©
Luc Selleslagh 2007 - 2024 Trekkings.be
> GR 14 start te Saint-Hubert in een straatje rechts van de voorgevel van de basiliek. Verderop gaan we rechts door de begraafplaats en volgt er een zigzagtraject om wandelen op drukke verkeerswegen te vermijden. Als we na een kwartier de rug hebben gedraaid naar de expresweg N89, stijgen we over een veldweg door velden naar het Bois du Haie Madame, dat grotendeels uit aangeplante dennen bestaat. Nog even omdraaien voor een zicht over Saint-Hubert en nu zijn we echt vertrokken. We passeren vlotjes de hoogtelijn van 500 meter. Aan het einde van het bos gaan we links over een verhard wegje langs de bosrand in noordelijke richting.
> Voorbij de kruising met de verkeersweg N848 wandelen we langs het klooster Notre Dame d'Hurtebise, dat hier in de jaren '30 van vorige eeuw werd opgetrokken. Als de benedictijnerzusters zich niet verdiepen in luturgie of geloofsstudie, bereiden ze ondermeer hosties.
> Rechtdoor over een paar honderd meter om ter hoogte van electriciteitscabine links af te slaan (de weg rechtdoor loopt naar de voormalige NATO-vliegveld van Saint-Hubert). Een paar aftakkingen negeren, op een V-splitsing rechtsvoor vervolgen tussen de koningsvarens en de in augustus / september bloeiende lijsterbesbomen. Bij mooi weer zie je hier ongetwijfeld kleine ronkende vliegtuigjes die zweefvliegers omhoog trekken tot ze op hoogte zijn gekomen.
> Ter hoogte van een permanent gesloten luchthavenpoort (opgelet voor de laaglopende schrikdraad onder spanning) draaien we naar rechts mee over het hoofdpad. We blijven het hoofdpad door bebossing volgen en passeren met de Col d'Hurtebise nabij het vliegveld over een hoogte van maar liefst 570 meter. Op een kruispunt met een brede steenslagweg gaan we links en we gaan nu een hele tijd rechtdoor over het steenslagpad licht dalen.
> We hebben een mooi overzicht van ons wandelpad dat we de volgende kilometer volgen. Verderop winnen we vanuit een kleine laagte kort wat hoogte om opnieuw op een padenkruispunt te komen. Een plek om even te verpozen. Aan onze linkerzijde nog steeds het burgervliegveld van Saint-Hubert maar het is vooral genieten van het prachtig panorama aan onze rechterzijde over de Fagne de la Borne, waar we het volgende kwartier zullen doortrekken. Wat aan het zicht onttrokken door een hoge spar is hier ook een houten loopbrug, van waarop je nog een beter zicht hebt over de Fagne de la Borne. Op dat kruispunt gaan we rechts, dwars door het veen- en heidegebied.
> OK, verder over GR 14, we gaan ter hoogte van het kruispunt met uitzichtpunt rechts de Fagne de la Borne in. Tijdens de lange hete zomer van 2018 lag het er hier allemaal kurkdroog bij. Verderop in het natuurgebied gaan we rechts, we wandelen naar een solitaire eik en bereiken daar bij twee rotsblokken die gemotoriseerd verkeer moeten blokkeren, de rand van de Fagne de la Borne. Een groot infobord verwelkomt ons in het Forêt de Freyr, een van de mooiste loofwouden van de Ardennen.
> Rechtuit over een steenslagweg, met aan onze rechterzijde dennenbos en links de hele tijd zicht over de vallei van het Basseille-beekje. Ook deze vallei is beschermd natuurgebied. In het beekwater zwemt een eerder zeldzame inheemse vis, de beekprik. Op de oever dan weer kun je het zeldzame klimopklokje aantreffen en in de lucht de ringoogparelmoervlinder. Steeds maar rechtdoor, onderweg aftakkende paden negerend.
