijleland, voor het eerst vanop de Kesselberg. Daarna via het provinciedomein naar het treinstation van Leuven.
Wandelwegwijzer van GR Dijleland
aan het provinciedomein van Kessel-Lo
Toegang tot het Begijnenbos
Putkapel
Heelblaadjes
Langs de Dijle onderweg naar Putkapel
Gelderse roos
Monument 5 / 25 Linie
Voorbij Wakkerzeel
Wakkerzeel, 15de eeuws christusbeeld
Haacht, antitankgracht en -muur
Rockweide wandelpad
Landkaartje in voorjaarskleuren
Wandelpaden langs
de antitankgracht
De 'nieuwe' Oude Hansbrug
Sint-Elooiskapel (1826) te Rijmenam
Monument Karel Jonckheere
Kasteel Hollaken
17de-19de eeuwse huizen langs de dries van Rijmenam
Rijmenam aan de Dijle
De Leibeek
Hever
Fundamenten van kasteel Roost
Hansbrug eind 18de eeuw, volgens Ferraris
Het zeldzame waterdrieblad
Bunker aan het hoofd van de antitankgracht, oorspronkelijk beschilderd als een boerenwoonst (tekening onder).
Wakkerzeel, taverne 't Schuurke
Filteropbrengst uit de Dijle door de krooshekreiniger...
Molen Rotselaar met 3 waterwielen (tekening 1598)
Dalen en stijgen over de 'Zounk' uit de Dijlevallei
Op de Meesberg over tweesporenbeton
Begrazing met Hebridenschapen
IJzerzandsteenlagen van de Kesselberg
> Eens beneden komen we op een paadje dat naar de Wilselsesteenweg loopt bij bushalte 'Kesseldal'. Vlakbij zijn ook een een pizzatent, krantenwinkel en bakkerij gevestigd. Links op deze verkeersweg en zelfde richting aanhouden als de hoofdweg even later naar rechts draait. 200 meter verder gaan we op een kleine rotonde die door een Amerikaanse eik wordt gedomineerd, linksaf in de Bergstraat. 80 meter verder alweer rechts een buurtpad nemen, het Kesselbergpad.
> Nu volgt een traject van snel wisselende buurtpaden en straten. Hu goed de bewegwijzering in het oog. Onderweg passeren we ook langs een Spar-supermarkt. Even later staan we aan de ingang van het Provinciedomein van Kessel-Lo.
> Tussen 2008 en 2019 was de GR-wandelboom bij het provinciedomein de officiële vertrek- of aankomstplaats van Streek-GR Dijleland. Dat wijzigde in 2020 naar de stationsbuurt van Leuven, enkele kilometers verderop. Ook Streek-GR Hageland en de Vlaaderenroute (GR 128) passeren op dit punt.
> Voor ons ontvouwt zich een panorama over Groot-Leuven. Grazende Hebridenschapen houden het gras op de top zelf kort. De plantenvariatie op de schrale zandgrond is eerder arm. Via een hekje verlaten we rechts ook weer de vlakke top. Onderweg tijdens de afdaling zijn duidelijk de zandsteenlagen te merken die de Kesselberg hebben gevormd. Via trappenpaden 'overwinnen' we 50 dalende hoogtemeters. De trappen zijn aangelegd om verdere erosie tegen te gaan. Wat lager hou je rechts aan tijdens de verdere daling.
> Zo bereiken we langs enkele speeltuigen de ingang van het Begijnenbos. We wandelen hier over een vrij vlakke ondergrond. De grasvlakte op de Kesselberg over op een dolomietpad. Aan de overkant wandelen we via een hekje bos in. Het bomenbestand bestaat vooral uit jonge eik.
> Voorbij een boswachters-chalet en een autoparking in dezelfde richting verder door een gemengd bos van eik, dennen, tamme kastanje, ... Er volgt nog een bomenbestand van jonge eiken vooraleer we via een hekje in meer open gebied komen. We gaan op een dolomietpad de grasvlakte van de Kesselberg over.
> We blijven de Daalputstraat aan de andere snelwegzijde nog een 1300 meter volgen, waarbij we onderweg een bocht van 90° maken en ook een kruispunt passeren. Op het kruispunt met de Leuvensebaan gaan we ter hoogte van een zagerij rechtdoor de Kaeystraat in. Even later stijgen we door bos over een ondergrond van lemig zand.
> We beginnen rustig naar de
Kesselbergen te stijgen en komen dadelijk bij een GR-wandelboom. Hier vervoegt
Streek-GR Hageland voor korte tijd het traject van Streek-GR Dijleland. We gaan op dat punt scherp rechts zowaar even opnieuw dalen. Op de volgende splitsing links nog wat meer dalen in bochten over een zanderig pad. Veel tamme kastanje en Amerikaanse eik hier, eigenlijk streekvreemde boomsoorten.
> We kruisen de drukke Aarschotsesteenweg, volgen hem even naar rechts en gaan links de schuinweglopende Bosstraat in. Veel bos is er in deze verstedelijkte omgeving anders niet meer te merken. Verderop via een voetgangers-underpass onder de spoorlijn Diest - Leuven. Daarna blijven we nog een 200 meter parallel met de spoorlijn wandelen in zuidelijke richting. Deze Roestestraat draait uiteindelijk weg van de sporen naar een T-kruising met de Puttebroekstraat. Links en kort daarna links verder in de Daalputstraat. Die wordt licht oplopend om wat verder de E 314 over te gaan.
> Wat later verlaten we over een graspad de Dijle definitief. We zullen ze niet meer terug tot Leuven-station. Op naar Putkapel. De kerktoren piekt al boven de akkers, het wordt ons richtpunt het komende kwartier. Verder weg zien we ook al de Kesselberg, vanwaarop we straks zullen uitkijken over Leuven.
> Er volgen nog wat straatwissels, via de Durasstraat, Oude Aaarschotseweg en de Schotelveldstraat bereiken we het centrum van Wilsele-Putkapel. We arriveren op de drukke verkeersweg N19 Aarschotsesteenweg, die dwars door het centrum van Wilsele-Putkapel snijdt.
