©
Luc Selleslagh 2014 - 2024 Trekkings.be
Afrikapaleis (Koloniënpaleis)
> In de buurt ligt ook het Koloniënpaleis. Oorspronkelijk stond hier een jachtpaviljoen van Willem II van Oranje. Leopold II plaatste er zijn zot geworden zus Charlotte van België, na het mislukte keizerlijke avontuur in Mexico van haar geëxecuteerde echtgenoot Maximiliaan van Oostenrijk. In 1879 brandde een deel van het paviljoen echter af, waardoor Charlotte naar het kasteel van Boechout (Meise) verhuisde. In de aanloop van de Wereldtentoonstelling liet Leopold II hier in de jaren '90 van de 19de eeuw het Koloniënpaleis optrekken om er de aangesleepte stukken uit zijn Congo-Vrijstaat te etaleren in een Congomuseum. Vanaf de GR Dijleland zie je aan de achterzijde an het paleis een monumentaal houten gebinte. Het werd opgetrokken uit tropisch hout in art nouveau-stijl en maakte deel uit van de zuidervleugel van het oorspronkelijke tentoonstellingspaleis. Het werd als monument sind de jaren '80 beschermd en verplaatst naar de achterkant van het paleis. Het Congomuseum bleef bestaan na de Wereldtentoonstelling maar werd al snel te klein. De collecties verhuisden in de jaren '00 naar een veel grotere tentoonstellingsruimte, het huidige nabijgelegen Africamuseum. Het hoofdgebouw van het Afrikapaleis doet tegenwoordig vooral dienst voor pompeuze feesten en cateringruimte. De zijvleugels worden nog steeds gebruikt voor onderzoek aansluitend bij het Africamuseum.
Vossemvijver, park Tervuren
> De attraktie hier rond deze mooie vijvers waren een zevental aalscholvers. Ze waren blijkbaar net op visvangst geweest want enkelen stonden hun nat verenpak opengespreid te drogen in de wind. Behalve aalscholvers rusten hier nog nog heel wat andere vogels. Het landschap rond de vijver is ontworpen als Engels landschapspark.
Aalscholvers
Park van Tervuren
> Eeuwenlang al is dit ommuurde landschap een domein van vijvers, bossen en tuinen, al stond oorspronkelijk de recreatieve functie niet centraal. De oorsprong ligt in een met water omringde burcht, die de Hertog van Brabant, Hendrik I, in de 12de eeuw liet bouwen bij de samenvloeiing van Voer en Maalbeek.
> Tervuren moet altijd aantrekkelijk zijn geweest voor de bezettende macht over de eeuwen heen, voornamelijk in een functie als jachtgebied. Het huidige parkdeel van vijvers werd de laatste maal grondig gewijzigd eind 19de eeuw, onder het bewind van Leopold II. Hij liet de bekendste Europese landschapsarchitecten uit die tijd overkomen naar Tervuren: de Fransman Jules Vacherot en de Duitser Edouard Keilig. Wat je vandaag ziet is vooral uit hun plannen voort gesproten grotendeels gefinancierd met de verrijking uit Leopolds II privé-vrijstaat Congo. Ook de grote Vossemvijver ontstond in die periode door een samenvoeging van een aantal kleinere vijvers. De Warandevijvers worden gevoed door het riviertje de Voer, dat we straks als beek langere tijd zullen volgen over Streek-GR Dijleland naar Vossem en verder richting Bertem.
> Het park van Tervuren of De Warande, wordt beheerd door Natuur & Bos. Op mooie dagen kan het er vrij druk zijn met wandelaars, joggers en picknickers. Je hoort hier misschien nogal wat Frans en andere talen praten, dit park is dan ook een populair uitje voor veel bezoekers uit het Brussels Gewest en buitenlandse expats, maar we zijn hier dus nog wel degelijk volop in Vlaanderen. De mooiste tijd om hier te wandelen is ongetwijfeld eind oktober, begin november, als de vele beuken goudgeel kleuren.
Het Spaans Huis
> Het mooie oude gebouw met trappengevel dat op zowat 150 meter van het traject ligt op je rechterzijde is de Gordaalmolen, beter bekend tegenwoordig als 'het Spaans Huis'. Dit gebouw, in beheer door Natuur & Bos / Inverde, heeft als watermolen voor graan een geschiedenis die wellicht terug gaat tot de tijd waarin de Hertog van Brabant hier een waterslot liet bouwen (12de eeuw).
> De banmolen op de Voer behoorde dus tot de burcht en werd voor het eerst vermeld als de molen van Gordale in documenten uit 1293. Gordale moet een boerenhof zijn geweest. De benaming 'Spaans huis' slaat wellicht op gebruikte baksteen bij de heropbouw rond 1534: ter plaatse gebakken bouwsteen die met zijn lange vorm later bekend stond als 'Spaanse steen'. Toch zou de naam 'Spaans huis' mogelijk pas vanaf 1900 ingang hebben gevonden. Het huidige uitzicht van de oude molengebouwen kwam er grotendeels onder het bewind van Albrecht en Isabella (begin 17de eeuw).
