©
Luc Selleslagh 2009 - 2024 Trekkings.be
> Terwijl hij vroeger uren lang aan de Dender kon staan turen, komt hij op den duur nog enkel onder vrienden en sluit hij zich vaak af van de buitenstaanders door zich in zijn huis op te sluiten. Volgens kranten woog hij tussen 275 en 350 kilo, hoewel den Dikke zich nooit meer liet wegen. In 1885, op slechts 37-jarige leeftijd dus, vond men hem dood in zijn bed. De begrafenis lokte een massa volk ondanks het feit dat Victor geen rechtstreekse familie meer had. Echt ramptoerisme was die begrafenis in feite, waarbij er eerder ingehouden gelachen werd dan gerouwd. Victor De Clerck werd in die periode beschouwd als de dikste man ter wereld. Wellicht zijn er tijdens zijn leven al wilde verhalen ontstaan over den Dikke van Pamel, verhalen die evenredig met het gewicht van Viktor aandikten tot wilde volksverhalen. Over zijn leven 'en werken' zijn de vorige eeuw verscheidene publicaties en boeken verschenen.
4. Poelk, Pamel, Ledeberg en Kattem.
> We zetten nu koers naar een derde dorp van Roosdaal, Strijtem waar we de wellicht raarste kerk van België gaan ontdekken.
> Boven gekomen word je wat verrast door de grote gebouwen die rond (wat lijkt op) een dries zijn opgetrokken, bijna een dorpje op zich. We zijn op Ledeberg.
Gitzwarte wolken pakken samen bij binnenlopen
van de Pamelse wijk Poelk.
Pamels 20ste eeuwse neogotieke kerk
in gele baksteen gezien vanuit de velden langs de VIP.
Klim op de Ledeberg in 2010 en 100 jaren eerder (postkaart).
Eén van de grafstenen tegen een muur. Ze zijn afkomstig uit de oude kerk van Pamel, die aan de Dender was gelegen en die werd afgebroken in 1904. Dit is de mooie grafsteen van Anne de Croy, adellijke dame, overleden op 12 april 1618.
Standbeeld voor den Dikke aan de Denderoever.
Ongelooflijk wat een collectie kitschbrol
je soms allemaal in een Vlaamse voortuin
bij elkaar vindt (Poelk).
Pajots keukengeheim ontdekt in Pamel:
Eerste fase in het productieproces van nen echte Pajotse bootram mè plattekeis en radoisjkes.
Hulsbroekbos, aangelegde amfibieënpoel
Hulsbroekbos, wilgenhut met picknickbank
Half april geurt en kleurt het Hulsbroekbos als
daslook een groen-witte zee vormt op de bosbodem.
>
Vanuit Onze-Lieve-Vrouw-Lombeek gaan we op dit rustige stuk Voettocht in Pajottenland via het gehucht Poelk richting Pamel.
> De smalle geasfalteerde Grotstraat daalt door glooiend groen landschap naar een paar majestatische beuken. Daartussen ligt een afgelegen Mariagrot.
> Na de grot links, over de Omloopstraat, die langs een klein natuurgebied van Natuurpunt loopt, het Hulsbroekbos.
> Je passeert een zitbank onder een wilgendak en na enkele wegwissels kruis je de grote weg Brussel - Ninove, waar snel wordt gereden. Aan de overkant vervolg je over een pad en even later kom je zo door een wijk met sociale woningen, Poelk. Pamel komt in zicht, de tocht naar het centrum van Pamel loopt eerst nog even door veld, over ondermeer een prettige grasweg. Achter het Pamelse containerpark kom je uit op de hoofdstraat en het centrum van het versnipperde Pamel-Roosdaal. Hier vind je alle winkels en een aantal centrale gemeentediensten, zoals de bibliotheek.
