Startpagina > Wandelen > Streek-GR Dijleland
> 20 km afwisseling in landschappen en cultuur, een bijzonder aantrekkelijke etappe. We volgen trouwens tussen Sint-Joris-Weert en Huldenberg een verrassend groen traject dat pas sinds 2020 deel uitmaakt van Streek-GR Dijleland. Door het vrij wilde natuurgebied Grootbroek zoeken we over knuppelpaden een weg naar Sint-Agatha-Rode. Behalve de Dijlevallei zoeken we er tussen de stille dorpen Sint-Agatha-Rode en Terlanen ook een beboste, weinig bekende zijvallei op, die van het riviertje de Lane. Voorbij Terlanen volgen we paden langs bosranden en golvende weiden om daarna te stijgen naar een uitgestrekt landbouwplateau. Een lange afdaling door een oude holle weg voert ons op het einde naar de vallei van de IJse, waarin Huldenberg ligt. We sluiten er weer aan op het oudere traject van Streek-GR Dijleland. Nogmaals stijgen naar het agrarisch plateau om naar en door Tervuren te wandelen, niet vooraleer kort een hoekje Zoniënwoud mee te pikken. Tervuren biedt genoeg voor een volle daguitstap met zijn dreven, vijvers, parken en vermaard Afrikamuseum. Een uitstekend etappe-einde dus.
Zevenster, in 12 richtingen takken evenveel wegjes af (compilatiefoto)
Bij de Sint-Janskerk van Tervuren vond in 2008 de inwandeling plaats van Streek-GR Dijleland
Witte kluifzwam
Duisburg
Het mooiste plekje van Duisburg?
Duisburg, Barbarakapel
Huldenberg centrum
Langs het Molenhof, Huldenberg
Wandelpaadje tussen de IJsevallei te Huldenberg en het landbouwplateau van Duisburg
Onderweg naar Duisburg
Geboorteplaats van de Belgische tafeldruif,
het kasteel van Huldenberg
Een paar overgebleven serres van de ooit meer dan 30.000 rond Hoeilaart, Overijse en Huldenberg
Druiven uit de IJsevallei
Over de Beeldekensgatweg door het Zoniënwoud
Over tweesporenbeton naar Huldenberg
Onderweg door de Varrendel.
Door de Voervallei
Sint-Agatha-Rode
Natuurgebied Grootbroek
Varrendel
Connectiebunker van de KW-Linie
Tervuren, St Hubertuskapel
Grote Vaartdreef
> De Terschurenstraat bereikt bij een houten slagboom de rand van het uitgestrekte Zoniënwoud. Op dat punt gaat de Terschurenstraat over in de Tervurendreef maar sinds de hertekening van het GR Dijleland-traject in 2019 loopt de Streek-GR hier niet langer rechtdoor. In de omgeving lopen trouwens weer een aantal andere GR-paden. GR 579 (Brussel - Luik) loopt hier rechtdoor en ontmoet verderop Streek-GR Groene Gordel, die via een ander traject eveneens naar Tervuren loopt. Dan is er verderop ook nog GR 512, de Vlaams-Brabantse Heuvelroute + een variant bewegwijzerd traject van GR 579!
> Maar we trekken dus niet rechtdoor het Zoniënwoud in, de geelrode tekens leiden ons naar rechts, de rand van het Zoniënwoud in over de Beeldekensgatweg. Ter hoogte van een vervallen poort wijken we links-rechts even uit om verder in noordelijke richting te vervolgen. De Beeldekensgatweg wordt een met fijn grind verhard bospad en leidt ons langs aardige bosaanplantingen en langs een kleine bunker. Dit is een connectiebunker, hier geplaatst in 1939 als onderdeel van de KW-linie en met als functie om telefoonlijnen naar de hoofdverdedigingslijn door te schakelen.
> Steeds rechtdoor over de Beeldekensgatweg tot we de Duisburgsesteenweg bereiken. Voorzichtig oversteken, iets naar links uitwijken en ter hoogte van een kleine parking het ommuurd parkdomein inwandelen, het 205 hectaren grote Park van Tervuren of het Warandepark. Dadelijk rechts aanhouden (Grote Vaartdreef), niet de historische ringmuur uit 1630 volgen. Na 150 meter volgen we de Vaart, eigenlijk een opeenvolging van langgerekte vijvers.