> We blijven geleidelijk dalend aan de rechterzijde van de moerassige vallei van de Basseille met rechts van ons de oplopende hellingen van het Forêt de Freyr. Ook ter hoogte van een verhard wegje en stenen brug blijven we rechtdoor wandelen over een nu gedeeltelijk verharde weg. Tot een punt waar de bewegwijzering van GR 14 ons scherp rechts laat gaan. Indien je wil overnachten op Bivakzone Le Golet blijf je de beekvallei nog 1,7 km nonstop volgen, je kunt de bivakzone niet missen. Verder over GR 14.
> Even het wandelritme in een andere stapversnelling zetten, we gaan nu voor langere tijd dwars door het mooie Forêt de Freyr stijgen.
> We zijn nog steeds bezig met de stijging die ons vanuit de vallei van de Basseille op 410 meter hoogte weer naar 570 meter hoogte moet brengen in de buurt van alweer het militaire vliegveld van Saint-Hubert. Die klim verloopt over een goede steenslagweg aanvankelijk volledig door beukenwoud. Hogerop en zeker voorbij de kruising met een brede steenslagweg, komen we ook in dennenplantages terecht. Langs een vleermuizenbunker en voorbij een bareel arriven we uiteindelijk op een T-kruising waar we links gaan om tot bij een bocht in de verkeersweg Lavacherie - Saint-Hubert te wandelen (rustbank).
> Opnieuw zijn we hier ongemerkt weer vlakbij het militaire vliegveld maar dit keer aan de andere zijde van de 2,6 km lange landingsbaan. We volgen de verkeersweg naar rechts over 700 meter en gaan dan ter hoogte van een tweede bocht in de verkeersweg links weer een bospad op. Door licht naaldbos wandelen we rechtdoor tot we op een bordje "chemin privé - private weg" stuiten. Daar gaan we rechts over een graspad dat opnieuw licht oploopt. Voorbij de kruising met een breed bospad dalen we weer een ietsje en komen we op een padenkruispunt. Hier gaan we links en volgen nu het al veel langer bestaande tracé van GR 14, tesamen met de geelwitte streepjes van de Transardennaise.
> Saint-Hubert is omringd
door woud. Ditmaal trekken we een hele tijd door de uitgestrekte bossen oostelijk van
Saint-Hubert. GR 14 stijgt enkele malen stevig boven de hoogtelijn van 500 meter vooraleer af te dalen
voor enkele aangename trajecten door de stille vallei van de Westelijke Ourthe. We passeren enkele stille gehuchten van
Sainte-Ode vooraleer Lavacherie binnen te lopen. Over een strook asfalt
komen we weer bij de Ourthe-oever. Aangenaam wandelen hier. Rond Tenneville wordt de N4 gekruist en krijgen we wat asfalt onder de wandelschoenen te verwerken.
Deze dagtocht wordt afgesloten met een wandeling door open veld voorbij Tenneville
(Ramont) naar Champlon. Bij het einde van deze etappe zullen we meer dan 700 km
gevorderd zijn over GR 14 sinds we Parijs verlieten.
Stijging weg van van Saint-Hubert
Klooster van Hurtebise
Fagne de la Borne
Landkaartje
Door het Forêt de Freyr
Bruin blauwtje
Keizersmantel
> Champlon of Champlon-Barrière
zijn met openbaar vervoer te bereiken zowel vanuit La Roche-en-Ardenne als vanuit Saint-Hubert,
hoewel de uurschema's nogal raar in mekaar zitten op het eerste zicht en
in de eerste plaats zijn gericht op schooluren. Tenneville evenals Baconfoy
(aan de N4 en kortbij GR14) hebben bushaltes langs de N4. Lavacherie wordt
onregelmatig bediend door TEC vanuit Saint-Hubert. Er is geen treinlijn
in de buurt. Vanuit Saint-Hubert kan je vlot per bus naar Poix rijden (treinlijn
Libramont - Grupont (GR14) - Marloie - Luik/Namen).
> Bevoorrading in Champlon, op 2 km van GR14 (Spar,
bakker), Lavacherie (AD Delhaize, slager) en Saint-Hubert (alles, oa Carrefour Expres).
