© Luc Selleslagh 2016 - 2017
Chemin des Pèrlerins, kapelletje tussen enorme linden
Chemin des Pèlerins, onderweg naar Foy-Notre-Dame
Chemin des Pèlerins bij La Travisée
Foy-Notre-Dame
Boisseilles
Dalend pad naar de Lessevallei
Ry des Forges
Boisseilles
Foy-Notre-Dame, plafond bedevaartskerk
GR 129 en GRP 575 tesamen met Sentier Notre Dame de Foy
Kasteel van Vêves
> Het pad daalt en komt even later op een T-kruising met een hol asfaltwegje. Hier verlaten we alweer het gezamenlijk traject met GR's 125/126 en gaan we bij het kapelletje Notre Dame des Camps links het asfaltweggetje op in stijgende richting. Hogerop draaien we niet mee naar links maar kiezen we voor een hol graspad rechtdoor. Het wordt weer verhard bij de 'Résidence Saint-Martin', waar we ook een rustbank bij een speeltuintje aantreffen.
> GR 129 volgt inmiddels de oude pelgrimsweg tussen Dinant en de bedevaartskerk van Foy-Notre-Dame.
Aapjesorchis
Dinant & Adolphe Sax
Laatste biljet van 200 frank, ter ere van A. Sax
> Ook zijn geboortestad Dinant herontdekte hem pas tientallen jaren geleden en trekt nu alle muzikale registers open met de prominent aanwezige saxofoon als toeristisch handelsmerk. In de Rue Adolphe Sax kun je zijn standbeeld bekijken. Hij eindigde op de 12de plaats bij de Vlaamse verkiezing van Grootste Belg en pas op de 20ste plaats in een gelijkaardige verkiezing in Wallonië.
>
De Pont Charles de Gaulle dateert uit de jaren '50 van vorige eeuw. Eigenlijk is ze dus niet zo oud, bruggen op de wispelturige Maas hier hebben het nooit eeuwenlang volgehouden. Dat komt door de soms uitzonderlijk sterke stroming maar vooral ook door oorlogen. De brug werd zowel tijdens WO I als WO II om strategische redenen opgeblazen door respectievelijk de Franse en Belgische genietroepen in 1914 / 1940. De noodbrug die de Duitsers in 1940 aanlegden, bliezen ze dan weer zelf op in 1944, toen de Amerikaanse bevrijders op komst waren...
> Tijdens WO I richtten de Duitsers te Dinant trouwens een gruwelijk bloedbad aan. Dat was het gevolg van een wraakaktie door de hevige weerstand van de Franse troepen die het Duitse leger ondervond tijdens het oprukken naar het zuiden en waarbij ze in de regio rond Dinant zowat 3000 manschappen verloren. De Duitsers hadden ook een obsessieve angst voor sluipschutters in de stad, daarom moest elk menselijk wezen in zicht dan maar vernietigd worden. Het kwam er ongeveer op neer dat al wie niet gevlucht was, gefusilleerd werd, inclusief vrouwen en kinderen. Maar liefst 674 Dinantezen werden zo de dood ingejaagd bij deze blinde afslachting. Een afschuw die ook na de oorlogen nog decennialang nazinderde onder de inwoners.
> Op de Pont Charles de Gaulle zie je behalve de saxofoons ook wapperende landsvlaggen. Pas na het jaar 2000 kwam daar ook de Duitse vlag bij, nadat de Duitse minister van Militaire Zaken uitgebreid zijn excuses had aangeboden tijdens een herdenkingsplechtigheid in Dinant. De Dinantezen waren erg verdeeld over dit Duits bezoek, velen waren ook van mening dat er niet kon worden gepardonneerd voor zulke gruwelijke daden.