> We volgen nu over meer dan 1 km de nogal saaie Molenstraat, een asfaltweg. Hoewel , het valt nog mee: rechts kijken we uit over de Dijlevallei, links wandelen we langs het grote natuurgebied De Gevel. Ter hoogte van een grassige vluchtheuvel verlaten we de Molenstraat door scherp rechts af te draaien in de Kwellenbergstraat om al snel weer de Dijle te komen.
> Naar links om de Dijle weer een tijdje te volgen. Het verderop grassige oeverpad loopt langs velden waarop 's zomers maïs en graan groeien en verder langs schrale populierenbossen met ondergroei van netels en hoefblad. Op een warme dag kan het Dijlewater licht ruiken. Echt zuiver is de Dijle dus niet maar het stille oeverpad is wel één van de aangenamere paddelen van Streek-GR Dijleland. Hoewel, zo stil is het hier ook weer niet. We naderen immers de belangrijkste aanvliegroute naar de luchthaven van Zaventem.
> Toevallig passeerde ik net langs de Molen van Rotselaar tijdens de jaarlijkse molenfeesten. Hoewel ik eigenlijk moet doorstappen kan ik het toch niet laten om de binnenplaats op te lopen om te genieten van de gezellige zomerse sfeer hier. Er werden bioprodukten tentoon gesteld en verkocht, evenals zelf gebakken brood uit het bakhuis, je kon er de moleninstallaties bezoeken, er er waren volksspelen en andere animatie voor kinderen. Indrukwekkend was ook de massa afval die uit de Dijle wordt gevist hier.
> Toch wat een speciaal moment om te passeren lang dit monument. Ik heb immers zelf nog mijn legerdienst gedaan in het 5de Linie te Soest (Duitsland), een infanterie-eenheid die werd opgericht in 1830. Gelukkig vervulde ik mijn opgelegde legerdienst in vredestijd. Daar houdt de vergelijking dus op. De mannen die in september 1914 bij het 5de Linie waren, hadden minder geluk...
> Nog 200 meter verder kruisen we opnieuw de Dijle, op de plek waar zo hard gevochten tijdens WO I. Eens de brug over gaan we rechts de Molenstraat in om al snel langs de molengebouwen van Rotselaar te passeren.
> Te Wakkerzeel bij café 't Schuurke links over de kasseien van de Pastorijstraat. Al snel wandelen we Wakkerzeel weer uit. We volgen de Pastoriestraat nog meer dan 700 meter, de straat krijgt een bedekking van tweesporenbeton met middenin kassei. We verlaten ze uiteindelijk door rechts af te slaan in een brede kiezelweg (Strijland). Op het einde rechts (rustbank) en al na 80 meter opnieuw rechts, dit maal een veldweg in, de Kapoenstraat Landweg. Na 500 meter kiezen we op een V-splitsing linksvoor een kaarsrecht graspad (De Vesten).
> Dat deze beek langs De Vesten zo recht loopt is niet toevallig. Het is een restant van een bredere verdedigingsgracht, aangelegd in 1747 in opdracht van de Fransen in de periode van de Oostenrijkse successieoorlogen. In lijn wandelen we zo langs een beek naar de Vijfdeliniestraat. Links om 120 meter verder langs het herdenkingsmonument voor het Vijfde Linie te passeren, iets dat herinnert aan alweer een andere oorlog.
> Op het Haachtsewegje alle zijwegen negeren en helemaal op het einde komen we op de Wijgmaalsesteenweg. Even 50 meter links op deze verkeersweg, tot bij verkeerslichten en een beplant pleintje. Hier vervoegen de witrode streepjes van de Vlaanderenroute (GR 128) opnieuw ons traject. We gaan op dat kruispunt linksvoor verder over de aanvankelijk beklinkerde Martelarenlaan. Even later wordt het een saaie macadamweg, die ons steeds rechtdoor over een afstand van 500 naar het centrum van Wakkerzeel brengt. De kerk van Wakkerzeel met zijn mooie barokke gevel, is ons oriëntatiepunt. De straten blijken hier dubbele naambordjes te hebben, waarvoor de reden mij onbekend is. Op het einde van de Martelarenlaan bij de kerk rechts tot café 't Schuurke (waar het aangenaam verpozen en eten is).
> Tijdens de periode van Rock Werchter (rond 1 juli) is het hier een stoffig gedoe en is er zelfs tijdelijke verlichting geplaatst. De veldwegen zijn hier immers verbreed en versterkt om passage mogelijk te maken van grote vrachtwagens met materiaal voor Rock Werchter. Ook crew- en VIP-wagens passeren langs hier. De festivalweiden en tentenkampen liggen immers op één kilometer links. 11 maanden kun je hier rustig wandelen, één maand is het echter 'een zottekot' om het op zijn Brabants uit te drukken. Werchter heeft trouwens ook zijn bewegwijzerd 'Rockweide wandelpad'. Deze 9 km lange luswandeling passeert door Werchter en langs de terreinen van het bekendste muziekfestival van België.
> 450 meter verder buigen de gracht en de muur naar rechts. Na 200 meter kruisen we een asfaltweggetje en nog 450 meter verder kruising met de Haachtsesteenweg (N21). We blijven nog 700 meter de antitankgracht volgen en eigenlijk loopt hij nog verder door maar we verlaten hem door een poortje en gaan links een steenslagpad op dat door de velden naar een T-kruising loopt met het Haachtstestraatje (rustbank). Rechts daar over dat geasfalteerde wegje.
> Zo bereiken we de kruising met de Hansbrugweg bij een oude pittoreske ophaalbrug over de Dijle, de Oude Hansbrug.
> We volgen vanaf de Oude Hansbrug de zogenaamde Pater Damiaandijk langs de Dijle, onder de Nieuwe Hansbrug door. Kort daarna wijken we af naar rechts om op zoek te gaan naar de toegang tot het bijzonder natuurgebied rond de antitankgracht. Langs een bunker van de KW-linie, die nu is ingericht door Natuurpunt voor vleermuizen. De paden zijn hier heraangelegd tussen 2009 en 2012, er zijn rustbanken en infoborden geplaatst. We passeren de oude sluisdeur die de antitankgracht met Dijlewater moest voorzien. Kort daarna wijken we even af van GR Dijleland door rechts over enkele trappen af te dalen naar de voormalige kasteelsite van Roost.
