©
Luc Selleslagh 2007 - 2024 Trekkings.be
> GR14 slingert op dit traject tussen 2 steden: Epernay
en Reims. Beide steden zijn zeker een bezoek waard. Reims in de eerste plaats
voor de schitterende Notre Damekathedraal en Epernay omdat in en rond
de stad de bekendste champagnehuizen zijn gevestigd. Je kan gegidste bezoeken
in de kelders maken. Beide steden zijn te bereiken via GR-paden, maar liggen
dus niet langs GR14.
> Aan een beekje rechts. Meer mooie wilde planten.
Markering is niet zo goed in dit gebied, een kaart is essentieel. GR14 bereikt
een asfaltweg. Links hier en meedraaien met de weg tot even voor een brede
beek. Via een boerderij over een veldweg naar Mutry.
De D9 oversteken en via een parallelle asfaltweg naar Tauxières.
Er is een waterkraantje aan het gemeentehuis. Café in het dorp maar
geen winkels, enkel mobiele verkopers bevoorraden dit dorp. Over een grassige
weg verder naar het volgende dorp, Louvois.
> Louvois is gelegen aan de voet van het uitgestrekte
woud ‘Montagne de Reims’. Het areaal aan wijngaarden is in tegenstelling
tot de vorige dorpen eerder beperkt (35 ha). De grond wordt hier vooral
aangewend voor graangewassen en veeteelt. Bij het binnen komen van Louvois
rechts houden. Omhoog klimmen, het gaat na een tijd meer stevig stijgen,
het Forêt de la Montagne de Reims
in.
> Het Sint-Maartenkerkje van Mutigny (200 inwoners)
is qua stijl zowel aan binnen- als aan buitenkant zeer eenvoudig bekleed.
Het past wonderwel tussen de omringende wijngaarden. Het is een aangename
plek om even de rugzak te ontgespen om zittend tegen de kerkmuur te genieten
van de uitzichten over de Marnevallei en zijn wijngaarden.
> Onderweg naar het dorp passeer je ook langs enkele
van de 11 infoborden van het ‘Sentier du Vigneron’, waarop je
alles leert over de Champagnecultuur. Dit educatieve pad is 2,2 km lang.
Als ‘village fleuri’ wordt elk jaar veel moeite gedaan om door
bloemen het dorp een nog attractiever uitzicht te geven.
> Dit is een etappe met
zeer verschillende landschappen en bezienswaardigheden. De dag start met
wijngaardwandelen langs nog enkele mooie champagnedorpen. Na de laatste
wijngaarden lopen we door een landbouwgebied naar het natuurpark 'Montagne
de Reims'. Midden in dit uitgestrekte woud brengt GR14 je langs iets heel
biezonders: Het gekrulde beukenbos van Verzy. Het traject loopt nu samen
met dat van de GR654-snelweg naar Santiago de Compostela. Een laatste wijndorp,
Trépail, vooraleer we kennis maken met de uitgestrekte velden en
krijtheuvels van de Champagne Crayeuse. Een lange wandeling langs het kanaal
Marne-Aisne rond deze 40 km lange etappe naar Condé-sur-Marne af.
> Deze wandeling is zeer
afwisselend. Tijdens het warmste deel van de dag is er de verkoeling van
het woud van Montagne de Reims. Als je geïnteresseerd bent in de kromme
beuken van Verzy voorzie dan minstens een uur extra om de lokale wandeling
daar te volgen. Bevoorrading in Ay (alles), Trépail (Proxy, bakker)
en Condé-sur-Marne (bakker).
Montagne
de Reims: Gekrulde beuken van Verzy
Mutigny
Epernay
wordt steevast gerelateerd met Champagne. Enkele van de bekenste producenten
hebben er hun hoofdzetel, zoals het huis Castellane
> Na de gekrulde beuken
van Verzy (Les Faux de Verzy) kan je weer gebruik maken van een topogids.
We komen hier immers op een aanlooproute naar Santiago de Compostela, GR654.