> Op de oude dries van Ledeberg links een weg op die al snel wordt verlaten voor een geasfalteerd pad. De volgende kilometers door Pamel-Roosdaal zal de VIP veel gebruik maken van dit soort oude (helaas nu vaak geasfalteerde) buurtpaden. Zo passeer je oa langs de onderhouden kapel van 'OLV van den Eik' in de buurt van het Borchtlombeekse gehucht Kattem.
Lourdesgrot van Poelk
> Eén van de wel 1000 Lourdesgrotten die in België zijn gebouwd. Die van Poelk behoort wellicht tot de oudste In België, amper 15 jaar nadat Lourdes tot officieel bedevaartsoord werd uitgeroepen werd hier al een kopie van de grot gebouwd in 1876. In 2003 werd de Lourdesgrot grondig vernieuwd in opdracht van de Pamelse kerkfabriek en een groep vrienden rond de Lourdesgrot. Vandalen gingen in 2005 echter driest te werken. Met benzine overgoten ze de grotopening waarna ze alles in brand staken. Sporen van die brandstichting zijn nu nog te zien. Met de moed in de schoenen werd de grot daarna opnieuw gerestaureerd. Vandaag is het weer een vredige plek om even halt te houden. Bij de grot is ook een bron.
Hulsbroekbos
> Dit natuurgebiedje van 4 hectaren bos en hooiweide is eigendom van de gemeente Roosdaal maar wordt sinds 2006 beheerd door vrijwilligers van Natuurpunt. Het is een restant van een groter bronbos. Beheer bestaat er in de eerste jaren vooral in om productiebomen, zoals canadapopulieren, te verwijderen en te vervangen door traditionele inheemse soorten zoals eik, wilg en linde. Agressieve exoten, zoals Japanse duizendknoop, worden bestreden, evenals woekerplanten, zoals brandnetels en bramen. In de buurt van de wilgenhut 'Freddy Mestdagh' moet je zorgvuldig contact vermijden met de moeilijk uit te roeien reuzenberenklauw.
> Om de plantenvariatie te verhogen, worden aan de bosranden ook typische inheemse struiken aangeplant, zoals sleedoorn (lokt de vlinder sleedoornpage). Randgebied rond het bos wordt regelmatig gemaaid om ook daar de variatie in planten en insekten te verhogen, oa gestimuleerd door de aanleg van een kleine amfibieënpoel. Je zal ook zien dat er op de bosrand halfstamfruitbomen zijn aangeplant.
> Het mooist is het Hulsbroekbos misschien wel in april en mei, als daslook massaal verschijnt en sleutelbloemen en bosanemonen de kruidlaag kleuren.
Ledeberg
> Niet verwonderlijk dat de getuigenheuvel waarop Ledeberg ligt altijd al een aantrekkingskracht op machthebbers heeft uitgeoefend, temeer daar bij de heuvel een kruispunt van oude wegen lag en kortbij de grens tussen Vlaanderen en Brabant. Er stond dus een verdedigende burcht tussen ongeveer het jaar 1000 en 1300. Daarvan is niks meer overgebleven. In de 17de eeuw vestigden de paters Minderbroeders zich hier en verzorgden misvieringen en onderwijs in de streek. Dat was helemaal niet naar de zin van de Ninoofse Norbertijnen die hun inkomsten beperkt zagen door de aktiviteiten van de Minderbroeders van Ledeberg.
Ninove kreeg het gedaan dat de paters op Ledeberg geen klooster mochten bouwen, ze leefden in een kluis tot in 1796, bij de Franse Revolutie, al hun eigendommen verbeurd werden verklaard. Van de oude kapel op Ledeberg is weinig bewaard, het gebouw dat er nu staat is het resultaat van sterke verbouwingen in de 19de en 20ste eeuw. Pas in 1963 kreeg Ledeberg de status van hulpparochie en konden er misvieringen plaats vinden.
>
Ledeberg heeft een lange traditie van onderwijs. Er was in de 19de eeuw al een meisjespensionnaat. Tegenwoordig worden de schoolgebouwen ingenomen voor het technisch en beroepsonderwijs van het Immaculata-Maria Instituut.
