©
Luc Selleslagh 2009 - 2024 Trekkings.be
34. Kesterheide & Kester
Langs een oude hoeve met beerpomp.
Grafsteen Staf De Clercq
Over veldwegen door Lombergveld.
De IJzeren Man rond 1930 (postkaart)
Klok van de IJzeren Man, eigenlijk een 'beschermkap' voor meetapparatuur.
Monument Pervivo
Kester, kerk
Onderweg naar Kester
Satcom en Kesterheide met mast en waterreservoir (voor 2012)
Satcom, met de oude bol van voor 2012.
Paadje dalend vanaf Kesterheuvel
Kruisheuvel en NAVO-communicatiemast
Boekkaft van Jozef Haugen's Tongsnijders uit 1889.
Zicht vanop de Kesterheuvel
Radarantenne
(militair archief)
> Vanuit Lombergveld op naar de Kesterheide. Na meer dan 1 km verlaten we midden in de velden de bedding van de oude tramlijn door over Voettocht in Pajottenland links een asfaltwegje te nemen. In een gehucht met enkele oude huizen zet de stijging naar de oude getuigenheuvel die Kesterheide is, steviger door.
> De VIP loopt over het gras langs de staties van de kruisweg om op het einde een sterk dalend paadje te nemen. De uitzichten vanop het hoogste punt van Vlaams-Brabant zijn schitterend bij mooi weer. In de verte kan je vele dorpen herkennen. Mogelijk zie je zelfs markante torens van Brussel aan de horizon. Via een paar kleine asfaltwegen en paden kronkelt de VIP langs de hellingen van Kesterheide verder.
> 10 minuten na de top passeer je zo langs 'de witte bol', de Satcom-radarinstallatie van de NAVO.
> In een grote bocht loopt de VIP nogmaals langs de SATCOM-bollenl om dan door een sterk heuvelend hoekje van Kesterheide langs enkele mooie oude huizen te passeren.
> We zijn nu 180 km ver over de VIP. De rest van de tocht naar het dorpje Kester verloopt door veld, een prettig parcours waarbij je de bestemming niet kan missen, want de kerktoren piept net boven de velden uit. Hogerop kruis je voor de zoveelste maal dé verkeersslagader van het Pajottenland, de weg van Asse naar Edingen. Kort daarna kom je bij de kerk van Kester.
> Het dorp lijkt wat doods zonder winkels of café's rond de kerk. Zelfs de doden zijn hier verdwenen: In tegenstelling tot in vele dorpen in het Pajottenland werd het kerkhof rond de kerk op enkele oude grafzerken na volledig 'opgeruimd' eind vorige eeuw. Enkel een groene vlakte gaapt nu nog. Hoewel de omgeving rond het kerkplein er niet meteen op wijst zijn we hier opnieuw in een zeer oud Pajots dorp. Café Jagershof is nog het enige dorpscafé, je vindt het in de Bruneaustraat, op korte wandelafstand.
> De VIP kiest aan de vorksplitsing het wegje dat verder richting zendmast loopt. Zo kom je op de top van de Kesterheide. Een calvariekruis, een NAVO-antenne en een waterbassin domineren de top.
> Onmiddellijk na de trap kom je voorbij de grafsteen van Staf De Clercq.
> Over enkele grassige veldwegen, waarover gedeeltelijk ook een mountainbikeroute loopt, werkt de VIP zich in een grote bocht omhoog tot de top van de Kesterheide. Onderweg kruis je nog de drukke weg tussen Halle en Ninove. Aan de overkant kom je via een trapje in de muurversterking op een pad.
> Het paadje loop nog even verder omhoog tot een vorksplitsing bij een gerestaureerde villa. Rechts hier, op 50 meter van de weg staat 'de IJzeren Man'.
Pervivo
> De bomentuin herinnert aan 40 kinderen die zijn gestorven door een stofwisselingsziekte. Elke eik die sinds 1998 werd geplant, laat een kind verder leven ('pervivo'). De tuin werd op 16 maart 2002 geopend in aanwezigheid van Prins Laurent en is een initiatief van vzw B.O.K.S., die de ouders van kinderen die lijden aan een stofwisselingsziekte bijstaat.
