©
Luc Selleslagh 2007 - 2024 Trekkings.be
> Lang geslapen en toch ben ik nog moe van de lange
wandeldag van gisteren. Ik ben van mijn wandelkaart nr 10 van IGN (1:100.000)
tijdelijk af (ik heb de topogids van GR654 niet gebruikt) en loop nu gewoon
op de Michelin wegenkaart 1:200.000 waarop ook GR14 staat ingetekend. Beter
is het om een IGN-wandelkaart te gebruiken.
> Het natte gras van de vroege ochtend zorgt toch niet
voor al te natte voeten. Aan de ingang van het dorp Plichancourt
(km 2) draait het pad naar rechts, over de drukke RD995. We komen weer aan
een verbindingskanaal van de Marne: Het kanaal Marne-Rijn. Links het jaagpad
op.
> Cesar-Pierre Richelet (1626-1698) is van geboorte
afkomstig uit een adellijke familie in Cheminon. De jonge Richelet krijgt
de kans om aan het college van Vitry-le-François te studeren. Hij
zal er later ook doceren.
> Rond zijn dertigste trekt Richelet naar Parijs om
er net als zijn vader zijn toekomst te zoeken in de advocatuur. Zijn echte
liefde gaat echter uit naar het geschreven woord in plaats van het gesproken
woord. Zijn poëtische creaties kennen maar een middelmatig succes.
Dank zij Franse lessen aan buitenlanders kan hij een inkomen genereren.
Hij wordt ook medewerker van de prestigieuze Académie Française.
> Mede door zijn taallessen voelt hij de noodzaak aan
om een Frans woordenboek samen te stellen. De traagheid waarmee de Académie
Française werkt aan een taalwoordenboek doet hem besluiten zelf een
woordenboek samen te stellen en te publiceren. Door zijn eigen initiatief
valt hij in ongenade bij de Académie die het als een exclusief recht
beschouwd om een woordenboek uit te geven. Daarom wordt zijn boek gedrukt
in Genève. Clandestien raakt zijn woordenboek toch verspreid in Frankrijk, het kent zo’n succes dat de herdrukken mekaar snel opvolgen tussen
1685 en 1690. Rijk wordt hij er echter niet van.
> Hij sterft in Parijs op 23 november 1698 en zal als
inwoner van Cheminon de Franse geschiedenis ingaan als de samensteller en
uitgever van één van de eerste Franse woordenboeken.
> Onderweg veel gestopt, want eindelijk kon ik nog
eens op paddestoelenjacht en dat leverde best interessante vondsten op.
Meest opvallend waren de enorme schaapjespaddestoelen, ik dacht eerst dat
ze grote bostrechterzwammen waren. Verder enkele interessante trilzwammen.
> Daardoor schoot ik wel niet op. Kruising met de D61
(km 22,5). Nog steeds rechtdoor. Kruising met GR14B (gaat naar links) en
daarna stijgt het pad over asfalt omhoog tot open veld om even later het
dorp Cheminon te bereiken (km 28).
> De weg stijgt en gaat onder oude
hallen door. Daar is ook een Proxi-winkel (open alle dagen, maar enkel tijdens
de voormiddag). Bij km 26 ben ik Cheminon alweer uit.
> De markering van GR14 is hier zeer goed. Verderop
loopt het pad door flink golvende velden om via een overgroeid pad de D16
te bereiken. Even volgen naar rechts om dan links Trois-Fontaines
binnen te lopen (km 30).
> Hoewel het eindpunt
van deze etappe (Trois-Fontaines) een prachtig plaatsje is, is vooral het
eerste deel van deze etappe weinig opwindend. Het is vlak en open landschap,
met een paar langere stroken asfalt. Naar Trois-Fontaines toe komt er veel
meer bos in het landschap. Na vele dagen haast vlak wandelen komt er ook
terug golving in het terrein. We lopen een laatste dag door de Champagne,
hoewel van wijngaarden al lang geen sprake meer is. De oude abdijruïnes
van Trois-Fontaines zijn de attraktie van de dag.
> Bevoorrading onderweg
in Cheminon op km 25 (Proxy, enkel in de voormiddag open!), nergens anders.