> Verder over het wandelpad na deze korte afwijking. Even later wijken we al af van de eigenlijke antitankmuur en-gracht. We volgen een groen traject met nogal bochten om dan de Kapellemansdijk rechts volgen om even later bij een Mariakapelletje uit de jaren '50 links weer bij de antitankgracht te komen. Links, langs de muur verder wandelen in het natuurgebied en even later lange tijd door een groene strook op de bovenwal van de antitankgracht. Af en toe kan het pad wat overgroeid zijn 's zomers. Borden waarschuwen ook voor de mogelijke aanwezigheid van eikenprocessierupsen.
> Het tracé van Streek-GR Dijleland loopt dus Rijmenam niet binnen maar gaat op het kruispunt met de verkeersweg tussen Rijmenam en Haacht rechts en onmiddellijk linksvoor (richting Haacht), langs het kasteel van Hollaken. Hoewel dit kasteel van oorsprong een geschiedenis heeft van minstens een half millennium, hebben de huidige - grotendeels 20ste eeuwse - kasteelgebouwen ondanks hun schoonheid eerder beperkte historische waarde.
> We volgen de Hollakenbaan over 450 meter richting Haacht en gaan vlak voor een brug over de Hollakenbeek links een paadje op. Het smalle pad volgt ongeveer de kronkels van deze brede beek maar loopt er verderop toch van weg om rechtstreeks naar de verhoogde Dijledijk te lopen. Op de dijk vervolgen we rechts over het grindpad. Het volgt flink wat Dijlekronkels. Onder weg een paar rustbanken. Pas na 2,5 km verlaat GR Dijleland weer de Dijle. We dalen rechts over een niet zo opvallend paadje van de dijk af om tussen prikkeldraad en akkergewas een pad te volgen dat al snel draait en verderop breder en ongeveer in lijn rechtdoor loopt om uiteindelijk te arriveren te Haacht ter hoogte van de oude Hansbrug.
> Er waren rond 2011 plannen om het hele zuidelijke oeverpad langs de Dijle tussen de Hansbrug en Rijmenam te asfalteren in het kader van meer snelle fietswegen. Hierdoor worden mogelijk ook wielerterroristen aangetrokken en het landelijke uitzicht van Natura 2000-gebied vraagt echt niet om meer asfalt. Tussen Werchter en de Hansbrug (geen deel van GR Dijleland) werd in juni 2013 al asfalt gekapt. Inwoners van Keerbergen en Rijmenam, evenals Natuurpunt verzetten zich met succes tegen meer asfaltering. De meeste recreatieve fietsers, joggers en wandelaars zijn tevreden met de huidige padbedekking van fijn grind.
> Vanuit de treinhalte van Hever zoek ik weer de Dijle op. Ter hoogte van een dode Dijlemeander, nu een visvijver, vervolg ik mijn tocht over Streek-GR Dijleland waar ik de route vorige keer verliet. Verder dus over de fijne grindbedekking van het jaagpad op de Dijledijk. Ook hier werd de Dijle lang geleden een stuk rechter getrokken. Het resultaat daarvan is ook relatief snel stromend rivierwater (in vergelijking met andere rivieren toch). Na zowat anderhalve kilometer bereik ik een GR-wandelwijzer. Hier gaat het traject van GR Dijleland van de dijk af, in het spoor van een verbindingsroute van de Vlaanderenroute GR 128.
> We wandelen over een pad rechtuit maar niet voor lang. Na 200 meter, dus nog voor het pad sterk verbreedt en een vijver bereikt, gaan we links een graspad op. Dit pad ligt er een voor een groot deel van het jaar bijzonder modderig bij, nooit anders geweten. Daarna wordt het pad al snel leuker, als het pad zich een weg zoekt tussen struweel, bosjes en natte beemden richting Hever-centrum. Het bereikt een weg, die door het GR Dijleland wordt gekruist. Moet je echter in Hever-centrum zijn (niet nabij het treinstation) dan kun je deze weg naar rechts wandelen om meteen in het dorpscentrum van Hever te arriveren.
> Streek-GR Dijleland loopt echter niet naar Hever-centrum maar vervolgt rechtdoor door een naaldbos. Wat verder meedraaien naar links. Deze voetweg 36 bereikt een padenkruispunt en vervolgt nu ongeveer rechtdoor om via een voetgangerssluis het natuurgebied Pikhakendonk in te trekken.
> In de lente is het hier bijzonder mooi als de oplijningen van wilgen en de acacia's in blad en bloei komen. Het paadje passeert nog een paar voetgangerssluizen, steekt de Molenbeek over en draait wat verder licht naar rechts om als breder pad even de Leibeek te volgen, een behoorlijk brede beek. Als de Looikesstraat loopt het nog steeds onverharde pad door een dreef en voorbij enkele gebouwen wordt het de licht verharde Streepkesdreef. Aan onze linkerkant zien we in de verte Rijmenam liggen.
> De Streepkensdreef arriveert na de doortocht in natuurgebied Pikhakendonk uiteindelijk op een verkeersweg die Haacht met Rijmenam verbindt. Links, aan de overzijde van de Dijle, ligt Rijmenam. Streek-GR Dijleland vervolgt echter naar rechts langs deze verkeersweg. Je kunt dus de Dijle oversteken voor een kort bezoek aan Rijmenam, waar ook een paar cafés zijn.
> Vanaf het treinstation van Leuven heb je rechtstreekse treinverbindingen richting Mechelen en Luik en naar plaatsen elders in Vlaanderen. Vanuit de vlakbij gelegen busterminal waaieren bussen uit naar bijna veel locaties die ook langs het traject van Streek-GR Dijleland liggen. Beginpunt van deze etappe, Hever, heeft treinverbindingen naar Leuven en Mechelen. Het station van Hever ligt op 750 meter van het GR-Dijleland-traject.
> Cafés en restaurants onderweg heb je in Hever, Dijle-Hansbrug (Haacht - Keerbergen), Wakkerzeel, Putkapel, Kessel-Lo en Leuven.
> Gebruik de nieuwste topografische gids over Streek-GR Dijleland, in de oudere gids wordt immers nog en traject gevolgde dat inmiddels sterk is gewijzigd.