> Er zijn tientallen verschillende ziektes waarbij stofwisseling wordt verstoord, het wetenschappelijk onderzoek naar oplossingen verloopt dan ook zeer traag en moelijk. Vaak verliezen kinderden de strijd tegen hun ziekte. Naar schatting tot 1500 mensen in België lijden aan één of andere vorm van stofwisselingsziekte. De creatie van de tuin en het monument is er dus niet enkel gekomen om kinderen te gedenken die de strijd tegen hun ziekte verloren en troost te bieden aan hun familie maar ook om dit weinig gekend medisch probleem onder de aandacht van een groter publiek te brengen. En beetje bizar misschien om ook de naam van de ziekte te vermelden, het helpt mogelijk ook wat om dit type ziekte en zijn complexe verschijningsvorm en varianten uit de taboesfeer te halen.
SATCOM
> In de volksmond 'de witten bol', 'de voetbal' of 'den ballon'. Dit NAVO communicatiecentrum werd opgetrokken in 1970 - 1971, in volle koude oorlog. Oorspronkelijk maakte de NAVO-site van Kester deel uit van een net dat meer dan 20 zulke stations telde, verspreid gebouwd in andere NAVO-landen. Met uitzondering van Verona (Italië) en Kester zijn deze weer opgedoekt. De militaire ontspanning in Europa maar vooral de snel evoluerende communicatietechnieken maakten zoveel stations overbodig.
> De witte bol van Kester, die 12 meter breed was, herbergde binnenin een reusachtige schotelantenne. Vanaf 2012 werd de Satcom-site helemaal vernieuwd. De bol, die op een gebouw stond werd afgebroken en vervangen door 4 'bollen' op de grond. De gebouwen uit de jaren '70 werden eveneens vernieuwd. Via deze militaire radars worden gecodeerde boodschappen opgevangen en verder doorgestuurd tussen de NAVO-partners.
Kester
> Kester ontwikkelde zich langs de belangrijke heerweg Asse - Edingen, die werd aangelegd in de eerste eeuw van de jaartelling. In de dorpsnaam is het Latijnse 'castrum' te herkennen wat duidt op een (Romeins) militair kamp. Opgravingen bewijzen dat er vooral tijdens de 2de en 3de eeuw een aktieve woonkern moet zijn geweest.
> Zoals we eerder al tijdens de etappes langs Herfelingen en Herne bespraken had je vanaf ongeveer de 7de eeuw in het huidige Zuid-Pajottenland het Hernegewoud en het Kestergewoud. 2 rechtsentiteiten die tot de abdij van Bergen behoorden en in de vroege middeleeuwen onder de macht van de heren van Edingen vielen. Het Kestergewoud omvatte behalve Kester ook de parochies Herfelingen en Oetingen. Tot het einde van het ancien régime (1792) hoorde Kester dus tot Henegouwen. Met de herindeling in (Franse) departementen (de latere provincies), verschoof Kester naar Brabant. Ondanks hun vrij strategische ligging zijn dorpen als Leerbeek en Kester niet uitgegroeid tot regionale centra.
> Zo oud dat de prille geschiedenis ervan niet meer te acherhalen is, is de jaarlijkse processie van de Heilige Drievuldigheid. Tot vandaag herinnert deze paardenprocessie nog aan het Kestergewoud, want zowel langs de kerken van Herfelingen, Oetingen als Kester wordt gepasseerd. Eind mei of begin juni gaat deze processie uit. Een leuke legende rond deze processie lezen we in het boek 'Pajottenland, een land om lief te hebben' van Werkgroep Pajottenland: In een lang vervlogen jaar annuleerde men de processie omwille van te slecht weer. De volgende morgen merkte de Kesterse koster echter dat het beeld van de H. Drievuldigheid helemaal onder het slijk zat. Het was dus 's nachts alleen op pad geweest over de modderige wegen om alsnog de processie te voltooien en zo duidelijk te maken dat de processie elk jaar moest uitgaan!
