©
Luc Selleslagh 2007 - 2024 Trekkings.be
> Het pad loopt aan de kerk recht omhoog tot aan een
waterreservoir, waar je links verder klimt. Het is een stevige stijging
van zowat 100 meter hoogteverschil. Onderweg heb je prachtige uitzichten
over de Voorardennen en over het Canal des Ardennes.
> Ook deze etappe loopt
door de 'crêtes préardennaises'. De eerste cuesta wordt overwonnen
na Chémery. De tweede cuesta leidt naar de Marfée: Een punt op
310 meter waar door oorlogen sloten bloed vloeiden. Getuige daarvan is een
enorm Duits oorlogskerkhof. Op de Marfée opent zich een schitterend
panorama over de brede Maasvallei met de historische stad Sedan.
> Tijdens deze tocht
passeren we weer stille dorpjes en gehuchten zoals het kasteeltje van Rocan,
Bulson en (naar mijn mening) het meest karaktervolle dorp langs de hele
GR14: Chaumont.
Romaanse
kerk van Chémery-sur-Bar
GR14
onderweg richting Chéhéry
> Wens je van het openbaar
vervoer gebruik te maken dan is een zorgvuldige planning nodig. Chémery,
Chéhéry, en Bulson werden 1 à 3 keer per week (!)
bediend door een autobus van RDTA maar het lijkt er op dat dat niet meer het geval is. De stad Sedan is bereikbaar per trein:
Regelmatige verbinding met ondermeer Charleville-Mézières
van waaruit je kan doorsporen naar Châlons-en-Champagne (GR14) of
Parijs via TGV. Ook Flixbus verbndt Sedan met Parijs. Naar Wallonië is er bijna geen openbaar vervoer. Interessant
voor GR14-wandelaars is buslijn 11 van RDTA die op woensdag, zaterdag, zondag
2 à 3 maal per dag tussen Sedan en Bouillon rijdt. Dit is een soort belbus waarvoor je wel vooral moet reserveren bij RDTA, anders komt ze mogelijk niet opdagen!
> Bevoorrading enkel
in Sedan, niet onderweg. Mogelijk passeer je een mobiele bakker in
Bulson. In dit dorp is 's zomers ook een café/crêperie. In
Chémery-sur-Bar is een café/tabac maar de toekomst daarvan
is onzeker. GR14 loopt in Sedan langs de camping.
> Vannacht begon het dan pas echt stevig te regenen.
Met bakken kwam het hemelwater naar beneden. Ik vreesde even dat het vlak
bijgelegen beekje zou overstromen of dat het vele water dat van de helling
kwam zich zou kanaliseren onder mijn tent, maar al bij al bleef alles binnenin
flink droog. Niet zo’n goede nacht gehad dus.
> Een heuvel over en daar ligt het mooi gelegen Chémery-sur-Bar
voor mij. op de achtergrond de beboste cuesta die ik straks over moet. De
weg er naar toe loopt door koolzaadvelden in bloei, prachtig.
Chaumont, regimentsdorpje.
Renovatie met gerecupereerde zandstenen
Bulson:
Eenvoudige dorpshuizen
Chaumont
Chaumont,
oud schooltje
Onderweg
naar Chémery-sur-Bar
> Interessant hier is de bron
die je passeert. Ze ligt vlak naast de Pestkapel, links van de weg. De toegang
tot de bron is afgesloten, maar het is mogelijk om door één
van de open vensters te kruipen en zo alsnog aan het lekker frisse water
te geraken.
> GR14 klimt over het wegje verder en bereikt de bosrand.
Ik vroeg me af of het pad waarlangs je het bos inloopt geen oude Romeinse
weg is. Afgaande op het afgesleten plaveisel op sommige plekken gaat het
alvast om een zeer oude weg en er zijn ook sporen van een Romeinse nederzetting
in de omgeving…
> Er mankeert hier en daar wat wit/rood op het moment
dat ik er passeerde maar het routeverloop ligt in feite vrij voor de hand.
Zo bereik ja na een tijdje het – op 290 meter gelegen - dorpje Bulson.
> De dorpswinkel van Chémery-sur-Bar is jaren
geleden dicht gegaan helaas. Alles wat er nog is is een café waarvan
de eigenaar mij zegt dat hij over een jaar of 2,3 ook wel gaat sluiten.