Deze route loopt ongeveer 80 km te samen met GR14. Over GR 654 bestaat een
topogids (zie de pagina over wandelinfo) en die is dus voor dit deel ook
bruikbaar voor GR14. Het is mogelijk om deze etappe sterk in te korten door
af te snijden in het bos van Trépail. Er bestaat een gemarkeerde
variante om rechtstreeks naar Trépail te lopen (zie lager), maar
daardoor mis je wel de rare beuken van Verzy. Je kan nog groter afsnijden
door na Louvois via Bouzy en Ambonnay naar Isse of Condé-sur-Marne
te wandelen over landwegen, maar dan ben je eigenlijk niet meer aan het
GR-wandelen. Wat transport betreft is dit deel van GR14 bereikbaar via de
treinstations van Reims (GR654) en Epernay. Bustransport tussen de dorpen
is moeilijk te plannen, ondermeer doordat we hier weer de grens tussen 2
departementen oversteken.
> GR14 loopt in feite al sinds het dorpje Reuil door
het ‘Parc Naturel Régional de la Montagne de Reims’.
Pas nu gaan we voor langere tijd het bos in waaruit het park vooral bestaat.
Het gebied omspant een golvend plateau tussen de lager gelegen Marnevallei
en de vlaktes rond Reims. De bodem bestaat vooral uit krijt-, kalk- en zandlagen,
waardoor een gevarieerde bosflora kan groeien. Het culminerend punt ligt
oostelijk op een hoogte van 288 meter en niet ver van de site met merkwaardige
bomen waarlangs GR14 straks zal passeren.
> Het idee om hier een regionaal park te creëren
ontstond rond 1970; Hoofddoel was om zo een harmonieus beleid te ontwikkelen
rond natuurbehoud en verantwoord toeristisch en ecologisch gebruik in de
bossen en 68 dorpen rond de met wijnstruiken aangeplante flanken van de
beboste heuvels. Het beheer van het park gebeurt vanuit het Maison du Parc,
centraal gelegen en met een bezoekerscentrum (helaas niet op GR14).
2,3
km lange tunnel van het Marne-Aisnekanaal
Klaprozen
> GR14 zelf loopt tussen het kerkje van Mutigny en
de wijngaarden, draait zo rond de kerk en op een asfaltweg naar rechts.
Hier is terug markering. Afdalen door 'grand cru' - wijngaarden naar Avenay-Val-d’Or.
> Avenay-Val-d’Or
heeft een geklasseerde kerk waarvan het portaal tot de 12de eeuw terug gaat.
Onder de zowat 1000 inwoners zijn er enkele kunstenaars.
> Opgelet, links afdalen en verder dalen door bos.
Dan onder de spoorweg. Geen bron gezien in het dorp, GR14 komt wel langs
de gîte d’étape van Avenay. Door
de velden wat omhoog en aan een spoorwegbrug rechts van die spoorweg verder
wandelen. Enkele schitterende bergnachtorchideeën.
Trépail
Reims,
prachtige beelden sieren de Notre Damekathedraal, zoals l'ange au sourire
( de glimlachende engel), mijn beschermengel langs GR14!
Typisch landschap van de Champagne crayeuse naar Billy-le-Grand:
Velden en krijtheuvels
GR14 naar Louvois
> Aan de kerk even opletten,
want GR14 en GR141 komen hier samen(staat niet aangeduid). GR141 komt langs
het gemeentehuis (mairie) maar is dus de verkeerde richting. Deze GR141
komt later weer bij GR14. Het is een pad dat bijna de hele tijd het grote
woud van ‘Montagne de Reims’ doorkruist. Vanuit Mutigny volgt
die GR141 aanvankelijk een oude Romeinse/Middeleeuwse weg, le Cheminet.
GR14
tussen Louvois en Montagne de Reims
Splitsing
GR14 / GR141 /GR 654
Aangenaam
paadje naar Trépail
Avenay,
lavoir
> Een monsteretappe vandaag. ’t Wordt flink doorstappen
om de ‘eindmeet’ te halen. Over parallelle wegen fiets ik eerst
de route om zo terug aan mijn beginpunt te raken. Daarna begin ik aan de
40 km lange etappe waar ik de vorige keer ben geëindigd, in Ay. Onderweg
met de fiets stop ik nog aan een fantastisch klaprozenveld dat ik onderweg
had gezien. Waaw, miljoenen klaprozen. Ze staan hier wellicht niet toevallig.
Worden ze gekweekt voor een medicinale toepassing?