Kesterheuvel en 'De IJzeren man'
> We staan hier op het hoogste punt van de provincie Brabant, 111,86 meter. Dit geodetisch punt, dat hier al anderhalve eeuw staat, is in de volksmond bekend als 'de ijzeren man'. De verklaring daarvoor spreekt voor zich, gezien de vorm van het klokomhulsel. Het eigenlijke meetpunt zit echter binnen dat metalen karkas. Oorspronkelijk stond die 'ijzeren man' op een bakstenen voetstuk, lang geleden werd dat vervangen door beton. Het meetpunt werd al in 1863 (1867?) als 'station géodésique' op de Kesterheuvel geplaatst, het diende als oriëntatiereferentie bij hoogte- en plaatsbepaling voor de Belgische kartografie.
> De bol of 'kogel' was in de de 19de eeuw van ver zichtbaar. Het uitzicht aan de voet van de IJzeren Man is grandioos. Overal in de golvende horizon kerktorens en nog verder kun je het Brusselse justitiepaleis zien. De Wambeekse dichter Paul de Mont, beginjaren 1900:
Wat stond ik vaak, in 't morgen zonnegloren,
op Leeberg-heuvel of bij d'IJzren man!
Uit ieder dorpken spichtte een spitse toren ...
op elken kouter zwoegde een paardenspan ...
...
Op twintig hillen toonden twintig molens
hun draaiend wiekenkruis, reusachtig groot...
In al de weiden vaarzen, paarden, volens ...
Op al de daken tonig pannenrood.
(Uit 'Aan mijn Payottenland')
> Paul de Mont zag toen wellicht veel meer dan we vandaag zien vanaf de IJzeren Man. Een deel van het zicht is vandaag immers onttrokken door het bos. Begin 20ste eeuw was dit niet zo, zowat de hele Kesterheuvel was toen kaal gekapt. Zo kon je ook de Leeuw van Waterloo van hier zien. De tientallen windmolens die Paul de Mont zag zijn bijna allemaal verdwenen maar in de plaats krijg je dan in de verte zicht op de kantoortorens van Brussel...
> Aan de boszijde van de IJzeren Man merk je duidelijk de ijzerzandstenen bodemsamenstelling van de Kesterheuvel. Deze 'berg' ligt immers in de lijn van de Vlaamse getuigenheuvels waarop ook het West-Vlaamse Heuvelland en de Vlaamse Ardennen liggen. Prehistorische voorwerpen die werden gevonden hier zijn een bewijs dat er reeds duizenden jaren voor de jaartelling vormen van bewoning waren. Ook de Romeinen hadden aan de voet van de Kesterheuvel ooit een kamp.
Van Tongsnijders tot NAVO-militairen
> De Kesterheuvel heeft altijd al een zekere machtspositie gehad in het Pajotse landschap. De donkere beboste heuvel had voor de inwoners van de omliggende dorpen bovendien altijd iets dreigends. Niet verwonderlijk dat het gebied dan ook vaak werd gerelateerd met allerlei onfrisse legendes.
> Meest bekend is het moordsage van 'de tongsnijders der Heyde', die werd neergepend door Jozef Haugen in 1889. Daarin wordt een boer en zijn familie vermoord door een bende die zich schuil hield in holen op de Kesterheide. We schrijven december 1789. De bende werd de meest gruwelijke praktijken toe gedicht. Ze folterden hun slachtoffers en mogelijke verklikkers werden monddood gemaakt door hun tong af te snijden.
> Bewoners van de Kesterheide hadden altijd een dubieuze reputatie bij de inwoners van de omliggende dorpen, terecht of onterecht. Al in de 15de eeuw had de heuvel de naam dat er volk woonde dat zich met criminele daden bezig hield. Ook toen de Fransen bij het einde van het ancien régime 'orde op zaken' kwamen stellen schreef de aangestelde commissaris dat Kesterheuvel werd bewoond door 'dievengezinnen'. Kesterheuvel was trouwens in 1798 de uitvalsbasis van een aktie die kaderde in de Boerenkrijg.