> Bij de eerste gelegenheid steken we de vaart over naar links (picknickbank) om daarna rechtuit verder licht te stijgen tot op de Zevenster (rust- en picknickbanken).
> Speur op de Zevenster naar geelrode tekens om te ontdekken welk pad uit de 11 mogelijkheden werd uitgekozen om deel uit te maken van het GR-Dijleland-tracé. Deze Wilde Zwijnenweg maakt verderop een kronkel om 'een delle' over te steken en kruist even later de Bloemperkweg. Kort daarna lopen we het centrum van Tervuren binnen ter hoogte van de Kastanjedreef. Die leidt ons langs een uitgestrekt terrein met een hoefijzervormige gebouwenstructuur, de zogenaamde Panquinkazerne.
> Iets verder, aan onze rechterzijde en wat verborgen tussen het groene lover ligt de grote, historische Sint-Hubertuskapel.
> Voorbij de Panquinkazerne dadelijk links (School van Tervurendreef), dat straatje brengt je op het Kerkplein en via een monumentale trap tot bij de Sint-Janskerk van Tervuren.
> We wandelen rechtdoor en nemen de eerste links, de Schonenboomstraat. De straatnaam verwijst niet naar die "schone boom" die we net passeerden maar naar een inmiddels lang verdwenen andere opvallende oude boom. We kruisen net voorbij twee watertorens (op een hoogte rond 100 meter) een straat en bij de V-splitsing die dadelijk volgt, kiezen we voor de rechtertak (nog steeds Schonenboomstraat). We dalen nu licht langs sportvelden en installaties voor staande wip. Op het kruispunt met de Heidestraat in Duisburg, kiezen we links voor de Terschurenstraat.
> Onderweg zijn in de verte nog serres te zien uit de tijd dat druivenkweek hier zo florissant was. De toren van de Duisburgse Sint-Catharinakerk piekt uit het landschap. Ook dit is een van oorsprong romaanse kerk (12de eeuw?) maar met heel wat toevoegingen in andere stijlen later.
> We bereiken na een lichte daling over kassei een bijzonder pittoreske plek op een vijfsprong. In deze zink staat een prachtige zomerlinde, geflankeerd met een kapel, gewijd aan de Heilige Barbara (rustbank).
> We wandelen verderop tijdelijk de gemeente Huldenberg uit om opnieuw even op het grondgebied van Overijse te komen. Hier lopen we over de verharde (!) 'Aardeweg' om bij het einde daarvan alweer Overijse te verlaten en opnieuw over grondgebied van Huldenberg te wandelen.
> De hemel kleurt inmiddels grijsblauw, met een scherp afgetekende rand. Harde wind maar echt schitterend wandelweer in dit open landschap met onstuimige wolken. Er hangen dreigende kleuren over het golvende Brabantse leemplateau. Later zou ik dit stukje nog eens opnieuw wandelen, dit keer onder op een koude winterochtend, bij opkomende zon.
> Het kasseiwegje arriveert op de drukke verkeersweg door Huldenberg. Voorzichtig deze De Peuthystraat oversteken, rechtdoor verder. We nemen gelukkig al snel de eerste straat rechts, Dreefstraat, en dat ter hoogte van het kasteel van Huldenberg, herbouwd in Vlaamse renaissancestijl. Het was hier dat tuinman Felix Sohie zijn eerste experimenteren deed om Belgische druiven te kweken rond 1865.
> Zo stijgen we over de Dreefstraat de vallei van de IJse uit. Verderop, voorbij een bric-à-brac-caravanpark, gaat de straat over in een hol wandelpad, dat nog wat verder gaat stijgen. We komen op een vijfsprong op het landbouwplateau en nemen de veldweg met tweesporenbeton linksvoor, Nekkedellestraat. Als de gewassen niet te hoog staan, zie je rechts een Lourdeskapel in de velden.