> Aan de overzijde van de brug kijk je aan tegen de collegiale kerk Notre Dame van Dinant. Van oorsprong is het een romaans gebouw maar daarvan zijn niet veel stijlelementen overgebleven nadat de kerk in de 13de eeuw werd verwoest door de val van een enorm rotsblok. Ze oogt dus vooral gotisch maar werd over de eeuwen heen talloze malen gerestaureerd als gevolg van oorlogen en brand. De uivormige top is onlosmakelijk verbonden met het typische stadsbeeld van Dinant. 'De ui'werd de laatste maal heropgebouwd na de verwoestingen van de Duitse bezetter in 1914, waarbij trouwens het overgrote deel van de huizen in Dinant werd verwoest. Dinant is vandaag dus vooral een stad met 20ste eeuwse gebouwen.
> Hoog boven de kerk zijn de rotsen afgelijnd met een citadelversterking. Eeuwenlang stond op die plaats een burcht, onder de Hollandse bezetting werd er een citadel van gemaakt (rond 1818), aangepast aan de militaire noden van die tijd. Er kon in de citadel een garnizoen worden gelegerd voor langere tijd. In 1914 werd hard gevochten tussen het Franse en het Duitse leger om de citadel te veroveren.
> Toeristen nemen vandaag de plaats van soldaten in. Met een 'téléphérique' kun je het bastion bereiken. Tesamen met een boottochtje op de Maas en de grotten 'La Merveilleuse' vormt de citadel de bezoekersattraktie van Dinant. Grote drommen dagjestoeristen en een oplijning van schoolreisbussen heb je vandaag niet meer, in tegenstelling tot de jaren '60 en'70 van vorige eeuw. Dinant heeft niet meer die exotische, toeristische uitstraling van toen. Toeristen zijn vandaag al heel wat meer gewend...
> ...Hoewel, op deze zonnige dag waarop ik het zuidelijk deel van GR 129 - Dwars door België - aanvang, is het behoorlijk druk op de terrassen langs de Maas. Ik moet met mijn rugzak aangebonden zelfs slalommen tussen de zonnebrillende en ijsjeslikkende toeristen die volop de terrassen en de stoepen bezetten. Ter hoogte van een driehoekig pleintje, de Place Albert I, wordt het wat rustiger. We nemen op een uithoek van dit plein een straatje om daarna rechts het gekasseid wegje Rue des Trois Escabelles in te slaan. We zijn hier in een oude wijk van Dinant.
> Op een volgend pleintje steken we de Rue Grande over om een steeg in te wandelen. Op het einde links naar een kleine kerk in rococo-stijl, die we langs rechts passeren om wat verder bij het cultuurcentrum van Dinant te komen. Daar gaan we weer rechts. Tot zover Dinant, tijd om de natuur in te duiken. Langs een amfitheater en een skateplein stijgen we stevig om weer de Maasvallei uit te raken.
> Liefhebbers van bijzondere plantengroei kijken best de volgende kilometers goed uit. Ongetwijfeld zie je op deze kalkhoudende helling boven de Maas zeldzame plantensoorten.
> We blijven het zigzaggende hoofdpad volgen tot we boven arriveren bij een linde op een leuk uitziende wildkampeerplek met 'balkon' over Dinant. Let hier even op, want hier komen ook de GR's 125 (Entre Sambre et Meuse) en GR 126 (Brussel - Semois) onze wandelroute vervoegen. We moeten ter hoogte van de linde dus naar rechts, tesamen met GR 125 en GR 126 over zowat 700 meter. Een prettig cornichepad dat door botanisch uiterst interessant natuurgebied van schraal kalkgrasland trekt, Vallée d'Herbuchenne.
>De bedevaartsplaats heeft de wind vanachter in een periode waar Jezuïeten aktief de contra-reformatie en beeldenverering terug promoten. In de 17de eeuw zaaien ziektes zoals pest en cholera ook dood over het platteland, wat de drang naar heil zoeken in aanbidding nog aanwakkert. Zo zou het Mariabeeld Dinant hebben bevrijd van de pest.