> OK, weer in Ay de
beuk erin en stevig door wandelen. Door de wijngaarden achter Ay omhoog,
op zoek naar het dorpje Mutigny. Al vlug
ben ik de markering kwijt. ’t Is een kwestie van omhoog klimmen door
de wijngaarden tot het kleine dorpskerkje opdoemt.
> GR14 passeert de eerste 2 rare beuken. Ze behoren
tot de oudste exemplaren. Bij het bereiken van een asfaltweg start een wandelroute
van 2 km (niet op GR14) die je langs een infobord en enkele tientallen Faux
voert. Er zijn enkele picknickbanken maar geen andere faciliteiten. GR14
zelf loopt verder over asfalt langs nog enkele van die biezondere beuken
en bereikt 1 km later de kruising van GR14 en GR141.
> Hier ook komt GR654 (Santiagoroute Namur - Vézelay)
er bij en kan de topogids over dit pad worden gebruikt. Deze route naar
Santiago loopt vanaf hier 75 km samen met GR14 (meer uitleg op de volgende
pagina).
> Er volgt een mooi pad over een niet meer gebruikte
bosweg, vlak en op een hoogte van ongeveer 270 meter. Na een tijd kaarsrecht
door te lopen begint het pad te dalen en wat meer te kronkelen.
> Het pad houdt een tijd lang het midden tussen wijngaarden
en de bosrand met mooie uitzichten over Bouzy en Ambonnay. Wel opletten
voor plotse zijpaden die worden gevolgd. GR14 kiest dan uiteindelijk toch
voor het bos.
> Na een tijdje wordt zo een grintweg bereikt. Hier
staat een oude GR-wegwijzer met ‘GR14 Trépail 20 min’
(rechts) en ‘GR14 variante Faux 1u45 min’ (links). Dat rechtstreekse
pad naar Trépail is nu een variant traject van GR141 dat doorsteekt
naar GR141, terwijl de oude variant via Faux nu het hoofdtraject is van
GR14. Het loont de moeite om niet de korte weg naar Trépail te nemen
maar om GR14 te blijven volgen want zo kom je langs een merkwaardig natuurverschijnsel.
> De wandeltijd naar de curieuze Faux-beuken is iets
minder dan de aangeduide 1u45. Dit pad daalt eerst even en draait dan om
een hele tijd rechtdoor te lopen. Aan de volgende draai 1 km verder wordt
deze piste verlaten, even rechtdoor lopen over een pad en iets later rechts
over een brede brandweg. Opletten dan om een klein paadje links niet te
missen. Dit pad komt uit op een breed kruispunt van boswegen. Hier de asfaltweg
naar ‘Faux’ volgen en 500 meter
verder rechts.
Les Faux de Verzy
> ‘Les Faux de Verzy’ zijn een verzameling
beuken die allen een merkwaardige afwijking hebben. ‘Faux’ is
een verbasterd woord van het latijnse ‘fagus’(= beuk). Wetenschappelijk
is hun naam 'fagus sylvatica, variante tortuosa'. De stammen zijn knoestig
en vaak gedraaid en de takken krommen naar beneden in plaats van naar omhoog.
Lange tijd werd gedacht dat het om een speciale soort beuken ging maar tegenwoordig
heeft de theorie dat het om bomen gaat met een genetische afwijking meer
veld gewonnen.
> Een paar scherpe wendingen volgen en op de kruising met het eerdergenoemde
verbindingsstuk naar Trépail wordt verder gedaald. Niet veel later
verlaat GR14 het bos om langs wijngaarden en een sportveld Trépail binnen te lopen, het laatste wijndorp op GR14.
> Het kanaal tussen de rivieren Aisne en Marne is 58
kilometer lang en loopt van Berry-au-Bac via Reims naar Condé-sur-Marne.
Het werd in 1866 opengesteld met als hoofddoel de stad Reims zo aan te sluiten
op het nationale kanalennet. De waterscheidingslijn tussen de Aisne en de
Marne wordt gevormd door de berg van Billy-le-Grand. Om deze scheidslijn
te doorbreken werd vanaf 1845 een tunnel gegraven van 2,3 km.
> Het is precies aan deze tunnelmond dat GR14 het kanaal
bereikt. De ondergrondse doorgang is smal en enkel geschikt voor éénrichtingsverkeer.