> Huldenberg. Even opletten met de GR-tekens, in Huldenberg ligt immers een knooppunt van GR-paden. Hier lopen zowel GR 579 (Brussel-Luik),  GR 512 (Brabantse Heuvelroute) als Streek-GR Dijleland. Voor een gezellig café, inkopen of een kijkuit over het Huldenbergse marktplein moet je nog even rechtdoor wandelen. De geelrode streepjes leiden ons echter net voor het grote dorpsplein van Huldenberg bij de GR-wandelboom links een pad langs de IJse op. Het loopt naar het Molenhof en draait rond de fraai gerestaureerde gebouwen van een oude watermolen op de IJse.
> Waar het groengebied natter wordt, heeft het Agentschap voor Natuur & Bos knuppelpaden aangelegd, deze kunnen bij nat weer of 's morgens vrij glad zijn, rustig aan dus. We wandelen hier weer door de vallei van de Dijle. De Dijle loopt links, net iets te ver weg om ze te zien en bovendien loopt tussen ons wandelpad en de Dijle ook nog de Leuvensebaan. De geelrode GR-tekens leiden ons door een groen lint verderop naar links af. Door het struweel bereiken we zo een uitzichttoren. Bovenaan heb je een beter overzicht op het typische landschap van natuurgebied Grootbroek. Een ideale plek ook voor vogelspotters.
> Even backtracken over 70 meter, we vervolgen over knuppelpaden die hier en daar wat vermolmd en bemost kunnen zijn. Leuk wandelen hier in dit godvergeten afgelegen natuurgebied. Langs vijvers, over grachten en door dichte bebossing en langs bosranden. We kruisen een wegje bij een autoparking, vervolgen nog even door het Grootbroek en verlaten het natuurgebied uiteindelijk door op een volgende weg rechts naar de Leuvensebaan te wandelen. links zien we over de velden de kerktoren van Sint-Agatha-Rode opdoemen. Op de Leuvensebaan wandelen we richting Rode. We passeren er niet langs de kerk, al loont het wel even de moeite om tot bij de kerk te wandelen om er ook de enorme plataan te bekijken en het gelijknamige praat- en eetcafé te bezoeken
> We lopen soms wat verder weg van de sterk meanderende Laan, het gaat licht stijgend naar een T-kruising in open veld. Rechts hier om een pad te volgen dat naar bos loopt. We houden een hele tijd dezelfde richting aan, alle zijpaden negerend, evenals de tekens van GR 579 (Brussel - Luik). Onderweg een rustbank.
> We wandelen zowat de hele tijd tussen de natte beemden van de Laan (rechts) en het hoger gelegen en dus drogere Rodebos. Het brede pad wordt half verhard en mondt tenslotte als de verharde Onderbosstraat in Terlanen, een dorp dat tot Overijse behoort. We gaan er op de brede verkeersweg (Molenstraat) naar rechts en kruisen de Laan ter hoogte van een oude watermolen. Op het einde van de Molenstraat zijn we in het centrum van Terlanen. Let even op het hoekhuis links: daarin is een Sint-Rochuskapel verwerkt. Tijd om een volkscafé op te zoeken? Ga dan even rechts, je hebt de keuze tussen Herberg 't Klein Verzet en Café De Sportman.
> Streek-GR Dijleland leidt ons in Sint-Agatha-Rode dadelijk na de Dijle-oversteek rechts langs de noordzijde van de dorpskern. Via de Hoekstraat en de Huldenbergstraat dalen we naar een belangrijke zijrivier van de Dijle: de Lane. We kruisen nog een verkeersweg en duiken dan weer de natuur in voor een bijzonder aangename wandeling langs de oever van de Lane.
> Streek-GR Dijleland vervolgt aan de ingebouwde Sint-Rochuskapel echter naar links. Voor heel even want we gaan dadelijk rechts een steegje in tussen bakstenen muren. Waarom dat buurtpaadje de naam 'De Trapkes' draagt, merk je verder wel. Verderop gaat het wat steviger stijgen en komen er dus trappen aan te pas.