> Opgelet als je nog met een GR-wandelgids van voor 2018 onderweg bent, het traject over het eerste deel van GR 14 tussen Saint-Hubert en Champlon werd radicaal hertekend en is meer dan 10 km langer geworden! Dit etappeverslag is daaraan aangepast. Vind je de etappe-afstand te lang dan kun je de tocht eventueel breken op Camping Tony, in Lavacherie of in de buurt van Baconfoy, waar in de buurt bussen passeren.
GR14 door een oude dennenaanplanting naar Tonni
Voormalige tramstatie Lavacherie begin 20ste eeuw, op de plek waar we de trambedding verlaten.
Langs de Westelijke Ourthe
Trambrug over de Ourthe
Klaar om af te dalen in de Ourthevallei naar Tonni
N4, moordweg.
> De N4 is de oude aanlooproute naar de Ardennen en Luxemburg vanuit Vlaanderen en
Brussel. Toen in de
jaren '80 de nieuwe snelweg E411 in gebruik werd genomen, degradeerde de
N4 tot een gewone weg. Over het grootste deel is dit een vierbaansweg. Er
kan hard worden doorgereden, snelheden van 130 km/u lijken er normaal te
zijn, hoewel er regelmatig snelheidsbeperkingen zijn. In feite is deze weg
daar niet voor geschikt omdat bvb in theorie ook tractoren en fietsers in principe
de weg mogen gebruiken over grote delen. Door een onaangepaste weginfrastructuur gebeuren
er regelmatig zware ongevallen. Voor een uitzonderlijk zwaar ongeval moeten
we terug gaan tot 1969, toen een tankwagen met 45.000 liter zeer explosief
propeen de N4-helling van Martelange kwam afgestormd en in volle centrum
crashte en explodeerde. Resultaat: 22 doden en vele zwaargewonden. (Zie
ook
GR 15)
> Ik had al een tijd last van een ontstoken pees boven
mijn rechterenkel. De pijnscheuten werden zo hevig dat ik op deze manier
onmogelijk nog veel verder kan wandelen. Ik heb al geprobeerd de veters
losser te maken en met open bottinnen te wandelen. De oplossing komt er
uiteindelijk door van mijn reserve paar kousen er 1 extra aan te trekken
en één IN mijn schoen onder mijn hiel te steken. ’ t Is geen zicht
om zo te wandelen maar ik slaag er in om toch zonder te veel problemen vooruit
te geraken, meer zelfs, ik ben een tijdje later van de pijn af!
> Overal borden die
jacht aankondigen, gelukkig wordt er pas morgen gejaagd. Na een goed uur
door dit bos gaat het pad stilaan meer dalen, verderop door half open ruigtes
met een paar wildhekken.
> De daling gaat verder tot de vallei van de Westelijke
Ourthe wordt bereikt (we vervoegen hier GR 57) net voor het gehucht Tonni.
Een asfaltwegje en wat huizen. Net voor Tonni (waar een camping is op enkele honderden meters van GR14) links omhoog langs nog enkele huizen om boven rechts een pad te volgen door open landschap.
Pedofilieschandaal in Sainte-Ode
> Helaas is wat nu volgt geen fictieverhaal. Dit is
een verhaal dat je niet zal lezen in toeristische lectuur over Sainte-Ode
of Lavacherie.
° Wandelend naar het vreedzame
en afgelegen dorpje Lavacherie zou je niet vermoeden dat hier in een huis
rond de kerk (het preciese adres vermeld ik hier niet) zich perverse taferelen
hebben afgespeeld. Sinds 1998 ontvingen een zekere Pascal en zijn vrouw
Murielle in hun huis klanten voor seksorgieën. Leuk misschien, wat
leven in een afgelegen Ardennendorp waar de donkere winters extra-lang duren.
Minder fraai was dat daarbij al snel Pascal's dochter werd betrokken, een
meisje van amper 13 jaar.
