GR AE / GR 15 -151 - 16
SENTIER ARDENNES-EIFEL / ARDENNEN-EIFEL-PFAD
ARDENNEN-EIFEL-RUNDWEG
GR AE
Startpagina > Wandelen > Ardennen-Eifelpad > Etappes
> Terug in Martelange. Hier verlaat het oude Ardennen-Eifelpad het tracé van GR 15 (zie kaart). In plaats van richting Aarlen te lopen gaan we richting Marbehan en verder naar de Semoisvallei. Even opletten dus in Martelange om niet GR 15 te volgen maar wel GR 151 (tracé volgt ongeveer de oude loop van het AE-pad tot Florenville / Orval). Vandaag zullen we naar Habay en Marbehan lopen, een gebied gelegen in de 'Gaumse Ardennen'.
> Vroege zomernevels, het begin van een mooiweerdag. Stevig omhoog om uit Martelange en de Sûrevallei te geraken.
> Aan de ingang van wat één van de grootste wouden van de Ardennen, het Forêt d’Anlier stond meteen al een GR-omleiding gemarkeerd. Het bleek om een tijdelijke omleiding te gaan omwille van door storm gevallen bomen. In principe loopt AE (nu GR 151) dwars door het woud maar nu moet ik een stuk omlopen. Die omleiding kost me niet zoveel afstand meer, alleen extra asfalt onder de voeten. Een heel stuk verder draait de alternatieve markering toch het enorme bos in en na 7 kilometers kom ik weer op het normale traject terecht.
> Ik ben nu wel op het oude pad terug, maar de bewegwijzering was niet zo goed, bovendien bemoeilijkt recente boomkap de doorgang op sommige paden. Het betert er niet op als ik even later ook nog verloren loop. Een GR-teken gemist en ik was het pad kwijt. Ik zou aanraden om in het Forêt d’Anlier een kompas mee te nemen. Een raadgeving van iemand die zo slim was om er zelf geen bij te hebben.
Forêt d'Anlier
De Rulles
> Gelukkig is er geen bewolking en daarom besluit ik om de tocht verder te zetten, mij oriënterend op de stand van de zon. Dat heeft tot gevolg dat ik af en toe dwars door het bos ga, daar waar een bosweg doodloopt. Na een tijdje kom ik terecht op lange bospistes die me toch ongeveer in de juiste richting doen gaan. In feite volgt het AE-pad lange tijd een beekvallei, de Petite Rule, die na samenvloeiing met de Grande Rulles gewoon de Rulles vormt.
> Tijdens het eerste stuk van de bostocht steekt het Ardennen-Eifelpad hier ook haast ongemerkt op een hoogte van 500 meter de scheidingslijn over tussen het afwateringsgebied van de Rijn en dat van de Maas. De bordjes met blauwe logo 'G.B.' zij van het langeafstandspad Gaume Buissonnière. Ze volgen dezelfde richting en zijn dus een extra hulp.
> Er is af en toe toch nog afwisseling in dit meer den 5000 hectaren grote bos, met open plekken, vijvers, beken , veenachtig moeras en holle wegen. Opvallend zijn de vele houtzwammen die je her en der ziet op de stammen. Deze tonderzwammen vormen misschien een extra attractie voor de bezoeker, er is helaas meer aan de hand. De zwammen vallen ook levende bomen aan en het winterse rollenspel van vriezen en dooi is een erg kwetsbaar moment voor de eiken- en beukenpopulatie. Barsten in de schors van de bomen veroorzaakt door dit winters proces geven de tonderzwammen de mogelijkheid om de boom binnen te dringen en hun vernietigend werk aan te vangen. Er valt blijkbaar weinig aan te doen.
> Uiteindelijk kom je na enkele uren door het Forêt d’Anlier uit aan de ‘Etang de la Fabrique’, een grote vijver. Om van oever te veranderen steek je hier een oude brug over waarop een kruis met datum 1573. Bij de brug zijn nog resten te zien van constructies die te maken hadden met de eens zo bloeiende ijzernijverheid hier. Eens op de andere oever kom je al snel aan in een luxueus oord van rust : Pont d’Oye.