Hij lijkt aan iedereen die er passeert dezelfde vraag te stellen: Of je
onderweg bent naar Saint-Jacques-de-Compostelle. Dat was 9 jaren geleden
zo maar dit keer wandelen we dus in omgekeerde richting over GR14. Sinds
de creatie van GR654 komen er nog weinig pelgrims langs GR14 naar Santiago.
De Marfée, strijdtoneel van talloze oorlogen
Militaire opschriften boven de deurlijsten
van Chaumont-Saint-Quentin |
|
>
Merkwaardig zijn de opschriften boven de deurlijsten. Deze opschriften
dateren uit 1939-1940 toen het Franse leger hier kazerneerde bij de
verdediging van de zuidelijke Maasoever. Opschriften als 'Chez Maxim's
of 'Caverne des Grognards' doen wel vreemd aan. |
|
|
|
|
|
|
> In Chémery en omgeving wonen nog zo’n
450 mensen. Hoewel het inwonersaantal de laatste jaren niet meer achteruit
gaat is dit dorp een voorbeeld van wat een oudere inwoner een ‘village
dortoir’ noemt. ’s Morgens en ’s avonds is er nogal wat
beweging van auto’s en schoolbussen, maar overdag is het er doods.
De inwoners begeven zich in grote getale naar Sedan voor hun werk of voor
inkopen. De kerk van Chémery is voornamelijk in Romaanse stijl gebouwd
(12de eeuw). Het is een typisch voorbeeld van landelijke Romaanse bouwstijl,
met een grondplan gebaseerd op een basilica. Gewoonlijk is de kerk gesloten.
Binnenin staat een hoogaltaar dat afkomstig is van de Chartreuse van Mont-Dieu
(vorige etappe).
> De oudste delen van het ‘ château du
Rocan’ dateren uit de 16de eeuw. De gebouwen die rond het relatief
kleine hoofdgebouw liggen, werden later toegevoegd. Het kasteel werd opgetrokken in een bebost deel van de vallei van de Bar. Aan de adellijke geschiedenis van Rocan kwam een einde in 1792 met de Franse Revolutie. De bewoners vluchtten naar Duitsland, het kasteel werd aangeslagen maar niet verwoest. Het beschermd geheel is vandaag een niet te bezoeken privé-domein.
> Bulson verlaat je weer over de D229 richting Thélonne.
Er volgen een paar kilometer asfalt, waarbij je flink daalt (100 meter hoogteverschil)
langs beboste valleiwanden.
> Als de weg eindelijk weer begint te stijgen neem
je een grassig pad dat links de helling oploopt om 200 meter verder een
asfaltwegje te bereiken dat je links verder omhoog loopt. Dit wegje brengt
je in Chaumont, gelegen op 280 meter.
> Bijna op het hoogste punt passeer je links een klein
grassig veldje. Hier was tot voor een paar jaren nog een picknicktafel en
water. Nu is alles verdwenen. Ik dacht hier eerst te kamperen, maar door
het slechte weer en de nogal stevige wind heb ik dat dus op een lager punt
gedaan, voor Chémery.
> GR14 loopt nog even door over de wijdse velden en
draait links mee langs de bosrand. Zo bereik je de redelijk drukke D977
die je 100 meter verder alweer verlaat voor een veldweg rechts die naar
een bosje toeloopt. Afdalen door dit bos tot je even later weer op de D977
komt. Aan het eerste kruispunt verlaat je vlak voor Chéhéry
weer de D977 voor een asfaltweg naar het kasteeltje van Rocan.
> Op een rustige gelegen heuvelhelling passeer je een
aktieve boerderij met daarnaast het kasteel van Rocan, op dat moment juist
in restauratie.
> Bulson is een rustig dorpje met een proper
centrum. Bulson is gecentreerd rond een grote binnenpleinachtige ruimte.
Vroeger stond hier een versterkte burcht, wat ook de grote ruimte
verklaart.
> Er is een bar/crêperie maar die is enkel open
op bepaalde dagen ’s zomers. Veel kans dat je de plek gewoon gesloten
vindt. Geen winkels hier, het dorp wordt bediend door meerdere mobiele bakkers.
> Op 4 augustus 1640 tekende hij een vredesverdrag met de Franse koning. Hij
werd zelfs benoemd tot bevelhebber van het Italiaanse leger. Toch is de
Prins van Sedan niet veel later betrokken in een complot tegen Lodewijk
XIII en de Richelieu. Hij wordt wel gepardonneerd maar uiteindelijk moet
hij zijn leven redden door Sedan uit handen te geven. Het betekende het
einde van zijn Prinsrijk. Onafhankelijk Sedan werd op 15 september 1642
weer aangehecht bij Frankrijk. De bossen en het plateau van de Marfée zouden
opnieuw veranderen in een strijdtoneel in de opeenvolgende oorlogen van
1870, 1914 en 1940.