De Kesselberg
> 70 meter piekt de Kesselberg boven het zeespiegelniveau. Nu ja, pieken is veel gezegd, zoals je zelf kan zien is de top vrij vlak. De Kesselberg is eigenlijk een oude zandbank, verweesd achtergebleven bij de zeeregressie, hij behoort tot het snoer van Vlaamse 'getuigenheuvels', die van het Frans- en West-Vlaamse Heuvelland tot het Hageland lopen. De Kesselberg sluit landschappelijk / geologisch dus eigenlijk beter aan bij het Hageland dan bij de Dijlevallei.
> Tijdens de afdaling zul je duidelijk zien hoe roestbruin de kleur van de verharde zandsteen wel is, dat wijst op sterk ijzerhoudend specie in de zandsteen. Die zandlagen zijn ook niet toevallig zo duidelijk zichtbaar. Ze zijn het het resultaat van de uitbating van de berg als zand- en steengroeve in het verleden. Tot in de 18de eeuw werd in het Hageland voor religieuze, burgerlijke en adellijke gebouwen vaak gebruik gemaakt van ijzerzandsteen en tussen 1860 en 1960 werd er veel zand uitgehaald, vooral ook voor de taluds van de Hagelandse spoorlijnen. Vandaag is de top van de Kesselberg natuur, 'beheerd' door Saint-Kildaschapen, die gras en struiken kort houden ten voordele van plukken heide. Vanop de top kijk je uit over een lawaaierig deel van Leuven. Veel storender echter was de 'Motorcross Brabançon' die de stad Leuven van de jaren '50 tot de jaren '70 hier liet plaats vinden. Een lange milieustrijd keerde uiteindelijk het tij. 14 hectaren zijn nog steeds stadseigendom.
Putkapel
> De naam van het dorp verwijst naar een kapel gelegen bij een domein met de naam Putte, op zijn beurt verwijzend naar een waterput die er was gelegen. Ergens rond het jaar 1400 moet hier al een eerste kapel zijn gebouwd, nadien werd ze verscheidene malen heropgebouwd of vergroot. In 1901 moest de kapel wijken voor een echte kerk, Putkapel was enkele jaren eerder immers 'upgraded' naar een parochie. Hoewel Putkapel als boerengehucht steeds onder Wilsele viel, is vandaag de grootste concentratie en kern van de gemeente Wilsele eigenlijk hier in Putkapel te vinden.
Molen van Rotselaar
> Er was op deze plaats al zeker een watermolen in het begin van de 13de eeuw. Hij werd oorspronkelijk op een eilandje in de Dijle gebouwd, wat nog zeer goed zichtbaar is op middeleeuwse kaarten. De watermolen gebruikte dus een de twee zijtakken van de Dijle rond het eiland, waardoor aan de andere kant nog boten konden varen. Tot drie molenraderen tegelijk draaiden er in een ver verleden aan de molen, wat mogelijk was door de hoge watertoevoer.
> Het te malen graan kwam niet enkel uit de omgeving maar werd ook aangevoerd per boot, de Dijle werd immers eeuwenlang bevaren. Eind 18de eeuw verdween de scheepvaart op de Dijle nagenoeg door de openstelling van het kanaal Leuven - Dijle. Graan voor de Rotselaarse molen werd vanaf dan hoofdzakelijk over de weg aangevoerd.
> De molen was eeuwenlang adellijk bezit, in 1902 kocht de familie van Doren, die toen al 60 jaar pachtte, de molen aan. Ze moderniseerden het complex met een electriciteitsturbine en maakten er een industrieel bedrijf van. Er werd in een drieploegenstelsel dag en nacht gemaald begin twintigste eeuw. In 1968 vielen de aktiviteiten stil, het bedrijf was verouderd en niet meer rendabel door concurrentie met modernere en grotere maalfabrieken. De gebouwen verkommerden en vielen ten prooi aan vandalisme, tot een Leuvense vzw ze aankocht in 1985, met de bedoeling ze om te bouwen tot wooneenheden. Er is veel jaren door vrijwilligers en betrokkenen gewerkt aan een grondige restauratie en heropbouw van het molencomplex, met respect voor de 800 jaar oude geschiedenis.
> Vandaag wonen in de molen een dertigtal personen, die samen het molendomein onderhouden. Jaarlijks richten ze ook molenfeesten in, waarbij je de mooi gerestaureerde moleninfrastructuur kan bekijken. Interessant is ook het project van Ecopower, dat ondermeer groene stroom opwekt via de gerestaureerde oude turbine. Ecopower liet ook een krooshekreiniger plaatsen, die dagelijks maar liefst tot een half ton aan zwerfvuil uit de Dijle filtert.
www.molenvanrotselaar.be
12 september 1914: Slag aan de Molen
> Hier in de velden tussen de molen van Rotselaar en Wijgmaal, vond in de eerste weken van de Eerste Wereldoorlog een bloedig treffen plaats tussen de soldaten van het Belgische 5de Linie en het Duitse leger. De Duitsers hadden België de weken voordien overrompeld en rukten op naar de Marnevallei, waar ze massaal werden opgewacht door het Franse Leger. Het Belgische leger had op dat moment nog Antwerpen als bolwerk onder controle en maakten van de Duitse verplaatsing naar de Marnevallei gebruik om te pogen uit te breken door de Duitse aanvoerlijnen naar het Franse front. De 2de Legerafdeling krijgt de opdracht om uit te rukken richting Leuven. Een gemengde brigade, waarvan het 5de Linie de voorhoede vormt, heeft die 12de september Wijgmaal als richtpunt gekregen. Ter hoogte van de molen van Rotselaar vindt rond 7 uur 's ochtends de confrontatie plaats met de Duitsers. Het gaat er rond de Dijlebrug bijzonder hard aan toe, waarbij vooral de manschappen van het 5de Linie zwaar worden getroffen. Als rond 10 u de Belgen de aftocht moeten blazen blijven er 325 doden van het 5de en 25ste Linie achter...
> Het monument ter herdenking van dat vreselijk treffen en de vele doden, werd opgericht in 1935 en nog jaarlijks vindt er een gemeentelijk herdenkingsmoment plaats in aanwezigheid van een afvaardiging van het 5de Linie. De gemeente Rotselaar is sinds 1990 ook 'peterstad' van het 5de Liniebataljon.