AE-pad door het Forêt d'Anlier
Brug over de Rulles met kruis uit 1573
> Langs de Rulles vond eeuwenlang ijzernijverheid plaats. Vanaf de 15de eeuw werden op diverse plaatsen aan deze rivier smederijen opgericht, die Habay een zekere middeleeuwse industriële uitstraling gaven. De fabrieken van Pont d’Oye (betekent Ganzebrug) dateren van het begin van de 17de eeuw. De op het eerste zicht erg afgelegen locatie van deze ovens is niet toevallig. Het snelle debiet van de Rulles, de watervallen en vijvers op de gereguleerde loop van de rivier en de nabijheid van het enorme Forêt d’Anlier (houtvoorraad voor houtskool) waren noodzakelijke elementen voor de productie van ijzer in de vallei. In 1630 woedde de pestepidemie hevig in de streek en het hoge dodental had bijna de sluiting van de smeedfabrieken tot gevolg.
> De regio herstelde zich snel tijdens de tweede helft van de 17de eeuw en er brak een gouden tijd aan voor deze industrie in Habay. Pierre du Moustier en Jeanne Petit bouwden een heus ijzerimperium in Luxemburg uit en brachten de regio welvaart. Bij de dood van Jeanne Petit gingen haar enorme bezittingen over naar haar kleindochter en enige erfgename Jeanne Ersillle de Montecuculli. Deze dame had meer oog voor het mondaine luxeleven van de adel dan voor zaken en de hoogovens werden verpacht. Met de opbrengsten werd het domein van Pont d’Oye sterk uitgebreid en door de politieke contacten van haar man, Jacques de Raggy, tot markizaat verheven. Om het domein nog meer uitstraling te geven werden hele dorpen in de omgeving opgekocht en daarvoor werd zwaar in de schulden gegaan. Eén van hun staalfabrieken moest zelfs worden verkocht aan een financier hiervoor. Onder haar enige zoon en erfgenaam François-Laurent de Raggy herbeleefde de ijzerindustrie weer zijn gouden tijd. De algemene hoogconjunctuur van de ijzerproductie en de lange periode van vrede zorgden er voor dat de vrijgezel bij het einde van zijn leven in 1742 een enorm fortuin had vergaard. Zijn bezittingen kwamen in handen van Charles-Christophe du Bost-Moulin van Esch-Sauer. Bij zijn laatste wilsbeschikking had François-Laurent echter grote schenkingen gedaan aan vrienden van hem, wat de nieuwe eigenaar al snel in schuldenproblemen bracht.
Kasteeldomein Pont d'Oye
> In het jaar dat du Bost-Moulin Pont d’Oye en al de bijhorende eigendommen en fabrieken verwierf trouwde hij met Louise de Lambertye. Over deze dame begonnen al snel de wildste geruchten de ronde te doen. Het kasteeldomein van Pont d’Oye werd opgewaardeerd en dure banketten werden georganiseerd. Louise liet het geld rollen. Een smeuïg volksverhaal vertelt zelfs dat Louise de paarden liet beslaan met zilveren hoeven. Het luxueuze leven van het kleurrijke paar zou echter niet blijven duren. De aangegane schulden en de teloorgang van de kleine ijzernijverheid door laagconjunctuur verplichtten het koppel tot het verhuren van fabrieken en de verkoop van eigendommen. Louise de Lambertye sterft eerder armoedig in een bijgebouw van het domein in 1793. De Franse Revolutie zorgt voor een absoluut dieptepunt met de staking van de activiteiten en de plundering van het domein. De vele schuldeisers en wisselende eigenaren die na haar komen kunnen voor geen revival meer zorgen en de ijzernijverheid van Pont d’Oye lijkt na zoveel eeuwen uitgeteld, verzonken in een reeks van processen en verbeurdverklaringen.