> Chaumont is wel een erg raar dorpje. Het heeft mijn
hart een beetje gestolen. Toen ik hier 9 jaar eerder passeerde was het grootste
deel van het dorpje onbewoond, op de boerderij tegenover de kerk na.
> Een paar jaren geleden is het dorpje blijkbaar herontdekt
en momenteel worden de meeste huizen weer gerenoveerd. Dat moet gebeuren
in een stijl die aansluit bij de harmonische architectuur van Chaumont.
Achter de zandstenen muren is echter nu meestal een laag van industriële
cementsteen verborgen.
> Achter de versterkte kerk van Chaumont loopt GR14
verder links om dadelijk rechts af te slaan en te klimmen door open veld.
Op een hoogte van 312 meter bereik je in de buurt van een pompstation de
Col de la Marfée.
> In deze wijdse open vlakte waar de wind genadeloos
kan waaien is hard gevochten. Het valt misschien niet zo op als je ter plaatse
bent maar zuidelijk gezien vanuit de Maasvallei vormt de Marfée een
opvallend hoog gelegen plateau (tot 340 meter).
> Het Canal des Ardennes verbindt de Maas met de Aisne.
Het werd gegraven tussen 1823 en 1837 en is 88 km lang. In de omgeving van
Chémery loopt het kanaal in de vallei van de rivier Bar. Om de hoogteverschillen
te overwinnen zijn er 44 sluizen, daarvan zijn er 37 aflopend naar de Aisne.
Oude
weg van Rocan naar Bulson
>
Even na de Col de la Marfée moet je de asfaltweg verlaten voor een
pad naar links. Loop je toch rechtdoor dan kom je op de variante van GR14
die via Mouzon weer terug loopt naar St Pierremont (wit/blauw gemarkeerd,
39 km). De hoofdroute van GR14 loopt naar en rond een bosje met nog steeds
de bekende witrode markering.
> Achter de kerk staat nog een mooi gerestaureerd huis,
vroeger was dit het schooltje van Chaumont. Het dorp heeft nooit meer dan
100 inwoners gehad. In feite is Chaumont al sinds 1828 toegevoegd aan het
grotere dorp Noyers. Het dorp wordt ook wel eens Chaumont-Saint-Quentin
genoemt om het onderscheid te maken met andere ‘Chaumonts’ in
Frankrijk. Saint-Quentin was de naam van een versterkte hoeve. De oorsprong
van de stoere dorpskerk gaat terug tot de 11de-12e eeuw. Boven in de versterkte
toren zijn een paar schietgaten. De kerk kon dus ook voor verdediging dienen.
In de kerkmuur staat ook nog een vervallen waterput.
Duits militaire kerkhof van Noyers-Pont-Maugis
Chaumont, versterkte kerk
GR14 vermijdt het centrum van Sedan door een oeverpad
langs de Maas en een kanaal te volgen.
Chaumont, waterput in de kerkmuur
Neerkijkend vanop de Marfée in de Maasvallei met
Sedan krijg je een idee
waarom de Marfée strategisch zo belangrijk
was bij oorlog.
> Op de Duitse necropool zijn meer dan 14.000 soldaten
begraven die sneuvelden tijdens WO I (1914-1918) en bijna 13.000 soldaten
uit WO II (1940-1945). Het kerkhof bestaat sinds 1922. Oorspronkelijk waren
er tot 1954 een 5000 gesneuvelden begraven. Door een hergroepering en sluiting
van vele militaire kerkhoven in Noord-Frankrijk werd Noyers-Pont-Maugis
tussen 1959 en 1966 sterk uitgebreid en bevat het nu de lichamelijke resten
van een groot deel van de Duitse soldaten die tijdens de 2 Wereldoorlogen
in de Franse departementen Ardennen en Marne omkwamen. Bijna 5000 stoffelijke
resten zijn ongeïdentificeerd. De kruisen werden gemaakt uit Ardense
grijze steen. Het kerkhof wordt verzorgd volgens strikte regels. Om dat
in stand te houden komt de Duitse staat tussen voor de onderhoudskosten.
Vlak in de buurt is ook een klein Frans oorlogskerkhof.
