Startpagina > Wandelen > GR 129 Dwars door België
Wellin, gemeentehuis
Langs de Lesse naar het dorpje Lesse
Wellin, Maison Demblon
Lesse
Pont Marie-Thérèse
Maissin
Lesse, dorpskapel
Onderweg naar Bois de Haumont
> Een bocht naar rechts later komen we bij het hooggelegen Croix Denis (rustbank). Het Croix de Denis werd hier op deze hoogte langs de oude pelgrimsweg Givet - Saint-Hubert geplaatst rond 1955 door een zekere Denis Dastroy. Vanop een hoogte van 260 meter kijken we hier uit over de Famenneheuvels die we straks over moeten.
Lessepad bij Daverdisse
De Lesse bij Neupont ter hoogte van de Passerelle Maria
Wellin
> Hoogtijd om nu echt wel de tent uit te pakken, want de nacht komt er aan, het is al rond halftien. Hier bij een eenvoudig houten bankje is dat moment aangebroken maar eigenlijk is het niet de meest ideale plek. Korter bij het dorp Framont lijkt me echter ook geen optie. Een hemel met oplichting van verre bliksemschichten en (illegale?) jachtschoten in de verte zijn ook niet meteen van aard om me een rustige bivaknacht te bezorgen maar de vele wandelkilometers doen me van vermoeidheid toch al snel in een diepe slaap verzinken.
> Zo stevig doorgeslapen op mijn wildkampeerplek aan de rand van het Bois du Hart, dat de zon al flink was geklommen toen ik wakker werd. Dan maar snel de tent opgeplooid, want er staat een stevige etappe op het programma.
> Op een betonbaantje rechts, na een paar bochten wordt het een steenlagweg die stijgt naar de rand van een langgerekte bosstrook. In die strook nemen we links een grassig landbouwpad dat na een tijdje arriveert op een asfaltweg bij de wijk La Marlière.
> Op een T-kruising rechts, je geniet hier van een mooi uitzicht over het dorp Wellin, dat ingebed ligt tussen de zachte heuvels van de Famenne. We dalen naar het centrum van Wellin en gaan er kort voor de kerk links - rechts tot bij de verkeersweg N835. Hier zie je een een prachtige herenwoning uit 1734, het Maison Demblon, met een gevel die nog nog de voor de streek typisch rozige kalklaag heeft.
> De gemeente Wellin telt in totaal amper 3000 inwoners. Behalve Wellin zijn de belangrijkste woonkernen Lomprez, Chanly, Halma en Sohier, naast nog een rist kleinere gehuchten. Wellin heeft ook geen belangrijke must-see attrakties, behalve dan misschien het dorpje Sohier, dat op de lijst van mooiste Waalse dorpen staat.
> Het aantrekkelijke van Wellin ligt in de landelijkheid, de rust en de weidse uitzichten. De Sint-Remacluskerk met zijn forse vierkante toren werd rond 1766 gebouwd. De vondst van een Merovingisch kerkhof in 1977, ten noorden van de huidige kern gelegen, bewijst dat de plaats reeds vele eeuwen is bewoond.
> Vandaag telt Wellin nog heel wat stoere, rustieke boerderijen, ze zijn voornamelijk 19de eeuws. Ter hoogte van het Maison de Demblon kun je eventueel rechts wandelen om het compacte centrum van Wellin te bereiken (gemeentehuis, banken, bakker, slager, cafés en krantenwinkel vlakbij). Stockeer voedsel voor de volgende dagen.
> GR 129 gaat echter aan dit rozige huis links en daalt naar een oude abreuvoir / lavoir (een veedrink- en wasplaats), nu ingericht als aangename rust- en picknickplek. Even mijn drinkbussen volgetankt en weer verder over de hoofdweg door Wellin. Langs meer oude huizen wandelen we zo naar een rotonde toe waar we ongeveer linksvoor vervolgen over een asfaltweg die al snel rechtdoor overgaat in een grassige steenslagweg.
> GR 129 loopt hier overigens nog steeds in het spoor van GRP 577 (Tour de la Famenne). We kruisen wat verder de verkeersweg N 94 op een plek waar die bocht, waardoor je slecht zicht hebt op aankomend verkeer.
> Voorzichtig en snel oversteken dus en in dezelfde richting verder. Het pad is hier ingenomen voor de oprit van een woning maar je hebt recht op doorgang. Wat verder kreeg ik te maken met 'voorrangsverkeer'. Een boer had het pad afgesloten om zijn koeien van de éne naar een ander wei te voeren. Het gras is nog dauwnat en ondanks het zonnige weer worden mijn wandelschoenen al snel zompige lappen leder.