Markiezin Louise de Lambertye (1720 -1773), een vrouw 'met een gat in haar hand' (geromantizeerde tekening van Auguste Vanderkelen)
> Wat er rest van de ovens en het domein komt in 1820 in bezit van Antoine baron de Vauthier de Baillamont. Hij bouwt een nieuw kasteel op Pont d’Oye en probeert om de ijzerindustrie weer uitstraling te geven. Helaas lijkt het investeringsklimaat van die tijd ongunstig te zijn. Het Forêt d’Anlier is behoorlijk geplunderd aan kapbare bomen en de transportkosten en prijzen voor ruw ijzererts werken de revival tegen. In 1846 wordt alles verkocht aan Constant d’Hoffschmidt, Minister van Openbare Werken in het jonge België en zakenman, die er op speculeert dat de ontwikkeling van het spoorwegnet de industrie van Pont d’Oye kan redden.
> Helaas, enkele jaren later, in 1850, volgt de definitieve sluiting van de laatste oven. Hier komt Constant d’Hoffschmidt weer op de proppen met het idee om een reconversie uit te voeren. Op het domein worden in het bijzijn van Leopold I mechanische papierfabrieken ingehuldigd. Deze reconversie verliep aanvankelijk zeer succesvol en op het hoogtepunt van deze nijverheid stelden de papierfabrieken zelfs 300 arbeiders te werk. Fusies en schaalvergroting speelden echter in het nadeel van het afgelegen domein van Pont d’Oye . In 1884 sloten ook de papiermolens en de industriële aktiviteit die eeuwenlang de vallei had gedomineerd, viel definitief stil. Het kasteeldomein zelf ging over in adellijk bezit. De plaats is sindsdien weer een oord van rust, luxe en groen.


> Het kasteeldomein en omgeving zijn dezer dagen populair voor allerlei luxueuze feesten, congressen en banketten. Het is mogelijk om in het kasteel van Pont d’Oye of in de buurt te overnachten. Een singlekamer kan vanaf 50 €, dubbel vanaf 65 €. Lunch vanaf 30 €. Je komt hier voor de charme en het historisch kader, niet voor grote luxe. Tja, voor een Louise de Lambertye-gevoel moet je wel iets over hebben. Misschien is in die prijs wel het beslagen van je versleten AE-wandelschoenen met zilveren schoenzolen inbegrepen…
> Het domein van Pont d’Oye kwam in 1932 in het bezit van Pierre Nothomb (1887 – 1967), zoon van één van de grondleggers van het Belgische staatsbestel, Jean-Baptiste Nothomb. Pierre Nothomb was 30 jaar lang senator maar was vooral een grote liefhebber van cultuur. Zelf schreef hij een zestigtal boeken: Romans, essays en poëzie. Zijn vroege werk is nogal patriottisch geïnspireerd. Het kasteel van Pont d’Oye in Habay werd vanaf de jaren 50 een ontmoetingsplaats voor schrijvers, politici, schilders en Europese denkers uit Luxemburg, Duitsland, Frankrijk en België. Die contacten reflecteren in zijn latere schrijverswerk waarin onvoorwaardelijk wordt gepleit voor nauwere samenwerkingsverbanden. Het is uit dit streven dat uiteindelijk ook een internationale wandelweg zoals het Ardennen-Eifelpad is voortgekomen via de mede door hem opgerichte vereniging Eifel-Ardennen, EVEA.
Muurschilderingen (2005) van studenten in de ingangspoort van het domein van Pont d'Oye
> Nothomb schreef 3 jaar voor zijn dood ook een voorwoord in het boek ‘Ardennes-Eifel, un jardin d’Europe’, eveneens ingeleid door Dr. Schramm van het Eifelverein. Het is een van zijn bijdragen tot stimulansen voor grensoverschrijdende projecten. Hoewel Pierre Nothomb zelf niks te maken had met de invulling en realisatie van het wandelproject ‘Ardennen-Eifel’, vormde zijn sterke Europees-regionale overtuiging zeker een belangrijke ideologische voedingsbodem voor de uitwerking van het Ardennen-Eifelpad. (Zie ook op de pagina met de voorstelling van AE). Het graf van Pierre Nothomb bevindt zich rond het domein waar ook nu nog de Nothombs wonen.