5de Linie.
Wakkerzeel
> Dit Brabants dorpje was sinds de 13de eeuw regionaal een bekend bedevaartsoord ter ere van Sint-Hubertus en tegen razernij (hondsdolheid). De Sint-Hubertusverering bracht nogal wat leven in Wakkerzeel en vormde een stimulans tot bevolkingsgroei.
In de vandaag geklasseerde pastorij werden ijzers gevonden die in het vuur werden gestoken om hondsdolheid te bezweren, zogenaamde 'brandsleutels'. De ijzers werden eerst gloeiend heet gemaakt en dienden vervolgens om beetwonden bij mens en dier mee uit te branden. Bij mensen zette men ook een soort tatoeage op het hoofd en toen iemand genas werd dit als een mirakel uitgeroepen. Via de rederijkerskamer werden de mirakels naar buiten gebracht in de omliggende dorpen en zo deinde de reputatie van Wakkerzeel als bedevaartsoord tegen hondsdolheid alsmaar verder uit.
> Er was in Wakkerzeel een St-Hubertusbroederschap met meer dan 3000 leden en er waren herbergen waar pelgrims konden overnachten, wat zeker nodig was bij een grote volkstoeloop. Er was een processie, een ommegang en dagelijks werden verscheidene missen gecelebreerd. Op een gegeven moment waren er in Wakkerzeel zelfs 7 kapelaans of onderpastoors. De priesters die de in de 16de eeuw opgerichte Wakkerzeelse parochie bedienden, waren van meetaf norbertijnen uit de Leuvense abdij van 't Park.
> De ontwikkeling door Louis Pasteur van een vaccin tegen hondsdolheid eind 19de eeuw, luidde voor Wakkerzeel het einde in van de lange bedevaarttraditie. De laatste maal dat er een uitbranding voor dieren werd georganiseerd in Wakkerzeel was in 1912. Wakkerzeel dommelde weer helemaal in als onopvallend Brabants dorpje. Pas recent is er weer enige bevolkingsgroei merkbaar, het dorp telt vandaag ongeveer 1500 razernij-vrije zielen.
> De stijl van de kerk is barok met een paar kenmerken uit de beginperiode van rococo. In 1742 was de oude gotische kerk immers afgebrand. Offers van de vele pelgrims verklaren ook de aanwezigheid van waardevolle kunst in de kerk. Uiteraard staat St- Hubertus op het altaar afgebeeld.
De lambriseringen zijn in waardevolle eik, er is wat verschil in kleurdonkerte merkbaar tussen de eiken lambriseringen links en rechts. De verklaring ligt in het feit dat de rechterzijde verwoest werd tijdens de oorlog toen er een bom terecht kwam. Omdat het snel moest gaan, werd een kopie gemaakt met jonge Franse eik en niet met oude Vlaamse eik, zoals op de linkerzijde. Gans het hoofdaltaar is ook in eik, het werd beschilderd om het een uitzicht van marmer te geven.
> Zeer oud is het kruisbeeld, gemaakt in zuiver gotiek, vermoedelijk rond 1425. Het komt uit de vroegere kerk. Eigenlijk stond het oorspronkelijk buiten op het kerkhof opgesteld. Oorspronkelijk was het een calvariekruis met aan de voet Johannes en een knielende Maria. Het heeft ook nog vele jaren tegen de zijgevel van de kerk gestaan, onder een afdak en werd pas begin jaren '70 naar binnen gebracht om verdere verwering door regen te vermijden. Het christusbeeld werd gerestaureerd rond 2005, waarbij de donkerbruine toplaag (boenwas) er werd afgehaald. De oorspronkelijke patine (basislaag) kwam zo te voorschijn. Het is nu gekuist en ingespoten met hars om er terug een solide geheel van te maken.
> De kerk van Wakkerzeel heeft ook een merkwaardig Robustelly-orgel. De 18de eeuwse Luikse orgelbouwer werd naar Wakkerzeel gestuurd door de Norbertijnen van 't Park. Het goed bewaarde Wakkerzeelze orgel vormde de basis voor restauraties van de weinige Robustelly-orgels die er bestaan in België en Nederland. Langs buiten zijn ongeveer 50 pijpen zichtbaar. Binnenin zitten er zowat 1500 in de kast.
> In de jaren '70 begon het orgel slecht te klinken. Mogelijk had dat te maken met de verwarming van de kerk, warme luchtblazers drogen immers de perkamenten in het orgel uit, waardoor de klank verandert. De orgelrestaurateur kroop in de kast om er de versleten perkamenten te vervangen. Er waren immers gaten in ontstaan. Nieuwe perkamenten bezorgden het orgel terug zijn magistrale klanken. Op de oude perkamenten was echter iets opvallends merkbaar: er stonden Latijnse letters op met gregoriaanse muziek en zwarte banden.
De Leuvense universiteit gaat over tot onderzoek en stelt vast dat het eigenlijk om delen van een oude boek gaat. Een psalm-koorboek voor het tertsgebed, mogelijk afkomstig van de paters van de abdij van 't Park. De zwarte banden zijn het resultaat van lijmsporen: omdat er eerder al gaten in waren werden ze met twee op elkaar geplakt. Het perkament is schapenperkament en ondermeer daaruit kon men afleiden dat het zeer oud is. Schapenperkament werd immers maar gebruikt tot ongeveer 1400. Nadien ging men over op dikker koeienperkament en later op papier. De teksten zijn dus wellicht 14de eeuws, aangezien het perkament al minstens zo oud is.
> Buiten het kerkgebouw valt ook de wat buiten de dorpskern gelegen 18de eeuwse pastorie van Wakkerzeel op. De opvallende grootte van het gebouw houdt ongetwijfeld ook verband met de uitstraling van Wakkerzeel als bedevaartsplaats in het verleden.