> Begin 20ste eeuw verdwenen de postkoetsen, de gebouwen werden omgevormd tot familiehotel. Het is dan ook dat de plek bekend wordt onder de naam 'Le Baligan', naar de familienaam van de toenmalige uitbaatster. Later kwam er ook een restaurant, nu is het een vrij indrukwekkend buitenverblijf.
> Vlak voor we de N40 bereiken, nemen we links een naar bos stijgend asfaltwegje richting een kasteeldomein. Voorbij het kasteel gaat de wegbedekkig van asfalt over in steenslag. Een eind verder even opletten, net voor de steenslagweg gaat dalen kies je voor een aftakkend pad dat sneller de diepte in gaat. Aanvankelijk loopt het misschien wat ongeprofileerd.
> Een eind lager komen we op de RAVeL-fietsbaan, niet ver van de verkeersweg N40. Deze RAVeL loopt over de bedding van de oude tramlijn 518, die Wellin met Graide verbond, grotendeels door de vallei van de Lesse. We gaan de RAVeL naar links op en arriveren al snel bij de site van de verdwenen tramhalte van Redu, waar zich ook het grote vakantiehuis 'Ry des Glands' bevindt, een voomalig hotel-restaurant. We steken er 150 meter verder de Lesse over om aan de andere oever langs een aangenaam gelegen picknickzone te passeren. Tot 2016 was deze 'Passerelle Maria' nog een houten brug. Sinds 2017 wandel je over een grotendeels metalen brug, ze kostte 90.000 €.
> Zo wandelen we het gehucht Le Baligant binnen. Een oude boerennederzetting die pas enig belang kreeg toen halfweg 18de eeuw onder het Oostenrijkse bewind een nieuwe postweg (of 'Chaussée Marie-Thérèse') werd aangelegd tussen Namen en Beauraing om de oude weg door het prinsbisdom Luik te vermijden. Le Baligan, gelegen kort bij een plaats waar 'de chaussée' de Lesse kruiste, groeide uit tot een relaisstation, waar paard en mens op krachten konden komen en onderdak vonden.
> Tijd voor een uitgebreide pauze en een verfrissing van de verhitte voeten in de Lesse. Nog even volgen we daarna de RAVeL 618 verder richting Daverdisse maar nog voor een volgende kruising verlaten we naar rechts het verharde fietspad alweer. Een lange klim volgt. We overwinnen één van de grootste hoogteverschillen op de hele GR 129, hoewel, van 230 naar 360 meter hoogte is nu ook weer niet zo spectaculair. Er zitten onderweg trouwens een paar uitvlakkingen tussen waardoor je even op adem kunt komen. We volgen ook de hele tijd het hoofdpad.
> Boven, op een open plek is het toch even opletten om het juiste pad daar te kiezen. Ongeveer dezelfde richting volgen, licht links, en uitkijken of naar een volgend GR-teken, dat komt er mogelijk pas aan een 100 meter verder. Dit pad is aanvankelijk ook niet zo duidelijk, het heeft wat meer GR 129-wandelaars nodig! Verderop loopt het beter geprofileerd en we passeren nog een open plek waarna het een duidelijk pad wordt in een bijzonder mooie omgeving van loofwoud. We overwinnen zowaar nog wat meer hoogtelijnen om af te klokken rond 390 meter hoogte op een plek met de naam 'Comble de Chaumont'.
> Van de Famenne stijgen we zo naar de Ardennen! Op die plek wandelen we nog even rechtdoor tot 250 meter voorbij een padenkruispunt. Daar nemen we scherplinks een dalende aardeweg die aanvankelijk door jong beukenwoud loopt. Verderop wandelen we door ouder bos waar weinig zonlicht doordringt en er haast geen kruidlaag is omwille van het dichte bladerdak. Het pad zelf kan er wat natter bijliggen al dalend. We bereiken de bosrand bij een asfaltweg en gaan die weg rechtuit op om het riviertje Mache over steken en een rondje om een hotel te draaien. Hier volgen we een stijgende verkeersweg, die zich ondermeer via een haarspeldbocht omhoog werkt.
> Voorbij een volgende bocht verlaat GR 129 deze toegangsweg naar Daverdisse door links een kleinere asfaltweg te nemen. Wil je naar het centrum van Daverdisse toe, dan kun je de verkeersweg blijven volgen, over GR 129 draaien we alweer weg van Daverdisse. GR 129 vervoegt hier ook de met geelwitte tekens gemarkeerde Transardense Route (La Roche - Bouillon).