> De Romeinen hadden hier 2000 jaar geleden een kamp maar ook in de recentere geschiedenis is Kesterheuvel meermaals van strategisch belang gebleken. De 'ijzeren man' is daar eigenlijk ook een voorbeeld van, hij diende immers als geodetisch punt voor kartografie en het maken en aanwenden van detailkaarten was in de 19de eeuw in de eerste plaats van militair belang.
> Op de Kesterheuvel staan ook antennes. Ondermeer de VRT had er een mast staan. De enige communicatiemast die er nu nog staat is van de NAVO en staat in verbinding met 'de witte bol' die we straks passeren. Het terrein errond is afgesloten militair terrein.
> In de aanloop naar WO II werd naar analogie met de KW-linie begin 1940 ook een 'ijzeren muur' opgetrokken tussen Waver en Ninove. Deze onbemande antitanklijn van 35 km liep over de Kesterheuvel maar is nutteloos gebleken.
Waterreservoir
> Het gigantische waterreservoir op de top van de Kesterheuvel werd in 1990 gebouwd en in 1991 in gebruik genomen. Het reservoir zit gedeeltelijk ondergronds en heeft een capaciteit van 13.000 kubieke meter. Het vormt een aanvulling op een toen al bestaand reservoir op de Kesterheuvel en moest het stijgende waterverbruik van de Pajotse dorpen in de omgeving opvangen.
Calvarie en kruisweg
> Een eerste ijzeren kruis werd ingewijd op 5 mei 1901. Het was een eerbetoon aan Christus om de 20ste eeuw aan hem te wijden. Met de bouw van een eerste waterreservoir na WO II moest het kruis verdwijnen. Het werd naar de huidige plek verplaatst, op een calvarieberg gezet en voorzien van een altaar en kruisweg met 7 kapellen en 14 staties.
Kesterheuvel en natuur
> De top van de Kesterheuvel kun je moeilijk mooi natuurgebied noemen. Niet enkel is er verkaveling tot bijna op de top, daarnaast ook een communicatiemast en waterreservoir. Meest storend tot voor enkele jaren was echter de jaarlijkse Kesterheide-cross. Duizenden motorfans kwamen dan de berg op. Lawaai, vervuiling en vernieling vloekten volledig met de anders vrij rustige omgeving. Met de jaren steeg echter ook het protest tegen die barbaarse natuuraktiviteit. Petities en processen hebben het jaarlijkse evenement konden dat kunnen stoppen maar uiteindelijk kon het gebeuren toch worden geband.
> Dit soort recreatie stond haaks op de doelstellingen van bvb Natuurpunt, die Kesterheide in natuurprojecten wil kaderen, tesamen met het nabijgelegen Lombergveld (waarin ook natuurcentrum Paddenbroek ligt, dat we eerder passeerden). Ook vormen van zachtere recreatie zetten echter druk op Kesterheide. Zo merk je dat nogal wat paden stevig zijn uitgesleten als gevolg van intens gebruik door mountainbikers. Uiteindelijk kon Natuurpunt een stevig deel van de Kesterheide opkopen en kwam er een uitdoofscenario voor de cross over een periode van 5 jaren.
Staf De Clercq
> Staf de Clercq (°1884) groeide op en werkte als onderwijzer in het Pajottenland. Zijn ouders woonden een tijd in Sint-Pieters-Kapelle, zelf studeerde hij in Edingen en Binche. Nog voor WO I voerde hij als overtuigd Vlaming actief campagne tegen de overheersing van de franstalige bourgeoisie. Na WO I werd hij verkozen als volksvertegenwoordiger voor de frontpartij.
> In Kester was hij 15 jaar lang schepen. Eerste Minister Henri Carton de Wiart weigerde hem tot burgemeester van Kester te benoemen omwille van zijn uitgesproken Vlaamse standpunten.