° De normvervaging was op den duur
volledig. Zowel Murielle als Pascal prostitueerden zich en waar ze met hun
dochter eerst enkel seksuele contacten hadden binnen de familie werd ook
zij al snel aangeboden aan anderen. Gasten kwamen en gingen, er was aan
de kerk zelfs parking voorzien. Van kwaad naar erger: Ook neven en nichten
van de familie werden aangeboden aan de klanten. De jongste dochter, amper
11 werd tenslotte ook betrokken in de orgieën waar ook alcoholische
drank rijkelijk bij vloeide.
° Toen het schandaal uiteindelijk
in 2001 het daglicht zag bleek dat er maar liefst 19 personen uit Sainte-Ode
en de omliggende dorpen werden aangeklaagd voor pedofilie: 18 mannen en
echtgenote Murielle. Onder de opvallendste beklaagden was ook een dorpsdokter.
° In de nasleep van het schandaal
Dutroux werd met deze zaak zeer omzichtig omgesprongen. Iedereen vroeg zich
af hoe in een klein dorp als Lavacherie zo'n misbruik van kinderen niet
eerder werd ontdekt. Het was de beroemde onderzoeksrechter Connerotte die
aanvankelijk het onderzoek naar Dutroux had gedaan die ook op deze zaak
werd gezet.
° Het proces tegen de 19 beklaagden
vond in februari 2002 plaats, eveneens in het gerechtsdistrict Neufchâteau.
Het koppel en de dokter kregen gevangenisstraffen van 5 tot 9 jaren. Ook
alle andere beschuldigden werden veroordeeld tot straffen van 1 tot 3 jaren.
° Wandelend door Lavacherie is
het misschien geen goed idee om deze zwarte bladzijde in de jonge dorpsgeschiedenis
open te slaan bij gesprekken met inwoners.
Spreek hen beter aan over Rode Duivel Thomas Meunier, opgegroeid in het slechts 600 inwoners tellende Lavacherie. Daar zijn ze in Lavacherie pas echt fier op!
De ratten van Lavacherie
> Op een dag kwam uit de donkere wouden rond Lavacherie
een landloper. Hij had een afstotelijk uitzicht dat nog werd geaccentueerd
door het gezelschap van een enorme rat die hij met zich meedroeg in een
rieten mandje dat aan een knuppel bengelde over zijn schouder.
° Toen het middag sloeg op de kerktoren
had nog geen enkele inwoner van Lavacherie hem een aalmoes geschonken. Naargelang
de haveloze zwerver vruchteloos bleef aankloppen begon hij venijniger te
knarsetanden en de dorpelingen van duivelse gierigheid te beschuldigen.
In zijn ogen dook een blik op die van haat scheen te gloeien.
° Zo doorkruiste hij zonder succes
heel Lavacherie tot hij belandde bij het voorlaatste huis, net voor de watermolen
gelegen. In de deuropening verscheen een zwaarlijvige kletsvrouw die van
afschuw een sprong achterwaarts maakte bij het zien van de bedelaar en zijn
vraatzuchtige rat. 'Kras op vieze vent' krijste ze, 'Wat doe je hier met
dat monsterachtige beest?'. Er plooide zich een sluwe grijnslach over de
gemene lippen van de vreemdeling. 'Dat is om er te brengen waar er geen
zijn'.
Na die woorden draaide de vreesaanjagende landloper zich om en verdween
in de richting van Bastogne.
° Nog geen 10 minuten na het bezoek
van de griezelige vent kwam de vrouw gillend uit haar huis gestormd. Hysterisch
krijsend rende ze de landweg op in een poging om het centrum van het dorp
te bereiken. Zover geraakte ze echter niet. Een leger ratten stroomde uit
het huis en overweldigde haar. Stilaan verzwakte het gegil van de vrouw
in gereutel...
° De dorpelingen waagden een uitval
om haar van een gruwelijke dood te redden. Maar de verhoudingen waren ongelijk:
De vraatzuchtige beesten bleven als een lawine uit het huisje gulpen. Vechtend
voor hun leven moesten de inwoners van Lavacherie zich terugtrekken in het
woud, waar de ratten hen ongemoeid lieten. Achteromkijkend zagen ze hoe
de wriemelende bende ratten als op bevel het huis helemaal wegknaagden en
de bewoonster tot stof herleidden.