> De cultus van Notre-Dame-de-Foy verspreidt zich dan ook snel tot ver buiten de regio. Vanaf de 18de eeuw deemstert Foy-Notre-Dame weer langzaam weg als pelgrimsbestemming. Begin 20ste eeuw is er weer een tijdelijke heropleving van de bedevaarten maar vanaf het tweede deel van de 20ste eeuw zijn het vooral wat sporadische toeristen die nog langs komen. Behalve de ingangspoort in renaissance-stijl, is het bakstenen kerkgebouw eigenlijk van buitenaf bekeken ook niet zo uitzonderlijk.
> Wellicht tref je Foy-Notre-Dame aan als een rustig dorpje. Dat was soms wel even anders de voorbije eeuwen, toen de bedevaartstraditie hier nog volop bloeide. In de middeleeuwen was het hier nog sterk bebost. Op een dag in het gezegende jaar 1609 ontdekte een houthakker een miraculeus Mariabeeldje van 22 cm hoogte in de holle stam van een oude eik. Er werd aanvankelijk een kapel opgericht maar de toevloed aan pelgrims zorgde er voor dat - met toestemming van de kasteelheer van Celles - er dankzij de vele pelgrimsgiften in 1623 een rijkelijk versierde kerk werd gebouwd. Daarrond ontwikkelde zich het huidige dorpje Foy-Notre-Dame, dat al snel belangrijker werd in grootte dan het nabijgelegen en veel oudere dorp Boisseilles, waar we straks passeren.
> De verrassing zit hem op kunstvlak binnenin aan het plafond. Dat bestaat uit een verzameling van 145 eiken, beschilderde vakken. Toch wel uniek. Ze zijn beschilderd in de 17de eeuw door de Dinantezen Michel en Jaspard Stilmant. Ook elders in de kerk bevindt zich nog heel wat meubilair uit de prille periode van de kerk, 17de eeuws dus.
> Het calvariekruis dat naast de kerk staat, is 17de eeuws, je kan er '1633' op lezen. Het zou zijn geplaatst waar de holle eik stond. De kerk is omringd door een paar mooie oude bomen. Hoewel Foy-Notre-Dame vlakbij het strijdgewoel lag toen op 24 december 1944 de Duitse opmars naar de Maas en Dinant op geallieerde weerstand stootte, is de kerk wonderwel gespaard gebleven van verwoesting, haast een mirakel! Zat het miraculeus beeldje er voor iets tussen?
> Op een infobord kun je lezen dat de boerderij een strategisch uitzichtpunt vormde tijdens het Von Rundstedt-offensief. De Duitsers hadden er tanks gestationeerd die onder vuur kwamen van zowel de geallieerde vliegtuigen als de grondafweer. Ook de boerderij had zwaar te lijden onder die beschietingen.
> De Ferme de Mahenne was in de jaren '80 ook een waar kruispunt van Naamse langeafstandspaden, zoals je aan de oude markeringsporen wellicht nog kunt zien (Sentier Notre Dame de Beauraing, Sentier Notre Dame de Foy, Sentier Mille en een Santiagoroute).
> Over een aangename veldweg (als je je oren sluit voor het verkeerslawaai van de N97) wandelen we naar Boisseilles. Aan je linkerzijde heb je mooie uitzichten over de Condroz. De veldweg versmalt en wordt grassiger en we draaien weg van het verkeerslawaai om Boisseilles in te wandelen over de hoofdstraat naar de N94. Tot bij de kerk wandelen we echter niet.
> Even links langs de N94 en dadelijk rechts om langs het kasteeldomein van Boisseilles te wandelen, privédomein. De oude steenslagweg draait verderop licht naar rechts en bereikt opnieuw een GR-splitsing. Op dit punt loopt GRP 575 richting Celles (mooi dorp op 1 km). Het traject van GR 129 loopt echter rechtdoor, langs de rand van het kasteeldomein, richting Ferme d'Hubermont, een oude boerderij.