> Na 1933 slaagde hij erin om het verdeelde kamp van Vlaams-nationalisten te verenigen onder de vlag van het Vlaams Nationaal Verbond (VNV). Daarvoor moest hij wel de Groot-Nederlandse gedachte afzwakken tot een afhankelijk Vlaanderen in een federalistische Belgische structuur. Al vanaf 1919 nam De Clercq deel aan Vlaamsgezinde 'processies' naar het calvariekruis op de Kesterheide. Van een boer koopt hij begin jaren '30 een groot stuk weide op, gelegen op de flank van de Kesterheuvel (het terrein aflopend van het calvariekruis). De Landdagen van het VNV in de maand mei van de jaren '30 lokten elk jaar een massa toehoorders naar de Kesterheide. Het VNV beleeft onder Staf de Clercq in de jaren '30 zijn hoogdagen, vanop de Kesterheide worden vlammende toespraken afgevuurd die nationale weerklank vinden. In de aanloop naar WO II krijgt zijn beweging steun van Nazi-Duitsland. Bij de Duitse bezetting verbrandt Staf De Clercq zijn beweging door voluit te kiezen voor collaboratie met de Duitse bezetter en het nationaal socialisme.
> In 1942 overlijdt De Clercq aan kanker. Hij werd oorspronkelijk op het kerkhof van Kester begraven. Een jaar later verhuisde zijn lijk naar een praalgraf op de Kesterheide. De onderwerping aan Nazi-Duitsland kan op steeds minder steun rekenen en het VNV verliest al snel aanhang. Het einde van WO II betekende ook het einde van het VNV, de organisatie werd buiten de wet gesteld.
> De volkswoede in de nasleep van de bevrijding keerde zich ook tegen de dode Staf de Clercq. Het praalgraf is in oktober 1944 opgeblazen door tegenstanders en nogmaals in mei 1945. Terwijl zijn lijk uit het vernielde graf werd overgebracht naar Leerbeek om daar te worden begraven, werden de resten onderweg 'gekaapt' door opgehitste tegenstanders en meegevoerd en 'bewerkt' tijdens een nachtelijke kroegentocht langs de omliggende cafés. De volgende morgen werden de stoffelijke resten dan snel begraven in een anoniem graf bij de kerk van Leerbeek. De burgemeester van Kester weigerde immers een begraving te Kester. Nog had De Clercq zijn laatste rustplaats niet gevonden. In 1978 verhuisde zijn lijk opnieuw. Ditmaal werd het 's nachts in commandostijl opgegraven door Bert Eriksson en de VMO om begraven te worden in gewijde grond te Asse. De huidige betonplaat die je nu ziet op Kesterheide is van 1990 maar de Clercq ligt hier dus niet begraven. We zullen iets verder langs de VIP het terrein passeren waar de de Clercq zijn landdagen organiseerde.
> De rol en betekenis van de Clercq in de strijd voor Vlaamse ontvoogding is ook vandaag nog erg omstreden. Als jongeling groeide hij op aan de taalgrens en werd zijn motivatie voor de Vlaamse zaak zeker gevoed door de verfransingsdruk en de minachting van franstaligen naar Vlamingen toe. Hij slaagde erin om dat verzet te kanaliseren en droeg daadwerkelijk bij tot de bewustwording van de Vlaamse identiteit. Het liep echter allemaal volledig fout toen hij voluit voor onderwerping aan het nazisme koos met het VNV. Open vraag is dan ook of een man als Staf de Clercq zo de Vlaamse zaak en Vlaamse symbolen niet meer schade heeft berokkend dan vooruit geholpen?
> Ondanks de rijke geschiedenis valt er vandaag eigenlijk niet veel te beleven in Kester. Tijd om er weer de pas in te zetten voor een volgende etappe, waarbij we door open veld op zoek gaan naar een paar dorpen waar je anders nooit zou terecht komen, tenzij je over Voettocht in Pajottenland wandelt natuurlijk!