° Tegen de avond waagden de dorpelingen
zicht terug naar de zoom van het woud. Er wachtte hen een ontstellend zicht:
Van het huis naast de watermolen en van de vrouw was geen spoor meer te
bekennen. De watermolen zelf en de rest van de omgeving bleven echter volledig
ongeschonden. En er viel geen rat meer te bespeuren...
Ingekorte en bewerkte tekst van een legende naar een
vertelling van Paul Koeck in 'Zwarte gids voor België' (1972)
> Zo passeer je een picknicktafel gelegen aan een uitzicht
over de Ourthevallei. Nog iets verder rechtdoor ligt het gehucht Bertifoi.
GR14 gaat hier weer het bos in en als de stijging uitvlakt, gaan we rechts weer dalen, naar de vallei van de Westelijke Ourthe in de buurt van Amberloup.
> We steken de Ourthe over waarna we links de bedding van een voormalige tramlijn vervoegen. Gelukkig is over deze bedding nog geen laag RAVeL-asfalt gekapt.
> Het gaat rechtuit verder over de grassige ex-trambedding en het pad loopt uit in een woonwijk, nog steeds rechtdoor verder tot op een verkeersweg waar we Lavacherie (shopping) links laten liggen.
Lavacherie
Lavacherie, La Vache Qui Rit
De oude watermolen van Gotelle, gelegen op het
laagste punt van Lavacherie. Naast deze molen stond het weggeknaagde huis.
Bois de Haie Madame
Picknicktafel boven de Ourthevallei (Bertifoi)
> Terug naar GR 14 en de oude trambedding. We wandelen dus op het einde van de trambedding naar rechts verder, steken weer de Ourthe over en gaan tot op een T-kruising bij een bushokje. Links en in de eerste bocht meteen linksvoor verder langs een infobord en picknickbank. Dit aangenaam wandelpad gaat nu een langere tijd de Westelijke Ourthe volgen. De Westelijke Ourthe ontspringt op het plateau rond Libramont en is 53 km lang. De bron ligt in de buurt van Ourt (nabij Libramont), de samenvloeiing met de Oostelijke Ourthe ligt bij Nisramont en de Ourthe mondt in de Maas te Luik.
> Rechts rijzen de rotsen vrij steil omhoog, links opent zicht een wijds panorama
van open weiland waarover op een vroege morgen vaak mistslierten hangen.
Het pad draait na een tijdje langs de Rocher
du Coucou. Helemaal boven de rotsen waar we rondlopen is het kasteel
Celly. Het behoort nu tot het 'centre hospitalier de Sainte-Ode', een verzorgingsinstelling
die oorspronkelijk werd opgericht kort na de Tweede Wereldoorlog om ex-krijgsgevangenen
op te vangen.
Sainte-Ode
> Bij de samensmelting van dorpen in grotere fusiegemeenten
in 1976 wist men met het gebied waar we nu doorlopen aanvankelijk niet goed
wat te doen. Dit gebied is te groot om bij de omliggende gemeenten Bastogne,
La Roche-en-Ardenne of Saint-Hubert te voegen. Anderzijds heeft deze streek
niet echt een groot dorp of een stad om de gemeente naar te noemen, dus
kwam men voor de proppen met de nieuwe gemeente Sainte-Ode, een samenvoeging
van 25 gehuchten en een paar dorpen. De grootste woonkernen zijn Amberloup
en Lavacherie. De administratieve gebouwen zijn in Amberloup gevestigd.
Merkwaardig zijn ook de adressen in de gehuchten. Er zijn hier geen straatnamen
maar een woonhuis krijgt als adres de naam van het gehucht + een nummer.
Dus Bertifoi 25 of Sprimont 10. De hele gemeente telt amper 2300 inwoners.
De naam Sainte-Ode werd aan de nieuwe gemeente gegeven omdat zowat over
het hele grondgebied van de gemeente de naam van deze heilige voorkomt in
oa kapellen en gehuchten.