'Spaans huis'
> Al vroeg moet de Gordaalmolen zijn maalfunctie hebben verloren, mogelijk al eind 18de eeuw. De gebouwen dienden van dan af als woonhuis en later als conciërgewoning voor het Warandepark. Na 1980 is de Gordaalmolen onbewoond en een fase van snel verval zet in, gerokken door communautair getwist over eigendomsoverdracht, bevoegdheid, financiering en twijfels over de bestemming. Het verval is op den duur in de eerste jaren van het nieuwe millennium zo ver gevorderd, dat op initiatief van de heemkundige kring van Tervuren een aktiecomité wordt opgezet, 'SOS Spaans Huis'. De druk door het comité op ministers en overheden leidde uiteindelijk toch tot een grondige restauratie, die werd ingezet in 2009.
> Probleem was nu nog om er een goede nabestemming voor te vinden. Natuur & Bos wou er als nabestemming een niet-commerciële uitbating aan geven en gaf de uitbating voor een parkcafé aan VZW 3Wplus (kansenproject voor langdurig werklozen) in combinatie met tentoonstellingsruimte en infocentrum. In 2013 en 2014 werd het Spaans Huis hiervoor nogmaals aangepast.
> Je kunt op deze mooie locatie sinds 2014 terecht voor een drankje of hapje op basis van Vlaams-Brabantse streekprodukten. Open donderdag tot maandag van 10 tot 18u.
Wandelen over de dreven door het Park van Tervuren
Park van Tervuren
Africamuseum (voormalig Museum Midden-Afrika)
> De bouw van een permanente behuizing voor de Congo-collectie vloeide voort uit de Wereldtentoonstelling van 1897, waarbij Leopold II in en rond het Warandepark de koloniale verworvenheden van zijn Vrijstaat Congo etaleerde, inclusief een Congodorp bevolkt met Congolezen die als attraktie dienden alsof het om een zoo ging. Het museum dat enkele jaren later werd opgetrokken omdat het huidige Afrikapaleis al snel te klein werd, groeide als Congomuseum (later als Koloniaal Museum en Museum voor Midden-Afrika) uit tot een van de meest bezochte in België. Naast de aanleg van een enorme en veelal niet op eerlijke wijze verworven objecten voor de collectie en naast wetenschappelijke inventarisatie en onderzoek, moest het musuem voor Leopold II ook als een visitekaartje dienen om Belgische investeerders te lokken naar de rijkdommen die hun wachten in 'de Congo'. De Afrikaanse collectie is bijzonder waardevol en enorm uitgebreid, slechts een fractie daarvan kan worden uitgestald.
> Tijdens de jaren '10 was het museum vijf jaren gesloten voor een grondige vernieuwing en modernisering. Bijzondere aandacht werd besteed om het koloniaal gedachtegoed en de discriminerende suprematie van "de blanke versus de zwarte" er uit te halen, met aandacht voor de werkelijke geschiedenisevolutie zonder klassieke stereotiepen, eenzijdige verheerlijking of vergoelijking van de gruwelijke daden onder Leopold II's Vrijstraat en van de bezetting tijdens de daaropvolgende koloniale periode. Symbolisch een mooi voorbeeld van de nieuwe aanpak is een ivoren buste van Leopold II, vroeger imponerend opgesteld bij de toegang tot het museum, vandaag in een vitrinekast die het verhaal van de massale olifantenafslachting illustreert om tonnen ivoor uit Congo weg te slepen.
Modernisering ook op het vlak van media-toepassingen, interactiviteit en betrokkenheid van de Congolezen en andere inwoners van Centraal-Afrika bij de kennismaking met het subsahara-deel van het Afrikaanse continent. Het museum heropende onder de naam 'Africamuseum' eind 2018 ook met een gloednieuw toegangsgebouw.
Streek-GR Dijleland door het Park van Tervuren
Sint-Hubertusvijver
> We wandelen over Streek-GR Dijleland verder langs de zuidzijde van de ovaalvormige vijver die tot de Franse tuinen van het Africamuseum behoren. We komen bij de standbeeldengroep 'The Congo I Presume?', een parodiërende titel op de woorden die Stanley tot Dr. Livingstone sprak toen hij hem uiteindelijk ontmoette in Afrika. Deze beeldengroep van kunstenaar Tom Frantzen zit vol symboliek en werd geplaatst in 1998 naar aanleiding van 100 jaar museum maar herdenkt ook het feit dat zowat alles aan pompeuze gebouwen en infrastructuur uit de geldpot kwam die Leopold II door zijn hardvochtig Congo-beleid kon vergaren. Vooral het centrale beeld van Leopold II moest het dan ook vergelden tijdens de beeldenstorm op Leopold II in 2020.
> Er volgt dadelijk daarna een zigzagparcours door een beukenbos van het Warandepark of het Park van Tervuren. Dat leidt ons naar de Leuvense Poort in de domeinommuring. We gaan vlak voor de poortuitgang rechts en dadelijk weer licht rechts tussen de Gordaalvijver en de Vossemvijver tot het zogenaamde 'Spaans Huis'.