De tunnel mag dan wel kaarsrecht zijn, navigatie vergt concentratie in de
tunnel. Er is een geautomatiseerd verlichtingsysteem binnenin.
> Richting Aisne aflopend zijn er 16 sluizen om 40
meter hoogteverschil te overbruggen, het waterpeil wordt er constant gehouden
door watertoevoer uit het riviertje Vesle. Aan de andere kant van de waterscheidingslijn,
in de richting Marne zijn er 8 sluizen om 24 meter te overbruggen. Het waterpeil
wordt aan deze kant gereguleerd door een pompstation aan de Marne te Condé-sur-Marne.
De bediening van de sluizen gebeurt door een geautomatiseerd systeem.
> Afhankelijk van eventuele wachttijden om de tunnel
door te varen duurt het voor een schip ongeveer 12 uren om het hele kanaal
af te varen. Met een snelle vaart kan een ondertussen warmgelopen GR14-wandelaar
de afstand langs het jaagpad misschien wel sneller afleggen dan een vaartuig
over het water!
> Het kanaal over om aan de andere kant rechts een
prettig grassig pad te volgen. Verderop de D19 kruisen en over een gravelweg
verder. Een verbreding van het kanaal biedt een goeie bivakeerplek. Aan
een sluis links een veldweg op. Enkele 100'en meters verder rechts een veldweg
volgen over vele kms, tot na een tijdje rechts moet worden gegaan, weer
naar het kanaal Marne-Aisne toe. De brug over en het jaagpad op richting Isse.
> Na zowat 3 km na op dit jaagpad wordt Condé-sur-Marne
bereikt. Er is een bakker in dit kleine dorpje. Zoals de naam al zegt ligt
Condé aan de Marne. Hier ook komen we aan het laterale Marnekanaal,
dat we morgen lange tijd zullen volgen.
Condé-sur-Marne
> De gekromde takken vormen vanaf de lente een dik bladerdak
dat tot op de grond reikt. De bomen zijn zo goed als onvruchtbaar en planten
zich dan ook slecht voort. Zelden ontstaan nieuwe bomen uit zaadjes. Ze spruiten
eerder uit de grond via uitgelopen wortels. Nieuwe bomen ontstaan ook door
de overhangende takken die direkt contact met de grond maken en opnieuw wortelen.
Vandaar ook dat je de bomen vaak in groepjes van 3 of 4 bij elkaar ziet, het
zijn klonen van mekaar. Via zaadvoortplanting ontstaat meestal, maar niet
noodzakelijk een nieuwe gekrulde beuk. Soms kan er een 'correcte' beuk uit
voorgroeien. Vele van deze merkwaardige bomen hebben een respectabele leeftijd,
ze zijn vaak ouder dan ze er op het eerste zicht uit zien. Ook hun leeftijd
is moeilijk te schatten. Aangenomen wordt dat er exemplaren bij zijn van 300
jaar of meer.
> Dit soort bomen met gekrulde takken komt elders in
Europa ook al eens voor. Zo kan je een aantal prachtige oude gekrulde beuken
zien in het Duitse Süntelwald (deelstaat Nedersaksen). Het fenomeen is strikt genomen zelfs niet enkel beperkt
tot beuken, ook kastanjes of eiken gaan wel eens krullen. De site is terecht
beschermd omdat zulke concentratie van zoveel van deze ‘foute beuken’
wel zeer biezonder en zelfs uniek is in de wereld. In het woud van Verzy
zijn er zo'n 700 geteld, de helft daarvan ligt nu in een strikt natuurpark
van 30 ha dat in 1981 werd gecreëerd. Zeker in het bladerloze seizoen
is deze plek de moeite waard omdat je dan een beter zicht hebt op de merkwaardig
kronkelende takkenconstructie van ‘Les Faux de Verzy’.
Kilometers
wandelen langs het kanaal Marne-Aisne,
onderweg naar Condé-sur-Marne
Wilde zomerbloeiers onderweg naar Louvois |
|
|
|
Vlasbekje |
Weideklokje |
Bergnachtorchis |
|
|
|
Hondsroos |
Hondskruid (orchis) |
Bijenblad (bastaardmelisse) |
> Over de oorzaak van de geconcentreerde groepering
hier van deze afwijkende groeivorm zijn nog meer wilde theorieën. Zo
werd geopperd dat de vorm van de bomen het resultaat kan zijn geweest van
een meteorietinslag in het bos waardoor de bodem radioactief werd besmet.