> We stijgen langs de kerkhofrand en langs een scheefgezakte haagbeuk met Sint-Antoniuskapelletje. Meer trapjes leiden ons helemaal boven tot op het agrarisch plateau boven de Laanvallei. Net na het hoogste punt (81 meter) komen we op de Bollestraat. Naar rechts om al snel weer 20 hoogtemeters te verliezen. Na 250 meter eerste links (Varrendel). We verlaten dit gekasseide straatje voorbij een eerste huizencomplex om links een bijzonder aangenaam pad te volgen door de Vossekouter.
> De groene vallei met beboste hellingen vormt een mooi bewaard en terecht beschermd cultuurhistorisch landschap. De naam 'Varrendel' verwijst hier trouwens ook naar: aan het woord 'del' denk je misschien aan een vrouw van het vulgaire soort maar een 'del' of 'delle' is ook een oud woord voor een kleine, komvormige laagte in het landschap. De mooie voetweg was tot half jaren '00 in onbruik geraakt en dicht gegroeid. Dankzij de inzet van het het Regionaal Landschap Dijleland en de gemeentelijke overheden van Huldenberg en Overijse en in overleg met boeren en jagers, kon het pad weer worden open gemaakt. Zo kon ook de vzw Grote Routepaden later dit pad integreren in de Streek-GR Dijleland en kunnen we weer van dit mooie, stille landschap genieten.
> Geleidelijk gaan we weer wat stijgen als we rond bos draaien om dan naar links over een graspad het landbouwplateau te kruisen op een hoogte van net geen 100 meter. Op een steenslagpad naar links, langs een boerderij en tot op een kruispunt van eeuwenoude veldwegen. In deze omgeving kruisen we opnieuw witrode tekens, ze zijn van de Waalse GR 579 (Brussel - Luik) die hier een stukje Vlaanderen meepikt. We nemen er niet scherp rechts de holle veldweg maar gaan rechtsvoor verder over de Oude Heirbaan, ook bekend als Moskesweg of Nijvelsebaan. Waar we nu op tweesporenbeton wandelen, moeten lang lang geleden plaveien hebben gelegen...
> Bijna een halve kilometer verder nemen we de (eerste) veldweg rechts. Die loopt over het landbouwplateau en houdt een hoogte aan van ongeveer 95 meter. Op het einde rechts over een veldweg die we tot in het centrum van Huldenberg gaan volgen. Aanvankelijk loopt hij nog vrij vlak, verderop snijdt hij zich diep in als hij naar Huldenberg daalt en als de Stockemstraat in het centrum arriveert. Naar links, richting dorpsplein (supermarkt, winkels, cafés, rustbanken, GR-wandelboom).
> Ongemerkt wandelen we hier op de taalgrens met Wallonië. Waar de straat een bocht naar links maakt, wandelen we zelfs even de Waals-Brabantse gemeente Graven (Grez-Doiceau) binnen. Ook het huis aan onze linkerkant staat op Waalse grond. We steken het riviertje Nethen over (dat hier in de Dijle mondt) en dadelijk daarna ook de grensbeek Marbaise. Op dit punt wandelen we alweer Vlaanderen binnen (gemeente Huldenberg). Nog een afwateringskanaal over en dan links een graspad op dat ons het vrij uitgestrekte natuurgebied Grootbroek inloodst. Dit pad kan 's zomers wat overgroeid zijn met opgeschoten grassen.
> Terug te Sint-Joris-Weert, op het het kruispunt van de Neerijsebaan met de Kauwereelstraat. We wandelen zo'n 600 op het voetpad van de Kauwereelstraat en daarmee zit het saaiste stuk van de hele etappe er al meteen op. Rechtsaf in de Roodsestraat.
> Sint-Joris-Weert is verbonden met Leuven per spoorlijn en met Huldeberg per bus van De Lijn. Tervuren heeft rechtstreekse buslijnen naar Leuven en Brussel. Er is geen directe verbinding tussen Sint-Joris-Weert en Tervuren. Reis eventueel via Leuven.
> Cafés zijn er nog  in alle dorpen die je onderweg passeert. In Vlaams-Brabant kennen ze de betekenis van 'boergondisch leven'! Enkele bijzonder leuke volkscafés: De Plataan te Sint-Agatha-Rode, ’t Klein Verzet te Terlanen en Café Casino te Huldenberg. Voor bevoorrading kun je terecht in het centrum van Sint-Joris-Weert, goed halverwege te Huldenberg-centrum en in Tervuren.