> De kerk van Pamel was nogal bouwvallig en de toren was een scheef misbaksel. In die tijd werd den Dikke alsmaar dikker tot hij op den duur enkel nog buiten kwam om zijn zware lijf naar de 100 meter verder gelegen kerk te slepen voor de zondagsmis. Eens daar geraakt liet hij zijn lijf achteraan rusten op 3 kerkstoelen. De pastoor heeft net het kyrie ingezet als er plots een vreselijk gekraak door het kerkgebouw zindert. "De toren stort neer", roept een vrouw in paniek. Iedereen stormt naar buiten, weg van het torengevaarte. Buiten zien de kerkgangers tot hun verbazing dat de scheve toren nog steeds ongeschonden overeind staat. Dan komt de koster buiten gelopen. Hij roept om hulp want den Dikke is net door zijn stoelen gezakt. Het was de laatste maal dat den Dikke nog naar een kerkdienst is geweest, of toch niet, een paar maanden later is hij nog eens gaan kijken toen de toren ook echt ingestort was.
> Den Dikke stierf op 16 februari 1885. De kist die voor hem werd gemaakt leek meer op een kleerkast. Zes stevige mannen uit de buurt kwamen er aan te pas om hem te kisten. Bleek echter dat het gevaarte niet door de deur naar buiten kon. Een stuk muur moest worden uitgekapt. Den Dikke werd begraven in een hoek van het kerkhof van Pamel, dicht bij de Dender. Bij het neerlaten van de kist in de put moest één van de mannen het touw laten schieten. Daardoor plofte de kist nogal zwaar neer. Hierdoor was ze gebarsten en de dikke teen van den Dikke stak naar buiten. Zo werd de put dicht gegooid. Als de lente aanbrak stond er plots een snel opgeschoten wilg boven zijn graf. Er werd verteld dat het de dikke teen van den Dikke was die wortel had geschoten. In de jaren '40 stond die wilg er nog. Uit respect heeft men bij de vernieuwing van de kerkmuur er een ronde uitsprong rond gebouwd. Helaas was de wilg ook geen lang leven beschoren maar de rare bocht in de muur kan tot op de dag van vandaag nog worden bekeken...
Léberg-water
> Niet enkel geuze wordt in het Pajottenland gebrouwen, uit de Ledeberg stroomt ook uitstekend bronwater, waaruit flessenwater, cola en frisdrank wordt gemaakt tot 2020. Pamels politicus Joseph de Schepper ontdekte in de jaren '20 van vorige eeuw, bij de bouw van zijn villa op de flank van de Ledeberg, dat er nogal wat bronnen ontsprongen. Hij liet een waterstaal testen en dat bleek van een uitstekende kwaliteit. Hij bouwt er een afvulfabriek die al snel goed draait. Tijdens WO II stort de markt in en bovendien worden de bedrijfswagens door de Duitsers in beslag genomen. Zijn zoon Frans zorgt na de oorlog voor een succesvolle doorstart van het bedrijf.
> Lang werd Léberg milieuvriendelijk gebotteld in glas. Pas vanaf 1999 werden ook petflessen gebruikt. 90 % van de productie is voor natuurlijk Léberg-water, 10 % voor frisdranken en cola. Er werkten in de jaren '00 een zowat 20 personen en met Joseph jr trad in 1985 de derde generatie De Schepper aan. In 2002 kwam de firma negatief in het nieuws toen bleek dat enkele personen ziek werden van het Lébergwater. Tienduizenden flessen werden uit de handel gehaald maar achteraf bleek dat Léberg hiervoor helemaal geen schuld trof. Sinds 2016 nam een niet-De Schepper het roer over, François de Quinnemar. Zijn reddingsplan haalde het niet zodat begin 2020 het financieel erg moeilijk begon te lopen bij Léberg. De coronacrisis was er dan ook net teveel aan, Léberg ging failliet in november 2020.