Een andere uitleg is dat een virus de bomen ooit heeft aangetast. Een meer
wetenschappelijke benadering heeft het over de minerale samenstelling van
de bosgrond. De aanwezigheid van een ondergrondse rivier zou mogelijk voor
een hogere concentratie ijzerhoudende stoffen in de bodem zorgen. Als verklaring
voor de getormenteerde vorm van de beuken wordt ook wel eens verteld dat
een middeleeuwse monnik een vloek had uitgesproken over de inwoners van
Verzy. De verwijzing naar duivelse krachten voor de verklaring van de getormenteerde
takkensconstructies is niet uniek. In het eerder genoemde Süntelwald
werd ook de duivel hiermee in verband gebracht, terwijl nabij het Zweedse
Lund het trollen waren die de beukentakken eigenhandig hadden verwrongen...Feit
is dat het mysterie van de gekrulde beuken nog altijd geen eensluidende
verklaring kent en een biezonder verschijnsel blijft.
> Je kan een pad volgen van bijna 2 kilometer dat langs
de meest merkwaardige exemplaren loopt. Er wordt sterk op aangedongen om
dat wandelpad niet te verlaten en ook zeker niet onder het bladerdak van
de bomen te kruipen. Menselijke aanwezigheid vormt immers het grootste gevaar
voor het voortbestaan van deze beuken. Platgelopen aarde verstikt de wortels
en bemoeilijkt de inworteling van nieuwe bomen. Respecteer daarom de afsluitingen
rond de beuken. De mens helpt deze traag groeiende beuken tegenwoordig ook
door sneller groeiende planten rond de beuken te verwijderen, zodat ze wat
ruimte krijgen.
> Over het ontstaan van zo'n concentratie aan afwijkende
beuken zijn weer verschillende theorieën. Op de plaats waar de meeste
bomen nu staan was van de 7de eeuw tot de Franse Revolutie de tuin van de
abdij van Saint-Basle. In oude geschriften wordt echter pas in 1664 voor
het eerst melding gemaakt van deze beuken. Aan het biezondere verschijnsel
zijn ook wat legendes en verhalen verbonden. Zo zou Jeanne d’Arc onder
de dikke bladerdaken hebben geschuild op haar weg naar Reims.
> De geschiedenis van het wat geïsoleerd gelegen
Trépail gaat terug tot de vroegste geschreven documenten, in 850
al wordt Trepallum vermeld. Het dorp is gelegen aan de zuidoostelijke rand
van het utgestrekte Forêt de la Montagne de Reims en is omringd met
250 ha wijngaarden. Ook de aktuele lay-out van het dorpje gaat ver terug.
Je vindt er nog oude smalle kronkelende straatjes en steegjes. In het kerkgebouw
zijn stijlelementen herkenbaar die dateren van de 11de tot tot de 18de eeuw.
Binnenin werd de kerk in 1992 herschilderd door Nederlandse kunststudenten
ut Boxtel.
> Ondanks de wat geïsoleerde ligging van de dorpskern
vindt meer dan 3/4de van de zowat 500 inwoners werk in en rond het dorp,
ook hier hoofdzakelijk in de wijnbouw. Er is een bakker en een Proxi in het centrum van het dorp op zowat 400 meter.
> GR14/654 draait net voor hij de weg D37 bereikt links
en rechts door een wijngaard, steekt dan toch de D37 over en vervolgt aan
de andere kant door een veldweg. Verderop is er weinig markering mogelijk
in het open veld. Je ziet het verdere verloop van het pad wel in de verte.
Rechts van de top van een krijtheuvel loopt het. Wijdse velden met weinig
of geen schaduw.
> Aan de andere kant van de heuvel ligt Billy-le-Grand.
Langs de kerk (zonder echte toren) en aan het einde van het dorp rechts
en wat verder links. Licht dalen naar het verbindingskanaal
tussen Marne en Aisne. GR14 bereikt het kanaal aan een tunnel waar
dit kanaal ondergronds gaat om een heuvel te overwinnen.