> Breng een verrekijker mee als je vogels wil observeren in de natuurgebied Doode Bemde en Grootbroek. Neem een vroege start en voorzie een twee uren extra als je in eindpunt Tervuren ook het Afrikamuseum wenst te bezoeken. Check vooraf de bezoekuren.
Druiventeelt
> Vandaag nog amper voor te stellen maar de dorpen Hoeilaart, Overijse en in iets mindere mate ook Huldenberg en Duisburg hadden tot de jaren '70 van vorige eeuw de naam van 'glazen dorpen', vooral Hoeilaart. Alles had te maken met de zeer lucratieve teelt van tafeldruiven in verwarmde serres. Zuiders gerichte hellingen verdwenen grotendeels onder het glas van serres, iedereen ging druiven kweken in de eerste helft van de 20ste eeuw.
> Het verhaal begint rond 1865 met de tuinier van het kasteel van Huldenberg (waar we straks langs wandelen). De jonge tuinman Felix Sohie, die net zijn diploma had behaald in de Vilvoordse tuinbouwschool, mocht er van de kasteelheer buiten het onderhoudswerk experimenteren met de kweek van druiven in een kleine serre. Het resultaat was verbluffend en Sohie mocht het surplus aan druiven zelf verkopen op de Brusselse markt. Enkele jaren later begon Sohie zijn eigen kweekbedrijf in verwarmde serres. Sohie breidde het aantal serres al snel uit en optimaliseerde het verwarmingssysteem.
> Vanaf 1880 begon men elders in de druivendorpen zijn formule te kopiëren en in het begin van de 20ste eeuw begonnen de dorpen 'een glazen uitzicht' te krijgen. Met de tram werden de druiven naar Groenendaal gebracht om per trein geëxporteerd te worden over heel Europa, later werden ook de Verenigde Staten een afzetmarkt. Kort voor WO II bereikte de teelt het hoogtepunt. Meer dan 30.000 serres stonden er in Hoeilaart, Overijse, Duisburg en Huldenberg. Een jaarlijkse opbrengst van zowat 13 miljoen kilo druiven!
> Vanaf begin jaren '60 begon de motor van dat economisch succes echter te sputteren. Invoer van veel goedkopere zuiderse tafeldruiven, hoge investeringskosten, sterke verhoging van stookolieprijzen en dure kost voor deze arbeidsintensieve teelt, deden de Vlaams-Brabantse tafeldruif de das om. De tafeldruif van eigen kweek werd zelfs in eigen land een exclusief luxeprodukt door de hoge prijs. Tussen 1970 en 1980 daalde het aantal serres van 26.000 naar 11.000, in 1990 bleven er daarvan nog 2.700 over en vandaag kan je buiten wat hobbyisten het aantal druiventelers op twee handen tellen. Een monotoon glazen landschap zie je dus niet meer, helaas zijn het vooral verkavelingen van nieuwe woonwijken die de serres vervingen.
Huldenberg
> De dominant gelegen en nogal monumentale Onze-Lieve-Vrouwekerk van Huldenberg werd gebouwd vanaf 1250, in een gotische stijl. Ze verving toen al een oudere romaanse kapel. Zoals met de meeste kerken, volgden de eeuwen daarop nog verbouwingen, de belangrijkste ingrepen wellicht in de 18de eeuw, nadat een brand in 1735 veel schade had aangericht. Let ook op de opvallende (18de eeuwse) zonnewijzer aan de zuidzijde. Tussen 9 en 16 uur kan je er de tijd op aflezen.
> In het centrum zie je verder een mix van bouwstijlen. Het mooiste gebouw is het gemeentehuis met zijn fraaie neobarokke voorgevel.
Sint-Agatha-Rode
> Sporen van een motte in het dorpscentrum verwijzen naar een strategisch versterking, wellicht door de Brabantse Hertogen rond de 11de eeuw in grensterritorium met het Prinsbisdom Luik. Wellicht was ook de samenvloeiing van Lane en Dijle mee bepalend voor de inplanting. Het toevoegsel 'Rode' in tal van Brabantse plaatsnamen verwijst ook naar een ontgonnen, 'gerooide' plek temidden van bossen.
