Aziz Paul Yolu
St Paul Trail
(600 km)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

© Luc Selleslagh 2004 - 2024
> Zwaar beladen met eten voor enkele dagen ben ik terug afgedaald in de vallei onder Barla waar de St Paul Trail doorloopt. Al snel gaat het pad uit deze kleine canyon om steil omhoog te lopen naar de voormalige Grieks-othodoxe kerk, eenzame getuige van de vroegere Griekse gemeenschap hier die onder Atatürk moest inpakken. Het gebouw staat nog overeind voor het grootste deel en doet nog steeds dienst. Alleen zijn de gelovigen nu vervangen door vee. De vloer is één en al koeiendrek. Binnenin staat het tongewelf nog recht en in de ruwe muren van de abscis zijn nissen merkbaar. Langs de buitenkant zijn vervaagde Griekse inscripties. Een jonge herder hoedt zijn geiten op het dak van de tongewelven. Misschien wordt het gebouw ooit nog wel eens beschermd.
Barla, jonge geitenhoeder op het dak
van de grieks-orthodoxe kerk
> Het gaat verder steil omhoog. Niet altijd zijn de tekens even duidelijk maar als je klimmend de kleine riviercanyon op 20 à 50 meter rechts houdt kan je moeilijk verkeerd lopen. Er komen meer ruïnes voorbij. Ditmaal van de Romeinse garnizoenstad Parlaïs. Wat fundamenten en lage muren zijn het enige wat de tand des tijds heeft doorstaan. Er is hier nog eens stuk Romeinse heerweg merkbaar, de St Paul Trail loopt er over. Er is hier ook een bron. De stijging gaat verder. In de rotswanden in de buurt zijn
Berglandschap boven Barla
uitgegraven holen (graven?). Anderhalf uur na Parlaïs kom ik aan een bron bij wilgen en sla hier de tent op. Ik heb nog even de tijd om wat klederen te wassen en te genieten van het einde van de dag vooraleer ik een koude nacht tegemoet ga boven 1700 meter.
>
Die nacht was nog niet ver gevorderd toen ik wakker werd van gestommel rond mijn tent. Zo kort bij de grond gelegen komen alle geluid sterker over dan normaal. Ik bleef luisteren om die nachtelijke activiteit te kunnen identificeren. Even later hoorde ik weer geluid, het was duidelijk gestap en het kwam korter bij. Ik was klaarwakker nu, geconcentreerd op wat rond mijn tent gebeurde. Moeilijk voor te stellen dat het mensen waren. Wat verder beneden is wel een bewoonde herdershut maar wat zouden die kunnen zoeken 's nachts rond mijn tent? Ik begon mij al voor te stellen dat er wolven of beren rondhingen. De stapgeluiden waren nu op een paar meter van mijn tent en stopten. Ik wist dat ik niet snel zou slapen als ik geen verklaring had voor dat gerommel vlakbij. Daarom besloot ik mijn tent open te ritsen, gewapend met mijn zaklamp. Toen ik dat deed was er een zich snel verwijderend getrappel. Ik kon niet dadelijk iets opvangen in het schijnsel van mijn zaklamp. Toen kwam plots de verklaring. In het donker hoorde ik gehinnik: paarden! Zelfs zo hoog lopen hier nog wilde paarden. Ze profiteren van de nacht om af te zakken naar de bron waar ik kampeer om er te gaan drinken. Zo, gerustgesteld dat het maar paarden waren. Ik hoopte alleen dat de beesten 's nachts genoeg zien om mijn tent niet te vertrappelen.
> Gewekt werd ik de volgende morgen door ander lawaai. Een tractor kwam moeizaam de lange helling opgekropen met een kar vol mensen: Herders die hier in het hooggebergte her en der zomerhutten bewonen. Ingepakt en op weg. Al snel had ik het hoogste punt van de dag bereikt, rond 1800 meter. Iets verder zag in mijn nachtelijke bezoekers in het volle licht. Vreemd hoe deze paarden hier op zo'n hoogte kunnen overleven het hele jaar. Het moeten harde dieren zijn. Ze beloeren me wantrouwend vanop 100 meter.
> De SPT loopt nog een tijdje verder door het hooggebergte. De lucht is zuiver en de kleurige bergen steken scherp af tegen de diepblauwe lucht. De markering is niet altijd even goed en volgt ook niet steeds de meest logische weg. Het pad zakt in de buurt van een hoogspanningslijn langzaam af naar een ceder- en dennenwoud. Over een rivierbedding en zo kom je aan een kleine ova. Daarna klimt het pad nog even naar een voor voertuigen geschikte weg. Een bus met Koerdische pelgrims kruipt de bergweg over, op weg naar de meditatieplaatsen van Sheik Nursi.