> Voorbij een volgend pelgrimskapelletje trekken we het bos in, we dalen er door een vochtige zone om weer te stijgen naar een volgend kapelletje, dat wordt geflankeerd door twee zeer oude linden. Het kapelletje staat er maar wat nietig tussen. Hobbelige bospaden leiden ons langs meer kapelletjes. Steeds maar rechtdoor als we andere paden kruisen en ons pad wat versmalt. Voorbij een laatste kapelletje (uit 1731) trekken we Foy-Notre-Dame binnen.
> Ondanks het fraaie harmonieuze geheel van potloodvormige torens en typische kalksteen van de streek, oogt het kasteel van Vêves nog echt als een middeleeuwse burcht. Er stond hier wellicht al een burcht in de 12de eeuw. Het huidige uitzicht kan best dat van de 15de eeuw doorstaan, toen werd Vêves heropgebouwd nadat de krijgslustige Dinantezen de vroegere burcht hadden verwoest. Het belangrijkste verschil is misschien dat er nu meer vensters in het gebouw zitten. De binnenplaats, die onzichtbaar is van buitenaf, is uitgewerkt met gaanderijen in normandisch uitziende vakwerkstijl. Het kasteel van Vêves is te bezoeken.
> We zijn nu in de mooie vallei van de Lesse aanbeland, ze wedijvert in schoonheid met andere bekende Ardennenvalleien, zoals die van de Semois of de Ourthe. Morgen zullen we tijdens de volgende etappe langer kunnen genieten van het gezelschap van de Lesse. Eerst vannacht wat verkwikkende nachtrust opzoeken op de nabijgelegen camping. Wie wil kan ook op een kwartier tijd weer naar Dinant sporen vanaf de treinhalte Gendron-Celles.
> Muzikale intrede in Dinant, de Pont Charles de Gaulle, die de Maas overspant, is afgezoomd met kleurrijke saxofoons. Een hulde aan Adolphe Sax, uitvinder van de saxofoon en afkomstig van Dinant. Muziek zat hem in het bloed via zijn vader. Minder bekend is dat Sax ook de basklarinet helemaal op punt stelde, zoals we die nu kennen. In 1841 stelde hij de saxofoon voor, een geheel nieuw instrument, oorspronkelijk bedoeld voor muziekkapellen.
> De saxofoon zou veel later echter vooral doorbreken als populair instrument via de jazz-muziek. Adolphe Sax had het oorspronkelijk zeer moeilijk om zijn uitvinding te verzilveren. Zijn octrooien werden betwist en hij kwam in een stroom van processen terecht, waardoor zijn saxofoonbedrijf zelfs een paar keren failliet ging. Erkenning voor Adolphe Sax kwam er pas veel later.
Zicht over de beboste Lessevallei
De Condroz
Zigzagpad uit de Maasvallei
Bijzondere kalkflora in de berm van GR 129: Blauwe sla, gele anemoon en kartuizeranjer
Dinant
> We komen langs een eerste kapelletje van die 'Chemin des Pèlerins'. Het dateert uit 1806. Tot Foy-Notre-Dame zullen we nogal wat gelijkaardige kapelletjes tegenkomen. Ze werden in verschillende periodes geplaatst, de oudste zijn van begin 18de eeuw. Bij de Résidence gaan we rechtdoor de velden in, uitwaaien over het golvend plateau. Eens weer op asfalt gaan we bij een Spaanse kastanjelaar rechtsaf om door het gehucht La Travisée te wandelen. Daarna verder rechtdoor, dalend over een oude steenweg door de velden. We nemen er de eerste veldweg links en wandelen nu in een heerlijk rustig omgeving op een stenige veldweg.