> Verder gewandeld naar Habay, even langs het centrum (en de place Pierre Nothomb) en dan weer zoeken naar de GR. Even na de molen van Bologne duikt het pad weer het Forêt d’Anlier in, loopt langs een schietstand en verder omhoog door het bos richting Anlier. Over een asfaltweg het dorp Anlier in. Mooie geveltjes hier in dit typisch Ardennendorp.
> Over bospistes door het Forêt de Rulles nu, onder de snelweg E411 (Autoroute des Ardennes). Het traject van de oude GR AE (GR 151) werd vanaf 2007 herlegd om lange stroken asfalt te vermijden. We gaan verderop rechts naar en langs de eik van de Vier Heemskinderen. Een oude 4-stammige eik van 200 à 250 jaren oud, ontsproten uit de stomp van een oudere afgezaagde eik.
> Het traject zigzagt nu een tijdje door het Woud van Rulles. Eens het bos uit, kruisen we een hoogspanningslijn en lopen wat verder onder de spoorlijn Brussel-Luxemburg. Langs het treinstation lopen we Marbehan binnen. Het stationsterras is trouwens een goeie plek om het lokale artisaal biertje 'Rulles' uit te proberen.
Habay-la-Neuve
'Anlier, Anlier, je ' taime, tu es la plus belle des Ardennes' (muzikale tekst op deze gevel in Anlier)
3-stammige eik van de 4 Heemskinderen
> Vanuit het station van Marbehan kan je snel in Brussel of Aarlen geraken. Van hieruit waaieren ook bussen uit naar dorpen en steden in de streek. Voor de GR AE-wandelaar staat voorbij Marbehan weer een boeiend wandeltocht op het programma, richting Semoisvallei.
> In feite is er geen betere manier om deze wandeldag, waarbij het riviertje Rulles de rode draad vormde, beter af te sluiten dan een 'Rulles' te drinken. Het is een stevig biertje met een erg jonge geschiedenis. De parallellen met het succes van La Chouffe zijn erg opvallend. Ook hier begint alles met een liefdesverhaal. De Doornikse Gregory Verhelst studeerde in Louvain-la-Neuve biochemie. Behalve een diploma in brouw- en mouterijkunst levert het hem in de univ ook zijn jonge echtgenote op, afkomstig uit de Gaume. In het dorpje Rulles (op 1,5 km van Marbehan) begint Verhelst zijn brouwerij in 2000. De jonge ondernemer verzamelt oude installaties van melkerijen, gist van de brouwerij Orval en experimenteert met mout en hop in zijn eerste brouwzaal. Toevoegingen zoals kruiden en kleurstof worden absoluut gemeden, enkel basisingrediënten worden gebruikt. Dat levert 3 biertjes op: Rulles Brune, Blonde en Triple. Net zoals Achouffe wordt Rulles afgevuld op 75cl-flessen. De mascotte op het etiket is geen kaboutertje maar Marcel Le Rullot, een gezapige Gaumois met klak. La Rulles smaakt nogal bitter en droog. In 2004 werd 54.700 liter geproduceerd, in 2007 - 2007 hoopt Verhelst die omzet te verdubbelen. Momenteel wordt La Rulles vooral in de streek afgezet. Het stationsbuffet van Marbehan is zowat de enige plek waar je La Rulles ook van het vat kan krijgen. Alles bijeen is het station van Marbehan dus niet meteen de slechtste plek om de trein te missen...
Martelange > Liefrange / Liefrange > Wilwerwiltz / Wilwerwiltz > Gemünd / Gemünd > Vianden / Vianden > Beaufort / Beaufort > Echternacherbrück / Echternacherbrück > Bitburg / Bitburg > Kyllburg / Kyllburg > Brockscheid / Brockscheid > Nürburg / Nürburg > Freilingen / Freilingen > Schleiden / Schleiden > Woffelsbach / Woffelsbach > Monschau / 7 Etappen Monschau tot Martelange: Zie GR 15 / Martelange > Marbehan / Marbehan > Chiny / Orval > Florenville **variante** / Etappen tussen Florenville en Vresse-sur-Semois: Zie GR 16 / Naux > Haulmé / Haulmé > Montcornet-en-Ardenne
Ardennen - Eifel Pad (793 km)