Verwilderde paarden
> De St Paul Trail loopt over een afgesloten bosweg die na een paar kilometer doodloopt.. Nu is het stevig afdalen door het struikgewas en langs enkele kleine ova's. De laatste ova is veel groter, de afdaling er naar toe is erg steil over een schilferende ondergrond. Voorzichtig aan dus. Over de ova en dan begint een mooie en vlotte kaldirim, rustig dalend helemaal tot in Dikmen. Het uitzicht over het Eğirdirmeer dat hier op zijn smalst is, is prachtig. Door de windstilte spiegelen de overliggende bergen zich in de blauwe watermassa die hier afgezoomd is met brede rietkragen. Het ziet er allemaal erg vredevol en rustig uit. Hier moet ik dus transport vinden naar de overkant van het meer.
Meer van Hoyran/Eğirdir te Dikmen Cifligi
> Té rustig blijkt. Ik zie er enkel een boerderij, een gesloten huis en een soort buitenverblijf dat ook al potdicht is. Dat is Dikmen. Ik informeer me aan de boerderij en krijg met veel gebaren te horen dat hier het meer oversteken niet mogelijk is. Dat is tegen alle verwachtingen in. Hier zou volgens Kate een visser je zelfs een maaltijd aanbieden in afwachting van je overtocht. Niks van hier. Ik ben nog enkele malen heen en weer gewandeld over de asfaltweg om me ervan te vergewissen dat er nog niet ergens een huis is of dat er tussen de rietkragen niet ergens een boot ligt. Ik klamp nog enkele voorbijgangers aan, maar nee, niks, nada. Wat een doorkruising van mijn plannen. Plots zit ik hier vast. Ik besluit noordelijk de weg op te wandelen. de hele afstand rond het meer tot in Kemerdamlari is veel te lang om te wandelen, een kilometer of 60, maar al wandelend werkt mijn onrustige geest beter om tot een creatieve oplossing te komen in plaats van te blijven ijsberen in Dikmen. En misschien wonen die vissers wel een stuk verder dan ik dacht. Over de waterspiegel beweegt helemaal niks dat op een vaartuig lijkt. Wordt hier wel gevist?

> Een drietal km verder kom ik voorbij een huisje. Tegen de zijmuur zitten 2 oude mensjes. Mijn aandacht wordt getrokken door wat de man aan het doen is: Hij repareert de draad van een fuik. Ha! Die man moet meer weten. Helaas beschikt hij niet over een boot maar zet hij de fuik gewoon uit in de rietkraag aan de rand van het meer in de hoop dat er een vis inzwemt. Tijd en thee brengen raad. Hij komt met een telefoonnummer aanzetten van een man die in Kemerdamlari woont en die al eens mensen overzet. Er is alleen één probleem : Noch hij noch ik hebben een telefoon bij en er is geen ander huis in de buurt.

> Zo dat was dan de laatste poging vrees ik. De dag is al te ver gevorderd om vandaag nog te proberen over te geraken. Een beetje frustrerend : Kemerdamlari ligt daar voor mij op 2 km aan de andere kant rustig te sudderen in de namiddagzon, maar het water is veel te diep...

> Het is dus blijkbaar wel mogelijk om het meer over te steken. Het huis van Mustafa de visser was dus het enige huis dat links langs de asfaltweg ligt, als je deze laatst enkele tientallen meters noordelijk opwandelt, ongeveer tegenover de boerderij . Een mogelijke verklaring waarom het zo doods was op het meer toen ik er was hoorde ik later: Het was het kuitseizoen voor de vis en daarom is vissen in die periode verboden. Ik weet niet of het waar is.
> Update augustus 2004 : Een hoopvolle mail met een heel ander verhaal kreeg ik van Isabel de Groote en Wouter, uit Gent. Hun ervaring is zo interessant dat ik hun verhaal over de overtocht hier integraal overneem : "Wijzelf hebben wel de overtocht kunnen doen met een vissersbootje. We zijn zelfs meer dan een dag gebleven in dat vissersgezin en hebben mee gevist! Dus ja, het is wel degelijk mogelijk. Mustafa heet hij, ziet dat echt als een jobke voor hem. Hij wil zelfs graag later een klein pensionneke hebben (...) Wel, onze overtocht: als we op de asfaltweg kwamen was er idd rechtover een grote boerderij. We hadden heel erg bij toeval gezien dat er daar precies een klein bootje lag. Maar rechtover die boerderij was er een huis, nog in 'opbouw' (je kent dat wel he: wat betonnen steilen met half metselwerk ertussen), waar een plakaatje stond 'balik'. Toen we van het pad kwamen had een meneer ons gezien (van dat huis) en we legden met handen en voeten uit dat we met de boot over wouden gaan. En meteen bleek dat zij wel iets konden regelen. Echt grappig, want eer we door hadden dat zij het waren van die papieren en de overtocht ook echt kon plaatsvinden... we moesten er ook echt tijd voor maken.... op hun tempo.Het was magnifiek, ik heb er geen woorden voor. Het vissen alleen al, maar dan ook de echte overtocht. Het bootje viel wel geregeld in panne... net zoals hun auto de nacht ervoor. Ze wouden nl heel laat s avonds nog met ons om een ijsje, naar een stadje een hele eind vandaan (ben de naam vergeten). Tuf tuf tuf, om 11u s avonds, midden van 'nergens' stonden we daar. Na een half uur had hij door dat hij misschien geen bezine meer had. we zaten dan ook met 9(!) in een wrak van een auto. Fin, hij is om bezine gestapt, wij, de vrouwen, kinderen en dan mijn vriend zijn beginnen dansen, zingen. zij hun Turke liederen en dansen, wij een paar Vlaamse. En dan hebben we heel wat dingen opgepikt van de cultuur (oa toen plots een auto stopte met 3 jonge gasten en de reactie van het ongetrouwde meisje.... werkelijk ongelooflijk). ook toen ik me bvb op een gegeven moment wou omkleden, kwamen alle vrouwen mee en stonden ze gewoon toe te kijken terwijl ik daar in mijn halve nakie stond. Maar het gaf geen ongemakkelijk gevoel. vreemd hoor!"