Antitankgracht Haacht & KW-linie
> Oplopende internationale spanningen in de aanloop naar WO II, leidden eind 1939 tot de razendsnelle oprichting van een militaire bunkerlijn tussen De tweede Antwerpse Fortengordel bij Fort Koningshooikt en helemaal tot bij Waver. België nam een neutrale positie in bij die oplopende spanningen. Engeland en Frankrijk verklaarden zich solidair met België als het land zou worden binnengevallen door de Duitsers. Omwille van het neutraliteitsbeginsel mochten de geallieerden België ter verdediging echter niet binnen vallen vooraleer de Duitsers dat deden. Tegen de tijd dat ze stelling zouden kunnen innemen, was er veel kans dat de Duitse vijand de hoofdverdedigingslijn van Maas en Albertkanaal al hadden veroverd. Vandaar de nood om een verdedigingslijn op te richten die meer centraal in België lag en tijdswinst opleverde voor stellingname van de geallieerde krachten.
> Deze verdedigingslijn staat bekend als de Koningshooikt - Waver-Linie, of KW-Linie. De bouw van de KW-Linie ging zeer snel. Heel wat grond wordt zonder inspraak van ondermeer boeren onteigend voor de vele bunkers en de oprichting van allerlei hindernissen zoals deze antitankgracht bij Haacht. Wegens hoogdringendheid kregen de twee aannemers amper 50 dagen werktermijn om de betonwerken te voltooien voor de antitankmuur.
Oude Hansbrug
> De mooie gietijzeren Hansbrug is een kopie uit 2005 van de vroegere ophaalbrug die hier sinds 1893 over de Dijle lag. Er was in deze omgeving al zeker sinds de 13de eeuw een brug over de Dijle. De Hansbrug werd tijdens de twee wereldoorlogen vernield door het Belgische leger maar telkens weer heropgebouwd daarna. Sinds 1957 is er een moderne brug wat verder, die toegenomen autoverkeer kan slikken. De oude Hansbrug werd in 1998 wel geklasseerd als monument maar tegen die tijd was ze al te sterk verroest om nog te restaureren. Restauratie bestond er dus eigenlijk in om een kopie te bouwen. Sinds 2005 kan je via de 'nieuwe Oude Hansbrug' dus weer de Dijle oversteken, maar wel enkel fietsers en wandelaars. Deze 'vernieuwde' Hansbrug kostte ongeveer 500.000 €.
Rijmenam
> Rijmenam is een stokoud dorp. Het ontwikkelde wellicht rond een brug of doorwaadbare plaats in de Dijlevallei en de plaats was verbonden met het Romeinse heirwegennet. Restanten van een gevonden Gallo-Romeinse villa uit de 4de eeuw wijzen ook op bewoning. Er was ook zeker vaste bewoning in de Frankische periode. Het driehoekvormige dorpsplein of dries dat nu nog bestaat, is typisch voor Frankische nederzettingen.
Hever
> Ook dit dorp heeft een meer dan 1000 jaar oude oorsprong, mogelijk ook hier te linken met een nederzetting aan een heirbaan. De eerste vermeldingen van het bestaan van Hever vinden we zelfs al terug rond het jaar 800. Eeuwenlang bleef Hever een bescheiden boerendorp bij de Dijle en zijn vele zijbeken hier. De komst van de spoorlijn Mechelen - Leuven sneedt Hever in twee net zoals in iets zuidelijker gelegen Boortmeerbeek, waartoe Hever sinds 1977 behoort. Hever wordt bovendien ook nog eens doorkruist door de oude verkeersweg Mechelen - Leuven en de Leuvense vaart. Het huidge kerkgebouw is uit half 19de eeuw (neoclassicistisch). Tesamen met de gerestaureerde pastorie en de gekasseide straatjes vormt het een niet onaardig dorpscentrum. Leukst in Hever is echter wellicht toch het natuurgebied Pikhakendonk, waardoor we straks over GR Dijleland zullen wandelen.
Pikhakendonk
> Pikhakendonk maakt deel uit van een groter geheel van versnipperde natuurgebieden die aan beide zijden van de Dijle gelegen zijn op de rand van de provincies Vlaams-Brabant en Antwerpen. De naam verwijst naar de nogal 'stekelige' struiken die hier vrij talrijk aanwezig zijn, met name sleedoorn en meidoorn. Ze werden lang geleden speciaal aangeplant om de natte weiden om af te bakenen en zijn sindsdien verwilderd. Als wandelaar heb weinig last van stekelig struikgewas, de paden door dit cultuurhistorisch landschap zijn goed gebaand. In Pikhakendonk komt ook het vrij zeldzame wegedoorn voor maar waar Natuurpunt als gedeeltelijk beheerder volop op inzet als koesterplant is de groei van de grote pimpernel. Speciaal voor deze soort worden enkele graslandjes gemaaid om de plant volop kansen te geven. Stilletjes wordt ook gehoopt op de terugkeer van het pimpernelblauwtje, een vlinder die de pimpernel als waardplant gebruikt. Je kunt grote pimpernel zien bloeien tijdens hoogzomer. Pikhakendonk is ook een vrij nat gebied: drie stevige beken doorsnijden het gebied, de Leibeek, de Dambeek en de Molenbeek en ten noorden is er natuurlijk ook de begrenzing door de Dijle. Delen van de beken zijn trouwens restanten van de oude, sterker kronkelende Dijle en het overstromingsgebied dat Pikhakendonk vormde toen er nog geen sigmadijken rond de Dijle waren.
> De oudste vermeldingen van Rijmenam als parochie met een kerk gaan terug tot de 11de eeuw. De kerk is trouwens gewijd aan Sint-Martinus, patroonheilige van nogal wat stokoude dorpen. In de kerk kan je vandaag nog gerestaureerde restanten van middeleeuwse muurschilderingen aantreffen.
> Op 1 augustus 1578 vormde Rijmenam het strijdtoneel van een van de grote middeleeuwse oorlogen, bekend als De Slag bij Rijmenam. Spanjaarden en Staatsen gingen er elkaar te lijf in de beginperiode van de godsdienstoorlogen. Het leger van de Spanjaarden telde zowat 5000 ruiters en 12.000 man voetvolk. De Staatsen (Noordelijke Nederlanden) zetten 7000 ruiters en een gelijkaardig aantal veldstrijders in. De toen zowat 600 inwoners van Rijmenam sloegen allen op de vlucht. In de natte Dijlevelden bleven na de slag, die één dag duurde, 1000 à 1500 doden en gewonden achter. Rijmenam zelf werd helemaal afgebrand en verwoest, het zou vele jaren duren vooraleer het dorp weer herstelde van de zware wonden.