> In Tervuren starten we deze etappe, die overigens opnieuw vol afwisseling zit, opnieuw aan de Sint-Jan-Evangelistkerk. Wel even opletten, want rond de kerk van Tervuren komt Streek-GR Groene Gordel, die eveneens met geelrode streepjes is bewegwijzerd, het tracé van Streek-GR Dijleland vervoegen. Wandel dus niet de verkeerde kant op! Ga in tegenwijzerzin rond de kerk om dan ter hoogte van het kerkportaal rechts de Kerkstraat af te dalen. Al snel zijn we weer op het marktplein (horeca, winkels).
> We wandelen ongeveer rechtdoor over een tijdens de jaren '00 hernieuwd deel van het centrum dat de verbinding vormt tussen het oude dorpscentrum en het Park van Tervuren. Tussen het administratief centrum en de goed gedocumenteerde toeristische dienst van Tervuren + vrijetijdscentrum door belanden we zo na een trappenvlucht meteen in het Warandepark.
> Rechtdoor over deze Keizerinnedreef met de Sint-Hubertusvijver aan onze rechterzijde. Na 200 meter links omhoog tussen een langgerekte graszone (links) en de bosrand (rechts). Voor ons doemt het Koloniënpaleis op.
> Ongeveer 100 meter voor we het Afrikapaleis bereiken, slaan we rechtsaf het Warandebos in. Een 80 meter verder alweer kwartdraai links en we wandelen langs de achterzijde van het Afrikapaleis met het monumentaal houten gebinte uit eind 19de eeuw.
> Met een korte uitwijking naar rechts komen we vervolgens bij het moderne toegangsgebouw tot het indrukwekkende Afrikamuseum.
> Onderweg over Streek-GR Dijleland voorbij Het Spaans Huis wandelen we langs een laatste vijver van het Warandepark, de grootste ook: de Vossemvijver. We volgen de Vossemvijver in tegenwijzerzin gedeeltelijk over een breed verhard parkpad.
> Ook tijdens deze etappe volop afwisseling in landschappen en cultuur. In Tervuren pikken we de highlights mee: passage bij het Afrikamuseum en een tocht door mooie beukendreven en langs de parkvijvers van het Warandepark. Voorbij de Vossemvijver volgen we lange tijd een mooi paadje langs de Voer. Het brengt ons in Vossem en langs het mooie kasteeldomein van Leefdaal. Een eindje verder wijken we af naar de stokoude Veronakapel. In Bertem passeren we langs een van de best bewaarde romaanse kerken van het land. Via de Zwanenberg zoeken we het Bertembos op, waar in de lente miljoenen bosanemonen bloeien. Aan de andere zijde van dit prachtige bos wandelen we Veltem binnen, onze etappe eindigt er bij het treinstation.
Door de vallei van de Voer te Leefdaal
> Tervuren is verbonden met rechtstreekse buslijnen naar Leuven en Brussel. In Veltem is een treinstation met verbindingen naar Leuven en Brussel. Ook vanuit Leefdaal heb je vlot een bus naar Leuven, Bertem of Tervuren. Bussen rijden frequent in deze regio ten zuidoosten van Leuven, de lijnen zijn vooral gericht op het treinstation van Leuven. Rechtstreekse verbindingen tussen de valleien van de Voer en de IJse bestaan er amper. Wellicht moet je via Leuven reizen en daar wisselen.
> Cafés en supermarkten onderweg heb je te Tervuren, Leefdaal, Bertem en Veltem.
> 1 km voor je Leefdaal bereikt kun je ook kiezen voor een
gemarkeerde kortsluitroute van Streek-GR Dijleland die je na 7 km rechtstreeks in de vallei van de IJse dropt ter hoogte van Neerijse.
> De beste periode om dit deel van Streek-GR Dijleland af te wandelen is eind maart - begin april, als in het Bertembos massaal bosanemonen bloeien. In dit etappeverslag bekijken we ook een aantal interessante religieuze gebouwen van binnenin. Helaas zal je deze op je tocht hoogstwaarschijnlijk gesloten vinden.
> In Tervuren kom je bij het begin van de etappe langs het Afrikamuseum. Voorzie een tweetal uren extra voor een bezoek aan dit enorme museum en controleer de openingsuren vooraf.
Agrarisch landschap tussen Vossem en Leefdaal
Veldwegje naar Leefdaal
> Bij de kapel nog steeds rechtdoor. Onze wandelschoenen raken weer onverhard terrein en deze veldweg kan er in natte tijden behoorlijk vettig bijliggen. Brabantse leemgrond plakt en schuift overigens stevig. Late koolzaadvelden kleuren de velden op de heuvels geel, die heuvels zijn bovenaan afgetopt met herfstbossen. Rechts een mooi uitzicht over de Voervallei.
> We dalen door een holle weg van het plateau af en gaan op een T-kruising rechts, tot bij de wandelboom die de afsplitsing markeert met het
verbindingstraject naar de IJsevallei. Links daar, richting
Leefdaal. We blijven trouw de Voer volgen. Het beekwater ziet er proper uit en er zit behoorlijk wat stroming op. We kruisen een tweetal wegen en blijven het paadje volgen. Zo komen we uit achter de Sint-Lambertuskerk van Leefdaal.
