© Luc Selleslagh 2004 - 2024
>
Dit is het begin van een traject dat volgens de gids 17 uren lang is. De
St Paul Trail probeert hier eerst een oude weg te volgen, soms wat vergezocht
midden door de velden, terwijl er een goede weg vlakbij ligt. Turken moeten
nu wel echt denken dat die vreemde wandelaar hier kompleet begint door te
draaien door nodeloos door de velden te hossen. Af en toe snijdt de SPT
ook gewoon een bocht in de weg af.
>
Uiteindelijk wordt de piste van Cimenova naar Kuzdere definitief verlaten
voor een zeer scherpe afsnijding. Aan een bronnetje gaat het steil naar
beneden, een ingesneden beek volgend. De grafiek hieronder toont misschien
geen steile afdaling maar dat komt omdat ik hier heel traag ging, elke voetstap
afwegend. Het moeilijkste stukje is een plek waar het pad bijna verticaal
afdaalt (95 %). Met de rugzak is dat niet zo eenvoudig en een misstap kan je slecht
bekomen. Voorzichtig aan dus. Het eventuele alternatief is om boven de bron
de piste te blijven volgen.
>
Eens beneden ben je meteen in Kuzdere. Er zijn hier bronnen waar uit een
massa water stroomt. Belangrijk is dat je hier voldoende water tapt want
tot Caltepe zijn er enkel nog hier en daar waterputten met stilstaand water.
Kuzdere is een klein dorp, aan het einde van een canyon gelegen. Langs de
oever van de droge rivierbedding is men van een ezel een vent aan het maken.
Werktuigen zijn een kniptang en een scherpe staaf die in een vuurtje worden
verhit. Ik dacht eerst dat het om een bevalling ging, maar men was dus bezig
een castratie uit te voeren. De ezel lijkt verdooft en is aan zijn poten samengebonden. Nadat
de operatie met veel onwelriekend stoom is voltooid wordt de nieuwe vent
meteen
Afdaling naar Kuzdere, even aan 95 %
recht gejaagd en naar een veld gebracht. Hij struint rond alsof er
niks is gebeurd. Honderd meter verder een brug over en dan langs de andere
oever terug. De onverharde weg hier is soms ingestort en klimt langzaam
de canyon in.
>
Een kilometer verder neemt de St Paul Trail een onooglijk pad op een puinkegel
rechts om dan steil te klimmen. Hogerop vlakt het wat uit. De volgende uren
loopt het pad rond beboste bergflanken. Na een tijdje kwam ik plots in een
afgebrand gedeelte. Er heeft hier in de winter van 2004 een brand gewoed
die een groot deel van het woud flink heeft verwoest. De meeste jonge dennen
zijn kapot verbrand. Een kleine helft van de andere bomen lijkt nog de kracht
te hebben om levenssappen naar omhoog te stuwen. Het is geen probleem hier
om het pad te blijven volgen. De markering is nog grotendeels intact gebleven.
Ook de meeste bomen staan nog recht. In de komende jaren zullen echter vele
van deze dode bomen naar beneden vallen of misschien wordt dit stuk van
het woud zelfs gekapt, wat wel voor meer hinder kan zorgen.
>
Na een uur komt het einde van het verbrande bos in zicht. Tijd voor een
picknick onder een niet verbrande boom. Vermoedelijk heb ik hier de teek
opgescharreld die ik een paar uur later merkte op mijn buik. Na het Kuzdere
woud opent het landschap zich wat en dadelijk daarna klimt het pad licht
om al snel aan te komen op een grote ova, Belova genaamd. Hier moet ik water
vinden. Er zijn nogal wat waterputten op deze hoogvlakte. De meeste zijn
echter in onbruik. Ongeveer goed halfweg en aan de linkerkant zitten 3 herders
te rusten aan nog een waterput. Deze waterput was bijna tot aan de rand
gevuld met zuiver water. Misschien is dit de beste put op de ova.
>
Net na de ova bereikt de St Paul Trail haar hoogste punt op dit traject,
1450 meter. Vanaf nu slingert het pad urenlang door de bergen, af en toe
langs kleine ova's of groene kloven, hier en daar een hut of groentetuin.
Het is een lange, lange wandeling. Naarmate de tocht vordert wordt het pad
beter en de ingesnedenheid verraadt dat het nog veel wordt gebruikt. Toch
kom ik hier niemand tegen. 's Zomers is dat wellicht anders als de vrouwen
hier overal de opschietende oregano komen plukken. Het ruikt er nu alvast
heerlijk. De meeste waterputten onderweg waarvan de gids melding maakt staan
droog of bevatten te vervuild water. Nog uren later begin ik aan de lange
afdaling naar Caltepe. Een kampeerplek vinden hier is niet zo eenvoudig.
Het is al bijna stikdonker als ik toch nog een redelijk geschikte plek vind
net onder 1000 meter hoogte.
>
's Nachts om 3 uur word ik wakker door een voorbijtrekkende
herder met geiten. Wat later slangt er een sliert beladen lastdieren voorbij.
Dat blijkt nog maar het begin. Tegen de ochtendzon is er al een heel leger
vee, ezels, paarden, mannen en vrouwen voorbij getrokken. Sommige van deze
mensen zijn minstens 60 jaar. Ongelooflijk is dat. Eer ze aan mijn tent
voorbijkomen moeten ze al uren klimmend onderweg zijn geweest want het dichtst
bijgelegen dorp, Caltepe, ligt 500 meter dieper. En dat allemaal 's nachts.
Ik vermoed dat ik net ben terecht gekomen in de jaarlijkse zomermigratie
naar de bergen. Overal hogerop zijn kleine tuintjes en veekralen, diep verstopt
in het versneden gebergte. Het fascineert me om te weten hoe de mensen daar
leven en overleven zo ver van alles. Wellicht speelt deze zomermigratie
zich al eeuwen af.
>
Onder het toeziende oog van meer migranten plooi ik de tent op en daal verder
af. Wat later kom ik voorbij een waterput met een wijnrank . Hij bevat water
van een redelijk goede kwaliteit. Er lag een lege verfpot om water uit te
scheppen.
>
Caltepe komt in zicht. Het pad daalt verder af tot 450 meter. In het dorp,
dat aan de Köpülürivier ligt, blijkt inderdaad een huis te
zijn waar je kan overnachten. Er zijn 2 of 3 winkeltjes.