>In Sainte-Ode (Sprimont) bevindt zich ook de organisatie
'la Maison de la Randonnée® GTA Belgique asbl'. Dit is naast
'Sentiers de Grandes Randonnées' de belangrijke andere Waalse speler
op het gebied van lange- afstandwandelpaden. Ondermeer de
Transardennaise®
en de
Transgaumaise® zijn
routes van hen. GR14 tussen Bouillon en Lavacherie is oorspronkelijk gebaseerd
op dat eerste pad. In de buurt van Lavacherie verlaat GR14 dus dit
pad dat een eigen traject volgt naar La Roche-en-Ardenne maar je zult ongetwijfeld veel geel-witte streepajes zien van het algemene GTA-markeersysteem.
Tramlijn L516
> De bedding waarover we hier langs de Westelijke Ourthe wandelen, diende ooit voor
tramlijn L 516, een tram waarmee je helemaal via Tenneville en Bastogne helemaal van Marche tot Martelange kon sporen. Met meer dan 81 km lengte werd deze tramlijn de langste die ooit door België liep. Hier volgt die tramlijn langere tijd de de vallei van de Westelijke Ourthe. Passagiersvervoer, eerst per stoomtram, later met autorail en tramstellen gebeurde vanaf 1901. Dit deel van de tramlijn sloot rond 1952. Nog enkele jaren was er goederenvervoer, waarna de hele lijn werd gedeclasseerd. Inmiddels is de tramlijn dus al langer niet meer in gebruik dan de peiode van een halve eeuw toen er trams reden. Het is vandaag niet meer mogelijk om de hele tramlijn af te wandelen of te fietsen maar een aantal leuke trajecten bleven bewaard als groene wandel- en fietspaden.
Vliegvelden van Saint-Hubert
> We wandelen hier tussen twee vliegvelden in. Met een hoogteligging tussen 560 en 590 meter zijn het de hoogst gelegen vliegvelden van België. Aan onze linkerzijde ligt de 'aeredrome' van Saint-Hubert, een burgervliegveld dat sinds 1925 bestaat. Vier kleine landingsbanen voor sportvliegtuigjes en vooral basis voor het nationaal zweefvliegcentrum. Bij rustige weersomstandigheden is het in het luchtruim rondom best druk met constant opstijgende zweefvliegers, per kabel op hoogte gepiloteerd door sportvliegtuigjes. Best een bruisend vliegveldje, er is zelfs een brasserie.
> Aan de rechterzijde, verborgen gelegen en onzichtbaar vanaf het GR 14-pad ligt het voormalige NATO-vliegveld van Saint-Hubert, een relict van de koude oorlog. Op vraag van NATO werden in de jaren '50 van vorige eeuw in België zes zogenaamde 'reservevliegvelden' aangelegd. De idee hierachter was om bij een groot conflict het vliegend materieel zoveel mogelijk te kunnen verspreiden. De landingsbaan, tevens startbaan, is maar liefst 2600 meter lang, en dus ook geschikt voor grotere militaire vliegtuigen. In de jaren '60 was het een aantal jaren een oefenbasis voor de Royal Canadian Airforce. Vanaf eind jaren '60 tot midden jaren '90 nam het Belgisch leger de basis weer over als oefen- en opleidingsbasis voor legervliegtuigen en helicopters. Tegenwoordig wordt het vliegveld enkel nog sporadisch gebruikt voor militaire oefeningen. De infrastructuur rond de landingsbaan wordt echter niet meer onderhouden, vervalt, en is operatiegrond voor urbexers en speculatieterrein voor projectontwikkelaars. Natuurliefhebbers dan weer interesseren zich voor de gevarieerde en aparte flora die zich op de arme gronden rond de landingsbaan heeft ontwikkeld.
Fagne de la Borne
> Dit landschap moet een goed beeld geven van de tijd toen er nog geen uitgestrekte dennenplantages werd aangeplant in de Ardennen, toen er behalve loofwoud ook uitgestrekte 'wastines' van heide, struiken en schrale begroeiing van pijpenstrootje, veenmossen en grassen de bodem bedekten. Tot begin jaren '00 was dit veen- en heideachtig gebied overigens gedeeltelijk begroeid met vliegden. In het kader van landschapsherstel werden deze inmiddels weer gekapt.