Kapel van Puttebos
> Deze kapel, die op de grens ligt tussen de dorpen Vossem en Leefdaal, is opgetrokken in eenvoudige maar sierlijke landelijke barokstijl. Zoals je zelf kan lezen in de nok werd ze gebouwd in 1727. Mogelijk vond hier al een Mariaverering plaats in de middeleeuwen. Zeker is dat er een eerste stenen kapel werd gebouwd in 1636, wellicht niet toevallig een jaar nadat zowel in Vossem als in Leefdaal een dodelijke pestepidemie had gewoed. De kapel is dan ook gewijd aan OLV van Gezondheid. De naam 'Puttebos' is een verbastering, wellicht verwijzend naar de eigenaar van het nabijgelegen bos, de orde van Pitzemburg. Heeft dus niks met putten te maken...
Kapel van Puttebos
> Weer naar rechts en we zijn terug op het valleipaadje, dat hier de naam "Kapellekesweg" draagt, aanvankelijk even als beklinkerd buurtpad.
Streek-GR Groene Gordel, die sinds 2013 het tracé van Streek-GR Dijleland heeft vervoegd tussen Tervuren en Vossem, splitst wat verder weer af naar links. Wij wandelen rechtdoor op een gebetonneerde wijkweg van Vossem richting kapel van Puttebos.
Sint-Pauluskerk Vossem
> Vossem heeft een interessant kerkgebouw, gebouwd rond het jaar 1200. Zoals je zelf kunt zien, werden nogal wat aanpassingen aangebracht de volgende eeuwen. Dat gebeurde niet steeds even doordacht. Van voren bekeken is het gebouw asymmetrisch en weinig harmonieus.
Vossem, Sint-Pauluskerk
Vossem, Sint-Pauluskerk
> Aan de buitenzijde van het koorgedeelte zie je nog versiering met boogvormige uitsprongetjes, typisch voor een zogenaamde 'Lombardische fries'. Ook de paradijspoort in romaanse stijl is nog te herkennen. Daardoor werden de lichamen van de tenhemelgangers naar het kerkhof gedragen om er begraven te worden na de dienst. Het oorspronkelijke bouwmateriaal van de kerk is plaatselijke ontgonnen kalkzandsteen.
> Zoals veel kerken in de middeleeuwen was ook die van Vossem binnenin bekleed met muurschilderingen in een romaanse en gotische stijl. Rond 1700 liet de pastoor alles overpleisteren en werd de kerk vrij radicaal herbouwd. Tijdens een grondige restauratie rond 1970 werden sommige fresco's weer bloot gelegd. Een paar resten van die minstens 500 jaar oude fresco's werden in 1992 gefixeerd met veel zorg en respect voor het origineel. Ze zijn te bekijken vandaag... als de kerk open is.
> Het Voerwegske wordt er ondertussen alleen maar mooier op. Verderop kruisen we nog een keer de voormalige trambedding "Zwette Jean" en wandelen we door het Twaalf Apostelenbos. Vandaag is dit bos eigendom van de provincie Vlaams-Brabant en grotendeels in beheer door Natuurpunt. Het dankt zijn naam aan de middeleeuwse hoeve "Hof van de 12 Apostelen". Opborrelend kwelwater zorgt voor natte gronden met planten en bomensoorten die in zo'n milieu goed gedijen, zoals wilg en zwarte els. We kruisen een vrij drukke verkeersweg ter hoogte van een dam op de Voer. Wat verder wandelen we Vossem binnen. We wijken er via de Dorpsstraat naar links uit tot het dorpscentrum.
De Voer
> Er zijn meer kleine riviertjes die 'Voer' als naam dragen. Het woord is afgeleid van het Germaans Fura of Furo, wat 'afvoer' of 'voerende' betekent, verwijzend naar die functie van de beek of rivier. Het dorp Tervuren, waar we passeerden, heeft zijn naam trouwens ook te danken aan de Voer. 'Tervuren' heeft niets met vuur te maken, wel met water: 'Ter Fura'.
> In Tervuren, in het Kapucijnenbos, ligt trouwens het brongebied van de Voer (langs
Streek-GR Groene Gordel). De Voer is zowat 15 km lang en mondt bij Leuven uit in de Dijle.
> We wandelen het Park van Tervuren uit door een opening in de historische domeinmuur. Op de gekasseide Waalsebaan even 50 meter rechts om de onopvallende toegang te vinden tot "het Voerwegske". We zullen dat 'wegske' kilometers lang volgen. Eerst passeren we nog langs een kleine vijver en wandelen we tussen coniferen en afsluitingen om in een paar bochten tot bij de Voer te komen. Het zijn kolonies van groene halsbandparkieten die hier verantwoordelijk zijn voor de ambiance en het luide gekwetter in de bomen.
Even een tunnel door en dan aankomen in Veltem
Bertembos, een zee van bosanemonen bij het begin van de lente
Over de Zwanenberg
Holle weg richting Bertembos
Interieur Sint-Pieters-Bandenkerk
Romaans beeld (12de eeuw)
Gotisch tabernakel
Vroegmiddeleeuwse sarcofaag
Kasteel van Leefdaal, voorzijde
Leefdaal, Sint-Lambertuskerk
Kasteeldreef vanuit Leefdaal-centrum
Langs de Voer
Kasteel van Leefdaal, achter- en zijkant
De mooie romaanse Sint-Pieters-Bandenkerk van Bertem
Over dubbelsporig beton naar Bertem
Bertembos, beukengalerij
Bertembos begin april
Sint-Veronakapel
Holle weg te Veltem.