> Geleidelijk dalen we weer naar waterniveau. De Lesse stroomt hier behoorlijk wild, inclusief stroomversnellingen. Dat duidt op snel hoogteverlies van de Lesse in deze regio. Richting zuiden vertaalt zich dat voor ons als wandelaars in meer stijgen dan dalen, aangezien we stroomopwaarts wandelen. Uiteindelijk bereiken we een passerelle en nog wat verder ligt een luxueus buitenverblijf. Jammer dat dit ten koste gaat van de ongerepte omgeving, want wie in luxe woont wil ook een luxeweg naar zijn huis. Geen natuurlijk oeverpad meer dus vanaf de villa maar een zwart lint van asfalt.
> Verderop gaan we rechts om het dorpje in te wandelen dat de naam draagt van de rivier: Lesse. De wat hoger gelegen grote dorpskapel van Notre Dame de Walcourt laten we links liggen, eigenlijk is het zowat de lokale kerk. De hoofdweg door dit straatdorp loopt langs een barbecue- en picknickzone. Het gehucht Lesse bestaat uit een dozijn of wat huizen en een kapel en ontwikkelde zich op een plaats net voor de jonge Lesse aanzienlijke versterking zal krijgen van de Our.
> Wie al aan rust toe is kan aan de Lesse-oever een mooie picknickplek vinden bij treurwilgen. Uitnodigend om al even de rugzak af te gooien in het gras, maar het is nog wat te vroeg, er volgen trouwens nog aardige picknickplekken verderop langs dit etappetraject.
> Voor we de kerk van Chanly bereiken gaan we nogmaals rechts, de stijgende Rue des Chenays in langs een ouderlingenhuis. De stijging uit de Lessevallei wordt nog wat steviger en we wandelen rechtuit bos in. Als de stijging na een tijdje wat uitvlakt, gaan we op een V-splitsing rechts om de klim verder te zetten langs een aflijning van haagbeuk.
> Op een open plek in het bos bereiken we de top, we zijn inmiddels vanuit Chanly toch zowat 130 meters gestegen. Even uitkijken hier want er komen 5 bospaden te samen. Het juiste pad loopt ongeveer rechtdoor verder over een aanvankelijk mogelijk wat onduidelijke bosweg. Bewegwijzering was hier eerder wat schaars, bovendien was er misleidend schilderwerk van jagers, die eveneens witrode verfkleuren gebruiken. De tekens van een lokale wandelroute die is gemarkeerd met een groen kruis kunnen je misschien ook wat verder helpen.
> Op een hoogte rond 300 meter lopen we door dennenwoud en even later door meer open landschap van akkers. De steenslagweg verlaten we door rechtdoor voor een bospad te kiezen, nog steeds te samen met de lokale wandeling met het 'groene kruis'. Een wat lager gelegen plek (255 meter hoogte) met de naam 'Les Belles Plumes' is ons volgende doel, we gaan op die plek scherp rechts.
> Bij een eerste afsplitsing naar rechts op deze weg loont het de moeite om even van GR 129 - Dwars door België - af te wijken. Op 100 meter hiervandaan ligt immers een mooie oude natuurstenen brug over de Lesse. Ze staat bekend als de Pont Marie-Thérèse omdat er een 18de eeuwse Oostenrijkse internationale postweg over liep die hier tussen Transinne en Maissin de Lesse kruiste. De brug zou dus 18de eeuws zijn of is misschien nog ouder. Ze staat in ieder geval al op de kaarten van Graaf Ferraris uit eind 18de eeuw.
Witte boterbloem (Ranunculus platanifolius),
zeer zeldzaam
Onderweg van Wellin naar Chanly
Le Baligant
Croix Denis
> We zijn op dit punt ook vlakbij het dorp Halma maar we nemen de verharde weg links, richting Chanly. Het dorpje Halma vormde tussen 1815 en 1900 één gemeente met Chanly. Een ongelukkig huwelijk, de inwoners van Halma wensten lang een zelfstandig statuut, temeer daar Halma door de aanleg van de doorgaande weg Dinant-Neufchâteau zijn inwonersaantal even groot zag worden dan Chanly. Nog eens driekwart eeuw later kwam Halma bij de gemeente Wellin.
> Bij een antennemast kiezen we niet de asfaltweg maar takken we na 30 meter af op een steenslagpad. Het daalt de hele tijd, tot het dorp Chanly, dat bij de Lesse ligt, zowat 60 hoogtemeters lager. Onderweg wordt ik verrast door een vos, die op amper 10 meter van mij over het pad springt. Op de verkeersweg gaan we 30 meter links en dadelijk rechts via een kleiner asfaltwegje dat uitkomt in het centrum van het Lessedorpje Chanly. De rivier splitst hier trouwens even in twee.