De Marfée
> Voor de eigenzinnige prins van Sedan, Frédéric-Maurice
de la Tour, was de politiek die de Richelieu doorvoerde in het Frankrijk
van de vroege 17de eeuw onaanvaardbaar. Zijn stad werd een bastion van verzet
waar protestanten een veilige haven vonden en waar gestreefd werd naar een
herstel van de oude feodale en politieke waarden. Hij zocht en vond steun
bij Lodewijk van Bourbon uit Soissons en Henri de Guise. Samen ondertekenden
ze op 2 juli 1640 een manifest waarin ze zich distantieerden van Kardinaal
de Richelieu’s politiek. Lodewijk XIII stuurde een strafexpeditie
af op de zogenaamde ‘Prinsen van de Vrede’. Frédéric-Maurice
die het onheil zag aankomen installeerde in de nacht van 5 op 6 juli 1641
zijn leger in de bossen rond de strategische hoogte van de Marfée.
Zijn troepenmacht van 4000 soldaten werd versterkt door 7000 huurlingen
van de Duitse keizer die sympathiseerde met de Prins van Sedan. Daarmee
was Frédéric-Maurice het Franse leger dat onderweg was naar
Sedan net voor. Het leger van Lodewijk XIII, dat in Remilly de nacht had
doorgebracht, bereikte het gebied rond La Marfée pas in de loop van
de volgende morgen. Vanuit hun strategische positie vielen de troepen van
de Prins van Sedan het Franse leger aan in de flank. De slag was in korte
tijd beslecht. Na een paar uren moest de Franse infanterie en cavalerie
vluchten. De troepen van Frédéric-Maurice hadden 300 soldaten
gedood en zowat 3600 anderen krijgsgevangen gemaakt. De hertog van Soissons
kwam in deze gevechten om het leven. Toch zou later blijken dat deze oorlog het einde
zou betekenen van het Prinsenregime in Sedan. Het Franse leger begon een
beter georganiseerde en langdurige belegering van het opstandige Sedan.
Hoewel hem hulp was beloofd van de Spanjaarden realiseerde Frédéric-Maurice
zich dat de beste uitweg was om zich te verzoenen met de Franse politiek.
Naast het Duits militaire kerkhof is dit kleiner Frans
oorlogskerkhof gelegen.
>
Rechts zie je tussen de bomen de grafkruisen van het Duits militair kerkhof
van Noyers-Pont-Maugis. 200 meter verder kom je dan aan de ingang van een
Frans militair kerkhof. In de buurt zijn ook picknick-mogelijkheden en een
schuilhokje.
> Voor jou ligt de brede Maasvallei en daar achter
de echte Ardennen. GR14 loopt aan het Franse militaire kerkhof rechtdoor
en dalend. Hier en daar mankeert ook hier wat wit/rode markering, maar de
richting is duidelijk: In de vallei zie je al het enorme fort van Sedan
liggen. De dalende veldwegen gaan kort voor Wadelincourt over in asfalt.
> Zo bereikt GR14 de Maasvallei in het dorpje Wadelincourt.
Op een afstand van slechts 100 meter ga je hier over het dorpsplein, over
de drukke D6, onder de spoorweg (opgepast om je hoofd niet te stoten) en
kom je aan de Maasoever.
> Aan de Maasoever gewoon links over een prettig graspad.
GR14 loopt onder een autosnelwegbrug.
> Als je in Sedan trein
of bus wil nemen kan je aan de volgende brug GR14 verlaten door links te
gaan. Het treinstation ligt op slechts een paar honderd meter.
> Voor de camping loop verder over GR14, je kan ze
niet missen.
> Wil je het stadscentrum inlopen ga dan via de camping
of wandel verder door tot een volgende brug die je rechts oversteekt.
> Wil je doorwandelen zonder Sedan te bezoeken, maar
moet je inkopen doen: Wandel verder over GR14. Bij het verlaten van de stad
an de andere oever van de Maas passeert GR14 een supermarkt (Intermarché).
> Sedan is de laatste grote Franse stad langs GR14.
Waar nu de hoge citadel staat was tot pakweg het jaar 1400 enkel een kleine
nederzetting van eenvoudige huizen, geschaard rond een kerk. Al van zijn
vroegste geschiedenis zou Sedan vaak met oorlog te maken hebben, waarbij
het gebied talloze malen van eigenaar veranderde.
> De machtige Ardense krijgsheer Everhard van der Marck
laat tussen 1426 en 1430 een versterkte burcht bouwen in het centrum van
het dorp. Die burcht zou later nog worden uitgebreid met meer versterkingen.