Toegang tot Bertembos
Bertembos, bosanemoon
> Bij een asfaltweg gaan we links en wandelen zo over een mooie aarden holle weg. We gaan wat stijgen en kruisen verderop een steenslagpad. We dalen over een diep uitgesleten pad uit Bertembos. Verderop is het een fijn hol pad, afgelijnd met opgeschoten populieren en eiken. We gaan rechts over een pad waarop brikeljon was gekapt. Door een bakstenen tunnel waarboven de N2 loopt. Links vervolgen.
> Steeds rechtdoor. We verlaten verderop de mooie aarden holle weg naar rechts en ruilen hem ter hoogte van een asfaltweg voor een graspad rechts. In het verlengde wordt dat een gekasseid pad. Op de Kroonstraat rechts en even later links meedraaien tot we het Stationsplein van Veltem bereiken. We gaan daar via een tunnel onder de treinsporen door om zo bij de treinhalte van Veltem te passeren.
> Links ligt het interessant en beschermd landschap van Koeheide. Vanop de Zwanenberg - Alsemberg hebben we achter ons vergezichten over de beboste omgeving rond Leuven en op de grens met het Hageland.
> Over een graspad in een sterk heuvelend weide- en akkerlandschap, lopen we rechtdoor en het Bertembos in. We bereiken een kruispuntje van holle wegen en het pad draait wat. We wandelen nu door een mooie beukendreef, aanvankelijk kaarsrecht maar verderop verbredend. We komen bij een boshuis en een watertoren en gaan er kort rechts-links-rechts. Hier heb je een picknickbank en rustbanken. Na dit hoog punt in Bertembos volgt een lichte daling over een dreefweg.
> Verder over het mooie paadje lang de Voer. Steeds rechtdoor bij kruisingen. Verderop komen we bij een geasfalteerde weg. We verlaten het graspad in een bocht van deze verharde weg om naar rechts de Voer over te steken en over de verharde weg de vallei wat uit te stijgen. Hogerop naar links draaien. We komen dadelijk in de buurt van de bijzondere en zeer oude Sint-Veronakapel van Leefdaal.
> We dalen links via de Kerkstraat weer naar de Voervallei. Onderweg cafés en een restaurant. Tijd voor een koffie in Café De Sportwereld (volkscafé, woensdag gesloten). Even zigzag en net voor het in 2009 heringerichte Gemeenteplein (frituur), rechts het wandelpad langs de Voer te volgen.
> We wandelen langs een bronnetje (rechts). De omgeving hier, inclusief de huizen en het centrum van Bertem, heeft de voorbije jaren meermaals blank gestaan. In 2009 stond het water hier zelfs tot 1 meter hoog in sommige huizen. Het probleem is dat de Voer bij uitzonderlijk hevige regen de wateroverlast niet kan slikken en zo snel de laaggelegen dorpskern onder water zet. Dieperliggende oorzaken zijn wellicht de toegenomen verharding met beton en asfalt evenals onaangepaste landbouwmethodes op de hellingen rond Bertem.
> Het buurtpad komt bij een watermolen op de Voer, het waterrad is echter al lang verdwenen. Einde links weer de Dorpstraat volgen en na 300 meter op een kruispunt rechts de Dorpstraat blijven volgen, waarbij we nogmaals de Voer kruisen. Onderweg komen we ook langs een slagerij en bushaltes. Nog een kruispunt over en verderop links (Parijsstraat). We stijgen de vallei van de Voer uit en hogerop lopen we over een strook kasseien. Op een schuine T-kruising rechtsvoor verder.
> We stijgen verder door een oude holle weg (Leuvenstraat) en houden hogerop tijdelijk wat hoogte om wat later opnieuw wat te stijgen door een holle weg als graspad. Verderop links en een stijgend hol pad volgen voor een goeie 100 meter. Bij de drukke N3 (Leuven - Tervuren) naar rechts en dadelijk voorzichtig oversteken. Via de Bremstraat weer wat stijgen. De straat wordt opnieuw een hol pad.
> De verharde weg loopt verder richting Bertem, gedeeltelijk als tweesporenbeton. Onderweg negeren we alle zijwegen. We dalen wat en komen langs een Lourdeskapel en sportvelden. Einde links, Blokkenstraat.
> Wat verder gaan we over de Dorpstraat de snelweg E40 onder en verderop in de Dorpstraat slaan we rechts de Sint-Pieterslaan in. Op een T-kruising rechts-links, even een verbindingswegje volgen en we gaan bij de Sint-Pieters-Bandenkerk van Bertem het kerkhof over tot bij het bijzondere kerkgebouw.
> Achter de Sint-Lambertuskerk wandelen we een mooie dreef van rode beuken in, ze verbindt de kerk en het centrum van Leefdaal met het kasteel. Op het kruispunt, bij een indrukwekkende plataan, steken we rechtdoor de vrij drukke weg over om dadelijk langs het kasteeldomein van Leefdaal te passeren (picknickbank).
