©
Luc Selleslagh 2009 - 2024 Trekkings.be
27. Tollembeek
Onderweg naar Tollembeek
Mijnwerkers uit Galmaarden (1928)
Het ludieke standbeeld van Urbanus is een idee van hem zelf en hij heeft het ook zelf betaald! Beeldhouwer Koenraad Tinel uit Vollezele voerde het beeldhouwwerk uit. We passeren trouwens langs de VIP nog een aantal werken van Tinel. De stripfiguur Urbanus is vergezeld van bromvlieg Amedee en hond Nabucco Donosor. Er zit echter nog meer verscholen in het beeld. Achteraan in de sokkel is een hendel in de vorm van een kaatshandschoen. Trek je eraan dan komt een haan te voorschijn. De kaatshandschoen verwijst uiteraard naar de populaire kaatssport en de haan die verschijnt refereert naar een bekende Tollembeekse legende die de Tollembekenaren de bijnaam van 'hanenzoekers' bezorgde. Het monument is ontworpen zodat ook kinderen er iets leuks aan hebben. Het werd ingehuldigd in 2000.
Wellicht wordt Urbanus in Tollembeek en omstreken constant gevraagd om op te draven op allerlei pensenkermissen en soortgelijks en in Tollembeek komen nogal wat Urbanusfans zijn huis zoeken.
Toch schermt Urbanus zich niet volledig af van de Pajotse leefwereld. Eerder in tegendeel. Regelmatig steunt hij evenementen door zijn aanwezigheid en ook in zijn strips is hij Tollembeek zeker niet vergeten.
Eigenlijk kan je zonder overdrijven stellen dat Urbanus Tollembeek op de kaart zette in Vlaanderen.
>
In het centrum van Tollembeek vind je ondermeer een bakker en een slager.
Terug op de VIP, bij het voormalige station, gaat de tocht dus verder over een paadje langs de spoorweg. Het pad loopt verderop een ietsje meer verwijderd van de spoorlijn en verbreedt om bij een brede betonweg te komen. Links deze weg een tijdje volgen om dan de tweede straat rechts te nemen naar de overweg.
>
We zijn nu 130 km ver op Voettocht in Pajottenland sinds de start te Sint-Kwintens-Lennik.
> Onderweg passeer je de oude hoeve waarnaar de straat is genoemd, Hof te Kamerijk (met 1 R), gebouwd in 1776 en behorende tot het Hernese kartuizerklooster. De VIP loopt niet echt tot het centrum van Tollembeek maar neemt bij de spoorweg een smal geasfalteerd paadje links. Bij het stationnetje van Tollembeek staat een meer dan levensgrote (4,35 meter hoge) mijnwerkerslamp.
> Onderweg naar Tollembeek over Voettocht in Pajottenland lopen we tussen Bever en Tollembeek ongemerkt nog door velden en weiden die eigenlijk op het grondgebied van de gemeente Herne liggen. Langs meer knotwilgen kom je uiteindelijk bij de weg van Geraardsbergen naar Edingen terecht, precies op de grens tussen de gemeenten Galmaarden (Tollembeek) en Herne (Sint-Pieters-Kapelle). Even rechts en links de Kramerijkstraat in.
> Het traject van Voettocht in Pajottenland laat het centrum van Tollembeek rechts liggen en neemt vlak voor je de spoorlijn oversteekt een paadje naar links. Het centrum van Tollembeek ligt iets meer dan 1 km verwijderd. Om het te bereiken steek je de spoorlijn wel over en blijf je gewoon de Statiestraat volgen. We gingen even kijken.
Kaatssport
> Een ander standbeeld in het centrum van Tollembeek is dat van de kaatser. De Kaatssport is veel ouder dan voetbal. Toch wordt deze sport zeker niet overal beoefend. In het zuidelijke deel van het Pajottenland, de Zennevallei en de Denderstreek vind je vandaag nog een aantal Vlaamse clubs.
> De sport wordt intensiever beoefend aan de Waalse kant van de taalgrens, in Henegouwen en de provincie Namen. Vermoedelijk is de kaatssport dus van daar over gekomen, sommigen brengen het in verband met schepen op de Dender, waarvan de Waalse schippers bij ophoud in de Vlaamse Dendervallei wel eens aan wal een balletje sloegen. Het kaatsspel heeft met het voetbal een te duchten concurrent en de populariteit had er duidelijk onder te lijden de afgelopen decennia.
> Enkele Vlaamse ploegen spelen ook in Nationale afdeling. Er wordt in openlucht gespeeld met tegenoverstaande ploegen van 5 man. De opslager slaat onderarms het balletje van slechts 5 cm diameter op met de hand. Aan de andere zijde wordt de bal opgevangen met de handschoen aan en terug gekaatst. De bal mag telkens maar één maal botsen. Je zou de sport dus nog eerder kunnen vergelijken met tennis dan met voetbal.