In Le Buisson zijn nog een aantal
vakwerkhuizen bewaard gebleven
GR14
kan ook wel eens eentonig zijn. Vlakke asfaltweg naar Blesme
Jaagpad
langs het Marne-Rijnkanaal
> Aankomen in Trois-Fontaines heeft iets speciaals
voor mij. 10 jaren eerder passeerde ik hier vanuit het noorden over GR14,
onderweg naar Santiago de Compostela. Hier in Trois-Fontaines verliet ik
GR14 om GR14B te volgen richting Saint-Dizier om zo verder zuidelijk te
lopen naar het Lac du Der-Chantecocq, Tonnerre, Auxerre, Vezelay, Le Puy-en-Velay,
Pyreneeën tot Santiago de Compostela.
> Tussen de abdijruïnes rustte ik even op dezelfde
steen waar ik 10 jaren eerder picknickte op een koude winterdag. Ik dacht
eerst nog in de ruïnes te kamperen maar het is uiteindelijk privé-bezit
en er is een poort die wellicht wordt afgesloten waardoor een vroege start
de volgende morgen wellicht onmogelijk is. Daarom toch nog maar even verder
lopen.
> Er is een (groene) waterkraan rechts op de GR14B
even na de splitsing met GR14. Verder zijn er geen andere faciliteiten in
Trois-Fontaines. Ik liep dan verder maar na 1 km kwam ik tot de vaststelling
dat ik stomweg op GR14B aan het lopen was, naar het zuiden! De splitsing
staat in Trois-Fontaines nochtans goed aangeduid met wegwijzers. Terug dan
maar en nu was het te laat geworden om nog ver te zoeken voor een overnachtingsplek.
Dus heb ik maar gekampeerd bij één van de picknickplekken
langs de weg net buiten het dorp.
> De dorpen onderweg zijn
slecht bereikbaar met openbaar vervoer. Er is een buslijn tussen Vitry-le-François
en Bar-le-Duc, maar de route komt (behalve langs Vitry-en-Perthois) niet
op punten die interessant zijn voor ons. Blesme wordt vanuit Vitry op schooluren
1 à 2 X per dag bediend (STDM). De trein is enkel bruikbaar voor
de grote stations, op maat van Vitry-le-François en Bar-le-Duc. De
kleine tussenstations zijn al lang afgeschaft. Er bestaat geen toografische
gids meer over het traject van vandaag. Gebruik 'Carte de promenade 22'
van IGN voor dit stuk.
Trois-Fontaines
> Het ontstaan van de abdij van Trois-Fontaines dateert
uit 1118. In die periode rezen overal abdijen als paddestoelen uit de grond.
Trois-Fontaines werd gebouwd amper enkele jaren nadat Bernadus van Clairvaux
de Cisterciënzerabdij van Clairvaux had laten bouwen. Onder zijn leiding
werden tientallen Cisterciënzergemeenschappen ontwikkeld in Europa.
Op het einde van de middeleeuwen waren er zelfs meer dan 300 Cisterciënzerabdijen
in Europa.
Deze
brug heeft geen wegdek. Het kanaal Marne-Rijn
gaat hier over een beek!
> Aan een T links en niet veel later recht door lopen,
alweer naar de spoorlijn toe. Aan de overweg (km 17) kortbij Scrupt
links en aan een boom rechts aanhouden. Dit pad loopt aanvankelijk door
veld maar bereikt weldra de bosrand van het Bois
de Maurupt (km 19). De volgende kilometers zal GR14 gewoon rechtdoor
lopen door dit bos.
Gele trilzwam
Jaagpad langs het Marne-Rijnkanaal richting Le Buisson
Paddenstoelen
met een doormeter van wel 30 cm
Café
Cheminon
GR14
langs het kasteeldomein van Bellemont,
nabij Beaumont-Blesme
Splitsing
GR14 en GR14B
> Cheminon is nog een redelijk levend dorp. De kerk
staat in de steigers voor renovatie. Al wandelend dwars door het dorp passeer
Net voor GR14 langs de kerk van Cheminon passeert, kom je rechts voorbij
een bustebeeld van Cesar-Pierre Richelet.
> Een mooi jaagpad. Mistflarden van een vroege herfst
hangen over het landschap. Het pad af tot je na een brede bocht in het kanaal
het dorp Le Buisson (km 9,5) bereikt. Door
dit dorp, waar verscheidene vakwerkhuizen staan, om dan weer richting
RD955 te lopen.