Arjaun
"Liekes over de rondingen van 't Pajotteland, van een fles skooëmende gees of van Mieken en Trees."
> Wat volksmuziekgroep 't Kliekske voor Gooik is, is Arjaun voor Pamel. Broers Walter en Dirk Evenepoel spelen en zingen met Arjaun sinds 1982 Pajotse liedjes. Zelf geschreven teksten met vooral het Pajottenland en zijn eigenheden als thema. Later kwamen Stefan Timmermans , Etienne Wauters en Dirk Van Lierde erbij. Arjaun maakt complexloze muziek, gezongen in het Pamels dialect of instrumentaal gespeeld. Traditionele Brabantse liederen, bewerkingen van wereldse volksmuziek maar ook veel eigen geschreven liedjes. Waar Arjaun speelt is 't ambiance. Walter Evenepoel is ook aktief in het Pajotse folkloreleven. De verhalen over den Dikke van Pamel zijn deels gebaseerd op zijn notities.
Arjaun's website.
> De Voettocht in Pajottenland passeert niet langs het monument voor den Dikke van Pamel. Je kan het vinden door de hoofdstraat af te wandelen, helemaal tot de Dender. Als je de Dender nadert staat het links op een graspleintje.
> Voorbij de kerk neemt de VIP aan een plein een wegje dat naar een sterk stijgend kasseipad leidt. Rechts op de heuvel staat een villa waar schrijver Karel Van de Woestijne woonde in 2007. Het paadje komt korte tijd later uit op de relatief hoge Ledeberg.
Den Dikke van Pamel
> Veruit de bekendste inwoner van Pamel - zelfs in die mate dat zijn reputatie Pamel op de kaart zette in Vlaanderen - was Den Dikke van Pamel. Victor De Clerck werd geboren op 14 juni 1848, in een eenvoudig boerengezin dat in de buurt van de Dender te Pamel woonde. Zijn oudere zusje en broer waren het jaar voordien overleden, hij was enig kind. In zijn eerste levensjaren wees niets er op dat hij abnormaal dik was maar tegen dat hij de leeftijd van 8 jaar had bereikt kon hij zich niet meer in de schoolbank wringen en op zijn twaalfde woog hij al 112 kilo. Toen hij op zijn 19de naar Brussel moest voor de loting, woog hij al 225 kilo.
> Pamels pastoor Van Eyndhoven, die hem persoonlijk kende, beschreef hem, ondanks zijn erg struise voorkomen tot zijn 25ste levensjaar als een gezond uitziend man met blozende kaken en witte baard, die graag op café ging met zijn vrienden uit het dorp en die altijd een blauwe kiel droeg. Na zijn 25ste jaar lijkt het er op dat het bergaf gaat met Victor. Hij verdikt nog, krijgt gezondheidsproblemen en kan zich moeilijker verplaatsen. Bovendien begint zijn reputatie van uitzonderlijk dikke man vooral op zondag een soort 'ramptoeristen' aan te trekken die naar Pamel afzakken om hem eens te bekijken. Geestelijk heeft hij daar ongetwijfeld onder geleden.
> Wat je dus nu ziet aan gebouwen in het centrum dateert dus zowat volledig uit de 20ste eeuw. Aan de Dender, in de oude dorpskern, vind je nog enkele oudere gebouwen terug. Heemkundig schrijver Gerard van Herreweghen (1914 - 2009),broer van schrijver Hubert van Herreweghen, omschreef het onsamenhangend Pamel eens zo: "De kerk stond op Okegem, gemeentehuis en school op Ledeberg en de mensen woonden in Poelk". Wat wel volop aanwezig is is de Pajotse cultuurtrots: Pamel is de thuisbasis van Walter Evenepoels volksmuziekgroep Arjaun en van één van de kleurrijkste Pajotse figuren, de Dikke van Pamel.