> In de 20ste eeuw was Rijmenam een welvarend dorp. Op de drogere zandgronden was de aspergeteelt populair en Rijmenam kon mee surfen op de Mechelse bekendheid als meubelstad. Meubelbedrijf Meurop verschafte er in de jaren '50 tot '70 werk aan honderden arbeiders en was bekend omwille van de massaproduktie van moderne meubels uit spaanderhout en plastic, meubels die nu als 'vintage' worden beschouwd. Eind jaren '70 liep het echter verkeerd. In 1979 was er een zware fabrieksbrand en in 1980 ging Meurop failliet, wat leidde tot een sociaal drama en betogingen in Mechelen. De fabriekstorens die je ziet vanaf GR Dijleland als je Rijmenam nadert vanuit Haacht, zijn van de oude Meurop-fabriek.
> Rijmenam was ook het dorp waar schrijver Karel Jonckheere (1906 - 1993) 40 jaren van zijn leven doorbracht. Een monument en tuin te zijner ere werden in 2013 ingehuldigd. Rijmenam heeft ook een heemmuseum,'t Smiske (open op zondagnamiddagen in juli / aug).
> Duizenden soldaten groeven de gracht uit. Hiervoor werd over zowat 3,2 km een strook land van 30 meter breedte onteigend. De betonnen muur was aan één zijde 3,5 meter hoog (de eigenlijke antitankmuur), aan de andere zijde 2,5 meter. De kwaliteit van het beton was ondanks het snelle werk goed, aangezien de muur tot vandaag nog vrij intact is, er is amper betonrot of kapot gesprongen beton. Ongeveer 10.000 m³ beton is er verwerkt en per m³ werd zowat 100 kilo ijzer gebruikt. Hinder bij de werken was er vooral door de strenge wintertemperaturen en... door een massa ramptoeristen tijdens het weekend! De versterking was uiteindelijk ruimschoots voldoende om tanks tegen te houden die toen nog maar een waterdiepgang tot een halve meter konden trotseren.
> Op delen van de KW-Linie vormde de Dijle zelf een antitankgracht. Bij de Hansbrug waar de KW-lijn afbuigt, was extra bescherming nodig in de vorm van deze kunstmatig aangelegde en met een betonnen muur versterkte gracht, temeer daar de wegen rond Haacht van hoog strategisch belang werden beschouwd voor mogelijke troepenverplaatsingen richting Brussel. De gracht en muur werden als een sterk verdedigingsmiddel beschouwd, temeer daar ook nog eens een gebied van 700 hectaren onder water kon worden gezet met Dijlewater via een sluis. Hiervoor moest ook een dam in de Dijle worden gebouwd, waardoor men indien nodig het pijl van het Dijlewater met 3,5 meter kon verhogen!
> Men had vertrouwen in de antitankgracht als verdediging, dat blijkt uit het feit dat de gracht wordt 'gedekt' met een enkele rij van bunkers, terwijl dat op andere plaatsen langs de KW-Linie vaak een dubbele rij was. Rond Mechelen was zelfs nog extra versterking met 24 bunkers, het zogenaamde bruggenhoofd Mechelen of 'TPM'.
> Niet ver van de Hansbrug, aan het hoofd van de gracht, zagen we dus een KW-bunker. De muren van de bunkers zijn minstens één meter dik. Camouflage van een bunker bestond uit verschillende uitvoeringen, naargelang de omgeving. Soms werd de buitenkant voorzien van een betonnen 'eitjeslaag', anderen kregen gewoon groen-bruine camouflagekleuren opgeschilderd of werden beschilderd met ramen, deuren en bakstenen muren om ze te laten lijken op huisjes. Anderen hadden haken om camouflagenetten over te spannen. Soms ging men in de camouflage zelfs zo ver om rond de betonnen constructie echte bakstenen muren op te trekken en een pannendak aan te leggen.
> Een eind voor de bunkerlijnen werden antitankhindernissen aangelegd van ondermeer prikkeldraad, railvelden (in de grond gedreven spoorstaven), cointet-elementen en tetraëerders, wat die versterkingslijn in de volksmond de naam van 'ijzeren muur' opleverde, hoewel het niet om een muur ging.
> Achter de bunkerlinie lagen nog meer bunkers, ondermeer opgetrokken voor een parallelle telefoonlijn, 'telefoonbunkers' dus en verder ook commandobunkers. Helemaal is het werk niet afgeraakt. Zo liepen de telefoonlijnen enkel tot Bertem en niet verder zuidelijk.
> Als in de nacht van 9 op 10 mei 1940 de Duitsers dan België binnen vallen, gaat het zeer snel. De vijand stormt inderdaad het Albertkanaal over. Op 14 mei stuiten de Duitsers op de KW-Linie. De bunkers worden tussen Antwerpen en Leuven bemand door de Belgen, tussen Leuven en Waver door de Britten en tussen Waver en Namen door de Fransen. Detail: De Britten hadden wat problemen om in de bunkers stelling te nemen, want de sleutels waren aanvankelijk zoek...
> Er vinden wat schermutselingen plaats maar tot hevige gevechten komt het niet. Amper 2 dagen later, op 16 mei komt het bevel om de KW-Linie te verlaten. De Duitsers waren immers zuidwestelijk al doorgebroken tot de Noord-Franse stad Sedan en de vrees bestond dat ze vanuit het zuiden weer noordelijk zouden oprukken om zo de soldaten aan de KW-Linie in de tang te nemen. Aldus heeft de KW-Linie eigenlijk amper nut gehad.
> Na de oorlog, in 1952, wordt de KW-Linie gedeklasseerd als militaire infrastructuur. Eerder onteigende eigenaars kopen hun stuk grond (met bunker) weer op of de overheid koopt het op. In het geval van de antitankgracht worden aanvankelijk verschillende privépersonen eigenaar. De volgende decennia werden er een flink aantal bunkers afgebroken, anderen beginnen een tweede leven als 'vleermuizenhotel', berghok, aardappelkelder, tuinhuis of stal. Over 'inrichting van koterij' moet je de Vlaming niet veel leren! Op eentje werd zelfs een duivenhok gebouwd. Het moet zeker gezegd dat de Simon Stevinstichting de voorbije decennia ook heel wat initiatieven heeft ondernomen in onderzoek en bescherming van een aantal bunkers.