> De gotische Sint-Agathakerk is opvallend groot, gemeten naar de grootte van het dorp. ze is mooie gerestaureerd, de witte bouwsteen (van Gobertange?) waarmee de kerk in de 13de eeuw werd opgetrokken, schittert, als was de bouw van gisteren. De reusachtige plataan op dorpsplein is een onafhankelijkheidsboom, geplaatst in 1830. Zijn stamomtrek is na bijna 200 jaren verdikt tot 5,5 meter en de plataan piekt zowat 35 meter de hemel in. In het geklasseerde dorpscentrum valt verder ook de gerestaureerde pastorie op. Je kunt het allemaal rustig bekijken vanop het terras van café De Plataan.
Terlanen
> Nog zo'n zeer oud Brabants dorpje. Wellicht ontstaan op een plek waar de Lane makkelijk kon worden doorgestoken, op een wed in de rivier ter hoogte van de plek waar we de watermolen passeerden. Het bestaan van die watermolen is trouwens al in 15de eeuwse documenten terug te vinden. Archeologische vondsten van oude scherven en aardewerk bewijzen echter dat er al vormen van bewoning waren tijdens de Gallo-Romeinse periode. In de naam van het nabijlgelegen Tombeek herken je trouwens nog het woord 'tomme' of tumulus, verwijzend naar een Gallo-Romeinse grafheuvel. Oude heirbanen in de regio zijn een ander bewijs van minstens 2000 jaren oude bewoning. De kerk van Terlanen heeft een relatief jonge geschiedenis, ze werd gebouwd in 1838 ter vervanging van een middeleeuwse Sint-Michielskapel. Op het kerkhof zijn 15 Gemenebest-graven van soldaten die sneuvelden in mei 1940, tijdens de Duitse blitzkrieg.
> In Terlanen staat bij het ontmoetingscentrum (de vroegere gemeenteschool) een klein standbeeld van een turfboer, herinnerend aan de arbeid van turfsteken die tot voor een eeuw door nogal wat inwoners werd verricht in de nattere valleidelen van de Laan. In de 20ste eeuw zag je zoals in andere dorpen van de streek, ook in Terlanen heel wat serres voor druivenkweek verschijnen. Inmiddels zijn deze door de concurrentie met goedkope zuiderse druivenkwekers sinds eind 20ste eeuw weer bijna allemaal verdwenen. Vandaag is Terlanen een aardig dorpje in een uithoek van Vlaams-Brabant waar het bijzonder rustig wonen is en waar het even leuk pleisteren is voor fietsers en wandelaars in een van de dorpscafés.
Grootbroek
> Hoewel het grootste deel van dit natuurgebied bestaat uit een vijver van meer dan 25 hectaren, wordt het zicht op dat water grotendeels onttrokken en wandelen we vooral door omringende groen. De vijver is trouwens niet echt op natuurlijke wijze ontstaan. Net als de Langerodevijver en de vijvers van de Doode Bemde, waar we eerder passeerden, zijn ze hoofdzakelijk het resultaat van menselijke ingrepen tijdens de 20ste eeuw, waarbij door afwateringen, waterafleidingen en afdammingen viskweekvijvers ontstonden in laaggelegen moerassig of overstromingsgebied. Met het wegtrekken van de viskwekers eind 20ste eeuw, werden de meeste vijvers opgekocht voor aangepast natuurbeheer, voornamelijk door de vzw Natuurreservaten (het huidige Natuurpunt) en het Vlaamse Agentschap voor Natuur en Bos. Het Grootbroek bij Sint-Agatha-Rode is eigendom van die laatste, dus ook een beetje eigendom van ons allemaal. De percelen die zijn gelegen aan de oostelijke kant van de grote vijver zijn grotendeels in handen van Waalse privé-eigenaars, de vijver zelf ligt echter volledig op Vlaams grondgebied.