> Eerste etappe van GR 129 - Dwars door Belgie - zuidelijk deel! Best een toffe etappe met sterk wisselende landschap. Vanuit toeristische Dinant trekken we de hoge valleiwanden van de Maas op. Een bijzondere ervaring ook voor wie geïnteresseerd is in zeldzame flora en vlinders, want de Maashelling ligt hier zongeoriënteerd op een strook van de smalle kalkband die door de Ardennen loopt (de Calestienne), dat staat garant voor bijzondere natuur. Onderweg naar bedevaartsoord Foy-Notre-Dame volgen we een oude pelgrimsweg, al eeuwenlang afgelijnd met kapelletjes. Van daaruit trekken we over een plateau naar de vallei van de Lesse, waarbij een kort bezoek aan het fotogenieke kasteel van Vêves met zijn potloodtorens niet mag ontbreken.
> De treinhalte van Gendron-Celles is ons eindpunt voor deze etappe. Er is daar ook een camping. Het is maar een korte treinrit tussen het station van Dinant en dat van Gendron-Celles. Je kunt deze etappe eventueel verlengen over GR 129 tot Houyet, waar eveneens een treinhalte en een camping gelegen zijn.
> Op de geasfalteerde toegangsweg tot de Ferme d'Hubermont gaan we rechts over 200 meter. Op de bochtende asfaltweg (plaatsnaambord Hubermont) gaan we links en na 600 meter rechts. Indien je het fotogenieke kasteel van Vêves wil bezoeken, verlaat dan GR 129 op dit laatste punt even en vervolg nog enkele honderden meters over de asfaltweg. Het ommetje loont zeker de moeite.
> Te 'Gratte-Cul' naar links dus, verderop komen we langs een rustbank die is geplaatst bij een linde die in een niet zo ver verleden blijkbaar zwaar werd getroffen door blikseminslag. Links verder (niet richting Furfooz dus) en we zetten nu de afdaling in naar de Vallei van de Lesse. Een steenslagweg voert ons aanvankelijk nog even tussen akkers en weiden maar al snel duiken we bos in.
> Een ruw en sneller dalend pad over kalksteenrotsen en door schaduwrijk bos, brengt ons nu vlot een eind lager, tot bij een watervallende zijbeek van de Lesse, de Ry des Forges.
> Kort daarna staan we op de verkeersweg N910. We volgen die naar rechts om voorbij de Auberge de la Lesse te arriveren bij de treinhalte van Gendron-Celles, nadat we onder de spoorbrug zijn gegaan. Hier komt GR 129 weer bij GR 126 (Brussel - Semois). Zo, eindpunt voor mij voor deze eerste kennismaking met het zuidelijke deel van GR 129 - Dwars door België.
> Terug naar de plek waar we GR 129 verlieten. We nemen een weggetje rechts dat nog even parallel loop met de asfaltweg maar er wordt van gescheiden door een kloof. Al stijgend draaien we naar rechts en zo komen we in landschap van weiden en akkers. Op een V-splitsing nemen we rechtertak...hoewel je er over de andere weg ook wel komt. Verderop was de veldweg weggeploegd. De richting was echter nog redelijk duidelijk en hoger op de kam zou je het verdere verloop van de veldweg moeten zien.
> We dalen en komen op een V-splitsing ter hoogte van een plek met de naam 'Gratte-Cul', wat zoveel betekent als 'rozebottel', maar blijkbaar voor franstaligen nog een dubbele betekenis heeft. Vlakbij (rechts) ligt Furfooz, van waaruit je een bijzonder interessant natuurreservaat kunt bezoeken. Daarvoor moet je echter via GR 126 wandelen. Daar wandelen we niet naar toe.
> Bij de bedevaartskerk kun je even verpozen in café-restaurant 'Aux vieux Marronnier'. We lopen vanaf hier ook een paar kilometer te samen met GRP 575 (Sentier du Condroz). Langs een mooi huis met 'colombages' maar gaan er niet onderdoor. Langs nog een monumentale kastanjelaar wandelen we verder over de licht stijgende verharde weg om verderop de expresweg N97 te kunnen kruisen. Aan de overkant komen we bij de Ferme de Mahenne.