> Eeuwenlang was het eigenlijke centrum van Pamel dus aan de Dender gelegen. Een ander stuk Pamel lag op meer dan 1 km, op de Ledeberg, er was dus een soort boven- en een onder-Pamel. Die link werd verstoord doordat eind 19de eeuw de kerk van Pamel, die altijd gelegen was bij de Dender, bouwvallig was. Een aantal mislukte verbouwingen had de instorting van de kerktoren veroorzaakt in 1879. De pastoor besliste toen om een nieuwe kerk te bouwen, maar niet meer in het oude Pamel. Hij liet ze in 1902 optrekken aan de voet van de Ledeberg. Mogelijk liet de pastoor zich beïnvloeden door de inwoners van Ledeberg, die waren immers sterk vragende partij om hun kapel op te waarderen tot een eigen parochie met kerk, de pastoor was daar tegen. Heeft hij daarom letterlijk 'de kerk in het midden willen houden' door ze op te trekken tussen de kern bij de Dender en Ledeberg? Feit is dat de bewoners aan de Dender met die beslissing om na 800 jaar het kerkgebouw te verhuizen, allerminst opgezet waren en velen uit protest beslisten om van toen af naar Okegem ter kerke te gaan. Na 20 jaren discussie kwam er dus een nieuwe kerk, gebouwd met vooral gele baksteen in een neogotische stijl. Rond de kerk ontwikkelde zich al snel een heel nieuw dorpscentrum.
> In 1985 werd het 100 jaar overlijden van den Dikke van Pamel herdacht met grootse feesten en optochten in Pamel. In 1998, ter gelegenheid van 150ste verjaardag van den Dikke, schreef het Roosdaalse gemeentebestuur een wedstrijd uit voor een standbeeld. Een ontwerp van Patrick Van Craenenbroeck uit Terafene had de voorkeur van de jury en zo prijkt zowaar sinds 2001 een bronzen Dikke van Pamel op zijn favoriete plaats: Uitkijkend over de Dender. Het is een leuk beeld geworden. In sommige cafés in Pamel en ook in Den Haas te Gooik kan je een 'Dikken van Pamel drinken. Het bier, dat sinds 2000 op de markt is, wordt in feite niet in het Pajottenland gebrouwen maar in Lochristi (De Proefbrouwerij). Overigens met 6,5 % een stevig biertje, zoals dat hoort gepresenteerd in een 'dik fleske'.
> Enkele van de wildste en strafste volksverhalen over Den Dikke:
> Als jonge volwassene was den Dikke een graag geziene gast in de herbergen van Pamel en bijna elk huis was toen een herberg. Als het kermis was in Pamel vond den Dikke het een zaak van eer om elke herberg te bezoeken. In het café van Jan Free heeft hij eens een grote pan met 20 eieren op 5 minuten naar binnen gewerkt.
> Op zijn negentiende moest den Dikke naar Brussel. Hij was immers opgeroepen in het kader van de lotingprocedure (selectie voor militaire dienst). Den Dikke trekt naar het treinstation van Okegem om er voor het eerst in zijn leven de trein te nemen naar Brussel. Blijkt echter dat geen enkele treindeur breed genoeg is om hem toegang te verschaffen. Uiteindelijk moet den Dikke in een goederenwagon plaatsnemen tussen de kolenzakken. De stationschef had ondertussen het nieuws van 'de speciale lading' al naar zijn Brusselse collega geseind. Toen den Dikke zich in Brussel uit de kolenwagon werkte, wachtte hem daar een snel aangroeiende massa toekijkers op. Bij weging in de Brusselse kazerne bleek dat den Dikke afklokte op 230 kilo, reden genoeg om afgekeurd te worden voor legerdienst.