> Het ANB voerde een sterk aangepast natuurbeleid voor Het Grootbroek. De vorige eigenaar was vooral geïnteresseerd in gebruik van de GrootBroek-vijver voor afvissing en om er eenden op uit te zetten om deze vervolgens af te schieten. Ook met de waterhuishouding zat het volledig scheef. De vijver werd vooral gevoed door de door afvalwater sterk vervuilde Waalse Marbaisebeek, wat al eens tot massale vissterfte leidde. Tegenwoordig wordt het water vooral aangevoerd door een aftakking van de Dijle en is er vooral oog voor soortenrijk beheer, zowel voor fauna als flora, met oa een natuurvriendelijk visbeheer. Bijzondere aandacht ook voor de creatie van ideale broedomstandigheden voor enkele zeldzaam voorkomende schuwe vogelsoorten, zoals porseleinhoenen, roerdomp en woudaapje. In de omliggende riet- en groenkragen en boomtoppen schuilen ook heel wat oever- en rietvogels. De grootte van de vijver lokt ook af en toe ook zeldzame trekvogels. Met wat geluk pak je tijdens een stille rustpauze in de observatietoren wel een bijzondere waarneming mee!

De Lane
> De Lane of Laan (Lasne in het frans) ontspringt in Waals-Brabant, in Plancenoit.
Het brongebied ligt op een hoogte rond 130 meter, in de velden waar Napoleon verslagen werd tijdens de Slag bij Waterloo in 1815. Over 25 km zoekt de Lane al meer dan 2 miljoen jaren kronkelend haar waterweg via Couture-Saint-Germain, Lasne, Rixensart, Rosières, Tombeek, Terlanen tot Sint-Agatha-Rode. Ter hoogte van Het Grootbroek mondt ze in de Dijle.

> Langs de Laanvallei liggen zowel aan Vlaamse als aan Waalse kant tal van natuurgebieden, bestaande uit komgronden, kwel- en hellingbossen en moerassige gebieden. Het woord 'Laan' zou Keltisch van oorsprong zijn en 'rustig' of 'kalm' betekenen. Dat is dan wel een relatief begrip. Na een stevige regendag kan het er behoorlijk wild aan toegaan in de bedding van de Lane!
De IJse
> De IJse, het riviertje dat zijn naam leende aan de dorpen Overijse en Neerijse, ontspringt in het Zoniënwoud tussen Hoeilaart en Sint-Genesius-Rode. De IJse vloeit er door bronbos en langs een aantal vijvers om dan als een riviertje verder te vloeien in een relatief diep ingesneden vallei door meer vijvers en door de dorpen Hoeilaart, Overijse, Huldenberg, Loonbeek en Neerijse. Ze mondt tenslotte in het natuurgebied Doode Bemde de Dijle in, een plek waar we trouwens passeerden tijdens de vorige etappe.
> Zoals je zelf kunt merken tijdens de wandeling langs de IJse, heeft de mens over de eeuwen heen stevig ingegrepen op de rivier. Niet enkel met de aanleg van vijvers, vaak ontstaan door moerasdrooglegging maar op nogal wat plaatsen is de rivier recht getrokken, bijvoorbeeld voor de bouw van watermolens. Op andere plaatsen mag ze nog steeds lustig slingeren in vele bochten.
'De Lin'
> De omgeving van deze mooie boom met veldkapel is beschermd als landschap. In nogal wat boeken en websites staat aangegeven dat dit de 'Schoonenboom ' is (waarnaar ook de straatnaam verwijst) en dat dit een winterlinde is. Tweemaal fout volgens de Vlaamse organisatie voor Onroerend Erfgoed.
> De bewuste Schoonenboom moet gestaan hebben waar zich nu de watertorens bevinden. Bewijs daarvoor is ook de Ferrariskaart (1778) waar inderdaad een boom op dat hoog gelegen wegenkruispunt staat. Fout ook omdat het niet om een winterlinde (of kleinbladige linde) gaat maar over een zomerlinde. Het verschil tussen beide boomsoorten is voor de leek vooral te merken aan de grootte van de bladeren, ze zijn bij een zomerlinde een stuk groter. De zomerlinde van Duisburg is volgens Onroerend Erfgoed aangeplant begint 18de eeuw, wat zijn leeftijd op zo'n 250 à 300 jaren oud brengt.