> Bij een oorlogsmonument (9,8 km) deze weg over, dan
volgt een erg eentonig stuk over asfaltweg door open veldlandschap,
zo vlak als een polderlandschap.
> Mijn voeten doen nu al zeer. Aan het gehucht Beaumont
(13,5 km) links over meer asfalt. Waar deze weg een bocht maakt naar links
de
spoorlijn Parijs – Straatsburg over. Dit wegje volgen, evenwijdig met de spoorlijn. Een brede beek over en langs het kasteel van
Bellemont.
Onderweg naar Trois-Fontaines
De oude abdijkerk (1160 - 1190)
> Trois-Fontaines bekleedt in dat enorme aantal een
biezonder plaatsje omdat het de eerste dochterabdij van Clairvaux was. Het
was op vraag van de bisschop van Châlons dat Bernardus hier een cisterciënzerorde
op richtte. De plek die werd uitgekozen was ver van alles weg. 12 monniken
namen er hun intrek. Dankzij vele adellijke donaties ontwikkelde Trois-Fontaines
zich snel tot een zeer welvarende abdij.
> Amper 10 jaar na de oprichting in 1128 begon Trois-
Fontaines zelf dochterhuizen te openen. 10 andere abdijgemeenschappen kwamen
zo onder het directe gezag van Trois-Fontaines. Door de wat geïsoleerde
ligging van de abdij, midden in uitgestrekt woud, niet langs een belangrijke
weg en tussen de machtige graafschappen van Champagne en Bar in, kon de
abdij ontsnappen aan vernietigende oorlogen en legerpassages die de regio
de volgende eeuwen overspoelden. Voor Trois-Fontaines waren de middeleeuwen
daardoor vooral een periode van rust.
> In de 17de en 18de eeuw werden de meeste oude gebouwen
gesloopt of aangepast om plaats te maken voor nieuwe gebouwen in de klassieke
bouwstijl van die tijd. De monumentale ingangspoort die er nu nog staat
dateert ook uit die periode (1741).
> Zoals elders in Frankrijk kwam eind 18de eeuw een
eind aan de macht van abdijen en kloosters bij het uitbreken van de Franse
Revolutie. De monniken werden verjaagd, eigendommen verbeurd verklaard en
de gebouwen verkocht. Een particulier kocht de gebouwen van Trois-Fontaines
om ze te ontmantelen en de onderdelen als bouwmateriaal aan de man te brengen.
Wat niet tot de grond werd afgebouwd verviel al snel in ruïne. De oude
monnikengeschriften uit de 12de en 13de werden nog een tijd lang bewaard
in de archieven van Vitry-le-François, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog
werden die gebouwen gebombardeerd en ging alles verloren.
> Wat je nu ziet als je over GR14 het dorp Trois-Fontaines
binnen loopt geeft toch nog een beetje een idee van de machtige architecturale
uitstraling die de plaats eeuwenlang moet hebben gehad. De oude woningen
die het abdijplein omzomen zijn prachtig bewaard. Die lage zandstenen woonhuisjes
zijn mooi gerestaureerd en onderhouden, ze vormen een wonderlijk harmonieus
geheel met de enorme groene grasmat.
> De eigenlijke abdijgronden, die je betreedt door
de ingangspoort van 1741 onder te lopen, zijn nu privé-eigendom,
maar het domein is open gesteld voor het publiek. “Les amis de Trois-Fontaines”,
een aktieve werkgroep, zorgt voor de stabilisatie van de gebouwen en het
onderhoud van de site.
> Voor je zie je een grote grasvlakte. Met een beetje
verbeelding en de hulp van een maquette of oud grondplan kan je je voorstellen
dat hier echt een religieus machtscentrum moet zijn geweest. De meeste gebouwen
die je nu nog ziet langs de rand van het graspark dateren uit de 18de eeuw,
enkele decennia voor het einde van de cisterciënzerorde in Trois-Fontaines.
> Misschien wat teleurstellend wat je op het eerste
zicht hier ziet, maar wacht even. Wandel na de ingangspoort links en voor
jou staan de biezonder fotogenieke ruïnes van de oude gotische abdijkerk.
Het zijn werkelijk prachtige ruïnes, vergelijkbaar met Orval.
Ruïnes van de zijbeuk van de oude gotische abdijkerk
van Trois-Fontaines,
daterend uit 1160 - 1190.