> Sedan groeit de volgende decennia uit tot een machtscentrum
in de streek, er wordt een heus Prinsdom gevestigd. De Prinsen van Sedan
bekeren zich in de 16de eeuw tot het calvinisme. De volgende eeuwen zou
Sedan en omgeving mede door zijn gastvrijheid voor protestantse vluchtelingen
uitgroeien tot een machtige stad. Tussen 1549 en 1642 was het Prinsenrijkje
op het toppunt van zijn macht, waarna de stad ingelijfd werd bij Frankrijk
(zie ook hierboven bij de geschiedenis van de Marfée).
> Een eerste wandeling door Sedan is mogelijk wat teleurstellend.
Na de rust in de bossen en velden langs GR14 is het misschien net iets te
druk hier. Het vraagt misschien wat tijd om deze stad echt te leren appreciëren.
Je kan er als wandelaar niet zo snel grip op krijgen.
> Sedan was ook een belangrijk textielcentrum, met
name de tapijtindustrie was erg florissant. Sommige tapijtbedrijven bestaan
nu nog. Het zijn echter de talloze bloedige veldslagen die de stad en de
omgeving te verduren kreeg sinds zijn bestaan die bijblijven. GR14 zal tijdens
de volgende etappes verschillende ‘littekens’ die herinneren
aan die bloedige geschiedenis passeren. Wat we vandaag passeerden aan kruisen
en kerkhoven was maar een voorsmaakje van wat de volgende etappe te bieden
heeft.
> Sedan gaat er prat op dat hun burcht-citadel met
35.000 vierkante meter de grootste zou zijn in Europa. Het is mogelijk om
de burcht te bezoeken. Je vindt er ook een museum, de VVV en een sterrenhotel.
Yannick Noah in 1983 in de finale
tegen Wilander (foto
RG)
Fort van Sedan, buitenmuren.
Fort van Sedan
> Bekend in heel Frankrijk en geboren in Sedan is Yannick
Noah. Hij werd geboren op 18 mei 1960 uit een Kameroenese vader (professioneel
voetballer in Sedan) en een blanke moeder. Yannick Noah wordt op 23 jarige
leeftijd een echte ster in Frankrijk als hij er in slaagt om in 1983 het
enkeltennis voor mannen te Roland-Garros te winnen. Het was toen al 37 jaar geleden
dat er nog een Fransman Roland-Garros won. Frankrijk gaat plat voor de flamboyante
Noah. Hij haalt de wereldtopdrie van beste tennisspelers. Zijn successen
op het tennisveld zijn later echter zeer onregelmatig, te wijten aan zijn
uitbundige levensstijl. Later zou hij nog met succes een zangcarrière uitbouwen.
> Dit is maar een korte samenvatting van wat Sedan te
bieden heeft. Contacteer de VVV in de citadel van Sedan als je de stad grondig
wil bezoeken. We gaan er hier niet dieper op in, hoewel tijdens de volgende
etappe de bewogen geschiedenis van de stad nog een paar malen aan bod zal
komen. Met Sedan hebben we ook bijna de Ardennen bereikt.
>
Het is in Sedan dat seriemoordenaar Michel Fourniret in 1942 werd geboren
en zijn jeugd doorbracht. Wie dacht dat met Dutroux de grens van gewetenloze
perversiteit was bereikt moest via de media nog kennismaken met Dutroux in
het kwadraat. Met medewerking van zijn vrouw Monique Olivier ontvoerde hij
minstens een dozijn kinderen. De 2 leerden elkaar kennen via een contactadvertentie
op een moment dat Fourniret in de gevangenis zat voor aanrandingen. Bij zijn
vrijlating pakte Fourniret het anders aan: Hij zou zijn toekomstige slachtoffers
achteraf vermoorden en zo getuigenverklaring tegen hem onmogelijk maken. Zijn
perverse zoektocht naar maagdelijke meisjes, die hij verkrachtte en vermoordde,
duurde van 1987 tot 2003. Minstens 7 moorden heeft hij op zijn geweten, maar
wellicht zijn het het er nog meer. Teneinde speurders te misleiden zocht en
dumpte hij zijn slachtoffers op vele plaatsen in Frankrijk en Wallonië.
Het bloedspoor van Fourniret loopt ondermeer langs Floing (langs de volgende
etappe van GR14), waar hij een tijd woonde. Met misdaadgeld kocht hij ook
een kasteel kort bij Sedan, het domein Sautou (Donchéry).