> Het huidige kasteel van Leefdaal werd voor het grootste deel opgetrokken tussen 1575 en 1626. Toen al slopen sierelementen in de voornamelijk defensieve stijl en functie van het kasteel. Zo zijn de bakstenen muren doorsneden met natuurstenen banden en werden trapgevels en siertorentjes toegevoegd. De 2 dikke, losstaande 'peperbustorens' waren poorttorens, ze dienden ter bewaking van de toegangspoort die mogelijk van slotgracht en ophaalbrug was voorzien. De sierlijke 'ajuin' op de hoofdtoren is er later aan toegevoegd. Het hele kasteel was langs de torens ommuurd met muren die 3 à 4 meter hoog waren, die werden afgebroken na 1895.
> Het Bertembos is een oud bos, bestaande uit vooral eik en beuk, het bos is doorsneden met enkele beukendreven. Merkwaardig zijn ook de vele oude wilde kersenbomen. Meest opvallend en werkelijk prachtig ligt het bos erbij rond eind maart, begin april. Een flink deel van het Bertembos wordt dan bedekt met enorme bloementapijten, gevormd door de miljoenen bosanemonen die dan open bloeien. Het fenomeen kent haast zijn gelijke niet in België.
> De vorm, samenstelling en oriëntering van een holle weg kan een apart soort planten en levende wezens aantrekken. Struweel in holle wegen biedt schuil- voedsel- en nestplaatsen aan veel vogels. Je groeien vaak planten die je elders, in meer open omgeving, niet zal aantreffen en ook heel wat dieren vinden er een schuilplaats. Holen in de bermen van holle wegen zijn niet enkel van konijnen afkomstig maar ook van vossen of knaagdieren. Leuke waarnemingen die we zelf observeerden in de holle wegen rond Bertem was de bloei van wilde tijm en het spel van twee bosmuizen.
> Prachtige legende, ideaal om drommen pelgrims aan te trekken die Sint-Verona kwamen eren en zo ook pelgrimsgiften meebrachten. Ze gingen ook naar de Sint-Veronabron (op 100 meter, langs de Dorpstraat, niet langs GR Dijleland) om er genezend bronwater te halen. Moderne geschiedkunde wijst echter uit dat er nooit een keizerin Verona zou zijn geweest en dus ook geen Sint-Verona! De benaming Verona zou afkomstig zijn van het Frankische 'Frauna', 'hij die heerst', verwijzend naar de landeigenaar van de streek in de laatfrankrische tijd. Bij restauratiewerken in 1951 werd onder de kerk een lege sarcofaag ontdekt van rond 900. Mogelijk bevond zich daarin het lichaam van die 'heerser'. St-Verona zou dus nooit hebben bestaan! Dit kerkje zou zijn opgedragen aan het Heilig Kruis.
Bertembos
> Tesamen met het Eikenbos, vormde het Bertembos ooit een veel groter bosgeheel. Tussenin werden stukken bos gerooid en wegen aangelegd, zodat de twee bossen nu gescheiden zijn. Het grootste deel van Bertembos is vandaag eigendom van de Vlaamse overheid en van de gemeente Bertem. Een groot deel van Bertembos en het omliggende landschap van weiden, struweel en holle wegen is geklasseerd. Natuurpunt beheert vlakbij De Koeheide, een sterk afwisselend groengebied met vele landschapselementen.
Holle wegen
> Typisch voor dit deel van Streek-GR Dijleland zijn de vele diepe holle wegen die overal in de regio voorkomen. Een holle weg ontstaat door een drietal basisfactoren:
1° Uitgesproken niveauverschillen in het landschap. In de vlakke Vlaamse polders bijvoorbeeld heb je geen holle wegen.
2° Een bodemsubstantie die erosie toelaat maar toch vast genoeg is om steile hellingen in stand te houden. Zware leemgronden, mergel of zandleemgronden zijn ideaal. In de Kempen ontbreken holle wegen grotendeels door de lossere bodemstructuur van veel aanwezig zand en grind.
3° Uitslijting door eeuwenlange menselijke aktiviteit, met name intensief gebruik van hoger liggende akkers en gebruik van de weg door landbouwers tussen hun erven en die akkers, waardoor de wegbodem telkens wordt los gereden en verder kan eroderen bij hevige regen.
>
De onervarenheid in de romaanse bouwstijl blijkt uit het feit dat de overkapping van de kerk gebeurde met enkel een houten gewelf, men durfde geen zwaar stenen gewelf bouwen uit schrik voor instorting. Stenen en kalk zijn de bouwmaterialen. Bij uitbreiding wordt later het koor groter gemaakt en naar het voorbeeld van de kerk van Bertem rond het jaar 1000 ook de westertoren. De muren zijn zeer dik, nog een typisch kenmerk voor een vroegromaans gebouw. Op laag niveau zijn er geen grote vensters, uit vrees om de zware constructie 'te ondermijnen'. Toch zijn de smalle vensteropeningen wellicht niet bedoeld geweest om ook als schietgaten te dienen.