> Hier ook splitst GRP 577 (Tour de la Famenne) af naar het noorden, wij gaan met GR 129 naar rechts om de twee bruggen van de Lesse te gebruiken.
> Van de Famenne trekken we vandaag voor het eerst de echte Ardennen binnen. Dat merk je vooral aan de hoogte waarop we wandelen en de oplopende hoogteverschillen, vooral als we telkens weer de Lessevallei in- en uitwandelen. Terwijl we tijdens het eerste deel van deze etappe vooral op hoogten tussen 220 en 300 meter wandelen, loopt een heel stuk van de verdere etappe boven 400 meter hoogte. Het landschap wordt ook ruwer en eenzamer met verder uit elkaar liggende dorpen en gehuchten. Tot Maissin blijft ook de bovenloop van de wilde Lesse onze trouwe compagnon.
> Bevoorrading onderweg in Wellin en Maissin. Opgelet: in Maissin sloot de Proxy Delhaize definitief eind 2020, er is wel nog een bakker. In deze grotere dorpen kun je ook bustransport vinden naar de treinstations van Grupont of Paliseul of naar andere plaatsen langs GR 129.
> Kortbij (2 km) ligt het dorp Redu, sinds 1984 bekend als het boekendorp van Wallonië. Je kunt er naar toe wandelen door niet de brug over te steken maar de tekens van GR 14 kort te volgen om bij het verlaten van het gehucht Lesse de geelwitte tekens van de Transardennaise® te volgen. Of je kunt ook gewoon de asfaltweg tussen Lesse en Redu volgen. Welke optie je ook kiest, het is stevig stijgen om uit de vallei van de Lesse te komen, want Redu ligt op het plateau.
> Verder op GR 129 - Dwars door België. We steken de Lessebrug over en kruisen hier ook GR 14 (wandelroute van Parijs naar Malmédy). We gaan niet in het spoor lopen van GR 14, zowat 30 meter voorbij een waterbak en rustbank gaan we links een weggetje in. We wandelen door een zone van in etages aangelegde vijvers en trekken daarna door een wat saaie bebossing van dennen. Verderop volgt een meer verscheiden bossamenstelling.
> We volgen nu langere tijd een afgelegen pad dat altijd vrij goed op niveau blijft, tussen 310 en 340 meter hoogte. De Lesse kabbelt maar door en is hier in haar bovendal eerder een wildstromende bergbeek geworden die al watervallend nogal wat lawaai produceert. We wijken trouwens amper af van het gezelschap van de rivier. Aftakkende paden aan onze rechterzijde negeren we dus. Op den duur gaat ons wandelpad over in een graspad tussen berken en jonge dennen en het versmalt nog verder tot een wild oeverpaadje.
> Wat later bereiken we een verkeersbrug over de Lesse. De N899 kruist hier nog een keertje de Lesse. We gebruiken die brug om aan de overzijde van de Lesse nog even de verkeersweg te volgen en dan de eerste verkeersweg rechts te nemen, die richting Villance loopt.
> Vooraleer de brousse in te trekken ben ik ook nog een frietje gaan steken in de plaatselijke frituur. Voilà, we verlaten voor een tijdje de beschaving nu. Weer op pad met als plan om nog anderhalf uur verder te wandelen om dan ergens een goeie wildkampeerplek te vinden. In het centrum van Maissin nemen we links een straat richting Jehonville. Dan de eerste straat rechts in, Rue Neuve. Vervolgens links, Rue Colonel Mallegoll en op het einde bereiken we een oorlogsmonument dat het één en ander verklaart over de kolonel waaraan de straat werd opgedragen en over de zware gevechten die hier plaats vonden tijdens WO I. Het is niet meteen een mooi monument maar het is uiteraard vooral de herinnering die telt.
> Op 22 en 23 augustus 1914 kwam het hier tot een rechtstreekse en erg harde confrontatie tussen de oprukkende Franse en Duitse legers, waarbij duizenden doden vielen. Zowel de Duitse als Franse soldaten liggen begraven op een oorlogskerkhof langs de weg tussen Maissin en het dorp Lesse, op zowat 500 meter van het centrum van Maissin. Bijna 5000 soldaten verloren het leven. Het traject van GR 129 loopt de volgende kilometer door het gebied waar het hardst werd gevochten, op de velden tussen Maissin en het Bois de Haumont.