Urbanus
> Op een plein niet ver van de kerk staat het standbeeld van de beroemdste inwoner van Tollembeek sins 2000, Urbanus van Anus ofte Urbain Sevranckx, zoals hij wordt afgebeeld in de strip. Urbanus is een echte Pajottenlander. Hij groeide op in Sint-Gertrudis-Pede (ook langs de VIP), woonde een tijd in Sint-Katharina-Lombeek en sinds 1994 in Tollembeek.
> Urbanus zelf aan het woord over Tollembeek op Ring-TV in 1996:
> Toen in 1867 spoorlijn 123 van Geraardsbergen naar Edingen werd opengesteld, bood dat werkkansen aan de Pajotse bevolking, met name aan de mannen van de dorpen die kort bij de stations van spoorlijn 123 lagen: Galmaarden, Tollembeek, Vollezele en Herne. In wagons zonder comfort namen de Pajotse mannen met honderden de trein naar de Borinage.
> Werkomstandigheden waren slecht en de dienst zeer lang. Bovendien werden 'les sales flamins' door de Waalse patrons als minderwaardig aanzien. Thuis hadden de 'fossemannen' daarentegen enig aanzien en hun loon was een stuk hoger dan we ze thuis in het Pajottenland konden verdienen.
> Het waren zeer lange en zware dagen voor de fossemannen. In het Davidsfondsboek 'Pajottenland', heeft Maurits van Liedekerke het over de laatste mijnwerker van Vollezele, Jef Agneessens, die tot 1967 in de mijnen heeft gewerkt. De man nam om 3u40 elke morgen de speciale mijnwerkerstrein in het station van Tollembeek om pas weer rond 18 u weer thuis te arriveren. 100 jaren eerder moeten de omstandigheden nog veel harder zijn geweest, met langere werkuren, een zesdagenweek en wellicht hadden de mijnwerkers telkens nog een 'een voettocht in Pajottenland' te doen naar en van het treinstation.
> Vzw De Mijnwerker werd opgericht in 1992 door Galmaards burgemeester Georges Cardoen. Deze vereniging had tot doel om dit stukje harde Pajotse geschiedenis levendig te houden. Hun belangrijkste realisaties zijn de monumenten die werden opgericht ter herinnering aan de moedige fossemannen in de Galmaardse dorpen Vollezele, Tollembeek en Galmaarden zelf. Voettocht in Pajottenland zal langs al deze monumenten passeren!
> In 2008 doofde ook vzw De Mijnwerker de mijnlamp, de vereniging werd ontbonden nadat de belangrijkste doelstellingen werden gerealiseerd: Publicaties, voordrachten en vooral dus de levendige herinnering aan de fossemannen met de monumenten. Een mooi en waardevol palmares!
> Meer info in het boek van Herman Vandormael 'Wij zijn fossemannen, anders niks'. Het monument bij de voormalige stationssite van Tollembeek stelt uiteraard een mijnwerkerslamp voor, ze is 4m35 hoog en werd gemaakt door een firma uit Gooik. De lamp brandt ook echt, maar dan wel op elektriciteit, ze is aangesloten op de straatverlichting.
De fossemannen
> Dit is het eerste van een reeks monumenten langs de VIP die aan het harde mijnleven herinneren. Ook in Galmaarden en Vollezele zullen we ermee worden geconfronteerd. Het verband tussen Tollembeek en mijnwerkers is op het eerste zicht wat vreemd, aangezien er geen mijnontginning is of was in de streek. Het heeft alles te maken met de vele mannen in de streek die in de 19de en 20ste eeuw, door verarming gedreven, in groten getale hier aan het voormalige station naar de Henegouwse Borinage pendelden om er in harde werkomstandigheden hun brood te verdienen.
> Midden 19de eeuw heerst werkloosheid en armoede op het Pajotse platteland. De bloeiende textielnijverheid in Sint-Pieters-Leeuw was - behalve de landbouw - de belangrijkste werkgever van de streek, maar kon in onvoldoende mate tewerkstelling verschaffen. Door de grote vraag naar steenkool was er in dezelfde periode vanuit de Borinage een haast onverzadigbare vraag naar mijnwerkers om het zwarte goud op te delven. Vele Pajotten verhuisden dan ook naar de stad of naar de bloeiende industriegebieden.
Vreemde straatnamen
> De naam 'Kamerijk' lijkt hier per vergissing als 'KRamerijk' op het straatnaambord te zijn gedrukt, maar nee hoor, verderop, als deze straat de spoorlijn Brussel - Halle - Edingen - Geraardsbergen bereikt, staat nogmaals 'Kramerijk'. Een 'miskraam' dus, wellicht het werk van een ambtenaar die zijn geschiedenis niet kent. Kamerijk (Cambrai) was in de vroege middeleeuwen een machtig bisdom waarvan de eigendommen en invloed zich noordelijk uitspreidden over het grootste deel van het latere hertogdom Brabant.