© Luc Selleslagh 2004 - 2024
>
Ören is mooi gelegen tussen hoge bergen.
Een oud hobbelpad klimt langs kleine boomgaarden en achtertuinen vrij steil
het dorp uit. Hoger loopt het pad door kleine velden. De markeerders hebben
hun werk hier blijkbaar verricht na de oogst, want in de lente moet je dwars
door de nu met gewassen bedekte velden, verder omhoog. Gelukkig zijn er
tijdens al dat klimmen enkele bronnen.
>
Eens boven 1300 meter wisselen zachtere stijgingen
af met af en toe een daling tot een verlaten verharde weg wordt bereikt.
De weg slingert op de flank van steile rotswanden. Waarom de weg verlaten
is wordt snel duidelijk. De steile wanden zorgen af en toe voor rotsverschuivingen
die wegblokkades veroorzaken. Hij is dus onbruikbaar voor vierwielers. De
Sint Paul Trail loopt een paar uren over deze weg. Mijn mondvoorraad is
ondertussen geslonken tot nog slechts 3 mueslirepen en Candir is nog ver.
Ik moet dus wat opschieten. Mijn voeten die nog steeds niet hersteld zijn
van de blaren tijdens de eerste dagtocht zijn het daar niet mee eens en
ik begin dan maar uit te kijken naar een geschikte kampeerplek. Die zijn
er weinig hier langs deze in een berghelling aangelegde weg.
>
Uiteindelijk kom ik links een uitgevlakte
landengte voorbij. Ik besluit dan maar daar een kampeerplek te zoeken. Het
was niet de beste kampeerplek maar er is wel een mooi uitzicht op de ondergaande
zon over het meer van Karaçaören.
Candir aan het meer van Karaçaören
>
Met dezelfde zon op de volgende dag. Nog
even loopt het pad verder over de verlaten bergweg. Na de hoogste pas,
over 1400 meter, duikt de Saint Paul Trail naar beneden over een amper zichtbaar
pad, opletten dus om deze afslag niet te missen. Het gaat steil naar beneden,
de markering is wel goed, maar toch loop ik nog vaak even verkeerd. De GPS
brengt uitkomst. De zon brandt vandaag. Als het pad uitvlakt (aan een tractorweg)
komt er een bron aan, gelegen bij zachtgroen gras, een vijver met kwakende
kikkers, een boomgaard en een bankje. Dit is een vijfsterren-wildkampeerplek.
Maar de dag is nog jong en mijn maag gromt. De laatste mueslireep gaat eraan.
>
De afdaling gaat verder langs een rivier
met veel schaduwplekken. Af en toe moet de rivier worden overgestoken. Een
tijd later komt er nog eens een klein dorpje aan, Yildiz, met 10 huizen.
Voor je het weet ben je weer Yildiz uit, over een veldweg die redelijk vlak
verloopt. Een km of 2 verder wordt de afdaling voortgezet, weer redelijk
steil tot na een tijd een bospiste wordt bereikt. Enkele kilometers verder
kwam ik dan Candir binnen.
> Update jun 10 Els Breedstraet: "Candir: Hotel en restaurant. 40 TL. Het personeel is er niet vriendelijk maar ik had wat ik nodig had: Een douche en eten. Dagelijkse bussen naar Sütçüler en Egirdir."