> Tussen jonge dennenaanplantingen gaan we een 400 à 500 meter verder links een steenslagweg op. Een vijvertje waar veel waterranonkel bloeit leek me wel een goeie wildkampeerplek maar ik vond het hier wel erg eenzaam afgelegen en vergeven van de muggen. Nog 150 meter verder bereiken we een T-kruising waar we rechts kiezen. Stilaan verlaten we nu een groot exploitaitiegebied van dennen om terug in vriendelijker loofbos te belanden. Na slechts 100 meter nemen we een niet zo opvallend bospad links, dat door beukenwoud gaat lopen.
> We komen op de verkeersweg Maissin / Anloy - Framont ter hoogte van een gemeentegrens en gaan daar zowat 300 meter rechts. Opnieuw opletten om een pad links niet te missen, eigenlijk uitkijken voor het eerste bospad links. Weer in woud blijven we het hoofdpad volgen tot we na zowat 300 meter opnieuw op een T-kruising stoten. Bospad rechts dat overgaat op steenslag en op een volgende T-kruising links over 100 meter. Op een plek met de naam 'Au Chenai' (op 420 meter hoogte gelegen geeft het bord aan) opnieuw rechts. We blijven langere tijd dit pad volgen tot we - stilaan dalend - de rand van het Bois de Chenet bereiken.
> Rechts bij dat monument, de Rue du Bois de Mont in. Net voor een weg voor doorgaand verkeer (N899) kiezen we links een steenslagweg die langs een beukenbos loopt en licht stijgt naar het boscomplex Bois de Haumont. Steeds rechtdoor, ook op een padenkruispunt in een dennenbos ter hoogte van enkele weiden. Onderweg gaan we voor het eerst over de hoogtelijn van 400 meter. Langs een boswachtershut en op een volgend kruispunt van paden met de naam 'La Fleuriette' gaan we rechts.
> De legende verhaalt over keizerin Maria-Theresia die hier in hoogsteigen persoon per paard de Lesse wilde oversteken en daarbij ten val kwam. Daarop gaf ze de opdracht de brug aan te leggen.
> Terug op GR129, we blijven nog even de asfaltweg naar Villance volgen, die loopt wat stijgend verder in een bocht en slingert dan weer naar de Lesse toe ter hoogte van de voormalige watermolen 'Moulin de Wézelvaux'. De watermolen was in bedrijf voor het malen van koren tot 1950. Dadelijk na de molensite gaan we rechts een graspad een tijdje volgen, in omgekeerde richting van een andere langeafstandswandeling, Entre Lesse et Lomme. Het loopt langs een opvallende rotsformatie en aan je rechterzijde herken je misschien nog een oude bedding. Wellicht een parallel toevoerkanaal voor de watermolen?
> Op een T-kruising gaan we rechts de brede steenslagweg op. We steken alweer een aardige Lessebrug over, de Pont de la Justice. De brug is 19de eeuws en verving toen mogelijk een oudere brug over de Lesse aangezien het om een zeer oude weg gaat. Hier nemen we afscheid van de Lesse, die de voorbije twee etappes zo vaak onze fraaie landschapsgezel was.
> Maissin komt er aan, we lopen rechtuit verder langs het het dorpskerkhof naar de verkeersweg N808. Ter hoogte van een frituur-restaurant gaan we rechts tot in het dorspcentrum. De dag is al flink gevorderd, redelijk haastig heb ik de voorbije kilometers afgelegd met de bedoeling om nog op tijd in Maissin te arriveren om bevoorrading in te slaan. Ik heb geluk. Zo net voor 19 uur ben ik de laatste klant in de lokale supermarkt. Een snelle winkelrace later sta ik weer buiten om met een geruster gevoel aan een erg eenzame Ardennenpassage van GR 129 te kunnen beginnen. Opgelet: de Proxy Delhaize van Maissin sloot definitief eind 2020. Er is wel nog een bakker.
> We dalen voor een zoveelste keer de Lessevallei in langs enkele luxebuitenverblijven. Al snel gaat de weg over in een ruw en druk gebruikt oeverpad, al kan het er af toe stevig modderig bijliggen. Langere tijd volgen we nu de wilde Lesse. Uiteindelijk bereiken we toch weer een geasfalteerde weg. We nemen die naar links en blijven in de Lessevallei om dan even later de rivier te kruisen via de Pont des Barbouillons. Op dit punt verlaten we ook het gezamelijke traject met de Transardennaise. We wandelen het volgende uur in omgekeerde richting in het spoor van de langeafstandswandeling "Entre Lesse et Lomme".
> Minder dan 100 meter voorbij de brug kiest GR 129 immers rechts een ruw stijgend paadje dat snel naar een brede steenslagweg voert. Daar rechts, weer langs de oever van de Lesse maar wel op hoogte ditmaal.