> Den Dikke had op den duur een aversie ontwikkeld voor alle nieuwsgierigen die hem kwamen zoeken en bekijken in Pamel. Als hij vreemdelingen op zijn huis zag afkomen zette hij zich gewoon langs binnen tegen de voordeur, waardoor ze zeker niet zouden binnen geraken. Op een dag geraakte
een vreemdeling toch binnen omdat hij begeleid was met de secretaris van Pamel. Na wat loos gebabbel over het weer kwam de aap uit de mouw. Bleek dat de sjieke meneer van een gezelschap was dat een belangrijke reizende expo organiseerde. Die zou ook Brussel aandoen en de man bood den Dikke het fenomenale bedrag van 10.000 franken aan om daar enkele dagen tentoon te staan. De dikke ontstak in woede toen hij de ware toedracht van hun bezoek hoorde. Wellicht had de secretaris ook zijn percentje in gedachten. De mannen moesten zich reppen weer buiten te zijn omdat hij dreigde hen met hun geld en al in de Dender te smijten.
> Uren turen langs de Dender die in Pamel voorbij stroomde was den Dikke's favoriete tijdverdrijf. Als zijn lichaam hem te zwaar begon te wegen liet hij zich op mooi zomerweer ook wel eens drijven op de Dender. Hij had er geen moeite mee om boven te drijven zonder zijn ledematen te moeten gebruiken. Het maakte hem goed gezind en stoeiende kinderen in zijn buurt stoorden hem niet. Integendeel, hij liet er af en toe enkelen op zijn buik zitten en maakte met hen al drijvend een toerjte op de Dender. Het gebeurde wel vaker dat aan de oever een bende plezanterikken hun opwachting maakt om te zien hoe den Dikke zich uit het water zou hijsen. Dan liet hij zich echter afdrijven tot een ontsnappingsplek wat verder, waar hij ongestoord het Denderwater uit kon. Op een dag stond hem daar echter ook een troep pottenkijkers op te wachten. Den Dikke kende geen andere plek om weer op de oever te geraken en liet zich dan maar drijven. De avond viel in en ook 's nachts wilde de troep op de oever niet wijken. Den Dikke bleef dus maar drijven, 3 dagen en 3 nachten lang. Zijn dorst leste hij met Denderwater en met zijn handen als kolenscheppen ving hij de traagste vissen, die hij rauw naar binnen speelde.
> Een andere keer
zat den Dikke in één van de vele Pamelse cafés toen een Engelsman binnen kwam die naar hem op zoek was. Hij sprak geen Vlaams maar wist den Dikke toch duidelijk te maken dat hij er stevig wat geld voor over had indien den Dikke even zou opstaan en zich eens zou ronddraaien, zodat hij den Dikke goed kon bekijken. De stamgasten zagen dat zitten want de geldsom was voldoende om een hele avond gratis te kunnen drinken. Den Dikke echter keek niet eens op. Ten einde raad toont de Engelsman hem zijn gouden horloge. Dat mag hij behouden als hij toch maar even wil rechtstaan. Den Dikke blaft de man af. De waard, die de hele tijd het schouwspel had gevolgd,
vond het toch wel zonde van dat uurwerk. Hij pakt de kolenbus, kapt op de kolen een kan verzuurde lambiek en kiepert dat goedje in de stoof. Een moment later hangt er een dikke rook in de herberg en de stamgasten hollen naar buiten. Dik tegen zijn goesting licht ook den Dikke zijn achterste en haast zich hoestend en proestend naar buiten. Nooit heeft hij nog een voet in die herberg willen zetten maar de waard liep wel met een gouden uurwerk in zijn zak.
Pamel
> Met zowat 5000 inwoners is Pamel het belangrijkste dorp van de gemeente Roosdaal. Er zijn aanwijzingen dat Pamel zich ooit uitstrekte tot over de Dender. Oude toponiemen wijzen op het bestaan van een Pamelse burcht en eigendom daar al rond het jaar 1000. Met de gebiedsuitbreiding van Vlaanderen ten nadele van Brabant ging alles over de Dender naar de graaf van Vlaanderen in 1047. Brabant verloor zelfs grote delen langs de rechteroever van de Dender waardoor één van de weinige Brabantse plaatsen die vandaag nog tot de Dender raken Pamel is. Over de vele grenstwisten hadden we het eerder al toen we langs Het Nelleken passeerden.