> Zelf zijn we geneigd de boom iets jonger te schatten, op de Ferrariskaart (1778) is hij immers niet te zien. Daarom zou ik hem op een respectabele 250 jaren of iets meer schatten. Daarmee toch de oudste linde van de streek en haast zeker ook de dikste. Een gezond prachtexemplaar met mooi gespreide takken en kruin. Wie ietsje dichter kijkt, kan echter zien dat een holte in de stam is opgevuld met beton om verrotting te stoppen. Mogelijk werd hij geplant om het oude wegenkruispunt te markeren, te samen met een Barbarakapel. De huidige kapel werd in 1867 herbouwd.
Molenhof
> Zoals bijna elk kasteeldomein had ook het Huldenbergse kasteel zijn eigen pachthoeve. Het Molenhof werd rond 1615 gebouwd in leem en met een watermolen op de IJse, voor het malen van graan. Vandaag is het een privé-woning, rad en binnenwerk zijn verdwenen ten voordele van woninginrichting. Sinds 1979 hebben de gebouwen en onmiddellijke omgeving een beschermde status.
> Vooral begin 17de eeuw, onder de landvoogdij van Albrecht en zijn nicht/echtgenote Isabella, werd het domein omgevormd tot een park met tuinen, waar ze overigens zelf graag verbleven. Een deel van de oorspronkelijke omheining van 7 km muren dateert nog uit die periode.
> Ook de Sint-Hubertuskapel werd onder hun sterk katholieke bewind gebouwd. Deze bedevaartskapel werd opgetrokken in 1617 door Wenzel Cobergher op de plek waar Sint-Hubertus in 727 zou gestorven zijn (volgens een variant van de legende over het leven van Sint-Hubertus).
> Vlakbij bevinden zich de restanten van het kasteel van de hertogen van Brabant. Keizer Jozef II liet het in 1782 grotendeels afbreken.
Zevenster
> Op 'de Zevenster' komen 12 dreven en wegen te samen! Niet toevallig natuurlijk, zo'n stervormige padenstructuur in bos is typisch voor het verparken van bos- en jachtgebied in de 17de en 18de eeuw. De zogenaamde 'dolmen' op het middelpunt zijn helemaal geen megalieten maar zwerfstenen die uit een Duisburgs veld kwamen en waarvoor Leopold II destijds 150 frank betaalde...
Panquinkazerne
> Oorspronkelijk gebouwd rond 1750 in een merkwaardige hoefijzervorm om het personeel en de paarden van de Karel van Lotharingen te herbergen en om als monumentale toegang te dienen tot zijn domein. Onder de Franse en Hollandse bezetting huisde het geheel een paardenstoeterij en eind 19de eeuw werd het omgevormd tot kazerne en manège voor het Belgische leger. Inmiddels is het hoefijzervormige complex opnieuw toe aan herbestemming. Het leger heeft het bijna 4 hectaren grote domein tijdens de jaren '00 immers verlaten. De gemeente Tervuren kocht het geheel op en er wordt wellicht een gemixte bestemming aan gegeven met ondermeer een hotel, brasserie en een honderdtal wooneenheden.
Tervuren Sint-Jan-Evangelistkerk
> De Sint-Jan-Evangelistkerk van Tervuren is een mooi voorbeeld van Brabantse gotiek. Ze werd in verschillende fasen gebouwd en herbouwd tussen de 13de en 15de eeuw. Er liggen ook enkele Brabantse hertogen begraven. Opvallend aan het gebouw is dat er geen echte kerktoren is te zien maar een wat pietluttig dakruitertje, ondanks de rijke historische uitstraling van een plaats als Tervuren. Die kerktoren is er wel eeuwenlang geweest maar rond 1777 werd de toen barokke toren gesloopt omwille van instortingsgevaar. Bij de restauratiewerken die de daaropvolgende jaren gebeurden, was wel een nieuwe toren voorzien maar die kwam er om onbekende reden niet. In 1810 werd dan maar een dakruiter geplaatst ter vervanging. De kerk is meestal toegankelijk voor bezoek.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

GR Dijleland (131 km)