> De Fagne de la Borne bestaat uit een afwisseling van drogere en nattere delen. Onder de meer bijzondere plantensoorten die je met wat geluk en op het juiste moment kunt aantreffen zijn heidekartelblad, zevenster, veenorchis en gevleke orchis. Onderhoud en beheer van dit landschap wordt tot een minumum beperkt, ondermeer door er schapen te laten grazen. Hierdoor wordt het opschieten van bosachtige begroeiing beperkt en krijgt biodiversiviteit, met name het herstel van veenachtig gebied alle kansen.
Forêt de Freyr
> Het Woud van Freyr vormt tesamen met het Woud van Saint-Michel een van de grootste en aantrekkelijkste bosbestanden van de Waalse Ardennen. Ongeveer 70 % bestaat uit loofwoud met een groot aandeel van beuk. De andere 30 % is dennenwoud, aangeplant sinds midden 19de eeuw en vooral op de hogere delen van het woud. De hoogteligging van Woud van Freyr varieert van ongeveer 320 meter tot zowat 570 meter hoogte. Het woud wordt onderbroken door enkele ingesneden valleien (zoals dat van de Basseille waarlangs we een hele tijd wandelden) en door het asfaltlint van de expresweg N89 (Saint-Hubert - Barrière de Champlon).
> Lange tijd werd gedacht dat de naam Freyr afkomstig was van de germaanse godin van de jacht Freya. Hoewel er heel wat everzwijnen, herten en reeën in het Forêt de Freyr rondzwerven wordt tegenwoordig eerder de theorie gevolgd dat het galloromeinse 'frigidorium' aan de basis ligt, een 'koude plaats' (idem voor 'frigo'). Er zijn in de woud op jaarbasis bekeken trouwens meer etmalen waarbij het vriest dan etmalen waarbij het niet vriest. Zoals dat gaat in de Ardennen met zo'n respect afdwingende grote brokken natuur is het Forêt de Freyr ook gehuld in allerlei legendes. Het grootste deel van het bosbestand is eigendom van verschillende gemeenten en wordt beheerd door het Waals Département de Nature et Forêts (DNF).
> Niet het smalle wandelbrugje over de Ourthe oversteken
maar verder langs de oever blijven lopen tot je veel verder een asfaltweg
bereikt die de Ourthe oversteekt te Sainte-Ode. Deze weg volgen en aan een
T bij een boerderij naar rechts. Iets verder weer links over een kleinere
stijgende weg die hogerop door een woonwijk loopt. Het autolawaai dat stilaan sterker wordt is afkomstig van de N4. Dit is niet het meest boeiende stuk van het Sentier de l'Ardenne.
> In een haakse bocht daalt GR14 snel naar de N4
toe. Net voor de kerk van Tenneville is
een voetgangerstunnel, aan de andere kant van de N4 links te lopen. Even
maar langs de drukke N4 om in het gehucht Ramont
rechts af te slaan. Het trajectverloop van GR14 is vanaf Ramont aanzienlijk
gewijzigd in 2006. Waar vroeger op het einde van het gehucht links werd
gelopen gaat men nu rechts omhoog de velden in.
> Aan een boerderij het linkse (gras)pad aanhouden.
Een jonge hond van de boerderij vergezelde me een tijdje. Deze grasweg loopt
een hele tijd licht omhoog om bij de kruising met een andere veldweg links
te gaan en zo in een bocht de asfaltweg Erneuville – Champlon te bereiken.
Even deze weg op om dan een stijgend veldwegje rechts te nemen. Zo wordt
weer een asfaltwegje bereikt. Hier kan je naar links lopen als je in Champlon
of Champlon-Barrière wil zijn. GR14 zelf vervolgt echter naar rechts.
Tussen Ramont en Champlon loopt GR14 over grassige veldwegen.
There's a rat in my skull, whot am I gonna do?
Passage N4 te Tenneville
Langs de Ourthe te Sainte-Ode