>
In de 12de - 13de eeuw wordt de kerk uitgebreid en is het metselwerk minder ruw uitgevoerd, met beter gekapte stenen. Er komen dan ook zijbeuken bij. Zo wijzigt de kerk wat van uitzicht, eerder een Maasromaanse basiliek: 3 beuken (soms 5) met een koor en toren. De kerk moet in die tijd ook beschilderde bepleistering hebben gehad, ze zag er wellicht dus binnenin kleurrijker uit dan nu.
> Later in middeleeuwen vermindert de aantrekkingskracht van de Sint-Veronakerk. De grens van machtsgebieden loopt door de parochie en de dorpen Leefdaal en Bertem ontwikkelen zich verder. In de 16de eeuw is er door aanhoudende godsdienstoorlogen en plunderingen van rondzwervende legers en roversbenden bovendien een leegloop uit de Brabantse dorpen ten voordele van de meer veilige steden. Er is dan zelfs geen pastoor meer in Sint-Verona. De pastoor van Leefdaal neemt Sint-Verona onder zijn hoede, de kerk wordt door verschillende processen wat een speelbal tussen Leefdaal en Bertem. Later valt het kerkje zelfs helemaal zonder pastoor en zo wordt Sint-Verona als parochie opgeheven.
> Binnenin is ook een mooi gotisch tabernakel te zien ( 600 jaar oud), één van de weinige die nog zo goed zijn bewaard in Brabant.
Romaanse kerk van Bertem
> De Sint-Pieters-Bandenkerk van Bertem behoort tot de meest authentieke en oudste dorpkerken van België. Het sobere bouwwerk werd opgetrokken tussen 950 en 1050. De structuur in Maasromaanse stijl is erg goed bewaard gebleven, zonder radicale wijzigingen over de eeuwen heen. Toch scheelde het in de 19de eeuw niet veel of ze werd afgebroken. Rond 1874 verkeerde de kerk van Bertem immers in zo'n vervallen staat dat tot afbraak werd besloten. Historici plaatsen echter het stijlbelang van deze kerk in de schijnwerper en zo werd ze dan toch behouden. Restauraties vonden plaats rond 1900 en in de jaren '30 van vorige eeuw. Sinds 1937 is de Sint-Pietersbandenkerk een geklasseerd monument.
> Typisch voor deze landelijke maasromaanse stijl zijn de massieve westertoren en de eenvoudige, ruwe bouwtechniek die werd toegepast met natuurlijke bouwsteen (witte zandsteen) uit de streek. Vele middeleeuwse dorpskerken in het uitgestrekte bisdom Luik moeten er destijds ongeveer hebben uitgezien zoals de huidige kerk van Bertem. Deze eenvoudige romaanse stijl, die de donkerte en anonimiteit van de vroege middeleeuwen reflecteert, staat in schril contrast met de latere gotische kerken, waar door middel van grote ramen en protserig versierde, verticaal gerichte bouwelementen, net het tegenovergestelde effect werd beoogd.
> Binnenin de kerk (waar vaak geleide bezoeken plaats vinden) zijn kunstschatten te vinden die een periode van 10 eeuwen overspannen. Zeer mooi is een 12de eeuws polychroom romaans beeld van Maria, zittend met Kind. De statische romaanse stijl van deze zogenaamde 'Sedes Sapientiae' doet wat denken aan oude byzantijnse afbeeldingen. Verder zijn er in de kerk nog een aantal oude grafstenen aanwezig, een Van Peteghemorgel (19de eeuw), houtsnijwerk, schilderijen en beelden uit de 16 - 19de eeuw.
Sint-Veronakapel, oudste kerkje van het Dijleland
> Misschien denk je dat je met de Bertemse Sint-Pieters-Bandenkerk die we straks passeren, wel het mooiste ziet van romaanse bouwkunst in de vallei van de Voer. Wel, de Sint-Veronakapel slaat eigenlijk toch alles. De oorsprong van dit bouwwerk is wellicht nog ouder en mogelijk de eerste kerk van de streek. Er is tot nu bij opgravingen geen oudere kerk ontdekt in de streek van Dijle, Voer en IJse. Hier lag mogelijk de moederparochie van de wijde streek, te Vroeienberg. De kapel is een voorbeeld van een vroegromaans dorpskerkje.
> Al in de middeleeuwen moet de ontstaansgeschiedenis van dit kerkje verloren zijn gegaan. Er ontstond een legende over de heilige Verona, dochter van de opvolger van Karel de Grote, keizer Lodewijk. Toen Verona de troon besteeg, verdeelde ze haar rijkdom onder de armen om een religieuze orde te stichten, Veronhove aan de Rijn. Rond 870 stierf ze en haar lichaam werd op een ossenkar gelegd. De dieren kregen de vrije teugel en de kar stopte pas hier op deze plek, waar de bewoners haar begroeven en een kapel bouwden...
Kasteel van Leefdaal
> Ook hier hebben we te maken met een erg oude kasteelgeschiedenis waarvan de oudste sporen verloren zijn gegaan in de tijd. In het kasteelpark ligt nog een oude holle weg, onderdeel geweest van de oude handelsweg Keulen - Brugge. Verder zijn er nog sporen van een tumulus, maar hier ging het mogelijk niet om een grafheuvel, mogelijk een soort markeringspunt langs de weg? Dat kan er op wijzen dat hier op een helling boven de Voer al een soort strategisch verdedigingspunt punt lag in de galloromeinse tijd. De defensieve rol van die vesting wordt ook bevestigd door de ligging op een heuvel en de beschermende aanwezigheid van water.