> Iets meer dan de helft van het groen rond de antitankgracht is vandaag eigendom van Natuurpunt, een ander belangrijk deel is eigendom van de gemeente Haacht maar eveneens in beheer van Natuurpunt. De antitankgracht en onmiddellijke omgeving is sinds 2001 een natuurreservaat. Natuurpunt heeft hier in samenwerking met de Vlaamse Landmaatschappij prachtig werk verricht.
> Waar vanaf de jaren '50 canadapopulieren werden aangeplant, worden nu vooral meer duurzame, streekeigen boomsoorten geplaatst ter vervanging van de populieren of worden er hooilandjes aangelegd. Ook de uitgroei van exoten, zoals Amerikaanse vogelkers, wordt bestreden.
> Vanaf de jaren '50 werd de antitankgracht ook een veel gebruikt sluikstort. De eerste grote opdracht voor Natuurpunt bestond er in om een massa gedumpt materiaal en vuile grond af te voeren. De antitankgracht zelf werd terug wat sterker uitgediept. Er werden ook wandelpaden aangelegd. Natuurpunt krijgt voor een aantal werken de hulp van werklozen en gestraften, zoals voor het maaien van de oevers. Al die grote werken vonden plaats in de periode 2008 - 2011.
> Er stond hier wellicht al een versterking (motte) rond eind 10de eeuw, zonder twijfel om een strategische positie bij de Dijle te domineren. Verschillende constructies en verbouwingen volgden elkaar de volgende eeuwen op, van motte over donjon tot hofstede tot waterburcht. In 1828 werd het vervallen kasteel afgebroken en wat nog restte aan onbewoonde bijhorende hoevegebouwen ging op in een brand een vijftal jaren later. Zo eindigde de eeuwenlange geschiedenis van kasteel Roost.
> Een groep van tientallen vrijwilligers begon vanaf 1982 onder leiding van een archeoloog de burchtfundamenten uit te graven. Vanaf 2016 werd de site heringericht als buurtpark, dit project maakte in een breder kader deel uit van de tweede fase van herinrichtingswerken rond de antitankgracht.
> Ook Regionaal Landschap Dijleland nam initiatieven, vooral vanaf eind 2008 en met steun van de Simon Stevinstichting, de Leuvense werkgroep KW-stelling, heemkunde Vlaams-Brabant en Toerisme Vlaams-Brabant. Ze maakten ondermeer een inventarisatie en databank van alles wat nog aanwezig in het Dijlelandschap vandaag van de KW-Linie, met name de bunkers.
> Ook het publiek werd sterk betrokken via Regionaal Landschap Dijleland: er kwam een thematische fietstroute 'Bunkers binnenste buiten', een fietshappening en er werd een wandelpad bewegwijzerd langs de antitankgracht. Bij de sluis en bunker van de antitankgracht werd een onthaalzone met informatieborden en picknicktafels uitgebouwd rond 2011. Ook de sluis werd hersteld, het hout was nog het originele maar vandalen hadden er een kapotte moto tegenaan gegooid en in brand gestoken. Net zoals de gracht, doet deze sluis eigenlijk geen dienst meer. Het water in de antitankgracht is nu volledig afkomstig van regen- en grondwater, niet uit de Dijle of uit beken. De onthaalsite werd feestelijk geopend in augustus 2011.
> Let ook op soms aparte natuur in, zo kan je op één plaats en op het juiste moment bijvoorbeeld waterdrieblad of waterviolier zien bloeien in de gracht. Ook de kamsalamander heeft er een thuis. De bunker is vandaag bedoeld als 'vleermuizenhotel', hoewel het voorlopig geen 'klanten' heeft. Hij heeft na de oorlog nog als schaapsstal gediend en er werd ook wel eens vuurtje in gestookt.
> Nog voor de herinrichting van de natuur rond de antitankgracht, werd deze plek door de lezers van de krant Het Nieuwsblad al verkozen tot mooiste plek in Vlaanderen in de categorie 'beken en grachten'. Sindsdien is het er hier alleen maar nog mooier op geworden!
Provinciedomein Kessel-Lo bij valavond
> We wandelen over dit Brugbergpad de laatste honderden meters van Streek-GR Dijleland. Het verhard pad voert ons onder het treinsporenplatform tot op de Vuurkruisenlaan. De omgeving van de Stella zou je bekend moeten voorkomen: hier begonnen we 6 etappes eerder aan Streek-GR Dijleland! Om weer naar het treinstation of de busterminal van Leuven te wandelen, steek je de Vuurkruisenlaan over en volg je Diestepoort over zowat 300 meter. Einde.
> We wandelen het provinciedomein binnen. Volg nu goed de GR-tekens, er volgen wat padenwissels langs de vijvers, tussen de recreatieve attrakties en infrastructuur en over de parkpaden van het provinciedomein. Achter de grote vijver nemen we een pad dat ons weer het provinciedomien uitvoert.
> Aan de andere zijde van de domeinafsluiting vervolgen we in de Katjeswilgenlaan. Op de Eenmeilaan steken we over om ze links te volgen over het voetpad. Wat verder houden we rechtsvoor aan (nog steeds Eenmeilaan) om dezelfde straat over nog eens 500 meter te volgen. Rechts zie je dan een wandelpad zacht weglopen van de Eenmeilaan, dat is het Brugbergpad.
Provinciedomein Kessel-Lo
> Het provinciaal recreatiedomein van Kessel-Lo werd gecreëerd in 1970. Eigenlijk is het een samenvoeging van verschillende oude privé-parken tot één geheel van zowat 100 hectaren. Focus ligt op aktieve recreatie en er zijn behalve het grote vijverpark met bloemperken, struweel en bos dan ook heel wat sportvelden en -pistes evenals een zwembadcomplex met ploeterbaden. Je kan er ook bootjevaren en waterfietsen en er is een verkeerspark voor go-carts en fietsen, gericht op kinderen. Andere educatieve projecten zijn onder andere een bijenhuis, ecohuis en dierenweide. Kinderen kunnen er op zoek gaan naar een multicache voor wie van geocaching houdt.