>
De oorspronkelijke romaanse kerk brandde af in 1489, de periode waarin Maximiliaan van Oostenrijk regeerde en zijn legers nogal eens plunderden en afbrandden. Kasteelheer Graaf de Merode liet de kerk herstellen na nog een brand midden 16de eeuw en liet daarbij de toren ophogen met 6 meter en een spits, naar de (gotische) mode van die tijd. Binnenin zijn die verbouwingen in de kerkmuren nog te zien: de vormen van de oude romaanse vensters zijn nog herkenbaar. In de volgende eeuwen zou het kerkgebouw nog enkele malen sterke veranderingen ondergaan, als gevolg van toename van de parochianen. De kerk van Leefdaal heeft dus niet dat bijzondere romaanse uitzicht bewaard zoals te Bertem, Verona en Vossem (verder op de GR).
> Het interieur is zeer de moeite waard met nogal wat barokke en classicistische kunst. Meest waardevol is wellicht een schilderij van Gaspard de Crayer vooraan dat niet Sint-Lambertus (de patroonheilige) als onderwerp heeft maar Sint-Hubertus. Zoals we eerder al merkten langs GR Dijleland in Wakkerzeel en Elewijt, was Sint-Hubertus een populaire heilige in de Dijlestreek tijdens de middeleeuwen. Gaspard de Craeyer was een bekende schilder in de 17de eeuw. Zijn stijl was geïnspireerd op de barok van Rubens. Hij maakte een groot aantal religieuze schilderijen en werkte oa voor Albrecht en Isabella.
> Er was in de tweede helft van de 11de eeuw hier al een heerlijkheid, mogelijk zelfs de oudste van Brabant. In de middeleeuwen moet de versterking dan hebben gediend om de handelsweg te beschermen in het hertogdom Brabant. Sinds de 12de eeuw wordt er in documenten met zekerheid melding gemaakt van een versterkt kasteel. De oudste nog bestaande delen van die burcht zijn een kelder met een gewelf in romaanse stijl. Het onderste deel van de hoofdtoren, die zoals je zelf kan zijn uit natuursteen is opgetrokken, dateert ook mogelijk uit dezelfde periode (ongeveer 14de - 15de eeuw). Je zou er zelfs uit kunnen afleiden dat die natuurstenen muren de resten zijn van een oude alleenstaande donjon.
Sint-Lambertuskerk Leefdaal
> De kerk van Leefdaal werd gebouwd in lokale zandsteen. Zoals in vele kasteeldorpen was ook in Leefdaal het wereldlijk gezag nauw verweven met het religieus gezag. Zowat alle huizen die in een kring rond de kerk zijn geschaard, waren eigendom van Graaf de Liedekerke. Naast de kerk vind je trouwens nog het oude familiegraf van de Liedekerke-de Pailhe. Families met aanzien vonden in het verleden ook dat ze wat dichter bij de hemel stonden, en dat is op aarde het koorgedeelte van de kerk. Niet toevallig zie je daar dus ook het familiegraf van de familie Stroobant-Van Hamme. Aan de zuidzijde van de kerk is trouwens nog mooi het 'paradijspoortje' te zien. Doden werden langs hier naar buiten gebracht na de lijkdienst.
> De Franse tuin had vroeger een uitgestrekte rozentuin, die verdween tijdens WO II. De rozen werden toen vervangen door voedingsgewassen. De huidige Franse tuin is zo ingericht dat (kostelijk) onderhoud grotendeels kan worden beperkt tot het snoeien van de struiken en het maaien van gazon. Het er aan verbonden kasteelbos (in principe niet toegankelijk) bestaat uit ondermeer paardenkastanjes, tamme kastanjes, vlier, wilde kerselaar en een aantal opvallende platanen.
> Het kasteel heeft ook een mooie kapel met 15de eeuws retabel (niet toegankelijk). De kasteelvijver, gelegen aan de andere kant van het GR-pad, is zo'n 100 meter breed en 300 meter lang. Vroeger ging men er al eens op roeien en zelfs zeilen. Losstaand van het kasteel is er ook nog een tuinhuis, mogelijk ook 16de - 17de eeuws. De watermolen links van het GR-pad is al vele jaren vervallen en dateert oorspronkelijk uit de 17de eeuw, met sterke aanpassingen later.
> Een hele resem adellijke families kwamen en gingen in de loop der eeuwen als kasteeleigenaar van Leefdaal. De familie de Liedekerke is één van de oudste adellijke geslachten van België, een tak van deze familie bewoont het kasteel van Leefdaal al sinds 1775. Kasteelheer Graaf François de Liedekerke woonde er zijn hele leven en overleed in februari 2014 op 95-jarige leeftijd. Wellicht zal het kasteeldomein ook na 2014 in de familie blijven. Merkwaardig genoeg staat het kasteel van Leefdaal niet op de lijst van geklasseerde monumenten, een bewuste keuze van de adellijke familie om enige vrijheid te behouden.